Nota Parkeernormen 2021

Geldend van 05-03-2022 t/m heden

Intitulé

Nota Parkeernormen 2021

De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

gezien het voorstel van het college van 11 januari 2022;

gelet op artikel 2 en 4 van de Inspraakverordening 2006 en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

de Nota van beantwoording zienswijzen ontwerpnota Parkeernormen 2021 vast te stellen;

de nota Parkeernormen 2021 vast te stellen.

1. Inleiding

Het aantal parkeerplaatsen dat ten behoeve van een te ontwikkelen functie of gebied dient te worden gerealiseerd wordt bepaald aan de hand van parkeernormen. Een parkeernorm geeft het aantal parkeerplaatsen bij een functie. De binnen de Gemeente Pijnacker-Nootdorp gebruikte parkeernormen lagen voorheen vast in het Integraal Parkeerbeleidsplan, vastgesteld op 26 oktober 2006, later in de nota Parkeernormen 2012, welke in 2015 is gewijzigd. De voorliggende versie, de nota Parkeernormen 2021, is een technische actualisatie op basis van de laatste kencijfers van het CROW. De nota Parkeernormen 2021 wordt bij het ingaan van de Omgevingswet omgezet in een omgevingsplan (of bij uitstel van deze wet omgezet in een paraplubestemmingsplan).

1.1. Doel van de nota Parkeernormen

Het doel van de nota Parkeernormen 2021 is te zorgen dat bij nieuwbouw, inbreiding, uitbreiding of functiewijzigingen van een gebouw of terrein voldoende parkeerruimte op eigen terrein aanwezig is voor de eigen parkeerbehoefte en daarmee parkeeroverlast in de openbare ruimte te voorkomen.

Indien niet aan de nota Parkeernormen 2021 wordt voldaan, maar het college wenst alsnog dat het initiatief door kan gaan (en de hardheidsclausule is niet van toepassing), dan is er sprake van afwijking van deze nota en dient het initiatief gemotiveerd aan de raad te worden voorgelegd.

2. Hoogte van de parkeernormen

De parkeernormen in deze nota zijn gebaseerd op de parkeerkencijfers van het CROW (Toekomstbestendig parkeren - Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie, 2018). De kencijfers van het CROW zijn nagenoeg de enige kencijfers die landelijk door verkeerskundigen worden gebruikt en die met enige regelmaat worden herzien op basis van parkeeronderzoeken voor de diverse functies. De cijfers hebben daardoor een hoge betrouwbaarheid.

Het CROW hanteert verschillende klassen voor de stedelijkheidsgraad van de gemeente. De Gemeente Pijnacker-Nootdorp is ingedeeld in ‘matig stedelijk’.

Het CROW gebruikt verder parkeerkencijfers en bandbreedtes voor verschillende gebiedstyperingen. Voor de Gemeente Pijnacker-Nootdorp is in het Parkeerbeleidsplan 2006 bepaald dat de hele gemeente in ‘rest bebouwde kom’ valt. De reden om van het gemiddelde kencijfer uit te gaan en binnen de gemeente niet verder onderscheid te maken in gebiedstyperingen is dat de gemeente Pijnacker-Nootdorp een relatief hoog autobezit kent. Er is echter geen reden om als gemeente midden in de Randstad met een zekere mate van verstedelijking en redelijk openbaar vervoer, maar ook met veel buitengebied, het hoogste of het laagste kencijfer als norm te hanteren.

De parkeernormen zijn in de tabel 3 opgenomen. Minder realiseren dan de vaste norm mag uitsluitend bij toepassing van de hardheidsclausule.

Deze nota Parkeernormen 2021 is de tweede wijziging van de nota Parkeernormen 2012 en is, inclusief de opgenomen tabellen, gebaseerd op het Integraal Parkeerbeleidsplan, vastgesteld door de raad op 26 oktober 2006. Een wijziging van deze normen dient ook vastgesteld te worden door de raad.

3. Gebruik van de parkeernormen

3.1. Kaders

Ten aanzien van het gebruik van de parkeernormering zijn de volgende kaders aangegeven:

  • -

    Parkeernormen worden in nieuwe situaties toegepast, evenals bij verbouw en functiewijzigingen.

  • -

    De parkeercapaciteit moet voldoen aan de parkeernorm en parkeerplaatsen moeten op eigen terrein of binnen het te ontwikkelen plangebied worden aangelegd.

