Damoclesbeleid gemeente Beesel 2019

Geldend van 09-06-2022 t/m heden

Intitulé

Damoclesbeleid gemeente Beesel 2019

De burgemeester van Beesel:

Overwegende

Dat de Opiumwet per 1 januari 2019 is gewijzigd;

Dat artikel 13 b lid 1 onder a van de Opiumwet de burgemeester de bevoegdheid geeft om een last onder bestuursdwang toe te passen indien in woningen of lokalen dan wel in of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;

Dat artikel 13 b lid 1 onder b van de Opiumwet de burgemeester de bevoegdheid geeft om een last onder bestuursdwang toe te passen indien in woningen of lokalen dan wel in of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10 a lid 1 onder 3 of artikel 11a van de Opiumwet voorhanden is;

Dat bij besluit van 7 mei 2012 (gepubliceerd 26 december 2012) beleidsregels zijn vastgesteld waarin is aangegeven hoe deze bevoegdheid is toegepast.

Gezien de uitgangspunten van het Hennepconvenant Limburg 2012 en de taak die de burgemeester hierin heeft op het gebied van integrale veiligheid en zijn verantwoordelijkheden in het kader van preventie, signalering, handhaving, hulpverlening en het opwerpen van barrières om te voorkomen dat georganiseerde criminaliteit, criminele organisaties of personen misbruik maken van legale structuren;

b e s l u i t

Het beleid met betrekking tot de toepassing van artikel 13 b van de Opiumwet als volgt te wijzigen:

1. Juridisch kader

Voor de bestuurlijke handhaving van de verboden in de zin van artikel 2 (verbod op aanwezigheid van harddrugs, lijst I) en artikel 3 (verbod op aanwezigheid van softdrugs, lijst II) van de Opiumwet, is in die wet het artikel 13b opgenomen. Dit artikel luidt:

  • 1.

    De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in een woning of lokaal of op een daarbij behorend erf:

    • a.

      een middel als bedoeld in lijst I of II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;

    • b.

      een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, of artikel 11a voorhanden is.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing indien woningen, lokalen of erven als bedoeld in het eerste lid, gebruikt worden ter uitoefening van de artsenijbereidkunst, de geneeskunst, de tandheelkunst of de diergeneeskunde door onderscheidenlijk apothekers, artsen, tandartsen of dierenartsen.

2. Doel

De beleidsregels hebben onder meer het volgende doel:

  • a.

    te realiseren dat geconstateerde overtredingen van artikel 13b Opiumwet opgevolgd worden door een reactie die qua intensiteit zo goed mogelijk aansluit bij de aard en de ernst van de overtreding (proportionaliteit en subsidiariteit).

  • b.

    te bewerkstelligen dat er door de gekozen maatregel een einde komt aan de verboden situatie.

  • c.

    te bewerkstelligen dat door de gekozen maatregel het drugspand definitief uit het drugscircuit wordt verwijderd, door de loop uit het drugspand te halen en de bekendheid als verkooppunt bij handelaren, gebruikers en derden te weg te nemen.

  • d.

    te bewerkstelligen dat herhaling van de overtreding wordt voorkomen.

  • e.

    door het treffen van de gekozen maatregel de negatieve effecten en risico’s voor de openbare orde en veiligheid van handel in en het gebruik van drugs zoveel mogelijk te beheersen.

  • f.

    voorkomen dat strafbare feiten plaatsvinden.

  • g.

    bescherming van de volksgezondheid en van het woon- en leefklimaat.

  • h.

    het beschermen van de rechten van anderen door een voor een ieder zichtbare sluiting

  • i.

    de handhavingsactiviteiten van politie, belastingdienst, openbaar ministerie en gemeente op elkaar af te stemmen en complementair te laten zijn.

Deze opsomming is niet uitputtend.

Artikel 3 Begrippen

  • a.

    Drugs: een middel als bedoeld in lijst I en lijst II behorende bij de Opiumwet. b. Harddrugs: de middelen die op lijst I behorende bij de Opiumwet staan

  • b.

    Softdrugs: de middelen die op lijst II behorende bij de Opiumwet staan.

  • c.

    Handel in drugs: de verkoop, aflevering of verstrekking dan wel daartoe aanwezigheid van drugs in een woning of lokaal en de daarbij behorende erven.

  • d.

    Lokalen en erven: alle al dan niet voor publiek opengestelde lokalen en daarbij behorende erven.

  • e.

    Erf: al dan niet bebouwd perceel, of gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.

  • f.

    Woning: een pand dat in hoofdzaak dient tot woning dan wel dienstbaar is aan het wonen.

  • g.

    Hieronder vallen koop- en huurwoningen.

  • h.

    Recidive: een herhaalde overtreding van het bepaald in artikelen 2 en/of 3 van de Opiumwet binnen een periode van 3 jaar na de laatste overtreding.

  • i.

