Nadere regels behorende bij de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2022

Geldend van 15-02-2022 t/m heden

Intitulé

Nadere regels behorende bij de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;

gelet op artikel 4, eerste lid, artikel 6, tweede lid, artikel 10, eerste lid, artikel 11 vierde lid, artikel 12, eerste tot en met het vierde lid, artikel 13, zesde lid, artikel 14, artikel 15, eerste tot en met het vierde lid, artikel 16, tweede, vijfde en zesde lid, artikel 17, zesde en zevende lid, artikel 19, eerste en tweede lid, artikel 20, derde en vijfde lid, en artikel 24, eerste lid, van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2022

besluit:

vast te stellen de

de volgende Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen behorende bij de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2022

Artikel 1 Definities

  • 1.

    De definities genoemd in artikel 1 van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2022 zijn ook voor deze nadere regels van toepassing.

  • 2.

    In deze nadere regels wordt verstaan onder:

    • a.

      Beheerverordening: de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2022;

    • b.

      gedenkplaatje: gedenkteken dat kan worden geplaatst op een gedenkplaats;

    • c.

      overschrijven van een uitsluitend recht op een particulier graf: het overschrijven van een uitsluitend recht op een particulier graf bedoeld in artikel 17 van de Beheerverordening;

    • d.

      vlinder: gedenkteken in de vorm van een vlinder die op een vlinderrots geplaatst kan worden;

    • e.

      vlinderrots: gedenkplaats in de vorm van een door het college ter beschikking gestelde en in onderhoud zijnde rots waar een plaatsingsrecht kan worden verleend tot het plaatsen van een vlinder.

Artikel 2 Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor bezoekers opengesteld dagelijks van zonsopgang tot zonsondergang.

  • 2.

    De begraafplaatsen zijn voor hen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, opengesteld van maandag tot en met zaterdag van 08.00 uur tot 17.00 uur.

  • 3.

    Op zondag mogen op de begraafplaatsen geen werkzaamheden worden verricht.

Artikel 3 Samenvoegen van graven

  • 1.

    Een rechthebbende kan bij het college een aanvraag indienen voor het samenvoegen van een graf.

  • 2.

    De aanvraag wordt geweigerd indien de resterende graftermijn minder dan tien jaar bedraagt.

  • 3.

    Onverminderd het tweede lid wordt de aanvraag in het geval van een grafkelder geweigerd indien het samenvoegen naar het oordeel van het college technisch niet uitvoerbaar is.

Artikel 4 Tijden voor het begraven en het bezorgen/verstrooien van as

  • 1.

    De tijden om te begraven, as te bezorgen en te verstrooien zijn:

    • a.

      van 1 maart tot en met 31 oktober: van maandag tot en met zaterdag van 09.00 uur tot 16.00 uur.

    • b.

      van 1 november tot en met 28 (of 29) februari: van maandag tot en met zaterdag van 09.00 uur tot 15.00 uur.

  • 2.

    In het eerste uur na de aanvang van een eerder geplande plechtigheid kan geen andere bezorging plaatsvinden.

Artikel 5 Termijnen grafrechten

  • 1.

    De termijn voor het uitsluitend recht op een particulier graf bedraagt:

    • a.

      voor het doen begraven en begraven houden van overledenen: 20, 30, of 40 jaar;

    • b.

      voor het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een particuliere urnennis: 10, 20 of 30 jaar;

    • c.

      in of op een particulier urnengraf: 10, 20 of 30 jaar;

    • d.

      in of op een particulier graf: voor de duur van de termijn van het desbetreffende graf;

  • 2.

    De termijnen kunnen met 5, 10, 15 of 20 jaar worden verlengd.

  • 3.

    De termijn voor het recht op het gebruik van een algemeen graf bedraagt 10 jaar.

  • 4.

    De termijn voor het gebruik van een urnennnis bedraagt 10, 20 of 30 jaar. Deze termijn kan met 10 jaar worden verlengd.

Artikel 6 Overschrijving van verleende grafrechten

  • 1.

