Verordening nadeelcompensatie gemeente Horst aan de Maas 2022

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie gemeente Horst aan de Maas 2022

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    Aanvrager: degene die een aanvraag om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.

  • 2.

    Adviescommissie: de schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening;

  • 3.

    College: het college van burgemeester en wethouders;

  • 4.

    Gemeente: gemeente Horst aan de Maas;

  • 5.

    Nadeelcompensatie: tegemoetkoming in de schade als bedoeld in Afdeling 15.1 Nadeelcompensatie van de Omgevingswet;

  • 6.

    Wet: Algemene wet bestuursrecht (Awb); Omgevingswet (Ow) en Invoeringswet Omgevingswet (Iw).

Artikel 2. Toepassingsbereik

Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in afdeling 15.1 Nadeelcompensatie van de Omgevingswet juncto artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.

Artikel 3. Opdrachtverstrekking

Binnen twaalf weken na het verstrijken van de datum waarop de aanvraag om schadevergoeding is ontvangen door de gemeente, verstrekt het college aan één of meerdere adviseurs als bedoeld in artikel 6 van deze Verordening, opdracht om ter zake van een aanvraag advies uit te brengen, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6, derde lid van deze Verordening.

Artikel 4. Heffen recht

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van maximaal € 500,- geheven.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1. De aanvrager van schadevergoeding maakt desgewenst gebruik van een door het bestuursorgaan vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. In aanvulling op artikel 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag mede:

    • a.

      als het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving: jaarrekeningen over het jaar waarin schade is geleden en voor zover van toepassing de drie daaraan voorafgaande jaren en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting, of

    • b.

      als het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten: een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte.

Artikel 6. Adviseur of Adviescommissie

  • 1. Een adviescommissie kan bestaan uit één of meer deskundigen.

  • 2. Het bestuursorgaan wint slechts advies in bij een adviescommissie voor zover dat naar zijn oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

  • 3. Advies als bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval niet ingewonnen als:

    • a.

      de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door het bestuursorgaan genomen besluit of verrichte handeling;

    • c.

      de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarvoor al advies is uitgebracht;

    • d.

      de schadevergoeding kennelijk minder bedraagt dan € 1.000,-, omdat die schade binnen het normaal maatschappelijk risico of het normaal ondernemersrisico valt;

    • e.

      naar het oordeel van het bestuursorgaan in de gemeentelijke organisatie voldoende deskundigheid voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

  • 4. Een adviescommissie bestaat uit een of meer deskundigen:

    • a.

      indien het college van oordeel is dat de aanvraag om schadevergoeding betrekking heeft op inkomensderving en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig is op het gebied van accountancy of van financieel economische bedrijfsvoering;

    • b.

      Indien het college van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op schade vanwege waardevermindering van een onroerende zaak en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig is ter zake van de waardering van onroerende zaken en van waardevermindering daarvan.

  • 5. Een adviescommissie kan worden benoemd als:

    • a.

      vaste commissie, waarbij de leden door burgemeester en wethouders voor een termijn van maximaal vier jaar worden benoemd met de mogelijkheid tot herbenoeming voor maximaal vier jaar, of

    • b.

      tijdelijke commissie voor advisering met betrekking tot een of meer aanvragen, door het bestuursorgaan dat de aanvragen behandelt.

Artikel 7. Deskundigheid en onafhankelijkheid

  • 1. Voordat een persoon als adviseur wordt aangewezen, kan het college verlangen dat deze aantoont op grond van opleiding en ervaring deskundig te zijn met betrekking tot de in artikel 6, derde lid bedoelde aspecten waarop deze persoon de aanvraag moet beoordelen.

  • 2. Een adviseur mag niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Eveneens mag een adviseur niet betrokken zijn bij een schadeoorzaak waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 8. Procedure

  • 1. Als advies wordt ingewonnen bij een adviseur of adviescommissie, informeert het college de aanvrager en belanghebbenden.

  • 2. Bij de toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt naast de aanvrager voor zover van toepassing betrokken:

    • a.

      degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten, en

    • b.

      als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht, tenzij:

      • 1°.

        de schadevergoeding redelijkerwijze voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan, of

      • 2°.

        de schadevergoeding voldoende op een andere manier is verzekerd.

Artikel 9. Werkwijze adviseur of adviescommissie

  • 1. Het college stelt aan de adviseur of adviescommissie alle op de aanvraag betrekking hebbende informatie, alsmede de voor de beoordeling daarvan naar het oordeel van de adviseur of van de adviescommissie noodzakelijke bescheiden ter beschikking.

  • 2. De adviseur of adviescommissie stelt aanvrager en de ambtelijk vertegenwoordiger van de gemeente en / of de derde-belanghebbende als bedoeld in artikel 8, tweede lid, sub a van deze verordening in de gelegenheid tot het geven van een mondelinge toelichting.

  • 3. Meegebrachte deskundigen worden in de gelegenheid gesteld een toelichting te geven.

  • 4. Van de toelichting wordt een verslag opgemaakt, dat onderdeel vormt voor het uit te brengen advies.

  • 5. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie bepaalt het tijdstip waarop de adviseur of de adviescommissie de situatie ter plaatse zal bezichtigen en nodigt de aanvrager voor de plaatsopneming uit.

  • 6. Alvorens de adviseur of de adviescommissie haar definitieve advies opstelt, zendt de adviseur of de adviescommissie binnen zestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan uit aan de gemeente, aan de aanvrager, de eventuele derde-belanghebbende als bedoeld in artikel 8, tweede lid, sub a van deze verordening. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn zonder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn van ten hoogste vier weken verlengen.

  • 7. De aanvrager, de gemeente en / of de derde-belanghebbende als bedoeld in artikel 8, tweede lid, sub a van deze verordening maken eventuele bedenkingen tegen het conceptadvies, uiterlijk vier weken na de datum van verzending daarvan, schriftelijk aan de adviseur of de voorzitter van adviescommissie kenbaar.

  • 8. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie stelt binnen acht weken na de in het lid 7 bedoelde termijn een advies uit aan het college, waarbij de betreffende bedenkingen betrokken zijn.

Artikel 10. Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald bij het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt tegelijkertijd met de Omgevingswet in werking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening nadeelcompensatie gemeente Horst aan de Maas 2022’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 februari 2022.

De raad voornoemd,

De voorzitter,

drs. R.F.I. Palmen

De griffier,

mr. R.J.M. Poels