Nadere Regels Subsidie Gevelverfraaiing Centrum Holten 2022

Geldend van 28-02-2022 t/m heden

Intitulé

Nadere Regels Subsidie Gevelverfraaiing Centrum Holten 2022

Het college stelt op grond van art. 4, lid 3 van de Beleidsregels subsidie Gevelverfraaiing Centrum Holten 2022 de Nadere Regels Subsidie Gevelverfraaiing Centrum Holten 2022 vast

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 - Verwijzing

Voor de begripsbepalingen wordt verwezen naar de in de Beleidsregels Subsidie Gevelverfraaiing Centrum Holten 2022 opgenomen begrippen.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIE

Artikel 2 - Uitgangspunten

  • 1. De subsidie bedraagt niet meer dan 50% van de geaccepteerde subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 3. Bij alle panden binnen het plangebied zoals beschreven in de visie geldt een maximum subsidiebedrag van € 10.000,- voor de voorgevel. Indien het pand als hoekpand wordt aangemerkt als bedoeld in bijlage 2 van de visie geldt daarnaast een maximum subsidiebedrag van € 5.000,- voor de zijgevel.

  • 2. De plannen dienen voorafgaand aan de aanvraag als bedoeld in artikel 4 in overleg met de gemeente tot stand te komen.

  • 3. De aanvraag wordt getoetst door de stadsbouwmeester van de gemeente Rijssen-Holten. De hoogte van de subsidie wordt hierna door de gemeente vastgesteld.

  • 4. De subsidie wordt uitbetaald binnen 2 weken na vaststelling van de definitieve subsidie als beschreven in artikel 7.

Artikel 3 – Geaccepteerde subsidiabele kosten

Tot de geaccepteerde subsidiabele kosten worden gerekend:

  • 1. De kosten voor het treffen van voorzieningen als bedoeld in artikel 2 van de verordening, na aftrek van de kosten waarvoor een monumentensubsidie is of wordt toegekend op basis van de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Rijssen-Holten 2018.

  • 2. Bouwhistorische onderzoeken en plankosten.

  • 3. Kosten ten behoeve van herstel van beschadigingen en achterstallig onderhoud.

  • 4. Alle werkzaamheden aan de gevels waarvan het ontwerp voldoet aan de in de visie beschreven randvoorwaarden.

  • 5. Het verwijderen van storende, historisch niet waardevolle luifels, rolluiken en overkappingen.

  • 6. Het herstellen/reconstrueren van historisch waardevolle details in de gevel.

  • 7. Het vervangen van onaantrekkelijke kozijnen door kozijnen die aansluiten bij de (historische) context van het pand en welke bijdragen aan een kwalitatief hoogwaardige uitstraling.

  • 8. Het herstellen van dichtgezette ramen.

  • 9. De kosten voor de werktekeningen door een architect ten behoeve van de aanvraag omgevingsvergunning.

  • 10. De kosten voor adviezen van deskundigen op het gebied van constructies, installaties of bouwfysica, indien noodzakelijk.

  • 11. Kosten voor diensten ten tijde van de uitvoeringsfase van de voorzieningen tot een maximum van € 500,-. Deze diensten betreffen het uitvoeren van inspecties op de door de aannemer uitgevoerde werkzaamheden. Hieraan worden de volgende nadere voorwaarden verbonden:

    • a.

      De inspecties worden uitgevoerd door een erkend bouwkundig adviesbureau.

    • b.

      De bouwkundige rapporteert schriftelijk na elke inspectie aan het bouwteam.

  • 12. De kosten voor de begeleiding van de uitvoering van de voorzieningen door de architect van het bouwplan.

  • 13. In geval van zelfwerkzaamheid worden alleen de materiaalkosten geaccepteerd als subsidiabele kosten.

