Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2021

Geldend van 01-03-2022 t/m heden

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2021

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Borsele, Goes, Hulst, Kapelle, Middelburg, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Sluis, Terneuzen, Tholen, Veere en Vlissingen;

overwegende dat de colleges op grond van artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s verplicht zijn een gemeenschappelijke regeling te treffen, waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld met de aanduiding: veiligheidsregio;

dat het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Zeeland op 21 december 2017 heeft besloten om te gaan besturen conform het Bestuursmodel Veiligheidsregio Zeeland d.d. 12 december 2017;

dat het algemeen bestuur conform dat Bestuursmodel het dagelijks bestuur wenst te transformeren tot een dagelijks bestuur met aanzienlijk minder bestuursbevoegdheden dan waarover het dagelijks bestuur nu nog beschikt;

dat de gemeenteraden, zoals vereist op grond van artikel 1, tweede en derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de colleges toestemming hebben gegeven om de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2017 te wijzigen;

dat deze gemeenschappelijke regeling belast wordt met de wettelijke taken genoemd in artikel 10 Wet veiligheidsregio’s;

gelet op de Wet veiligheidsregio’s, de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Politiewet 2012, de Wet publieke gezondheid en de Tijdelijke wet ambulancezorg;

B E S L U I T E N :

de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2017 te wijzigen, waarbij deze als volgt komt te luiden:

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. veiligheidsregio: het openbaar lichaam Veiligheidsregio Zeeland;

  • b. brandweerzorg: de brandweerzorg als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a. en b. van de Wet veiligheidsregio’s;

  • c. geneeskundige hulpverlening: geneeskundige hulpverlening in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing als bedoeld in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio’s;

  • d. rampenbestrijding: het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de voorbereiding daarop, dat het gemeentebestuur of het bestuur van een veiligheidsregio treft met het oog op een ramp, het voorkomen van een ramp en het beperken van de gevolgen van een ramp;

  • e. bevolkingszorg: de regionale organisatie bestaande uit medewerkers die onder verantwoordelijkheid van de deelnemende gemeenten bij een ramp of crisis belast zijn met het uitvoeren van de aan de gemeenten toegewezen processen en belast zijn met de voorbereiding van die processen;

  • f. crisisbeheersing: het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de voorbereiding daarop, dat het gemeentebestuur of het bestuur van een veiligheidsregio in een crisis treft ter handhaving van de openbare orde, indien van toepassing in samenwerking met de maatregelen en voorzieningen die op basis van een bij of krachtens enige andere wet toegekende bevoegdheid ter zake van een crisis worden getroffen;

  • g. GHOR: geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio als bedoeld in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio’s;

  • h. Politie-Eenheid: de Eenheid Zeeland-West-Brabant van de Nationale Politie;

  • i. algemeen bestuur: het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Zeeland;

  • j. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Zeeland;

  • k. voorzitter: de voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur;

  • l. coördinerend gemeentesecretaris: de coördinerend functionaris als bedoeld in artikel 36 van de Wet veiligheidsregio’s;

  • m. eenheidsleiding politie: de door de Nationale Politie aangewezen eenheidsleiding Zeeland/West-Brabant;

  • n. veiligheidsdirectie: orgaan bestaande uit de directeur, de directeur publieke gezondheid, de coördinerend gemeentesecretaris, de vertegenwoordiger van de eenheidsleiding politie en de secretaris van de veiligheidsdirectie. De leden van het management team van Veiligheidsregio Zeeland zijn agenda-lid van de veiligheidsdirectie. De veiligheidsdirectie kan partners van Veiligheidsregio Zeeland uitnodigen om deel te nemen aan haar vergaderingen wanneer het onderwerp dit vraagt;

  • o. directeur/commandant brandweer: de functionaris zoals bedoeld in Hoofdstuk 6 van deze regeling, verder hierna te noemen: directeur.

Artikel 2: Openbaar lichaam

  • 1. Er is een openbaar lichaam zoals bedoeld in artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s met de aanduiding Veiligheidsregio Zeeland;

  • 2. Het openbaar lichaam is gevestigd in Middelburg.

Artikel 3: Bestuursorganen

Veiligheidsregio Zeeland kent de volgende drie bestuursorganen:

  • a. het algemeen bestuur;

  • b. het dagelijks bestuur;

  • c. de voorzitter.

HOOFDSTUK 2: BELANG, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 4: Belangen

Veiligheidsregio Zeeland behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op de volgende terreinen:

  • a. brandweerzorg;

  • b. rampenbestrijding en crisisbeheersing;

  • c. geneeskundige hulpverlening.