    Aanvragen voor de overschrijving van een grafrecht op een particulier graf worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 2.

    Als datum van binnenkomst geldt de datum van ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 3.

    Een recht op een particulier graf wordt uitsluitend op grond van artikel 17, eerste lid, of artikel 17, vierde lid, van de Beheerverordening  overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon die:

    • a.

      in een familierechtelijke betrekking staat tot de rechthebbende of tot de persoon die in het graf is begraven; of

    • b.

      naar het oordeel van het college duurzaam samenwoonde met de rechthebbende of met de persoon die in het graf is begraven.

  • 4.

    Een recht op een particulier graf wordt uitsluitend op grond van artikel 17, vierde lid, van de Beheerverordening overgeschreven wanneer het recht niet reeds is vervallen, dan wel vervallen is verklaard.

  • 5.

    Een recht op een particulier graf kan uitsluitend op grond van artikel 17, vierde lid, van de Beheerverordening worden overgeschreven voor het doen van een eigen begraving of bezorging van de as.

  • 6.

    De aanvraag tot overschrijving wordt gedaan gedurende de periode van een jaar waarin het college kenbaar heeft gemaakt de grafruimte opnieuw in gebruik te willen nemen voor het doen van begravingen of bezorging van de as.

  • 7.

    Een recht op een particulier graf op de oude begraafplaats Hindeloopen wordt uitsluitend overgeschreven.

Artikel 7 Inrichting en indeling van de begraafplaatsen

Per begraafplaats kunnen aanvullende nadere regels worden gesteld ten aanzien van de inrichting en indeling. Deze worden als bijlage bij deze nadere regels opgenomen.

Artikel 8 Afmetingen van de graven

Per begraafplaats worden nadere regels gesteld ten aanzien van de afmetingen van de graven. Deze afmetingen worden ook in de bijlage bij deze nadere regels opgenomen.

Artikel 9 Uitgifte van graven

  • 1.

    Op de begraafplaatsen Bolsward en Sneek wordt bij de eerste uitgifte van een nieuw graf altijd twee diep uitgegeven.

  • 2.

    Op de begraafplaatsen Hindeloopen, IJlst, Koudum, Molkwerum, Poppenwier, Raerd, Skarl, Stavoren, Wommels, Workum en Ypecolsga wordt bij de eerste uitgifte van een nieuw graf altijd één diep uitgegeven.

  • 3.

    Op de begraafplaats Bolsward worden in de perken 1 tot en met 8, vak a, b, c en d geen nieuwe graven uitgegeven.

  • 4.

    Op de begraafplaats IJlst worden op de kamers 7 en 9 worden geen nieuwe graven uitgegeven.

  • 5.

    Op de begraafplaats Sneek worden op de perken 1, 2, 3 en 5 geen nieuwe graven uitgegeven.

Artikel 10 Urnenruimte, een urnenwand en een urnengalerij met urnennissen

  • 1.

    Een urnenruimte is vervaardigd van beton of kunststof.

  • 2.

    Een bovengronds aangebrachte urnenruimte (in of op het gedenkteken) is gemaakt van duurzaam materiaal. Het afdekplaatje op de urnenruimte is gemaakt van duurzaam materiaal.

  • 3.

    Een urnenwand of een urnengalerij met urnennissen is gemaakt van duurzaam materiaal.

Artikel 11 Grafkelders

  • 1.

    Op de begraafplaats Sneek kan in vak C aansluitend aan de bestaande kelderrij kan een grafkelder worden aangebracht indien wordt voldaan aan de voorwaarden in artikel 16 van de Beheerverordening en het derde lid van dit artikel.

  • 2.

    Een grafkelder is vervaardigd van duurzaam materiaal.

  • 3.

    De melding voor een grafkelder bestaat uit een werktekening en een verklaring waarop ten minste staan vermeld:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort en bewerking van de te gebruiken materialen;

    • c.

      het nummer van het graf of de nummers van de graven waar de grafkelder wordt aangebracht;

    • d.

      de toestemming van de rechthebbende voor het aanbrengen of wijzigen van de grafbedekking voorzien van de NAW-gegevens en de handtekening van de rechthebbende.