  • -

    De in tabel 3 aangegeven parkeeraantallen voor bezoekers dienen openbaar toegankelijk te zijn.

  • -

    Het goed kunnen parkeren bij de woonfunctie is van belang. Het streven daarbij is onder normale omstandigheden binnen circa 2 à 3 minuten lopen van de voordeur (ca. 250 meter).

  • -

    Voor diverse parkeervoorzieningen op eigen terrein dienen berekeningsaantallen uit tabel 1 en de afmetingen uit tabel 2 worden gehanteerd. Bedacht moet worden dat het hanteren van deze berekeningsaantallen een zeker risico met zich meebrengt: als bewoners de eigen parkeerplaats (tuinparkeerplaats/carport/ garage/oprit) niet als zodanig gebruiken, dan ontstaan parkeertekorten. De gemeente zal indien parkeerproblemen gemeld worden moeten onderzoeken op het kunnen gebruiken van de eigen parkeerplaats van bewoners, om daarmee een goede parkeerbalans te behouden of te herstellen. Om vooraf problemen te voorkomen dient te worden gesteld dat bewoners van een koop- of huurwoningen verplicht een parkeerplaats in het complex zelf huren of kopen, zodat extra parkeerdruk in de omgeving wordt voorkomen.

Tabel 1 Berekeningsaantallen per type parkeervoorziening

Parkeervoorziening

Berekeningsaantal per eenheid

Enkele oprit zonder garage/carport

0,8

Enkele oprit met garage/carport

1,0

Lange oprit zonder garage/carport

1,0

Lange oprit met garage/carport

1,3

Dubbele oprit zonder garage/carport

1,7

Dubbele oprit met garage/carport

1,8

Carport zonder oprit, bij woning

0,8

Garage zonder oprit, bij woning

0,4

Garage/carport zonder oprit, niet bij woning

0,5

Gezamenlijk parkeerterrein of -garage in of bij wooncomplex

1,0

Tabel 2 Afmetingen parkeervoorziening bij een woning

 

Minimale lengte

Minimale breedte

Enkele oprit

6,00 meter

2,50 meter*

Lange oprit

10,00 meter

2,50 meter*

Dubbele oprit

6,00 meter

4,50 meter*

Ruimte in enkele garage/carport

6,00 meter

2,50 meter*

Ruimte in dubbele garage/carport

6,00 meter

2,50 meter*

Enkele garagedeur

 

2,40 meter

Dubbele garagedeur

 

4,40 meter

* Indien een oprit de enige toegang naar de voordeur en/of stallingsmogelijkheid voor fietsen is

dan moet deze oprit 0,8 meter breder zijn dan hier aangegeven.

Afmetingen overige parkeervoorzieningen

  • -

    Een gezamenlijk parkeerterrein of parkeergarage dient volgens NEN 2443:2013 te worden gerealiseerd.

  • -

    Langsparkeerplaatsen 5,50 meter lang (indien niet grenzend aan parkeerplaats aan de voor en achterkant dan 6,00 meter lang ) en minimaal 2,00 meter breed, extra uitstapstrook van 0,50 indien geen voetpad of trottoir aanwezig

  • -

    Insteekparkeerplaatsen (haaksparkeren) 5,00 meter lang en 2,50 meter breed (eerste en laatste extra uitstapstrook van 0,5 meter)

  • -

    Gehandicaptenparkeerplaats langsparkeren 3,50 meter bij 7,50 meter

  • -

    Gehandicaptenparkeerplaats insteekparkeren 3,50 meter bij 5,00 meter (achterzijde grenzend aan voetpad anders 6,50 meter)

3.2. Parkeervergunning en aantal parkeerplaatsen

Bij de uitgifte van parkeervergunningen wordt het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein in mindering gebracht op het aantal vergunningen dat uitgegeven kan worden. Op deze wijze wordt de beschikbare parkeercapaciteit zowel op eigen terrein maximaal benut en wordt de capaciteit op maaiveld uitsluitend gebruikt door voertuigen die niet op eigen terrein geparkeerd kunnen worden. Door de kadastrale koppeling kan door de gemeente snel worden gecontroleerd of het perceel beschikt over eigen parkeerplaatsen of niet.

