Preventie- en Handhavingsplan Drank- en Horecawet gemeente Beesel 2019-2022

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Intitulé

Preventie- en Handhavingsplan Drank- en Horecawet gemeente Beesel 2019-2022

Hoofdstuk 1 ALGEMEEN

1.1. Inleiding

Op grond van de bepalingen van de Drank- en Horecawet (DHW) moet de raad iedere 4 jaar een preventieplan over het alcoholgebruik onder met name jongeren vaststellen, alsmede een handhavingsplan.

In 2012 heeft de gemeenteraad van Beesel het alcohol- en drugsbeleid voor jongeren in de gemeente Beesel 2013 – 2016 vastgesteld. Dat beleid liep parallel aan het lokaal gezondheidsbeleid ‘Samen werken aan gezondheid’ en het jeugdbeleid ‘Jong zijn in Beesel’.

Op 17 februari 2014 is het eerste Handhavings- en sanctiekader Drank- en Horecawet door de gemeenteraad vastgesteld.

Met dit nieuwe 4-jarig Preventie- en Handhavingsplan (PH) wordt de preventie en handhaving DHW voor het eerst in één plan gepresenteerd.

De DHW stelt regels aan inrichtingen en ondernemers die alcohol schenken dan wel verstrekken. Dit PH is dan ook van toepassing op verschillende domeinen: cafés, restaurants, kantines (verenigingen), supermarkten, evenementen en slijterijen, die allemaal gecontroleerd moeten worden. Vanaf 2014 zijn deze verkooppunten van alcohol met enige regelmaat gecontroleerd. In de afgelopen jaren is de raad via “Waar staat je gemeente” geïnformeerd over de resultaten van die controles. Vanaf 2017 wordt het horizontale toezicht via de Wet Revitalisering Generiek Toezicht (WRGT) geregeld.

Het PH beschrijft de methode of de werkwijze hoe een toezichthouder een sanctie vaststelt. Het vaststellen van een sanctie is gekoppeld aan de ernst van overtredingen en de risico’s die hieraan verbonden zijn.

Tevens wordt in het PH de frequentie van controle geregeld.

1.2 Uitgangspunten handhavend optreden

Bij het constateren van overtredingen van wet- en regelgeving stellen we als algemeen uitgangspunt, dat we tegen overtredingen optreden. Dit uiteraard voor zover de wettelijke bevoegdheden en de prioriteitenstelling van de handhavingpartners dit toelaten.

Daarnaast hanteren we de volgende uitgangspunten:

  • Het PH is er op gericht overtredingen op te heffen en herhaling te voorkomen. Het PH is er tevens op gericht risicovolle situaties op te heffen;

    • a)

      de mogelijke gevolgen van die overtreding, en;

    • b

      de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan, en;

    • c

      het gedrag van de overtreder. Het gaat hier om gedragingen die nagelaten worden of worden gedaan om naleving van het wettelijk voorschrift mogelijk te maken, en;

    • d

      de voorgeschiedenis, en;

    • e

      het subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel: De maatregel dient te worden toegepast die het minst ingrijpend is en het best passend is om het gestelde doel te bereiken. Dit betekent dat bij een overtreding niet standaard één bepaalde maatregel mogelijk is. De toezichthouder bepaalt in elke specifieke situatie welke sanctie de beste is. Daarbij treedt hij corrigerend en eventueel ook sanctionerend op;

    Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van de juiste maatregel wordt rekening gehouden met:

  • De toezichthouder gaat uit van vertrouwen in zijn contacten met de ondernemer;

  • Blijft een ondernemer of burger volharden in zijn overtreding, dan wordt de maatregel ook daadwerkelijk toegepast of uitgevoerd;

  • Zowel het bestuursrecht als het strafrecht kan worden toegepast.

1.3 Basis handhaving

De wettelijke bevoegdheid voor het toezicht houden op het naleven van wetten en regels is gelegen in artikel 125 van de Gemeentewet en in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

In enkele bijzondere gevallen is de handhavingsbevoegdheid geregeld in de desbetreffende bijzondere wet. Verder zijn in de artikelen 172 t/m 176a van de Gemeentewet diverse bevoegdheden toegekend aan de burgemeester in het kader van handhaving van de openbare orde, het toezicht op openbare gelegenheden, ordeverstoring vanuit woningen, ongeregeldheden e.d.

