Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Loon op Zand

Geldend van 23-02-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Loon op Zand

Het college van burgemeester en wethouders van Loon op Zand besluit, gelet op de artikelen 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (32.291, Staatsblad 2012,nr. 78) en gelet op het raadsbesluit van 16 december 2021, vast te stellen de hieronder beschreven Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Loon op Zand.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand

    • b.

      inwoner: de ingezetene, van 18 jaar of ouder, die op grond van de Wet gemeentelijke basis-administratie persoonsgegevens bij de gemeente Loon op Zand is ingeschreven;

    • c.

      verzoeker: inwoner die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening;

    • d.

      belanghebbende; degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;

    • e.

      zelfstandige: de persoon als bedoeld in artikel 1 lid b van het besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004;

    • f.

      schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een integrale oplossing voor financiële problemen of het voorkomen daarvan

    • g.

      schuldregeling: verzamelnaam voor de diensten gericht op de bemiddeling tussen schuldenaar en schuldeisers om een regeling voor de totale schuldenlast te bewerkstelligen;

    • h.

      beleidskader: de inhoud van het plan zoals bedoeld in artikel 2 van de Wgs en vastgesteld door de gemeenteraad van Loon op Zand;

    • i.

      plan van aanpak: aanbod schuldhulpverlening dat wordt voorgelegd aan de verzoeker;

    • j.

      intake: een gesprek met verzoeker om te kunnen bepalen welke (financiële) ondersteuning nodig is;

    • k.

      Wgs: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

    • l.

      WSNP: Wet schuldsanering natuurlijke personen;

    • m.

      NVVK: de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, de Vereniging voor schuldhulpverleningen en sociaal bankieren;

    • n.

      Recofa: landelijk overlegorgaan van rechter-commissarissen in Faillissementen;

    • o.

      fraudevordering: een vordering als bedoeld in artikel 3 derde lid van de Wgs;

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van 18 jaar en ouder met een hoofdverblijf in de gemeente Loon op Zand komen in aanmerking voor Schuldhulpverlening.

Artikel 3. De procedure melding, aanvraag en intake

  • 1. Inwoners van de gemeente Loon op Zand kunnen zich voor ondersteuning bij (dreigende) financiële en/of sociaal/juridische vragen en problemen melden bij de diverse plekken voor toegang tot schuldhulpverlening voor burgers en ondernemers in de gemeente Loon op Zand. Op dat moment is sprake van een melding.

  • 2. Er is sprake van een aanvraag schuldhulpverlening na het eerste gesprek waarin de schriftelijke of mondelinge hulpvraag van de inwoner is vastgesteld. Dat kan een gesprek zijn bij de gemeente Loon op Zand of een gesprek naar aanleiding van een signaal vroegsignalering.

  • 3. Nadat de hulpvraag is gesteld wordt een intakegesprek ingepland bij de gemeente Loon op Zand. Dit intakegesprek vindt plaats binnen vier weken na constatering van de hulpvraag.

  • 4. Na het eerste gesprek waarin de hulpvraag is vastgesteld (= aanvraag), wordt de beschikking tot schuldhulpverlening of de afwijzing ervan, binnen een termijn van acht weken, gegeven. Bij de beschikking wordt een Plan van aanpak gevoegd.

  • 5. Een verzoeker moet zich kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs. Als geldig legitimatiebewijs gelden de documenten genoemd in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht.

  • 6. Bij gehuwden in gemeenschap van goederen of geregistreerde partners kan een aanvraag schuldhulpverlening alleen gezamenlijk door beide partners worden gedaan. Bij gehuwden op huwelijkse voorwaarden en/of een beperkte gemeenschap, of samenwonenden moeten beide partners een aanvraag apart indienen als zij beiden in aanmerking willen komen.

Artikel 4. Aanbod schuldhulpverlening

  • 1. Het college biedt aan verzoeker schuldhulpverlening, indien het college dit noodzakelijk acht. Indien die noodzaak niet aanwezig wordt geacht kan een aanvraag worden geweigerd. De noodzaak en de toegang wordt in een beschikking vastgelegd. In een plan van aanpak wordt het aanbod uitgewerkt in concrete stappen.