Artikel 5: Taken en bevoegdheden

  • 1. Ter behartiging van de in artikel 4 genoemde belangen is Veiligheidsregio Zeeland belast met de in artikel 10, 14, 15, 16 en 17 van de Wet veiligheidsregio’s genoemde taken en:

    • a.

      het zorg dragen voor de voorbereiding op de bestrijding van een epidemie van een infectieziekte behorend tot groep A als bedoeld in artikel 1 onder e van de Wet publieke gezondheid, alsmede op de bestrijding van een nieuw subtype humaan influenzavirus, waarbij ernstig gevaar voor de volksgezondheid bestaat;

    • b.

      het vaststellen van eisen waaraan de regionale ambulancevoorziening op grond van artikel 7 van de Tijdelijke wet ambulancezorg dient te voldoen ten aanzien van de meldkamer ambulancezorg;

    • c.

      het adviseren van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over vaststelling of wijziging van eisen als bedoeld onder b.;

  • 2. Veiligheidsregio Zeeland heeft alle bevoegdheden tot regeling, bestuur en beheer die nodig zijn voor de uitvoering van de aan haar opgedragen taken;

  • 3. Tot deze bevoegdheden behoort het vaststellen van een verordening ten behoeve van het heffen en invorderen van rechten als bedoeld in artikel 229, eerste lid, onder b en artikel 231 van de Gemeentewet, voor zover deze door de bevoegde bestuursorganen is overgedragen;

  • 4. Alle bevoegdheden in het kader van deze gemeenschappelijke regeling, die niet aan een ander bestuursorgaan zijn opgedragen, behoren aan het algemeen bestuur;

  • 5. Veiligheidsregio Zeeland is bevoegd tot het uitvoeren van andere taken dan bedoeld in dit artikel en tot het verlenen van diensten voor één of meer deelnemende gemeenten of voor andere gemeenten, indien deze daarom verzoeken en het algemeen bestuur besluit tot het aangaan van de desbetreffende dienstverleningsovereenkomst;

  • 6. De uitvoering van de in het vorige lid bedoelde taken en het verlenen van diensten geschiedt op basis van een dienstverleningsovereenkomst tussen Veiligheidsregio Zeeland en de gemeente of gemeenten die het aangaat. In deze dienstverleningsovereenkomst wordt neergelegd welke prestaties Veiligheidsregio Zeeland zal leveren, de kosten die integraal bij de betreffende gemeente(n) in rekening worden gebracht en de voorwaarden voor beide partijen waaronder tot uitvoering van de taken of de dienstverlening wordt overgegaan.

Artikel 6: Bezwaar en beroep

Het algemeen bestuur is bevoegd tot het instellen van een commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 7: Klachtrecht

Het algemeen bestuur is bevoegd tot het vaststellen van een verordening voor de behandeling van klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht. Voor de behandeling van deze klachten wordt aangesloten bij de door de Zeeuwse gemeenten ingestelde Zeeuwse Ombudsman.

HOOFDSTUK 3: HET ALGEMEEN BESTUUR

Artikel 8: Samenstelling van het algemeen bestuur

  • 1. Het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Zeeland bestaat conform het bepaalde in artikel 11, lid 1 van de Wet veiligheidsregio’s uit de burgemeesters van de aan deze regeling deelnemende gemeenten.

  • 2. Bij verhindering of ontstentenis kan een burgemeester zich in het algemeen bestuur laten vervangen overeenkomstig het bepaalde in artikel 77 van de Gemeentewet.

Artikel 9: Bevoegdheden van het algemeen bestuur

  • 1. Het algemeen bestuur is bevoegd tot regeling en bestuur inzake de aan de Veiligheidsregio Zeeland opgedragen taken en bevoegdheden, voor zover bij de wet of in deze regeling de bevoegdheid daartoe niet aan het dagelijks bestuur of de voorzitter is toegekend. Het algemeen bestuur kan alle bevoegdheden delegeren aan het dagelijks bestuur, tenzij de aard van de bevoegdheid zich tegen delegatie verzet.

  • 2. De gemeenschappelijke regeling gemeentelijke gezondheidsdienst staat onder leiding van een directeur publieke gezondheid, die wordt benoemd door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling gemeentelijke gezondheidsdienst in overeenstemming met het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland, overeenkomstig art. 14, lid 3 van de Wet publieke gezondheid.

  • 3. Het algemeen bestuur wijst, op voordracht van de gezamenlijke gemeentesecretarissen van de deelnemende gemeenten, de coördinerend gemeentesecretaris aan, die optreedt als functionaris zoals bedoeld in artikel 36 van de Wet veiligheidsregio’s.

  • 4. Het algemeen bestuur kan besluiten ten behoeve van de aan haar opgedragen taken commissies van advies in te stellen.

  • 5. Artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen is van overeenkomstige toepassing op de in het vorige lid genoemde commissies.

  • 6. Het algemeen bestuur is bevoegd tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dit in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang.