Hoofdstuk 2. DEFINITIES EN WETTELIJKE BASIS / categorie overtredingen

2.1 Definities overtreding

Overtredingen zijn ingedeeld in drie categorieën naar ernst van de overtreding, namelijk: categorie 1 (ernstige overtreding), categorie 2 (overtreding), categorie 3 (geringe overtreding).

Categorie 1 (ernstige overtreding)

Een categorie 1 overtreding is een handeling of gedraging die in strijd is met de daarop van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en normen. De overtreding heeft een zodanig karakter, dat er sprake is van een acuut gevaar voor:

  • de volksgezondheid en / of;

  • de veiligheid van de bevolking in het geding is.

Categorie 2 (overtreding)

Een categorie 2 overtreding is een handeling of gedraging die in strijd is met de daarop van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en normen. De overtreding heeft een zodanig karakter, dat er weliswaar geen sprake is van een categorie 1 overtreding, maar dat de handeling of gedraging dusdanig ongewenst is dat herhaling van de overtreding moet worden voorkomen, Dat laatste ook met het oog op voorkoming van het ontstaan van een categorie 1 overtreding.

Categorie 3 (geringe overtreding)

Een categorie 3 overtreding is een handeling of gedraging die niet in overeenstemming is met de wettelijke voorschriften en normen, maar die niet (ook niet bij herhaalde handeling of gedrag) leidt tot een categorie 1 of 2 overtreding. Dit zijn bijvoorbeeld administratieve vereisten, signaleringen en gedragingen.

2.2 Gebruikte begrippen

Boeterapport (BR)

Het rapport waarin overtredingen worden vastgelegd. Overtredingen van de Drank- en Horecawet worden over het algemeen afgehandeld door het opleggen van een bestuurlijke boete. Een bevoegde opsporingsambtenaar (een opsporingsambtenaar is namelijk toezichthouder totdat hij een overtreding constateert (twee petten)) kan een boeterapport opmaken, indien de betreffende regelgeving in de mogelijkheid van het opleggen van een bestuurlijke boete voorziet. Het boeterapport wordt - conform de aan een dergelijk boeterapport gestelde eisen - opgesteld voor het opleggen van een bestuurlijke boete.

Handhaven

Het toezicht houden op de naleving van wettelijke voorschriften en het opsporen van overtredingen van wettelijke voorschriften.

Hercontrole

Een hercontrole is een controle die volgt op een officiële eerdere controle waarbij een overtreding is geconstateerd. Naar aanleiding van die constatering wordt het noodzakelijk geacht om binnen een na de eerste controle aangegeven termijn middels een volgende controle na te gaan of afdoende corrigerende maatregelen zijn genomen of om de omvang van een probleem vast te stellen.

Inbeslagname

Het door de opsporingsambtenaar onder zich nemen of gaan houden van daarvoor vatbare voorwerpen ten behoeve van de strafvordering.

Toezichthouder

De toezichthouder die bedoeld als in artikel 41 Drank- en Horecawet controles uitvoert / toezicht uitoefent.

Controle

Het beoordelen van (bedrijfs)processen en / of zaken om vast te stellen of die voldoen aan de gestelde wettelijke voorschriften.

Controlerapport

De bevindingen van een uitgevoerde controle. Aan de hand van een controlerapport kan worden overgegaan tot het opleggen van een (vooraankondiging) last onder dwangsom.

Handhaving

Elk instrument dat de gemeente Beesel gebruikt om naleving van wettelijke voorschriften te bevorderen.

Preventie- en Handhavingsplan Drank- en Horecawet (PH)

Het Preventie- en Handhavingsplan dat de gemeente Beesel toepast om geconstateerde overtredingen te doen opheffen en in de toekomst te voorkomen. Hierbij rekening houdend met de ernst van de overtreding, houding en gedrag van de ondernemer en de risico’s die verbonden zijn aan de overtreding.