  • 2. De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt is gebaseerd op een analyse van de hulpvraag, de schulden en de onderliggende problematiek, is van meerdere factoren afhankelijk en kan per situatie verschillen.

  • 3. De factoren die een rol kunnen spelen zijn (niet limitatief):

    • aard, zwaarte en/of omvang van de schulden;

    • sprake van een crisissituatie;

    • psychosociale omstandigheden verzoeker;

    • houding, gedrag (motivatie) en vaardigheden van verzoeker;

    • een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening;

    • de totale financiële situatie (huidige en verwachtingen in de toekomst).

  • 4. Het aanbod van de gemeente kan bestaan uit:

    • a.

      Vroegsignalering en preventie;

    • b.

      Crisisinterventie;

    • c.

      Informatie en advies bij het zelfstandig oplossen van de schulden;

    • d.

      Stabilisatie: begeleiding bij het in evenwicht brengen van inkomen en uitgaven en inzicht krijgen in de financiële situatie;

    • e.

      Herfinanciering;

    • f.

      Schuldregeling: het opstellen van een regeling voor het aflossen van de schuld (volledig of tegen finale kwijting) samen met begeleiding en toezicht tijdens de looptijd van de regeling;

    • g.

      Budgetbeheer;

    • h.

      Duurzame financiële dienstverlening (DFD): langdurige stabilisatie samen met budgetbeheer als er door omstandigheden nog geen zicht is op een schuldregeling;

    • i.

      Verklaring ex art 285 Faillissementswet (Fw) voor toepassing van de WSNP;

    • j.

      Beschermingsbewind;

    • k.

      Nazorg: het hebben van een of meerdere contactmomenten met een natuurlijk persoon na afloop van een traject Schulddienstverlening.

  • 5. De bovengemelde diensten worden aangeboden en uitgevoerd conform de gedragscode, richtlijnen en modulen van de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK).

  • 6. Het college kan nadere voorwaarden stellen om te komen tot het aanbod Schulddienstverlening via het plan van aanpak of de schuldregelingsovereenkomst.

Artikel 5. Verplichtingen

  • 1. Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het traject.

  • 2. Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject. De medewerking bestaat onder andere uit:

    • a.

      het tijdig nakomen van afspraken;

    • b.

      geen nieuwe schulden aangaan;

    • c.

      ontvangen (extra) bedragen inzetten voor de schulden;

    • d.

      het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst en of de bepalingen van het plan van aanpak schuldhulpverlening.

    • e.

      Meewerken aan de verplichting tot begeleiding door een ketenpartner (hulpverleningsinstelling) als dit is opgelegd.

  • 3. De verzoeker is verplicht om direct en uit eigen beweging dan wel op verzoek van de gemeente alle gegevens en omstandigheden door te geven waarvan hem duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op de schuldhulpverlening.

  • 4. De verzoeker kan verplicht worden gesteld om zich maximaal in te spannen om het inkomen te verhogen, dan wel de lasten te verminderen. Te denken valt hierbij aan:

    • a.

      meewerken aan re-integratie en/of inburgering;

    • b.

      werk te vinden of meer uren te gaan werken. Dit geldt ook, voor zover van toepassing, voor de partner;

    • c.

      meerderjarige kinderen leveren een financiële bijdrage aan de huishouding;

    • d.

      indien autobezit niet noodzakelijk is, met uitzondering van een medische noodzaak of inkomensbehoud dan wel inkomensverwerving, deze te verkopen of in te ruilen tegen een goedkoper exemplaar, mits de noodzaak is vastgesteld

    • e.

      overige acties om de financiële ruimte te vergroten, zoals beroep doen op voorliggende voorzieningen.