Artikel 10: Werkwijze van het algemeen bestuur

  • 1. Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast en brengt dit ter kennis van Gedeputeerde Staten en de deelnemende gemeenten.

  • 2. Het algemeen bestuur vergadert overeenkomstig artikel 22 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 3. De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar, tenzij met inachtneming van artikel 22 van de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt besloten de deuren te sluiten. In een besloten vergadering kan niet worden besloten over:

    • a.

      het vaststellen of wijzigen van de begroting;

    • b.

      het vaststellen van de jaarstukken;

    • c.

      het invoeren, wijzigen of afschaffen van retributies of andere heffingen;

    • d.

      het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen;

    • e.

      het toetreden tot, het uittreden uit of het wijzigen of opheffen van de gemeenschappelijke regeling;

    • f.

      het treffen, wijzigen, verlengen of opheffen van een gemeenschappelijke regeling tussen Veiligheidsregio Zeeland en andere openbare lichamen, alsmede het toetreden tot en het uittreden uit een dergelijke regeling;

    • g.

      het oprichten van of deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen en coöperatieve en andere verenigingen, dan wel het ontbinden daarvan of het beëindigen van deelneming daaraan.

    • h.

      het vaststellen van een beleidsplan, als bedoeld in artikel 14 van de Wet veiligheidsregio’s;

    • i.

      het vaststellen van een risicoprofiel, als bedoeld in artikel 15 van de Wet veiligheidsregio’s;

    • j.

      het vaststellen van een crisisplan, als bedoeld in artikel 16 van de Wet veiligheidsregio’s;

Artikel 11: Besluitvorming van het algemeen bestuur

  • 1. De besluiten van het algemeen bestuur worden genomen bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, dan geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 2. De leden voor de gemeenten die zij vertegenwoordigen brengen bij besluiten door het algemeen bestuur over de volgende onderwerpen:

    • a.

      het vaststellen of wijzigen van de begroting;

    • b.

      het vaststellen van de jaarstukken;

    • c.

      het heffen van rechten als bedoeld in artikel 5, lid 3 van deze regeling

  • ieder een stem uit per 5.000 inwoners waarbij de stemmen naar boven worden afgerond op een veelvoud van 5.000.

    Indien de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 3. Voor de toepassing van het tweede lid gelden de bevolkingscijfers uit de gemeenten per 1 januari van het voorgaande jaar. Voor de vaststelling van de aantallen inwoners worden aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers.

HOOFDSTUK 4: HET DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 12: Samenstelling van het dagelijks bestuur

  • 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit drie leden, namelijk de voorzitter van Veiligheidsregio Zeeland, de plaatsvervangend voorzitter van Veiligheidsregio Zeeland en de portefeuillehouder financiën uit het algemeen bestuur.

  • 2. De directeur neemt deel aan de vergaderingen van het dagelijks bestuur, in de rol van ambtelijk secretaris.

Artikel 13: Bevoegdheden van het dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur is overeenkomstig artikel 33b, lid 1 en 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen bevoegd:

  • a. het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Zeeland te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet of de regeling het algemeen bestuur hiermee is belast;

  • b. beslissingen van het algemeen bestuur voor te bereiden en uit te voeren;

  • c. regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van Veiligheidsregio Zeeland;

  • d. ambtenaren te benoemen, te schorsen en te ontslaan;

  • e. tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van Veiligheidsregio Zeeland te besluiten, met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in art. 31a van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • f. te besluiten namens Veiligheidsregio Zeeland, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover dit het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;

  • g. tot het nemen, ook alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding, van alle conservatoire maatregelen en doet wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.

  • Daarnaast is het dagelijks bestuur bevoegd met betrekking tot:

    • h.

      de zorg voor het beheer van inkomsten en uitgaven van Veiligheidsregio Zeeland;

    • i.

      het beheer van de eigendommen en geldmiddelen van Veiligheidsregio Zeeland;

    • j.

      de zorg, voor zover deze niet aan anderen toekomt, voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding;

    • k.

      het houden van toezicht op alles wat Veiligheidsregio Zeeland aangaat;

    • l.

      de zorg voor de archiefbescheiden van Veiligheidsregio Zeeland en haar bestuursorganen;

    • m.

      besluiten inzake inkoop- en verkoopbeleid,

    • n.

      Het dagelijks bestuur stelt de rechtspositieregelingen vast voor het personeel van Veiligheidsregio Zeeland;

    • o.

      Het dagelijks bestuur stelt een verordening vast op de ambtelijke organisatie van Veiligheidsregio Zeeland, waarin in ieder geval de volgende zaken worden geregeld:

    • p.

      de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de directeur en de directeur publieke gezondheid;

    • q.

      de inrichting van de organisatie;

    • r.

      de taken en bevoegdheden alsmede de werkwijze van de veiligheidsdirectie.