Handhavingsgrens

De handhavingsgrens is de grens waarop een overtreding is ingedeeld naar ernst van de overtreding. Is hetzelfde als de status in de controlemethodiek.

Hotspot

Gelegenheid waar alcohol verkocht wordt en waar jeugd te verwachten is.

Mededeling

Een mededeling (mondeling of per brief) aan een ondernemer, met daarin een door de gemeente Beesel geconstateerde tekortkoming waarvoor geen maatregel wordt genomen.

Melding / klacht

Informatie die voor de gemeente Beesel relevant kan zijn in relatie tot het toezicht.

Mondelinge waarschuwing

Een mondelinge mededeling aan de ondernemer van een geconstateerde overtreding. Een mondelinge waarschuwing wordt altijd schriftelijk bevestigd.

Nalevingshulp

Het verstrekken van informatie en geven van ondersteuning aan de ondernemer om deze te helpen met het begrijpen en naleven van de regels. Het geven van uitleg over wettelijke voorschriften waarvan de handhaving aan de gemeente Beesel is opgedragen. Informatieverstrekking is gericht op de bevordering van de naleving van de wettelijke voorschriften.

Ondernemer

De (rechts)persoon die een onderneming exploiteert of beheert.

Opsporen

Onderzoek naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat een strafbaar feit is begaan (artikel 132a Wetboek van Strafvordering). Opsporing is gericht op individuele (rechts)personen of zaken. In het onderzoek wordt bewijs verzameld dat één of meerdere overtredingen zijn begaan en / of niet voldaan wordt aan de wettelijke voorschriften. Wordt het vermoeden van strafbare feiten bevestigd, dan wordt door middel van het opleggen van maatregelen tegen deze handelwijze bestuursrechtelijk of strafrechtelijk opgetreden.

Verschillende toezichthouders zijn hiertoe op een aantal met name genoemde rechtsgebieden als buitengewoon opsporingsambtenaar bevoegd op basis van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar. De controles worden in samenwerking met de gemeente Venlo uitgevoerd.

Proces-verbaal (PV)

Een proces-verbaal is een door de Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) ondertekend verslag van een handeling, bevinding of proces. De door de minister van Justitie aangewezen Buitengewoon Opsporingsambtenaren zijn bevoegd om overtredingen strafrechtelijk op te sporen (artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 17 van de Wet op de economische delicten) en de daaraan verbonden maatregel, het opmaken van proces-verbaal, te nemen.

Recidive

Er is sprake van recidive wanneer er reeds wegens een soortgelijk feit een onherroepelijke boete of straf is opgelegd.

Sanctionerende of herstelmaatregel

Een maatregel die een bestraffend of een herstellend karakter heeft.

Mogelijke sanctionerende of herstelmaatregelen zijn:

  • Opleggen van een last onder bestuursdwang, waarbij door feitelijk handelen de overtreding door of namens gemeente ongedaan wordt gemaakt (artikel 125 van de Gemeentewet en 5:24 van de Awb). Hieronder valt ook het sluiten en verzegelen van gebouwen en terreinen. De kosten van het toepassen van bestuursdwang moeten in beginsel worden verhaald op de overtreder;

  • Opleggen van een last onder dwangsom, waarbij onder dreiging van het invorderen van een geldbedrag de overtreding ongedaan moet worden gemaakt binnen een daarvoor gestelde termijn en / of voortduring en herhaling moet worden voorkomen; de last kan ook preventief worden opgelegd (art. 5:32 van de Awb). Als de overtreding niet binnen de gestelde termijn is hersteld danwel de overtreding niet wordt voorkomen verbeurt de overtreder van rechtswege een dwangsom. Een verbeurde dwangsom moet in beginsel worden ingevorderd;

  • (Tijdelijke) sluiting van de inrichting ingevolge de APV, de Drank- en Horecawet en artikel 174 Gemeentewet;

  • Ontzeggen van de toegang tot een ruimte indien in strijd met de Drank- en Horecawet alcoholhoudende drank wordt verstrekt (artikel 36 van de Drank- en Horecawet);