    Sluiting: op grond van artikel 13b lid 1 Opiumwet ontoegankelijk maken van de woning.

Artikel 4 Gebruikershoeveelheid

Hoeveelheid voor eigen gebruik: in deze beleidsregel sluiten we aan bij de criteria die het Openbaar

Ministerie toepast. We zien als eigen gebruik de volgende hoeveelheden:

  • a.

    Geringe hoeveelheid eigen gebruik harddrugs: een hoeveelheid/dosis die doorgaans wordt aangeboden als gebruikershoeveelheid. Hierbij kan worden gedacht aan bv. één bolletje, één ampul, één wikkel, één pil/tablet (in elk geval een aangetroffen hoeveelheid van maximaal 0,5 gram); een consumptie-eenheid van 5 ml GHB.

  • b.

    Geringe hoeveelheid eigen gebruik zijnde hennep of hennepproducten:

    • i.

      5 hennepplanten of minder

    • ii.

      hoeveelheden tot en met 5 gram

  • c.

    geringe hoeveelheid eigen gebruik softdrugs niet zijnde hennepproducten: 0,5 gram gedroogde paddo’s en 5 gram verse dan wel niet gedroogde paddo’s of minder.

Artikel 5 Handelshoeveelheid

  • 1.

    We nemen aan dat drugs voor verkoop, aflevering of verstrekking bestemd is wanneer de hoeveelheden voor eigen gebruik worden overschreden. De burgemeester kan op grond van artikel 13b van de Opiumwet een last onder bestuursdwang opleggen.

  • 2.

    Bij de volgende hoeveelheden weegt de burgemeester af welke maatregel uit het oogpunt van proportionaliteit en evenredigheid, passend is voor het specifieke geval. Het gaat hierbij om de volgende hoeveelheden:

    • a.

      Softdrugs:

      • i.

        meer dan 5 planten maar minder dan 15 planten, of;

      • ii.

        meer dan 5 gram maar minder dan 30 gram.

    • b.

      Harddrugs:

      • i.

        Meer dan 0,5 gram maar minder dan 1 gram, of;

      • ii.

        Meer dan 1 maar minder dan 5 pillen, of;

      • iii.

        Meer dan 5 milliliter maar minder dan 10 milliliter.

  • 3.

    Bij grotere hoeveelheden dan de in artikel 5 lid 2 genoemde hoeveelheden gaat de burgemeester in beginsel direct over tot toepassing van bestuursdwang.

Artikel 6 Handhavingsmatrix

Handhavingsmatrix A Lijst 1 (harddrugs)

Woningen en bijbehorende erven

1e overtreding*

2e overtreding*

3e overtreding*

4e overtreding*

Hoeveelheid als bedoeld in artikel 5

lid 2 sub b

Waarschuwing of sluiting voor

max. 3 maanden

Sluiting 3 maanden

Sluiting 6 maanden

Sluiting 12 jaar

Grotere hoeveelheid als bovenstaand

Sluiting 3 maanden

Sluiting 6 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting 5 jaar

Handhavingsmatrix B Lijst 2 (softdrugs)

Woningen en bebehorende erven

1e overtreding*

2e overtreding *

3e overtreding *

4e overtreding*

Hoeveel heid als bedoeld in artikel 5

lid 2 sub a

Waarschuwing of sluiting voor

max. 3 maanden

Sluiting 3 maanden

Sluiting 6 maanden

Sluiting 12 jaar

Grotere hoeveelheid als bovenstaand

Sluiting 3 maanden

Sluiting 6 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting 5 jaar

Handhavingsmatrix C

Lokalen en bijbehorende erven

1e ov ertreding *

2e overtreding*

3e overtreding*

4e overtreding*

Lijst 1 (harddrugs)

Sluiting 6 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting 24 maanden

Sluiting Onbepaalde tijd

Lijst 2 (softdrugs)

Sluiting 3 maanden

Sluiting 6 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting Onbepaalde tijd

* binnen een periode van 3 jaren.

Artikel 7 toepassing van de handhavingsmatrix zonder dat verdovende middelen zijn aangetroffen

  • 1.

    De burgemeester geeft ook een schriftelijke waarschuwing, als bedoeld in handhavingsmatrix B, indien weliswaar geen middelen als bedoeld in Lijst I en Lijst II van de Opiumwet in een woning of lokaal dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven zijn aangetroffen, maar naar oordeel van de burgemeester uit de ontvangen rapportage voldoende aannemelijk blijkt dat een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a lid 1 onder 3, of artikel 11a van de Opiumwet voorhanden is.

  • 2.

    Indien, na een waarschuwing als bedoeld in lid 1, binnen een termijn van 3 jaren in de woning of het lokaal dan wel in of op de bij de woning of het lokaal behorende erven in kwestie wel daadwerkelijk een middel als bedoeld in Lijst I of Lijst II van de Opiumwet wordt aangetroffen, dan zien we dit in het kader van de toepassing van de betreffende handhavingsmatrix als een 2e overtreding.