4. Stappenplan

4.1. Toevoegen nieuwe functie inclusief grootschalige ontwikkelingen

Bij een nieuwe functie dient de parkeerbehoefte te worden berekend en dienen de berekende plaatsen door de ontwikkelde partij te worden gerealiseerd. De parkeerbehoefte wordt bepaald aan de hand van de norm uit tabel 3.

Alle parkeerplaatsen ten behoeve van het plan worden betaald en gerealiseerd door de ontwikkelende partij. Dit zijn dus de parkeerplaatsen die uiteindelijk op eigen terrein worden gerealiseerd en de eventuele parkeerplaatsen die uiteindelijk in openbaar gebied komen te liggen. De plaatsen in openbaar gebied zijn onder meer bedoeld voor bezoekers, waarbij sprake kan zijn van dubbelgebruik (tabel 4) van parkeerplaatsen door verschillende functies.

4.2. Vervanging bestaande functie door andere functie

Bij functiewijziging wordt de parkeersituatie getoetst aan de parkeernorm in het bestemmingsplan als:

  • -

    De functie past binnen het bestemmingsplan, maar de gebruiksfunctie wijzigt en/of er vindt een wijziging van aantal m² bvo of het aantal woningen plaats.

  • -

    De functie niet past binnen het bestemmingsplan: er is een wijziging nodig van het bestemmingsplan waarbij de parkeernorm uit de vigerende nota Parkeernormen wordt gehanteerd.

Een eventuele toename van de parkeerbehoefte moet worden opgevangen op eigen terrein, waarbij de parkeernormen worden gehanteerd uit tabel 3.

Bij functiewijziging of sloop van bestaande functies komt de parkeerbehoefte van de nieuwe functie in de plaats van de parkeerbehoefte van de oude functie. De behoefte van de oude functie mag worden afgetrokken van de parkeerbehoefte van de nieuwe functie. Voor een eventuele toename van de parkeerbehoefte moeten de parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd. Hierbij gelden de volgende kanttekeningen:

  • -

    De parkeerbehoefte van de oude functie is niet altijd bekend, omdat deze lang geleden met oude (meestal lagere) normen is vastgesteld. De oude parkeerbehoefte wordt dan in overleg door de gemeente bepaald.

  • -

    Voor de oude functie worden vaak bestaande parkeerplaatsen (al of niet in het openbaar gebied) gebruikt, die ook door andere te handhaven functies in het gebied worden gebruikt, vaak in dubbelgebruik (tabel 4). Bij het vervangen van een oude door een nieuwe functie moet daarom altijd de parkeerdruk uit de omgeving in beeld zijn om vast te stellen in hoeverre bestaande parkeerplaatsen de druk van de nieuwe functie kunnen opvangen.

Bij het bepalen van de behoefte van de nieuwe functie dienen de volgende stappen te worden gevolgd:

  • 1.

    Wat is de parkeerbehoefte van de oude functie? Als deze niet meer te achterhalen is wordt de oude parkeerbehoefte in overleg door de gemeente bepaald.

  • 2.

    Wat is de parkeerbehoefte van de nieuwe functie? Hiervoor de norm uit de nota Parkeernormen gebruiken die is opgenomen in het bestemmingsplan. Als hierin geen norm is opgenomen geldt de norm uit de bouwverordening.

  • 3.

    Is de behoefte van de nieuwe functie groter dan de oude functie, dan moeten deze extra plekken op eigen terrein worden gerealiseerd.

  • 4.

    Is de behoefte van de nieuwe functie lager dan de oude functie, dan hoeven in principe geen extra plekken op eigen terrein te worden aangelegd. Als de resterende behoefte voor de nieuwe functie in openbaar gebied moet worden gevonden, dient gekeken te worden of die resterende plekken in openbaar gebied daadwerkelijk aanwezig en beschikbaar zijn. Anders dienen alsnog extra plekken op eigen terrein te worden gerealiseerd. De gemeente houdt zich het recht voor om door de gemeente geïnitieerde projecten voorrang te geven op beschikbare parkeercapaciteit in de openbare ruimte. Het gebruik van dit recht vindt plaats op grond van het gemotiveerd afwegen van de verschillende belangen waarbij het algemene belang voorop staat.

  • 5.