  • Het algemeen bestuur is bevoegd kaders te stellen ten aanzien van het bepaalde

    sub h. tot en met m.

Artikel 14: Werkwijze van het dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur bereidt procesmatig de agenda en de besluitvorming voor het algemeen bestuur voor en beschikt over de in artikel 13 genoemde bevoegdheden. Het dagelijks bestuur handelt conform het geldende reglement van orde voor het dagelijks bestuur, waarin is geregeld:

  • a. verdeling van werkzaamheden en onderlinge vervanging,

  • b. dag en plaats van de vergaderingen,

  • c. verhindering,

  • d. agenda en ambtelijke ondersteuning,

  • e. deelname derden aan de vergadering,

  • f. stemmingen, besluitenlijst en openbare vergaderingen.

HOOFDSTUK 5: DE VOORZITTER

Artikel 15: Aanwijzing en vervanging van de voorzitter

  • 1. De voorzitter wordt benoemd conform het bepaalde in de Wet veiligheidsregio’s;

  • 2. Het algemeen bestuur kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter, die deel uitmaakt van het dagelijks bestuur;

  • 3. Bij verhindering of ontstentenis wordt de voorzitter vervangen door de plaatsvervangend voorzitter;

  • 4. Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter wijst het algemeen bestuur een voorzitter uit haar midden aan.

Artikel 16: Taken en bevoegdheden van de voorzitter

  • 1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur;

  • 2. De voorzitter vertegenwoordigt Veiligheidsregio Zeeland in en buiten rechte. Hij kan de vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon;

  • 3. De voorzitter tekent de stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan. Deze stukken worden door de ambtelijk secretaris van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur mede ondertekend;

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan het dagelijks bestuur de voorzitter toestaan om de ondertekening van stukken die van het dagelijks bestuur uitgaan op te dragen aan een ander lid van het dagelijks bestuur of de ondertekening te mandateren aan de ambtelijk secretaris van het dagelijks bestuur of aan een ander persoon;

  • 5. Artikel 170, eerste lid van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing;

  • 6. De voorzitter geeft uitvoering aan het gestelde in artikel 24 Wet veiligheidsregio’s.

HOOFDSTUK 6: DE DIRECTEUR

Artikel 17: Functie, benoeming en taak

  • 1. De bestuursorganen van Veiligheidsregio Zeeland worden bijgestaan door een directeur, aan wie in het dagelijks bestuur een adviserende stem toekomt. De directeur vervult ten behoeve van het algemeen bestuur en ten behoeve van het dagelijks bestuur de functie van ambtelijk secretaris.

  • 2. De directeur wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het dagelijks bestuur.

  • 3. De directeur is belast met de dagelijkse leiding van Veiligheidsregio Zeeland en de voorbereiding van de vergaderingen van het dagelijks en algemeen bestuur en de uitvoering van de besluiten van het dagelijks en algemeen bestuur.

  • 4. De directeur ondertekent mede alle stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan.

  • 5. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de directeur worden vastgelegd in een door het dagelijks bestuur vastgesteld statuut, zoals opgenomen in de organisatieverordening.

  • 6. De directeur is verantwoording schuldig aan het dagelijks bestuur.

  • 7. De directeur is bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden.

  • 8. Het dagelijks bestuur regelt de vervanging van de directeur.

HOOFDSTUK 7: INLICHTINGEN EN VERANTWOORDING

Artikel 18: Algemeen bestuur ten opzichte van de gemeenteraden

  • 1. Het algemeen bestuur geeft de raden van de deelnemende gemeenten ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is.

  • 2. Het algemeen bestuur verstrekt aan de raden van de deelnemende gemeenten alle inlichtingen die door één of meerdere raden worden verlangd.

  • 3. Die informatie wordt in dat geval ook verstrekt aan de overige raden.

Artikel 19: De leden van het algemeen bestuur ten opzichte van de raden en colleges

  • 1. Een lid van het algemeen bestuur verschaft het college van burgemeester en wethouders en de raad van de betreffende gemeente alle inlichtingen die door het college of raad, of door één of meer leden van dat college of die raad worden verlangd.

  • 2. Een lid van het algemeen bestuur is het college van burgemeester en wethouders en de raad van de betreffende gemeente verantwoording verschuldigd voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid.

Artikel 20: De voorzitter ten opzichte van het algemeen bestuur

  • 1. De voorzitter is aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd over het door hem gevoerde bestuur.

  • 2. De voorzitter geeft ongevraagd aan het algemeen bestuur alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door hem gevoerde bestuur nodig is.

  • 3. De voorzitter geeft aan het algemeen bestuur, wanneer dit bestuur of één of meer leden hierom verzoekt, alle gevraagde inlichtingen.