Artikel 4 – Aanvraag subsidie

  • 1. De aanvraag wordt bij het college ingediend door de eigenaar of vereniging van eigenaren. Indien een vereniging van eigenaren de aanvrager is, dient door middel van een goedgekeurd vergaderverslag aangetoond te worden dat er aan de aanvraag een rechtsgeldig besluit van de vereniging van eigenaren ten grondslag ligt en dat de aanvrager gerechtigd is om namens de vereniging van eigenaren de aanvraag te doen. Tevens dient een splitsingsakte en een inschrijvingsbewijs van de Vereniging van Eigenaren bij de Kamer van Koophandel te worden ingediend.

  • 2. De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een door het college beschikbaar te stellen formulier.

  • 3. Naast het in lid 1 bedoelde aanvraagformulier bevat de aanvraag:

    • a.

      een werkomschrijving of bestek van de uit te voeren voorzieningen;

    • b.

      het bouwkundig rapport van de werkzaamheden. Dit rapport wordt in opdracht en voor rekening van de aanvrager geschreven en ter beschikking gesteld;

    • c.

      Tekeningen op schaal, tenminste 1:100, aangevende zowel de bestaande als de te maken situatie;

    • d.

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

    • e.

      de naam, het adres en de gegevens van inschrijving bij de Kamer van Koophandel van de architect/bouwkundige en de aannemer;

    • f.

      een “De-Minimisverklaring” ingeval de aanvrager een onderneming is.

  • 4. Indien gelijktijdig met het treffen van de voorzieningen ook niet gesubsidieerde voorzieningen worden getroffen: een uitsplitsing van de gesubsidieerde en niet gesubsidieerde kosten.

  • 5. Indien voor het bouwplan subsidie wordt gevraagd op basis van meer dan één gemeentelijke subsidieregeling of onderdelen van de betreffende regeling of enige andere verordening, dienen de aanvragen gelijktijdig te worden ingediend met een duidelijke specificatie van de kostenonderdelen per subsidieregeling.

  • 6. Het college kan nadere informatie opvragen, indien dat voor een goede beoordeling van de aanvraag nodig is.

  • 7. Het college kan vrijstelling verlenen van de vereisten van dit artikel.

  • 8. Indien een aanvraag niet voldoet aan alle gestelde vereisten, wordt de aanvrager daarvan binnen 3 weken na ontvangst in kennis gesteld en in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag binnen een door het college gestelde termijn aan te vullen. Indien de gevraagde gegevens en bescheiden voldoende zijn om de aanvraag te beoordelen, wordt de aanvraag alsnog als een volledige aanvraag aangemerkt en als zodanig geregistreerd. Als datum van registratie geldt de datum waarop het college de aanvullende gegevens en bescheiden heeft ontvangen.

  • 9. Wanneer het subsidieplafond op basis van de voorlopige subsidietoekenningen is bereikt worden nieuwe aanvragen aangehouden. Deze worden alsnog in behandeling genomen als blijkt dat er op basis van het toekennen van definitieve subsidies alsnog budget is vrijgekomen.

Artikel 5 – Toekennen voorlopige subsidie

  • 1. De voorlopige subsidie wordt toegekend aan individuele eigenaren dan wel aan een Vereniging van Eigenaren.

  • 2. De voorlopige subsidie wordt slechts toegekend indien:

    • a.

      Het vastgestelde subsidieplafond niet wordt overschreden;

    • b.

      Het bouwplan past binnen de geldende welstandseisen van de gemeente en de in de visie omschreven;

    • c.

      Voor zover sprake is van direct aanschrijvingswaardig onderhoud, dit wordt meegenomen in de uit te voeren werkzaamheden;

    • d.

      De omgevingsvergunning, voor zover die is vereist, is verleend.

    • e.

      Niet reeds een begin is gemaakt met de werkzaamheden zonder instemming van het college.

    • f.

      Het pand waaraan de voorzieningen worden getroffen niet bestemd is om binnen een periode van tien jaar te worden afgebroken.

    • g.

      de voorzieningen sober en doelmatig worden uitgevoerd;

    • h.

      niet eerder met het treffen van de voorzieningen wordt aangevangen dan wanneer de aanvrager een besluit tot het toekennen van de voorlopige subsidie heeft ontvangen;

    • i.

      niet eerder in het hetzelfde kalenderjaar of tegelijk met het bouwplanplan een ander plan met betrekking tot hetzelfde pand is ingediend of;

    • j.

      er door toekenning geen sprake is van het verlenen ongeoorloofde staatssteun.