Artikel 6. Beëindiginggronden schuldhulpverlening

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

  • a.

    het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

  • b.

    de belanghebbende niet langer voldoet aan het bepaalde onder artikel 2;

  • c.

    de belanghebbende zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van schulden;

  • d.

    de belanghebbende niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6 en 7 van de Wgs, artikel 4 van deze beleidsregels en de beschikking, de schuldregelingsovereenkomst of plan van aanpak niet of in onvoldoende mate nakomt. Er zal niet eerder tot beëindiging worden overgegaan dan nadat belanghebbende een redelijke hersteltermijn is geboden om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Als schuldeisers weigeren mee te werken, dan geldt deze hersteltermijn niet;

  • e.

    op basis van verkeerde en onjuiste informatie – zo later is gebleken – schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • f.

    belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

  • g.

    belanghebbende in staat is om zijn financiën of schulden zelf te regelen dan wel in staat is de financiën of schulden zelfstandig te beheren;

  • h.

    de geboden schuldhulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de belanghebbende, niet (langer) passend is.

  • i.

    Op verzoek van de belanghebbende zelf.

Artikel 7. Weigering - hersteltermijn - hernieuwde aanvraag

  • 1. De toegang tot specifieke producten van de schuldhulpverlening of tot de algehele schuldhulpverlening kan door het college worden geweigerd indien:

    • a.

      niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6 en 7 van de Wgs en/of van de verplichtingen zoals genoemd in artikel 4;

    • b.

      sprake is van een openstaande fraudevordering bij een bestuursorgaan die is geconstateerd binnen vijf jaar voorafgaand aan het verzoek om schuldhulpverlening. Bij het bepalen van deze termijn, tellen openstaande fraudevorderingen die zijn ontstaan vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels mee;

    • c.

      een aanvraag door toedoen van de aanvrager is beëindigd of ingetrokken.

    • d.

      een traject schuldregeling tussentijds is beëindigd (minnelijk en wettelijk). De termijn hiervoor is - afhankelijk van de fase waarin traject zicht bevindt – één jaar na datum van beëindiging;

    • e.

      schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 5 sub a, c, d, e of f. De termijn hiervoor is één jaar na datum van beëindiging;

    • f.

      indien het wettelijke traject schuldsanering van toepassing is verklaard op verzoeker.

  • 2. Alvorens, ingevolge lid 1 te besluiten tot weigering, wordt verzoeker de mogelijkheid geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. Als schuldeisers weigeren mee te werken, dan geldt deze hersteltermijn niet.

  • 3. In afwijking van lid 1 onderdeel c, d en e kan het college voorlichting, advies, doorverwijzing of stabilisatie aanbieden.

  • 4. In afwijking van lid 1 f kunnen we voorlichting, advies, doorverwijzing, budgetbeheer of budget-begeleiding aanbieden.

Artikel 8. Middelen en Inkomen

Voor de schuldhulpverlening worden middelen van belanghebbende in aanmerking genomen. Tot de middelen worden alle vermogens – en inkomensbestanddelen gerekend waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Voor de beoordeling of en in hoeverre middelen bij de uitvoering van schuldhulpverlening in aanmerking worden genomen, wordt aangesloten bij de werkgroep Rekenmethode Vrij te laten bedrag (VTLB) van de Recofa.

Artikel 9. Nazorg

Bij beëindiging van de schuldhulpverlening beoordeelt het college in welke vorm nazorg wordt aangeboden ter voorkoming van nieuwe schulden.

Artikel 10. Kosten Schuldhulpverlening

De kosten inzet van budgetbeheer worden gedurende de inzet schuldhulpverlening door de gemeente Loon op Zand voldaan. Na afloop van de schuldregeling bij voortzetting budgetbeheer dient een inwoner dit zelf te betalen.

Artikel 9. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1. Het college kan gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien sprake is van bijzondere omstandigheden.

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 10. Aanduiding en inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2021 en worden aangehaald als: “Beleidsregels schuldhulpverlening Loon op Zand”

De beleidsregels toelating tot schuldhulpverlening wordt per 1 januari 2021 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus op 9 november 2021 vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand