Beleidsregels omtrent de verdelingsprocedure voor de verlening van een Exploitatievergunning speelautomatenhal

Geldend van 01-03-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels omtrent de verdelingsprocedure voor de verlening van een Exploitatievergunning speelautomatenhal

Burgemeester van Vaals

Inleiding

Het maximumstelsel in afdeling 10 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) inzake de exploitatie van speelautomatenhallen betekent dat er sprake is van schaarse vergunningen. Met het oog op de noodzaak voor een gelijk speelveld en maximale transparantie gelden specifieke voorschriften en bepalingen neergelegd in deze regels en ter uitvoering van het gestelde in afdeling 10 van de APV.

Met artikel 2:40A lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) heeft de gemeenteraad de burgemeester de bevoegdheid gegeven om nadere regels vast te stellen ten behoeve van de verdelingsprocedure voor de vergunningaanvraag voor de exploitatie van speelautomatenhallen. Middels dit besluit stelt de burgemeester deze nadere regels vast.

Op grond van artikel 2:40 lid 2 van de APV kan de burgemeester maximaal twee vergunningen verlenen voor de exploitatie van een speelautomatenhal (hierna aan te duiden als: de Exploitatievergunning).

Eén Exploitatievergunning komt direct na inwerkingtreding van onderhavig besluit vrij voor verlening, waarvan de huidige Exploitatievergunning afloopt op 26 juli 2022.

Daarna komen beide Exploitatievergunningen telkens uiterlijk na verloop van de maximale loopduur van de betreffende Exploitatievergunning beschikbaar voor (hernieuwde) verlening

In hoofdstuk 2 wordt de vergunningsprocedure beschreven.

In hoofdstuk 3 wordt de beoordelingsprocedure beschreven.

In hoofdstuk 4 wordt de wijze van beoordeling en puntentelling beschreven.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1

Op grond van artikel 2:40 lid 2 van de APV is het aantal speelautomatenhallen in de gemeente Vaals beperkt tot maximaal twee.

Artikel 2

Op grond van artikel 2:40 lid 2 van de APV zijn speelautomatenhallen uitsluitend toegestaan in het concentratiegebied, zijnde een deel van de Maastrichterlaan (vanaf kruising Bosstraat/Jos Francotteweg tot aan grens), Koningin Julianaplein, Tyrellsestraat en Kerkstraat. Buiten het aangewezen concentratiegebied zijn geen speelautomatenhallen toegestaan. Het concentratiegebied is aangegeven op onderstaande kaart:

afbeelding binnen de regeling

Artikel 3

  • 1. Voor de exploitatie van een speelautomatenhal dient de aanvrager te beschikken over de daartoe vereiste vergunningen, toestemmingen en/of ontheffingen.

  • 2. De Burgemeester heeft de bevoegdheid om de Exploitatievergunning in te trekken zodra onherroepelijk vaststaat dat de overige benodigde vergunningen, toestemmingen en/of ontheffingen als bedoeld in artikel 3 lid 1 van onderhavig besluit niet worden verkregen

Artikel 4

De beschikbare Exploitatievergunningen hebben een maximale looptijd van 10 jaar.

Hoofdstuk 2: vergunningprocedure

Artikel 5

De beoordeling van de aanvragen vindt plaats op de gestelde eisen en criteria in afdeling 10 van de APV, de regels in het onderhavige besluit en de toepasselijke wettelijke bepalingen.

Artikel 6

  • 1. De burgemeester maakt 4 weken voorafgaand aan de aanvraagfase openbaar bekend dat én hoeveel Exploitatievergunningen beschikbaar komen.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt in elk geval de periode van indiening van aanvragen, de wijze van indiening en een verwijzing naar de vergunningprocedure, de inhoudelijke beoordelingscriteria en de puntentelling, zoals neergelegd in het onderhavige besluit.

  • 3. De openbare kennisgeving wordt gepubliceerd via de reguliere communicatiekanalen van de gemeente (Vaalser Weekblad, gemeentelijke website, gemeentelijke kanalen social media) en via kennisgeving in het gemeentelijk mededelingenbord.