Artikel 12 Gedenkplaatsen

  • 1.

    Het college kan op aanvraag, een plaatsingsrecht verlenen aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon. Het plaatsingsrecht wordt verleend, verlengd of overgeschreven met een beschikking.

  • 2.

    Het plaatsingsrecht wordt verleend voor het plaatsen:

    • a.

      van een gedenkteken van 20x10 centimeter op een gedenkplaats voor een termijn van tien, twintig of dertig jaar;

    • b.

      van een vlinder van ten hoogste 15x15 centimeter op een vlinderrots voor een termijn van tien jaar.

  • 3.

    De termijnen in het tweede lid kunnen met vijf, tien, vijftien of twintig jaar worden verlengd.

  • 4.

    De artikelen 17, 18 en 30 van de Beheerverordening zijn van overeenkomstige toepassing op het houders van een plaatsingsrecht.

  • 5.

    De artikelen 21, 23 van de Beheerverordening en artikel 13, eerste tot en met het vijfde lid, van deze nadere regels, zijn van overeenkomstige toepassing op gedenktekens op gedenkplaatsen.

Artikel 13 Grafbedekking

  • 1.

    Degene die werkzaamheden aan een grafbedekking wil verrichten meldt zich vooraf bij de beheerder. Werkzaamheden vinden niet plaats zonder voorafgaande toestemming van de beheerder.

  • 2.

    De grafbedekking met toebehoren wordt opgesteld volgens aanwijzingen van de beheerder. Alle sporen van afval, ontstaan door of ten gevolge van plaatsingswerkzaamheden, worden opgeruimd.

  • 3.

    Verwijderde grafbedekkingen worden alleen opgesteld op de plaats die de beheerder heeft aangewezen. Deze worden binnen een door de beheerder te bepalen termijn verwijderd.

  • 4.

    De grafbedekking overschrijdt het graf niet.

  • 5.

    Voor gedenktekens worden alleen duurzame materialen gebruikt.

  • 6.

    Per begraafplaats worden nadere regels gesteld ten aanzien van de grafbedekking. Deze worden als bijlage bij deze nadere regels opgenomen.

  • 7.

    De melding voor een gedenkteken bestaat uit een werktekening en een verklaring waarop ten minste staan vermeld:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort en bewerking van de te gebruiken materialen;

    • c.

      indien van toepassing de vermelding of de letters en dergelijke ingehakt, opgehakt, van metaal of ander materiaal zijn;

    • d.

      indien van toepassing de aan te brengen tekst;

    • e.

      het nummer van het graf of de nummers van de graven waar het gedenkteken wordt aangebracht of wordt gewijzigd;

    • f.

      de toestemming van de rechthebbende voor het aanbrengen of wijzigen van het gedenkteken voorzien van de NAW-gegevens en de handtekening van de rechthebbende.

Artikel 14 Grafbeplanting

  • 1.

    Grafbeplanting in de vorm van heesters, bodembedekkers, vaste planten, eenjarige gewassen, potplanten en bloemen in losse vazen, coniferen, losse bloemen, bollen en knollen is toegestaan.

  • 2.

    Vorstgevoelig materiaal (waaronder begrepen losse potten en vazen) wordt voor de vorst opgeruimd.

  • 3.

    De grafbeplanting moet beheersbaar zijn en blijven.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1.

    De Nadere regels behorende bij de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2018 worden ingetrokken.

  • 2.

    De Beleidsregels behorende bij de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2018 worden ingetrokken.

  • 3.

    Deze regeling treedt in werking op de dag dat de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2022 in werking treedt.

  • 4.

    Deze regeling kan worden aangehaald als: Nadere regels behorende bij de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân in zijn vergadering van 30 november 2021,

mr. drs. J.A. de Vries, burgemeester

P. Zondervan, secretaris.