    In hoeverre ligt de behoefte van de oude functie die ook voor de nieuwe functie geldt op eigen terrein of in openbaar gebied? Als dit plekken in openbaar gebied zijn dan kunnen zij alleen aan de nieuwe functie worden toegerekend als andere functies in de omgeving deze plekken niet al in gebruik hebben. Anders dienen alsnog extra plekken op eigen terrein te worden gerealiseerd. De parkeerdruk en de mate van dubbelgebruik van functies uit de omgeving dient dus bekend te zijn.

4.3. Kleine functiewijzigingen

Bij kleine functiewijzigingen die passen binnen het bestemmingsplan kunnen de volgende stappen worden onderscheiden:

  • 1.

    Wat is de parkeerbehoefte na functiewijziging? Hiertoe de parkeerbehoefte uitrekenen aan de hand van de nota Parkeernormen die is opgenomen als bijlage in het bestemmingsplan.

  • 2.

    Maak een inschatting van de te verwachten extra parkeerdruk. Op welke momenten treedt die op en om welk soort voertuigen gaat het?

  • 3.

    Bestaat de mogelijkheid om op eigen terrein deze parkeerdruk op te vangen?

    • o

      Zo ja, dan zijn er geen belemmeringen.

    • o

      Zo nee of slechts gedeeltelijk, dan moet de inschatting worden gemaakt of door dubbelgebruik van bestaande parkeerplaatsen geen parkeeroverlast van de functiewijziging is te verwachten. Bij dubbelgebruik vormen aanwezigheidspercentages die zijn opgenomen in tabel 4 een hulpmiddel.

    • o

      Als er geen overlast is te verwachten, dan zijn er geen belemmeringen, behalve dan dat de gemeente een beperking kan stellen aan het aantal vrije openbare plaatsen (door het hanteren van het maximale kencijfer voorzien van een aannemelijke onderbouwing) voor die nieuwe functie. Dit laatste biedt de mogelijkheid om ook aan anderen die op een later tijdstip een functiewijziging aanvragen, kans te bieden op beschikbare openbare parkeerplaatsen. Het is belangrijk om bij de vergunning aan te geven welke parkeerafspraken er zijn gemaakt.

    • o

      Indien er wel parkeeroverlast te verwachten is, dan wordt de aanvraag afgewezen.

4.4. Afrondingen

Onderaan de streep is er meestal bij de berekening van de parkeerbehoefte een cijfer achter de komma. Deze wordt naar boven afgerond. Volgt uit de berekening dat er 15,1 parkeerplaatsen moeten worden gerealiseerd dan is de eis 16 parkeerplaatsen. Daarbij moet rekening worden gehouden met de waarde van type parkeerplaats volgens tabel 1.

Er is één uitzondering op deze regel. Bij een enkel vrijstaand koop- of huurhuis met daarbij een dubbele oprit met garage of met carport mag naar beneden worden afgerond onder de volgende voorwaarden:

  • -

    Er is sprake van een initiatief voor één enkel huis.

  • -

    Dit initiatief maakt geen onderdeel uit van een groter plan.

Een voorbeeld van een groter plan is de situatie waarin een ontwikkelaar diverse bij elkaar gelegen kavels verkoopt of heeft verkocht voor zelfbouw. Doel van deze regel is dat uit meerdere kleine ontwikkelingen geen opeenstapeling van afrondingen naar beneden volgt en dus dat een gezamenlijk tekort aan parkeerplaatsen wordt voorkomen.

5. Hardheidsclausule ex. Artikel 4.84 Awb

5.1. Toepassen Hardheidsclausule

Het college handelt overeenkomstig de nota Parkeernormen, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze nota Parkeernormen te dienen doelen. Bovendien dient de toepassing van de hardheidsclausule zo beperkt mogelijk te worden gehouden en een algemeen belang te dienen.