  • 4. Huidige houders van de betreffende Exploitatievergunning(en) ontvangen de kennisgeving tevens schriftelijk op het adres van de vergunning.

Artikel 7

Met ingang van de dag na publicatie van de openbare kennisgeving heeft eenieder 10 kalenderdagen de gelegenheid om vragen te stellen ter verduidelijking van de vergunningprocedure, de inhoudelijke beoordelingscriteria en de puntentelling. De vragen worden voorzien van een reactie en in de vorm van een Nota van Inlichtingen uiterlijk 5 werkdagen voor start van de aanvraagfase digitaal voor een ieder via de gemeentelijke website beschikbaar gesteld.

Artikel 8

  • 1. Aanvragen dienen binnen de in de openbare kennisgeving vermelde indieningstermijn en via de daarin voorgeschreven indieningswijze door het bevoegd gezag ontvangen te zijn en te voldoen aan de volledigheidsvereisten van artikel 9 van dit besluit.

  • 2. Aanvragen die niet voldoen aan de in de openbare kennisgeving vermelde indieningstermijn en indieningswijze worden buiten behandeling gesteld.

  • 3. Voor tijdig en op de juiste indieningswijze ingediende aanvragen, die echter onvolledig zijn, zal de burgemeester met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, aan de aanvrager gelegenheid geven om de aanvraag op toereikende wijze aan te vullen, binnen 7 kalenderdagen na de datum van verzending van de mededeling inzake onvolledigheid door de burgemeester. Een onvolledige aanvraag die na het bieden van de herstelmogelijkheid niet tijdig en/of niet volledig is aangevuld wordt buiten behandeling gesteld.

Artikel 9 volledigheidsvereisten

De aanvraag dient te voldoen aan onderstaande volledigheidsvereisten:

  • een door de burgemeester vastgesteld aanvraagformulier met bijbehorende bescheiden, dat volledig is ingevuld en ondertekend;

  • een plattegrond waarop of waarbij een nauwkeurige beschrijving van de inrichting is opgenomen inclusief oppervlakte, het aantal en type speelautomaten en de opstelplekken van de speelautomaten;

  • een bewijs waaruit blijkt dat over de ruimte beschikt kan worden;

  • wettelijke bewijsstukken, ingevolge artikel 6 van de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen, van alle leidinggevenden;

  • een ondernemings- c.q. exploitatieplan;

  • een plan van aanpak openbare orde en veiligheid;

  • een plan van aanpak ter voorkoming van gokverslaving;

  • een toelichting op het bedrijfsconcept;

  • een toelichting op de ruimtelijke aanvaardbaarheid van een speelautomatenhal op de aangevraagde locatie;

  • een exploitatievergunning van Raad van Bestuur van de Kansspelautoriteit als bedoeld in artikel 30h lid 1 van de Wet op de Kansspelen, of een ontvangstbevestiging van de Raad van Bestuur van de Kansspelautoriteit dat een aanvraag voor voornoemde vergunning is ingediend;

  • een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel, niet ouder dan 2 maanden gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag;

  • een bewijs van lidmaatschap van de aanvrager bij een door de Kansspelautoriteit erkende brancheorganisatie of een gelijkwaardigheidsverklaring waarin gemotiveerd aangegeven is dat de bedrijfsvoering voldoet aan de normen zoals een door de Kansspelautoriteit erkende brancheorganisatie die hanteert;

  • een afschrift van het Certificaat Amusementscentra van de DEKRA of een gelijkwaardigheidsverklaring waarin gemotiveerd aangegeven is dat de bedrijfsvoering voldoet aan de normen zoals de DEKRA die hanteert;

  • een volledig ingevuld Bibob formulier.

Tevens dient de aanvraag te worden vergezeld van:

  • een kopie van een geldig legitimatiebewijs van alle leidinggevenden;

  • een kopie van de ondertekende arbeidsovereenkomst van alle leidinggevenden;

  • een verklaring omtrent gedrag, niet ouder dan 6 maanden, van alle leidinggevenden.

Onder leidinggevende dient te worden verstaan:

  • 1.

    de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden, voor wiens rekening en risico de speelautomatenhal wordt uitgeoefend;

  • 2.

    de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan een onderneming, waarin de speelautomatenhal wordt uitgeoefend in een of meer inrichtingen;

  • 3.

    de natuurlijke persoon, die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van zodanig bedrijf in een inrichting.