  • 3. De subsidieontvanger is verplicht om:

    • a.

      De aanvang van de werkzaamheden tenminste 3 weken van tevoren schriftelijk te melden bij de gemeente Rijssen-Holten.

    • b.

      met de uitvoering van de werkzaamheden een aanvang te maken binnen 13 weken na de dag waarop het besluit tot het toekennen van de subsidie aan de aanvrager is verzonden; het college kan deze termijn eenmaal met 13 weken verlengen.

    • c.

      de werkzaamheden uit te voeren binnen 10 weken nadat met de uitvoering van de werkzaamheden een aanvang is gemaakt.

    • d.

      bij het treffen van de voorzieningen niet te handelen in strijd met artikel 3 van het Vestigingsbesluit Bedrijven.

    • e.

      zonder schriftelijke toestemming van het college niet af te wijken van het bouwplan. Die toestemming wordt slechts verleend:

  •  indien naar het oordeel van het college aannemelijk gemaakt is dat de afwijking gewenst, dan wel noodzakelijk is;

  •  een gespecificeerde begroting van de kosten die verband houden met de afwijking is ingediend;

  •  overigens door de afwijking geen strijd ontstaat met enige bepaling in deze verordening.

    • f.

      de werkzaamheden te laten uitvoeren door een erkend bedrijf behoudens in geval van schilderwerkzaamheden door zelfwerkzaamheid tot een bedrag van maximaal € 2500,-.

    • g.

      de door het college daartoe aangewezen personen op door hen te bepalen tijdstippen:

  •  toegang te verlenen tot de bouwplaats en het pand.

  •  inzage te verlenen in de op de bouw betrekking hebbende bescheiden en tekeningen.

  •  alle inlichtingen te verstrekken die naar hun oordeel noodzakelijk zijn voor de beoordeling of aan de voorwaarden verbonden aan het toekennen van de subsidie wordt voldaan.

  • 4. Bij de overgang van het pand onder algemene of bijzondere titel, na de aanvraag, het toekennen of vaststelling van de subsidie, kan het recht op een subsidie op verzoek van de aanvrager overgaan op de nieuwe eigenaar.

Artikel 6 - Gereedmelding

  • 1. De aanvrager van de subsidie meldt uiterlijk 4 weken nadat de werkzaamheden zijn uitgevoerd, deze werkzaamheden gereed aan het college.

  • 2. De gereedmelding wordt ingediend met gebruikmaking van een door het college beschikbaar te stellen formulier.

  • 3. De gereedmelding, als bedoeld in het tweede lid, bevat:

    • a.

      een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier;

    • b.

      een kostenoverzicht;

    • c.

      alle rekeningen gegroepeerd naar de in deze beschikking benoemde werkzaamheden inclusief de bijbehorende totaalbedragen;

    • d.

      alle betalingsbewijzen welke op datum van betaling zijn gerangschikt;

    • e.

      een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden waaronder de subsidie is toegekend;

  • 4. Indien voor het bouwplan subsidie wordt gevraagd op basis van meer dan één gemeentelijke subsidieregeling of onderdelen van de betreffende regeling of enige andere verordening, dienen de gegevens als bedoeld in het eerste lid gelijktijdig te worden ingediend met een duidelijke specificatie van de kostenonderdelen per subsidieregeling.

  • 5. De gereedmelding is tevens een verzoek om definitieve vaststelling van de subsidie.

  • 6. Het college bevestigt aan de aanvrager van de subsidie binnen twee weken de ontvangst van de gereedmelding.

Artikel 7 – Vaststelling definitieve subsidie

  • 1. Vaststelling van de definitieve subsidie vindt plaats nadat:

    • a.

      de werkzaamheden op het aanvraagformulier gereed zijn gemeld.