Tabel 3 Parkeernormen

(deel 1 van 2)

Wonen

 

per woning

waarvan bezoekers

opmerkingen

koop

huis, vrijstaand

2,2

0,3

 

koop

huis, twee onder een kap

2,1

0,3

 

koop

huis, tussen/hoek

1,9

0,3

 

koop

appartement, duur

2,0

0,3

vanaf NHG-grens

koop

appartement midden tot NHG grens

1,8

0,3

tot NHG-grens

koop

Appartement goedkoop

1,6

0,3

tot € 200.000 (uit Nota Grondprijzen)

huur

huis, vrije sector

1,9

0,3

hoger dan huurtoeslaggrens (vanaf € 752,33*)

huur

Huis/appartement, sociale huur

1,2**

0,3

tot en met huurtoeslaggrens (tot en met € 752,33*)

huur

appartement, duur

1,8

0,3

hoger dan € 975,92 (gebaseerd op HVO Den Haag*)

huur

appartement, goedkoop/midden

1,4

0,3

tot en met € 975,92 (gebaseerd op HVO Den Haag*)

koop\huur

woning kleiner dan 65m2 gbo

1,2**

0,3

gbo: gebruiksoppervlak

kamerverhuur

zelfstandig/niet student

0,7

0,2

 

kamerverhuur

niet zelfstandig/student

0,25

0,2

 

* Deze bedragen worden geïndexeerd in overeenstemming met de indexeringsmethode van de doelgroepgrens in de Wet op de huurtoeslag.

** Een ontwikkelende partij mag per sociale huurwoning (tot en met huurtoeslaggrens) en kleine woning (kleiner dan 65m2 gbo) een norm van 1,05 parkeerplaats gebruiken als daarbovenop 0,15 normplaats in ruimte gereserveerd wordt middels groeninrichting om eventuele groei in autobezit in de toekomst op te kunnen vangen. Indien noodzakelijk binnen vijf jaar na realisatie van het bouwplan worden de kosten verhaald op de ontwikkelende partij, tenzij anders afgesproken.

Werken

 

per 100 m2 bvo

aandeel bezoekers

opmerkingen

kantoor

zonder baliefunctie

2,05

0,05

 

kantoor

met baliefunctie

2,85

0,2

 

bedrijf

arbeidsintensief/bezoekersextensief, industrie, laboratorium, werkplaats

2,35

0,05

excl. vrachtwagenparkeren

bedrijf

arbeidsextensief/bezoekersextensief, loods, opslag, transportbedrijf

1,1

0,05

excl. vrachtwagenparkeren

bedrijfsverzamelgebouw

gelijke mix arbeidsextensief/intensief, geen baliefunctie

1,85

 

parkeerplaats (geheel of gedeeltelijk) voor overheaddeur telt mee als 0,4 parkeerplaats

Winkelen

 

per 100 m2 bvo

aandeel bezoekers

opmerkingen

buurtsupermarkt

kleiner dan 600 m2 wvo

3,5

0,89

wvo: winkelvloeroppervlak

fullservice-supermarkt

tussen 1000 en 2000 m2 wvo

5,2

0,93

 

grote supermarkt

tussen 2500 en 4000 m2 wvo

7,7

0,84

 

groothandel

specialist, voor pashouders

5,9

0,8

 

groothandel

algemeen, voor pashouders

6,4

0,8

 

wijkcentrum

klein

4,5

0,76

met buurtsupermarkt

wijkcentrum

gemiddeld

5,1

0,79

met minimaal 1 fullservice-supermarkt

wijkcentrum

groot

5,7

0,81

met minimaal 1 grote supermarkt

dorpscentrum

Ackershof en Parade

3,7

0,72

 

weekmarkt

bij klein wijkcentrum

0,2

0,85

1 m kraam is 6 m2 bvo

kringloopwinkel

groot volume

1,85

0,89

 

woonwarenhuis/woonwinkel

 

1,85

0,91

 

bouwmarkt

 

2,35

0,87

 

tuin, groencentrum

 

2,55

0,89

inclusief buitenruimte

Tabel 3 Parkeernormen

(deel 2 van 2)

Sport, cultuur, ontspanning

 

per 100 m2 bvo **

aandeel bezoekers

opmerkingen

bibliotheek

 

1,2

0,97

 

theater

 

9,8

0,87

100 zitplaatsen is 300 m2 bvo

dansstudio

 

5,5

0,93

 

sportschool/fitnessstudio

gericht op fitnessapparaten

4,8

0,87

 

fitnesscentrum

inclusief groepslessen

6,3

0,9

 

wellnesscentrum

 

9,3

0,99

 

sauna

 

6,6

0,99

 

sporthal

 

2,85

0,96

 

sportzaal

 

2,75

0,94

 

tennishal

 

0,5

0,87

 

zwembad

 