  • Intrekken van de vergunning ingevolge de APV en/of de Drank- en Horecawet;

  • Opleggen van een bestuurlijke boete (artikel 44a Drank- en Horecawet);

  • Schorsen van de Drank- en Horecavergunning (artikel 32 Drank- en Horecawet);

  • Tijdelijk stilleggen van de alcoholverkoop in de detailhandel (three strikes out) (artikel 19a Drank- en Horecawet). Voor die maatregel dient een aparte beleidsregel opgesteld te worden. Die beleidsregel dient tenminste te bevatten:

    • De verwijtbaarheid van de overtreding (leeftijd: had je moeten vragen of had je moeten weten)

    • de duur van de sluiting van de alcoholverkoop per overtreding;

    • overige afwegingen die gemaakt dienen te worden (maatwerk).

  • Opmaken proces-verbaal pro Justitia.

2.3 Wettelijke Basis

De wettelijke basis voor het PH is: de Drank- en Horecawet, Algemene Plaatselijke Verordening en de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 3. PREVENTIE

3.1 Terugblik

Zoals eerder opgemerkt heeft de raad in 2012 het alcohol- en drugsbeleid voor jongeren in de gemeente Beesel 2013 – 2016 vastgesteld.

In die vier jaar hebben we samen met partners de activiteiten die in het bijbehorende uitvoeringsplan stonden - onder de vlag van ‘Lekker Frizz!‘ de regionale jongeren en alcoholcampagne - uitgevoerd.

De regio heeft geconcludeerd dat de naam en het logo van Lekker Frizz! nog steeds onvoldoende bekend zijn onder jongeren, ouders, maar ook onder partners. Daarom hebben de gemeenten in Noord-Limburg ervoor gekozen de naam los te laten en gebruik te maken van de landelijke campagne Nix18.

Ook hebben we geconstateerd dat acties alleen een kans van slagen hebben als er voldoende draagvlak voor is. Dat draagvlak wordt vergroot als jeugdigen, ouders en partners zelf de activiteiten initiëren en organiseren.

Diverse in de beleidsperiode uitgevoerde activiteiten zijn geborgd, zoals:

  • het aanpassen van de schenktijden van de paracommerciële horeca in de Drank en horecaverordening (geen verstrekking van alcohol tijdens jeugdactiviteiten) en het beperken van de mogelijkheden voor inzet van prijsacties;

  • het maken van afspraken met het onderwijs over een alcoholvrije schoolomgeving;

  • het thema jongeren en alcoholgebruik heeft een prominentere plek gekregen in het evenementenbeleid. Organisatoren van de meeste evenementen maken nu gebruik van de ID-swiper en de polsbandjes die door de gemeente worden verstrekt;

  • Het geven van de training Instructie Verantwoord Alcohol schenken (IVA) aan een gedeelte van de verenigingen.

3.2 De komende periode

Voor de beleidsperiode 2017-2020 is nieuw integraal jeugdbeleid opgesteld. Het gezondheidsbeleid voor de doelgroep jongeren maakt hier onderdeel van uit. Het beleid heeft betrekking op drie leefgebieden: gezond en veilig opgroeien, een goede voorbereiding op de toekomst en talentontwikkeling in de gemeenschap. Voor ieder leefgebied zijn doelen opgesteld en samen met partners zijn speerpunten geformuleerd. Een van de speerpunten heeft betrekking op middelengebruik door jongeren.

In het jeugdbeleid staan kinderen en jongeren tot 24 jaar centraal. Deze leeftijdsgrens hanteren we ook in voorliggend plan. Hoewel de leeftijdsgrens voor het drinken van alcohol 18 jaar betreft, zijn de hersenen van jongeren nog in ontwikkeling tot hun 24e. (Overmatig) alcoholgebruik heeft invloed op deze ontwikkeling.

Meedenken en meedoen staat in het nieuwe jeugdbeleid centraal. Dit betekent dat we diverse huidige acties, zoals hierboven aangegeven continueren, maar dit betekent ook dat jeugdigen, ouders en partners zelf ideeën aan kunnen dragen en uitvoeren die betrekking hebben op één of meerdere speerpunten. De regeling meedenken en meedoen! is in het leven geroepen om de uitvoering van die initiatieven financieel mogelijk te maken.