Artikel 8 Begunstigingstermijn

Bij het opleggen van een last onder bestuursdwang geeft de burgemeester aan belanghebbende(n) een begunstigingstermijn op grond van artikel 5:24 lid 2 Algemene wet bestuursrecht. Tijdens deze termijn krijgt de belanghebbende(n) de mogelijkheid om binnen een bepaalde termijn vrijwillig het pand te ontruimen en af te sluiten en de sleutels in te leveren op het gemeentehuis.

Doet belanghebbende dit niet binnen de vastgestelde termijn, dan gaat de burgemeester over tot sluiting van het pand.

Artikel 9 Wijziging huursituatie

  • 1.

    Een wijziging in de huursituatie beschouwen we in beginsel als niet ter zake doende. De reden hiervoor is dat de verhuurder niet met het plaatsen van andere huurders onder de toepassing van bestuursdwang kan uitkomen. Het is immers op dat moment nog steeds noodzakelijk om de bekendheid van een dergelijk pand in het criminele circuit weg te nemen. het enkel plaatsen van nieuwe huurders leidt niet tot het voorkomen van herhaling van een met de wet strijdige situatie.

  • 2.

    Indien de verhuurder een woningcorporatie betreft en deze kan aantonen dat de huur van de woning is beëindigd en de huurders binnen een termijn van 2 jaren niet kunnen reageren op het aanbod van woningcorporaties in de gemeente Beesel, kan de burgemeester van de handhavingsmatrices uit artikel 7 afwijken.

Artikel 10 Zelfmelders

Indien de eigenaar/verhuurder uit eigener beweging bij de politie meldt dat er sprake is van aanwezigheid van harddrugs en/of softdrugs in het door hem verhuurde pand, kan de burgemeester volstaan met een schriftelijke waarschuwing indien dit de eerste keer is binnen een periode van 3 jaar dat er hard- of softdrugs is aangetroffen in dit pand, de eigenaar/verhuurder te goeder trouw is en de eigenaar/verhuurder de huurovereenkomst heeft ontbonden.

De burgemeester wint hiervoor advies van de politie in.

Artikel 11 Zorgplicht

Uitgangspunt is dat alle belanghebbenden hierin hun eigen verantwoordelijkheid hebben.

Bewoners dienen in beginsel zelf voor hun huisraad, huisdieren en alternatieve huisvesting te zorgen. Een gemeente heeft zorgplicht voor haar inwoners. Indien inwoners van de gemeente Beesel te maken krijgen met een bestuurlijke maatregel op grond van de Opiumwet dan weegt de burgemeester alle betrokken belangen zorgvuldig af. De gemeente gaat in dat kader na in hoeverre betrokkenen een coach nodig hebben voor begeleiding in een zorgtraject dan wel of een melding bij Veilig Thuis moet worden gedaan voor de minderjarigen.

Artikel 12 Betreden gesloten pand

  • 1.

    Het is op grond van artikel 2.4.1 lid 2 van de APV Beesel een ieder verboden om een krachtens artikel 13b Opiumwet gesloten pand te betreden. Het gebouw mag alleen betreden worden indien de burgemeester daartoe een ontheffing heeft verleend, als bedoeld in artikel lid 4 van de APV Beesel.

  • 2.

    De burgemeester kan een ontheffing verlenen indien er een dringende en/ of zwaarwichtige reden hiervoor is. Om voor een ontheffing in aanmerking te komen dient een belanghebbende schriftelijk verzoek om ontheffing bij de burgemeester in te dienen, waaruit in ieder geval duidelijk moet blijken voor wie de ontheffing moet gelden en voor welk doel en welke periode.

Artikel 13 Registratie op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken

Een sluiting nemen we op in de openbare registers. Indien de sluiting wordt opgeheven of de sluitingstermijn afloopt, wordt dit in het register aangepast.

Artikel 14 Inwerkingtreding, vervallen oud beleid en overgangsrecht

  • 1.

    Dit beleid treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking.

  • 2.

    Dit beleid treedt in de plaats van het eerder vastgestelde Damoclesbeleid, met inachtneming van hetgeen in lid 3 van dit artikel is bepaald.

  • 3.

    Handhavingsprocedures met betrekking tot de toepassing van artikel 13b van de Opiumwet die zijn opgestart c.q. kwesties waarin handhavingsstappen zijn gezet ten tijde van de geldigheid van de nu in te trekken beleidsregels zetten we voort op basis van de oude beleidsregels.

Artikel 15 Citeertitel

De citeertitel van deze beleidsregel is: “Damoclesbeleid gemeente Beesel 2019”.

Ondertekening

Vastgesteld te Reuver op 27 februari 2019

De burgemeester van Beesel,

dr. P. Dassen-Housen