11,5

0,97

per 100 m2 bassin

indoorspeeltuin

tot 2000 m2

4,7

0,97

 

indoorspeeltuin

tot 3500 m2

5,6

0,98

 

volkstuin

 

1,35

1

per 10 tuinen

museum

 

1,1

0,95

zeer globaal

sportveld

 

20

0,95

per hectare netto terrein, zeer globaal

kinderboerderij

 

4,7

0,97

zeer globaal

manege

 

0,5

0,9

per box

paardenhouderij

geen paardrijles

0,3

0,9

per box

** tenzij anders aangegeven bij opmerkingen

Horeca en (verblijfs)recreatie

 
 

aandeel bezoekers

opmerkingen

hotel 1 ster ***

 

2,4

0,77

per 10 kamers

hotel 2 sterren ***

 

4,05

0,8

per 10 kamers

hotel 3 sterren ***

 

5

0,77

per 10 kamers

café/bar/cafetaria

 

6

0,9

per 100 m2 bvo, zeer globaal

Restaurant

 

13

0,8

per 100 m2 bvo, zeer globaal

*** In Nederland geldt voor hotels de Nederlandse Hotel Classificatie. De hier genoemde sterren verwijzen hiernaar.

Gezondheidszorg en (sociale) voorzieningen

 
 

aandeel bezoekers

 

huisartsenpraktijk

 

2,85

0,57

per behandelkamer

apotheek

 

3,15

0,45

per apotheek

fysiotherapiepraktijk

 

1,75

0,57

per behandelkamer

consultatiebureau

 

1,85

0,5

per behandelkamer

tandartsenpraktijk

 

2,35

0,47

per behandelkamer

gezondheidscentrum

verschillende soorten zorg onder een dak

2,15

0,55

per behandelkamer

religiegebouw

 

0,15

 

per zitplaats, zeer globaal

verpleeg- en verzorgingstehuis

 

0,6

0,6

per wooneenheid, zeer globaal

Onderwijs

 

aandeel bezoekers

 

kinderdagverblijf/crèche

1,4

0

per 100 m2 bvo, excl. halen en brengen****

basisonderwijs

0,75

 

per klaslokaal, excl. halen en brengen****

middelbare school

4,9

0,11

per 100 leerlingen

**** Om de benodigde voorzieningen voor het halen en brengen van kinderen in deze functies te bepalen,

dient gebruik te worden gemaakt van de rekenmodule van het CROW.

Tabel 4 Aanwezigheidspercentages

 

Werkdag ochtend

Werkdag middag

Werkdag avond

Werkdag nacht

Koop avond 1)

Zaterdag middag

Zaterdag avond

Zondag middag

woningen bewoners

50%

50%

90%

100%

80%

60%

80%

70%

woningen bezoekers

10%

20%

80%

0%

70%

60%

80%

70%

kantoor/bedrijven

100%

100%

5%

0%

5%

0%

0%

0%

commerciële dienstverlening

100%

100%

5%

0%

75%

0% 2)

0%

0%

detailhandel

30%

60%

10%

0%

75%

100%

0% 3)

0% 4)

grootschalige detailhandel

30%

60%

70%

0%

80%

100%

0% 3)

0% 4)

supermarkt

30%

60%

40%

0%

80%

100%

40%

0%

sportfuncties binnen

50%

50%

100%

0%

100%

100%

100%

75%

sportfuncties buiten

25%

25%

50%

0%

50%

100%

25%

100%

bioscoop/theater/podium/enzovoort

5%

25%

90%

0%

90%

40%

100%

40%

sociaal medisch: arts/therapeut/consultatiebureau

100%

75%

10%

0%

10%

10%

10%

10%

verpleeghuis/verzorgingstehuis

100%

100%

50%

25%

50%

100%

100%

100%

ziekenhuis: patiënten inclusief bezoekers

60%

100%

60%

5%

60%

60%

60%

60%

ziekenhuis medewerkers

75%

100%

40%

25%

40%

40%

40%

40%

dagonderwijs

100%

100%

0%

0%

0%

0%

0%

0%

avondonderwijs

0%

0%

100%

0%

100%

0%

0%

0%

1) Indien sprake van een traditionele koopavond

2) Indien op zaterdag open: 100%

3) Indien 's avonds open: 70%

4) Indien koopzondag: 100%

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 24 februari 2022.

mr. A. van der Lugt

griffier

B.D. Lugthart

voorzitter