    • b.

      de onder a) bedoelde werkzaamheden door het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

    • c.

      een overzicht is overgelegd van de getroffen gesubsidieerde en niet gesubsidieerde voorzieningen en de daarop betrekking hebbende kosten.

    • d.

      er is voldaan aan de bepalingen in deze verordening.

  • 2. Het college kan er mee instemmen dat de aanvrager in plaats van rekeningen en betalingsbewijzen een verklaring van een accountant overlegt waaruit blijkt, dat het overgelegde kostenoverzicht juist en volledig is.

  • 3. Het treffen van de voorzieningen zonder besluit tot het toekennen van een subsidie evenals het zonder schriftelijke toestemming afwijken van het goedgekeurde bouwplan is voor eigen rekening en risico van de aanvrager.

  • 4. Het college kan de definitieve subsidie lager vaststellen indien:

    • a.

      de werkelijk gemaakte kosten lager zijn. In dat geval wordt de subsidie definitief vastgesteld op basis van de werkelijk gemaakte geaccepteerde kosten;

    • b.

      de subsidieontvanger heeft gehandeld in strijd met aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c.

      de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag voor subsidie zou hebben geleid, of;

    • d.

      het toekennen van de subsidie onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten;

    • e.

      na voltooiing van de werkzaamheden zoals omschreven in de aanvraag het pand of een deel daarvan niet voldoet aan het doel zoals beschreven in artikel 2 van de verordening en de randvoorwaarden zoals genoemd in de visie.

Artikel 8 – Intrekken van de subsidie

  • 1. Zolang de definitieve subsidie nog niet is vastgesteld, als bedoeld in artikel 7, kan het college een besluit tot het toekennen van subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken, indien:

    • a.

      de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens de verordening;

    • b.

      een subsidie op grond van deze verordening is toegekend op grond van door de aanvrager verstrekte gegevens en gebleken is dat deze zodanig onjuist of onvolledig waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;

    • c.

      het toekennen van de subsidie onjuist was, en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten;

    • d.

      de werkzaamheden waarvoor de subsidie is toegekend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden.

  • 2. Indien de definitieve subsidie is vastgesteld kan het college het besluit tot vaststelling van subsidie wijzigen en kan zij een reeds betaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen, indien:

    • a.

      de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten;

    • b.

      indien de subsidieontvanger na de subsidievaststelling heeft gehandeld in strijd met aan de subsidie verbonden voorwaarden;

    • c.

      zich feiten en omstandigheden hebben voorgedaan waarvan zij bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig het toekennen van de subsidie had kunnen worden vastgesteld.

  • 3. Bij de intrekking kan het college de al uitgekeerde declaraties geheel of gedeeltelijk en met vergoeding van de marktrente terugvorderen en het nog openstaande tegoed geheel of gedeeltelijk opeisen, eventueel met de mogelijkheid van beslaglegging.

  • 4. Intrekking of wijziging van de subsidie dient plaats te vinden binnen 5 jaar na bekendmaking van de subsidievaststelling aan de subsidieontvanger.

HOOFDSTUK 2 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 9 - Hardheidsclausule

Indien strikte toepassing van deze nadere regels leidt tot een onbillijkheid van een overwegende aard dan wel tot ernstige afbreuk van het belang dat deze nadere regels beoogt te beschermen, dan kan het college in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze nadere regels.

Artikel 10 – Toezicht

De toezichthouders van het team Ruimte Toezicht en Ondersteuning en de behandelend ambtenaar zijn belast met het toezicht op de uitvoering van de beleidsregels en deze nadere regels.

Artikel 11 - Werkingsgebied en citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als Nadere Regels Subsidie Gevelverfraaiing Centrum Holten 2022

Artikel 12 - Inwerkingtreding en duur

Deze nadere regels zijn door het college vastgesteld op 12 februari 2022 en treden in werking op de dag na bekendmaking. De regels vervallen op het moment dat de verordening vervalt met dien verstande dat ze van toepassing blijven op reeds ingediende aanvragen.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 februari 2022.

A.C. van Eck, A.C. Hofland

Secretaris, burgemeester