Artikel 21: Het dagelijks bestuur ten opzichte van het algemeen bestuur

  • 1. Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan het algemeen bestuur verantwoording schuldig over het door het dagelijks bestuur gevoerde bestuur;

  • 2. Het dagelijks bestuur geeft het algemeen bestuur alle inlichtingen die het algemeen bestuur voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.

HOOFDSTUK 8: HET PERSONEEL

Artikel 22: Personeel

  • 1. Bij Veiligheidsregio Zeeland is personeel werkzaam.

  • 2. Het dagelijks bestuur stelt voor het personeel van Veiligheidsregio Zeeland de arbeidsvoorwaardenverordening vast conform de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor het gemeentepersoneel (CAR/UWO), dan wel de (gewijzigde) collectieve arbeidsvoorwaardenregeling die daarvoor in de plaats komt.

  • 3. Het dagelijks bestuur beslist over de toepassing van overige arbeidsvoorwaarden.

HOOFDSTUK 9: BEVOLKINGSZORG

Artikel 23: Bevolkingszorg

  • 1. De deelnemende gemeenten vormen een regionale organisatie, bevolkingszorg genaamd, bestaande uit medewerkers die onder de verantwoordelijkheid van deze gemeenten bij een ramp of crisis belast zijn met het uitvoeren van de aan de gemeenten toegewezen processen en belast zijn met de voorbereiding van deze processen.

  • 2. Bepalingen omtrent de organisatie en het beheer van deze gemeentelijke processen in de rampenbestrijding en crisisbeheersing worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst tussen de deelnemende gemeenten.

  • 3. Voor de uitvoering van bevolkingszorg vertegenwoordigt de coördinerend gemeentesecretaris de deelnemende gemeenten.

HOOFDSTUK 10: FINANCIËLE BEPALINGEN

Artikel 24: Begroting

  • 1. Het dagelijks bestuur stuurt jaarlijks voor 15 april de ontwerpbegroting voor het komende kalenderjaar met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen voor de drie daarop volgende jaren van Veiligheidsregio Zeeland aan de raden van de deelnemende gemeenten. Het bepaalde in artikel 190 lid 1 van de Gemeentewet is van toepassing evenals het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

  • 2. In de ontwerpbegroting wordt een analyse opgenomen van de begrotingscijfers ten opzichte van de cijfers uit de laatst opgemaakte jaarstukken. De ontwerpbegroting met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen wordt door de colleges voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Het bepaalde in artikel 190 lid 2 en 3 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen binnen acht weken na ontvangst van de ontwerpbegroting met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen aan het dagelijks bestuur hun zienswijze aangeven. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze van de raden zijn vervat, bij de ontwerpbegroting met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen, die aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.

  • 4. Het algemeen bestuur stuurt de begroting binnen twee weken na vaststelling met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen, maar in ieder geval voor 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan Gedeputeerde Staten.

  • 5. Nadat deze is vastgesteld, stuurt het algemeen bestuur de begroting met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 6. Op wijzigingen van de begroting zijn voorgaande bepalingen van overeenkomstige toepassing.

  • 7. Het dagelijks bestuur geeft de deelnemende gemeenten de gelegenheid om wensen en bedenkingen in te geven over begrotingswijzigingen. Een begrotingswijziging blijft achterwege voor uitgaven die binnen een programma van de eigen begroting kunnen worden opgevangen en/of die geen belangrijke beleidswijzigingen betreffen en/of geen structurele gevolgen hebben voor de begroting van het volgende jaar en/of volgende jaren.

Artikel 25: Bijdragen van de gemeenten

  • 1. In de begroting staat welke bijdrage elke gemeente verschuldigd is voor de uitvoering van de taken van Veiligheidsregio Zeeland. De deelnemende gemeenten betalen bij wijze van voorschot op de vijftiende dag van de maand een/twaalfde deel van de bedoelde bijdrage.

  • 2. De deelnemers zullen er steeds voor zorg dragen dat de gemeenschappelijke regeling over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen te kunnen voldoen.

  • 3. Indien aan het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Zeeland blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, dan doet het algemeen bestuur onverwijld aan Gedeputeerde Staten het verzoek om over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.

Artikel 26: Jaarstukken

  • 1. Het dagelijks bestuur legt voor 15 april aan het algemeen bestuur verantwoording af over het afgelopen kalenderjaar, onder overlegging van de opgestelde jaarstukken en een berekening van de door de deelnemende gemeenten te betalen bijdragen, naast de controleverklaring en het verslag van bevindingen van de met de controles belaste accountant;

  • 2. De jaarstukken worden gelijktijdig ter informatie aan de raden van de deelnemende gemeenten toegezonden;

  • 3. Het algemeen bestuur onderzoekt de jaarstukken en stelt haar uiterlijk 14 juli vast, volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft, evenals de bijdragen die de deelnemende gemeenten betalen in het eventuele exploitatietekort.