Hoofdstuk 3: beoordelingsprocedure

Artikel 10 Vergelijkende toets

  • 1. De volledige en tijdig ontvangen aanvragen worden gekwalificeerd als ontvankelijke aanvragen. De ontvankelijke aanvragen doen mee aan de vergelijkende toets als bedoeld in artikel 10 lid 2 van dit besluit.

  • 2. De vergelijkende toets beoordeelt ontvankelijke aanvragen op basis van een waardering op de onderdelen (i) plan van aanpak openbare orde en veiligheid, (ii) plan van aanpak ter voorkoming van gokverslaving, (iii) een toelichting op het bedrijfsconcept en (iv) de ruimtelijke aanvaardbaarheid.

  • 3. Het bevoegd gezag kan zich in het kader van de vergelijkende toets op onderdelen laten adviseren door een of meer (externe) deskundigen.

Artikel 11 Puntentoekenning

  • 1. Op elk van de 4 onderdelen van de vergelijkende toets kan een maximum van 100 punten behaald worden.

  • 2. De puntentoekenning vindt plaats door toetsing van de aanvragen aan de beoordelingscriteria, genoemd onder artikel 18 lid 5.

  • 3. De uiteindelijke totaalscore per aanvraag wordt bepaald op basis van de puntentelling in hoofdstuk 4 van dit besluit.

Artikel 12 Rangorde

  • 1. Van de beoordeling van de aanvragen wordt een rapportage opgesteld, waarin de totaalscores en bijbehorende motivering opgenomen worden.

  • 2. De rangorde in aanvragen wordt bepaald door de hoogte van de uiteindelijke totaalscore per aanvraag.

  • 3. Als meerdere aanvragen dezelfde score hebben en het maximumstelsel niet toestaat dat al die aanvragen een vergunning verleend krijgen, dan is de hoogste score op het onderdeel ‘plan van aanpak openbare orde en veiligheid’ bepalend. Leidt dit opnieuw tot een gelijke score, dan is de hoogste score op het onderdeel ‘plan van aanpak ter voorkoming van gokverslaving’ bepalend. Indien dit ook gelijk is, dan wordt de rangorde bepaald door een door een notaris te verrichten loting. De notaris wordt door de burgemeester aangewezen.

  • 4. Een Exploitatievergunning wordt alleen verleend als er sprake is van een minimaal aantal toegekende punten op basis van de puntentelling in hoofdstuk 4.

  • 5. De “winnende” aanvraag wordt onderworpen aan een Bibob-toets op basis van het bij de aanvraag volledig ingevulde Bibob-formulier. In geval van ‘ernstig gevaar’ (in de zin van artikel 3 van de Wet Bibob) wordt de aangevraagde vergunning geweigerd, ongeacht de behaalde puntenscore. In dat geval schuiven alle aanvragers een plaats naar boven in de rangorde met inachtneming van het gestelde in artikel 12 leden 3 en 4 van dit besluit.

Hoofdstuk 4: beoordeling en puntentoekenning

Artikel 13 Plannen ter beoordeling

  • 1. Uit het plan van aanpak openbare orde en veiligheid blijkt hoe de aanvrager zorg draagt voor zo min mogelijk negatieve impact op de omgeving en verstoringen van de openbare orde en veiligheid.

  • 2. Uit het plan van aanpak ter voorkoming gokverslaving blijkt hoe de aanvrager concreet bijdraagt aan de preventie en bestrijding van gokverslaving.

  • 3. Uit de toelichting op het bedrijfsconcept blijkt hoe de aanvrager de speelautomatenhal positioneert richting (potentiële) klanten en welke richtlijnen gehanteerd worden in de bedrijfsvoering.

  • 4. Uit de toelichting op de ruimtelijke aanvaardbaarheid blijkt de planologische aanvaardbaarheid van de betreffende locatie en de wijze waarop de (directe) omgeving betrokken wordt tijdens en na de realisatiefase van de speelautomatenhal.

Artikel 14 Plan van aanpak openbare orde en veiligheid

Het plan van aanpak openbare orde en veiligheid wordt getoetst op de volgende onderdelen:

  • 1.

    een risicoanalyse waarin de belangrijkste risico’s voor openbare orde, veiligheid en leefbaarheid voor de omgeving worden benoemd met adequate, concrete en realistische beheersmaatregelen die de aanvrager gaat nemen;

  • 2.

    welke huis- en gedragsregels gelden voor bezoekers en hoe de naleving daarvan wordt bewaakt;

  • 3.

    hoe om wordt gegaan met overlast en rondhangende personen rond de gelegenheid;

  • 4.

    hoe toezicht wordt gehouden in de gelegenheid en in de directe omgeving van de gelegenheid;

  • 5.

    welke openingstijden gelden en waarom die openingstijden zijn gekozen;

  • 6.

    in hoeverre aanvrager of leidinggevende(n) eerder betrokken zijn geweest (bijvoorbeeld als leidinggevende of exploitant van een ander bedrijf) bij openbare ordeverstoringen of bestuursrechtelijke maatregelen (zoals tijdelijke sluiting, last onder dwangsom of last onder bestuursdwang) en hoe hij/zij daar vervolgens mee omgegaan is;

  • 7.

    de wijze waarop de aanvrager gaat samenwerken met bevoegde instanties op het terrein van openbare orde en veiligheid.

Artikel 15 Plan van aanpak ter voorkoming van gokverslaving

Het ‘plan van aanpak ter voorkoming van gokverslaving’ wordt getoetst op de volgende onderdelen:

  • 1.

    de visie en ervaring van de aanvrager qua preventie van gokverslaving en de concrete maatregelen die hij in dat verband gaat nemen;

  • 2.

    een toelichting op hoe de inrichting van de ruimte(s) en de mix van automaten bijdraagt aan het voorkomen van gokverslaving;

  • 3.

    de wijze en organisatie van toegangscontrole;

  • 4.

    het gemiddeld opleidingsniveau, en de wijze van opleiden van het personeel, op het voorkomen en signaleren van mogelijke gokverslaving en het daar vervolgens op acteren;

  • 5.

    de wijze waarop de aanvrager en zijn personeel actief voorlichting geven over het onderwerp en de risico’s van gokverslaving;

  • 6.

    de wijze waarop de aanvrager actief afstemming heeft met instellingen op gebied van verslavingszorg die actief zijn binnen de gemeente Vaals.

Artikel 16 Bedrijfsconcept

Het bedrijfsconcept wordt getoetst op de volgende onderdelen:

  • 1.

    een inrichtingsplan met de voorgenomen omvang en inrichting van de ruimtes en een toelichting waarin de aanvrager uitlegt waarom hij daarbij bepaalde keuzes gemaakt heeft;

  • 2.

    een beschrijving van de wijze van reclamevoering (kanalen, uitstraling, frequentie) en de wervende fysieke uitstraling ter plekke;

  • 3.

    een beschrijving van het aanbod van recreatieve functies in de directe omgeving van de hal en de positionering en toegevoegde waarde van de hal daarin;

  • 4.

    een visie van de aanvrager op de rol van de speelautomatenhallen in de gemeente Vaals in het algemeen;

  • 5.

    een motivering waaruit de meerwaarde c.q. toegevoegde waarde van dit bedrijfsconcept voor de gemeente Vaals blijkt.

Artikel 17 Toelichting op de ruimtelijke aanvaardbaarheid

De toelichting op de ruimtelijke aanvaardbaarheid wordt getoetst op de volgende onderdelen:

  • 1.

    de ligging van de hal, in relatie tot de gevolgen voor leef en woonsituatie in de naaste omgeving, de mate waarin eventueel maatschappelijk ongewenste effecten van die ligging aan de orde zijn. Daarnaast een toelichting op wat de aanvrager met deze effecten doet; een toelichting waarom de vestiging voldoet aan het voor die plek vastgestelde locatiebeleid, de zichtbaarheid van de hal vanaf de openbare weg en de mate waarin de hal een neutrale uitstraling heeft;

  • 2.

    de toelichting op de bereikbaarheid van de hal via alle vormen van vervoer

  • 3.

    de toelichting op de wijze waarop de aanvrager draagvlak communiceert met de omgeving gedurende en na de realisatiefase van de voorziening.