  • 4. De jaarstukken worden binnen twee weken na de vaststelling aan Gedeputeerde Staten gezonden, maar uiterlijk voor 15 juli;

  • 5. Het besluit tot vaststelling van de jaarstukken verleent – voor zover het de daarin opgenomen ontvangsten en uitgaven betreft – het dagelijks bestuur tot decharge, behoudens later in rechte gebleken valsheid in bewijsstukken en/of andere onregelmatigheden.

Artikel 27: Verdeelsystematiek

De bijdrage per gemeente in de kosten van de veiligheidsregio bestaat uit 3 componenten:

  • 1. Een bijdrage per gemeente, op basis van het budget dat beschikbaar was voor de uitvoering van het vòòr 1 januari 2013 door de veiligheidsregio uitgevoerde takenpakket inclusief taken op het gebied van tunnelveiligheid en maritieme veiligheid. Hierna te noemen “bijdrage voor rampenbestrijding, crisisbeheersing, GHOR, meldkamer en de daarbij behorende overheadkosten”.

  • 2. Een bijdrage voor de uitvoering van de aan de veiligheidsregio overgedragen overige taken per 1 januari 2013, berekend op basis van de uitkeringsmaatstaf Veiligheid van het gemeentefonds. Hierna te noemen “de kosten voor brandweerzorg en de daarbij behorende overheadkosten”.

  • 3. Een bijdrage per gemeente ten behoeve van de uitvoering van de taken voor bevolkingszorg en de daarbij behorende overheadkosten op basis van inwoneraantallen.

Artikel 27a: Vaste regionale bijdrage per gemeente, zoals aangegeven in artikel 27, onder 1.

De vaste regionale bijdrage per gemeente is vanaf 2017 als volgt:

Gemeente

Regionale bijdrage

Borsele

€ 337.346,--

Goes

€ 549.265,--

Hulst

€ 411.075,--

Kapelle

€ 184.442,--

Middelburg

€ 710.634,--

Noord-Beveland

€ 111.903,--

Reimerswaal

€ 322.885,--

Schouwen-Duiveland

€ 508.057,--

Sluis

€ 355.436,--

Terneuzen

€ 814.384,--

Tholen

€ 379.953,--

Veere

€ 326.679,--

Vlissingen

€ 662.046,--

Totaal

€ 5.674.105,--

Dit betreft een historisch bepaalde vaste bijdrage voor de betreffende kosten op basis van het Cebeon-rapport 2012. Deze bijdrage kent vanaf begrotingsjaar 2019 eenzelfde indexering als de bijdrage in artikel 27b.

Artikel 27b: Bijdrage voor de kosten voor brandweerzorg en de daarbij behorende overheadkosten, zoals bedoeld in artikel 27, onder 2.

  • 1. De bijdrage per gemeente voor de kosten voor brandweerzorg en de daarbij behorende overheadkosten bestaat uit het op 20 december 2012 door het algemeen bestuur vastgestelde budget per gemeente zoals deze voor het begrotingsjaar 2017 zijn geactualiseerd op basis van de herverdeeleffecten groot onderhoud gemeentefonds uit de meicirculaire 2015 (versie 4 juni 2015).

  • 2. Vanaf begrotingsjaar 2019 wordt de bijdrage per gemeente aangepast op basis van de verhoudingen tussen de gemeenten in het cluster OOV voor het betreffende begrotingsjaar “t” geactualiseerd met als uitgangspunt de septembercirculaire (kolom begrotingsjaar “t”) van BZK uit het begrotingsjaar “t-2”.

  • 3. Alle verhogingen in de kosten voor brandweerzorg en de daarbij behorende overheadkosten worden berekend op basis van de verhoudingen tussen de gemeenten in het cluster OOV (taakveld 1.1, onderdeel brandweer en rampenbestrijding) binnen de algemene uitkering, exclusief uitkeringsfactor (UF).

Artikel 27c Mitigatiebijdrage en overgangsregeling

Tot en met 2021 vindt een ingroeifase plaats van het per 1 januari 2013 beschikbare budget voor lokale brandweerzorg van de gemeenten naar het becijferde budget op basis van uitkeringsmaatstaf Veiligheid van het gemeentefonds inclusief 30% mitigatiebijdrage.

  • 1. Gemeenten waarbij het budget op basis van artikel 27 onder 1 en artikel 27 onder 2 tezamen per 1 januari 2013 hoger is dan de in hun begroting op 1 januari 2013 opgenomen budgetten voor de uitvoering van taken als bedoeld in artikel 27 worden aangeduid als nadeel gemeenten.