Artikel 18 Puntentelling

  • 1. Het toetsen van de aanvragen op de onderdelen genoemd in artikel 13 van onderhavig besluit wordt neergelegd in een puntentelling.

  • 2. Op elk van de 4 onderdelen van de vergelijkende toets kan een maximum van 100 punten behaald worden.

  • 3. Per onderdeel is aangegeven wat het maximaal aantal punten is dat voor dat onderdeel gegeven kan worden.

  • 4. De totaalscore van een aanvraag wordt bepaald door elk van de 4 (A1 ,A2 ,A3, B) individuele scores te vermenigvuldigen met de genoemde wegingsfactor.

  • 5. Puntentelling

  • Onderdeel

    Artikel

    Maximaal aantal punten

    Wegingsfactor

    Plan van aanpak openbare orde en veiligheid

     

    100

    30%

    • Een risicoanalyse waarin de belangrijkste risico’s voor openbare orde, veiligheid en leefbaarheid voor de directe omgeving worden benoemd met adequate, concrete en realistische beheersmaatregelen die de aanvrager gaat nemen.

    Art 14 lid 1

    40

     
    • Welke huis- en gedragsregels gelden voor bezoekers en hoe de naleving daarvan wordt bewaakt.

    Art 14 lid 2

    10

     
    • Hoe wordt omgegaan met overlast en rondhangende personen rond de gelegenheid.

    Art 14 lid 3

    10

     
    • Hoe toezicht wordt gehouden in de gelegenheid en in de directe omgeving van de gelegenheid.

    Art 14 lid 4

    10

     
    • Welke openingstijden gelden en waarom die openingstijden zijn gekozen.

    Art 14 lid 5

    5

     
    • In hoeverre aanvrager of leidinggevende(n) eerder betrokken zijn geweest (bijvoorbeeld als leidinggevende of exploitant van een ander bedrijf) bij openbare ordeverstoringen of bestuursrechtelijke maatregelen (zoals tijdelijke sluiting, last onder dwangsom of last onder bestuursdwang) en hoe hij/zij daar vervolgens mee omgegaan is.

    Art 14 lid 6

    5

     
    • Ee wijze waarop de aanvrager gaat samenwerken met bevoegde instanties op het terrein van openbare orde en veiligheid.

    Art 14 lid 7

    20

     

     
     
     

    Plan van aanpak ter voorkoming gokverslaving

     

    100

    30%

    • De visie en ervaring van de aanvrager qua preventie van gokverslaving en de concrete maatregelen die hij in dat verband gaat nemen.

    Art 15 lid 1

    15

     
    • Een toelichting op hoe de inrichting van de ruimte(s) en de mix van automaten bijdraagt aan het voorkomen van gokverslaving.

    Art 15 lid 2

    15

     
    • De wijze en organisatie van toegangscontrole.

    Art 15 lid 3

    15

     
    • Het gemiddeld opleidingsniveau, en de wijze van opleiden van het personeel, op het voorkomen en signaleren van mogelijke gokverslaving en het daar vervolgens op acteren.

    Art 15 lid 4

    15

     
    • De wijze waarop de aanvrager en zijn personeel actief voorlichting geven over het onderwerp en de risico’s van gokverslaving.

    Art 15 lid 5

    15

     
    • De wijze waarop de aanvrager actief afstemming heeft met instellingen op gebied van verslavingszorg die actief zijn binnen de gemeente Vaals.

    Art 15 lid 6

    25

     

     
     
     

    Toelichting op bedrijfsconcept

     

    100

    20%

    • Een inrichtingsplan met de voorgenomen omvang en inrichting van de ruimtes en een toelichting waarin de aanvrager uitlegt waarom hij daarbij bepaalde keuzes gemaakt heeft.

    Art 16 lid 1

    20

     
    • Een beschrijving van het aanbod van recreatieve functies in de directe omgeving van de hal en de positionering en toegevoegde waarde van de hal daarin.

    Art 16 lid 2

    20

     
    • Een visie van de aanvrager op de rol van de speelautomatenhallen in de gemeente Vaals in het algemeen.

    Art 16 lid 3

    20

     
    • Een motivering waaruit de meerwaarde c.q. toegevoegde waarde van dit bedrijfsconcept voor de gemeente Vaals blijkt.

    Art 16 lid 4

    40

     

     
     
     

    Toelichting op de ruimtelijke aanvaardbaarheid

     

    100

    20%

    • De ligging van de hal, in relatie tot de gevolgen voor leef en woonsituatie in de naaste omgeving, de mate waarin eventueel maatschappelijk ongewenste effecten van die ligging aan de orde zijn. Daarnaast een toelichting op wat de aanvrager met deze effecten doet; een toelichting waarom de vestiging voldoet aan het voor die plek vastgestelde locatiebeleid, de zichtbaarheid van de hal vanaf de openbare weg en de mate waarin de hal een neutrale uitstraling heeft.

    Art 17 lid 1

    45

     
    • De toelichting op de bereikbaarheid van de hal via alle vormen van vervoer.

    Art 17 lid 2

    5

     
    • De toelichting op de wijze waarop de aanvrager draagvlak communiceert met de omgeving gedurende en na de realisatiefase van de voorziening.

    Art 17 lid 3

    50

     

Artikel 19 Ondergrens

  • 1. Een vergunning wordt alleen verleend als de aanvraag minimaal de in artikel 19 lid 2 van onderhavig besluit bedoelde ondergrens van behaalde punten haalt voor elk van de 4 genoemde onderdelen.

  • 2. De ondergrens van behaalde punten voor 4 onderdelen betreft:

  • een totaalscore op onderdeel plan van aanpak openbare orde en veiligheid van minimaal 70,

  • een totaalscore op onderdeel plan van aanpak ter voorkoming van gokverslaving van minimaal 70,

  • een totaalscore op onderdeel toelichting bedrijfsconcept van minimaal 60 en

  • een totaalscore op onderdeel toelichting ruimtelijke aanvaardbaarheid van minimaal 60.

  • 3. Indien geen enkele aanvraag voldoet aan de minimale totaalscores zoals bedoeld in artikel 19 lid 2 van dit onderhavig besluit, wordt geen Exploitatievergunning verleend.

Hoofdstuk 5: besluitvorming

Artikel 20 Beoordeling

  • 1. De beoordelingsprocedure eindigt uiterlijk 21 kalenderdagen na sluiting van de aanvraagperiode.

  • 2. Elke aanvrager ontvangt na het afsluiten van de beoordelingsprocedure een individueel afschrift van de puntentelling en motivering op zijn aanvraag.

  • 3. De burgemeester beslist binnen 14 kalenderdagen na de datum van verzending van de individuele afschriften, op basis van de rapportage van de beoordelingsprocedure, welke aanvrager een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal krijgt. Deze periode kan eenmalig met maximaal 14 kalenderdagen verdaagd worden.

  • 4. Indien de Bibob-toets verricht door de burgemeester daartoe aanleiding geeft, kan hij beslissen om een advies te vragen aan Landelijk Bureau Bibob. Gelet op artikelen 31 en 15 Wet Bibob wordt de termijn zoals bedoeld in lid 3 opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies is aangevraagd. Deze opschorting eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen.

  • 5. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

  • 6. Na de verlening van de Exploitatievergunning(en) starten de procedures voor de overige gemeentelijke vergunningen.

  • 7. Als met de verlening van de Exploitatievergunningen het maximum van 2 bereikt wordt, worden de resterende aanvragen afgewezen.

Hoofdstuk 6: Slotbepalingen

Artikel 21 Eigen verantwoordelijkheid aanvrager

Eén of meer van de benodigde vergunningen kunnen na procedures vernietigd worden, waarmee uiteindelijk ook de overige vergunningen onbruikbaar worden en eventueel ingetrokken worden. De kosten en risico’s van vergunningverlening komen voor rekening van de aanvrager.

Artikel 22 In werking treding

Deze beleidsregel treedt in werking de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Burgemeester van de gemeente Vaals,

mr. H.M.H. Leunessen

Burgemeester