  • 2. Gemeenten waarbij het budget op basis van artikel 27 onder 1 en artikel 27 onder 2 tezamen per 1 januari 2013 lager is dan de in hun begroting op 1 januari 2013 opgenomen budgetten voor de uitvoering van taken als bedoeld in artikel 27 worden aangeduid als voordeel gemeenten.

  • 3. Nadeelgemeenten worden in hun hogere lasten gecompenseerd door voordeel gemeenten door middel van een mitigatiebijdrage.

  • 4. De mitigatiebijdrage is 30% van de door een voordeel gemeente te betalen lagere bijdrage berekend over het deel van het over te dragen budget als bedoeld in artikel 27b, lid 1. Deze mitigatiebijdrage blijft ook na de ingroeifase van 8 jaar onverminderd van kracht;

  • 5. Voor de overgang van het budget gemeentelijke begroting 2013 naar bijdrage conform artikel 27 onder 1 en 2 tezamen wordt vanaf 2017 de volgende overgangsregeling aangehouden:

  • 2017: 50% bijdrage conform budget gemeentelijke begroting 2013 en 50% budget conform artikel 27 onder 1 en 2 tezamen inclusief mitigatiebijdrage;

  • 2018: 37,5% bijdrage conform budget gemeentelijke begroting 2013 en 62,5% budget conform artikel 27 onder 1 en 2 tezamen inclusief mitigatiebijdrage;

  • 2019: 25% bijdrage conform budget gemeentelijke begroting 2013 en 75% budget conform artikel 27 onder 1 en 2 tezamen inclusief mitigatiebijdrage;

  • 2020: 12,5% bijdrage conform budget gemeentelijke begroting 2013 en 87,5% budget conform artikel 27 onder 1 en 2 tezamen inclusief mitigatiebijdrage;

  • 2021: 100% bijdrage budget conform artikel 27 onder 1 en 2 tezamen inclusief mitigatiebijdrage.

Artikel 27d Bijdrage per gemeente aan het programma bevolkingszorg, zoals aangegeven in artikel 27, onder 3.

  • 1. Peildatum voor de berekening van de inwoneraantallen tot en met 2017 is 1 januari 2012.

  • 2. Vanaf begrotingsjaar 2019 vindt jaarlijks herijking van de inwoneraantallen plaats. De gemeentelijke bijdrage voor dit onderdeel voor de begroting van het jaar “t” wordt berekend op basis van de verhouding in inwoneraantallen van het jaar “t-2” (bron: septembercirculaire BZK).

HOOFDSTUK 11: HET ARCHIEF

Artikel 28: Archief

  • 1. Het dagelijks bestuur is belast met de zorg en het toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden, overeenkomstig een door het algemeen bestuur, met inachtneming van artikel 40 van de Archiefwet 1995 vast te stellen regeling.

  • 2. Deze regeling wordt aan Gedeputeerde Staten toegestuurd.

  • 3. Voor de bewaring van de op grond van artikel 12 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden wijst het dagelijks bestuur een archiefbewaarplaats aan.

HOOFDSTUK 12: TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING

Artikel 29: Toetreding en uittreding

  • 1. Toe- en uittreding van gemeenten tot deze gemeenschappelijke regeling is slechts mogelijk na wijziging van de indeling van de gemeenten in regio’s als bedoeld in artikel 8 van de Wet veiligheidsregio’s.

  • 2. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de toetreding of de uittreding en kan hieraan voorwaarden verbinden.

Artikel 30: Wijziging

De gemeenschappelijke regeling kan worden gewijzigd bij daartoe strekkende besluiten van ten minste twee derde van de colleges van de deelnemende gemeenten.

Artikel 31: Opheffing en liquidatie

  • 1. De gemeenschappelijke regeling kan slechts worden opgeheven voor zover dit op grond van artikel 8 juncto artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s mogelijk is. Opheffing geschiedt in dat geval bij daartoe strekkende besluiten van tenminste twee derde van de colleges van de deelnemende gemeenten.

  • 2. Ingeval van opheffing van de gemeenschappelijke regeling besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt daarvoor de nodige regels. Daarbij kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken.

  • 3. Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur, nadat de raden van de deelnemende gemeenten hun zienswijze hebben kunnen inbrengen, vastgesteld.

  • 4. Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die de beëindiging heeft voor het personeel.

  • 5. Het liquidatieplan geeft regels voor de wijze waarop de deelnemende gemeenten, voor zover het saldo ontoereikend is, zorg dragen voor de nakoming van de verplichtingen van Veiligheidsregio Zeeland.

  • 6. Het besluit tot opheffing van deze regeling wordt direct gezonden aan de deelnemende gemeenten, Gedeputeerde Staten en het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.

  • 7. Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van de liquidatie.

  • 8. De drie bestuursorganen van Veiligheidsregio Zeeland blijven ook na het tijdstip van de opheffing in functie, totdat de liquidatie volledig is voltooid.

  • 9. Gedurende de vereffening wordt de aanduiding van de regeling aangevuld met de afkorting van “in liquidatie”, zodat het opschrift komt te luiden: Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2021 i.l.”.

HOOFDSTUK 13: SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 32: Aanwijzing gemeentebestuur

Het bestuur van de gemeente Middelburg wordt aangewezen als het gemeentebestuur zoals bedoeld in artikel 26, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 33: Inwerkingtreding

Deze regeling is getroffen voor onbepaalde tijd. Besluiten tot wijziging treden in werking tenminste één dag na publicatie in de Staatscourant.

Artikel 34: Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2021”.

Ondertekening

Vaststelling

De colleges van burgemeester en wethouders van alle deelnemende gemeenten hebben ingestemd met de vaststelling van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2021, namelijk de

gemeenten Goes, Hulst, Kapelle, Middelburg, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Sluis, Terneuzen, Tholen, Veere, Vlissingen en Borsele als de laatste gemeente, overeenkomstig besluit van 3 februari 2022.

Toelichting bij artikel 27a

Tot en met 2012 heeft voor de berekening van de regionale bijdrage het inwoneraantal van de gemeenten als basis gediend. Aangezien de inwoneraantallen binnen de Zeeuwse gemeenten niet veel fluctueren is om redenen van eenvoud gekozen om deze bijdrage als een vaste historische bijdrage op basis van het Cebeon-rapport 2012 te presenteren.

Oorspronkelijk was deze regionale bijdrage gebaseerd op inwoneraantallen (peildatum 1 januari 2012) * € 15,--. Gecorrigeerd voor € 0,12 per inwoner voor GHOR-taken welke naar de GGD zijn overgegaan in 2017.

Toelichting bij artikel 27b

  • Voor alle gemeenten is een eenduidige berekening gemaakt op basis van de gegevens van uitkeringsjaar 2016 uit de meicirculaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (versie 4 juni 2015);

  • De uitkeringsfactor (UF) van de Algemene Uitkering is niet meegenomen in deze berekening, omdat deze geen invloed heeft op de verhoudingsgetallen en te veel aan wijzigingen onderhevig is;

  • In verband met eenvoud/transparantie van de berekening en in verband met de mogelijkheid om bij toekomstige herijkingen van het gemeentefonds de berekeningen zelfstandig te kunnen uitvoeren (zonder inschakeling van adviesbureaus) is ervoor gekozen om de door Cebeon genoemde OEM-factor buiten beschouwing te laten. Deze factor leidt volgens het Cebeon-rapport van 30 januari 2013 slechts tot een marginale andere verdeling over gemeenten.

Als de financiële bijdrage aan VRZ omhoog moet, dan zal het meerdere worden verrekend via de bijdrage genoemd in artikel 27b.

Toelichting bij artikel 27c

Door het adviesbureau Cebeon is in 2012, in opdracht van het algemeen bestuur, een berekening gemaakt van de bijdrage per gemeente op basis van de Uitkeringsmaatstaf Veiligheid in het gemeentefonds. Hierbij is uitgegaan van een totaal maximaal over te dragen budget vanuit de gemeenten, uiteindelijk per 1 januari 2016, van 23,3 miljoen euro. Vanaf 2017 bedraagt het totaal budget 23,5 miljoen euro, exclusief bevolkingszorg. Dit totaal budget wordt in 2017 gecorrigeerd voor € 47.000,-- in verband met GHOR-taken welke zijn overgedragen aan de GGD.

Deze berekening is door het algemeen bestuur in haar vergadering van 20 december 2012 vastgesteld als verdeelsystematiek voor de nieuwe gemeenschappelijke regeling. Bij de toepassing van de berekeningsmethode bleken er in sommige gevallen grote verschillen tussen de in de gemeentelijke begrotingen aanwezige budgetten en de nieuw te betalen bijdragen te zijn. Ondanks een overgangsregeling waren de verschillen voor sommige gemeenten onacceptabel groot en zijn zij niet toegetreden tot de nieuwe gemeenschappelijke regeling.

Gezien de onwenselijke situatie die hierdoor ontstond is opnieuw gezocht naar een voor alle gemeenten acceptabele financieringssystematiek.

Bij de nieuwe berekening wordt een mitigatiebijdrage verrekend. Hiermee compenseren voordeel gemeenten een gedeelte van de zwaardere lasten van nadeel gemeenten. De overgangsperiode geldt voor een periode van 8 jaar. De mitigatiebijdrage is structureel van aard.

Bij deze herziening van de gemeenschappelijke regeling wordt uitgegaan van een vernieuwde situatie vanaf 2017.