Het nieuwe jeugdbeleid biedt meer ruimte voor initiatieven vanuit de gemeenschap. Omdat in dat nieuwe jeugdbeleid de thema’s alcohol- en middelengebruik zijn meegenomen hebben we besloten de uitvoering van het alcohol- en drugsbeleid in de periode 2013 - 2016 niet te continueren.

Naast de geborgde acties uit de vorige beleidsperiode en de initiatieven vanuit de gemeenschap blijven we via de volgende manieren inzetten op de vier landelijke pijlers van het integraal alcoholbeleid:

  • Sinds eind 2017 heeft de gemeente Beesel een preventieteam. Het team bestaat uit medewerkers van de basisvoorzieningen (JGZ, kinderopvang, scholen PO en VO, huisartsen), aanbieders (zoals Synthese, GGD, Vincent van Gogh) en gemeente (beleidsmedewerkers jeugd en gezondheid, de JOGG regisseur, sport- en cultuurcoach, de gedragswetenschapper en gezinscoaches). Het team is de plek waar vraag en aanbod rondom preventie bij elkaar komen. Per schooljaar wordt er een preventie agenda gemaakt voor de doelgroepen 0 – 4 jaar, 4 – 12 jaar en 12 – 18+ jaar. Inzet op weerbaarheid komt terug bij alle leeftijdscategorieën. Het thema jongeren en alcohol (en drugs) komt terug bij laatstgenoemde doelgroep. Hiermee zetten we in op de pijlers voorlichting en educatie en signalering, advies en ondersteuning.

  • In de gemeente Beesel werken we met een team van aandachtsfunctionarissen vroegsignalering. De deelnemers van het team zijn werkzaam bij de basisvoorzieningen voor de doelgroep 0 – 100 jaar in onze gemeente. Het team bepaalt op welke gebieden de vroegsignalering betrekking heeft. Huiselijk geweld vormt in ieder geval één van de speerpunten. Middelengebruik kan eveneens een aandachtspunt zijn. Daarnaast zal het team de trends en ontwikkelingen volgen en de achterban ondersteunen en versterken. Hiermee zetten we in op de pijler signalering, advies en ondersteuning.

  • Ook met het gezinscoachteam zetten we in op signalering, advies en ondersteuning. De gezinscoaches bieden zelf ondersteuning of verwijzen door naar bijvoorbeeld Vincent van Gogh wanneer nodig.

  • Ten aanzien van bewustwording bij ouders maken we gebruik van de landelijke Nix18 campagne. Via de lokale communicatiekanalen brengen we de boodschap bij ouders onder de aandacht. Hiermee zetten we in op de pijler voorlichting en educatie.

  • Vanuit de JOGG aanpak (Gewoon samen fit) en specifiek de gezonde kantine zetten we in op het beperken van beschikbaarheid van o.a. alcohol. Hiermee leveren we een bijdrage aan de pijler fysieke en sociale omgeving.

  • We blijven onderdeel uitmaken van het regionaal afstemmingsoverleg. Op die plek worden best practices met elkaar uitgewisseld en worden zaken daar waar mogelijk gezamenlijk opgepakt. Bij goede regionale initiatieven haken we aan. In het overleg komen alle pijlers van het integraal alcoholbeleid aan bod.

  • Ten aanzien van de pijler regelgeving en handhaving stemmen de teams welzijn en Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving samen af hoe we de controle van de leeftijdsgrens gaan uitvoeren.

Hoofdstuk 4. WERKWIJZE

4.1 Werkwijze toezichthouder

De toezichthouder heeft de taak om bij (een) geconstateerde overtreding(en) de ernst van de overtreding(en) te beoordelen in het licht van de totale bedrijfsvoering in de gecontroleerde onderneming. Die beoordeling doet de toezichthouder op basis van zijn technisch inhoudelijke kennis, zijn kennis van de wettelijke voorschriften die van toepassing zijn en zijn kennis van het PH.

4.2 Indeling ernst overtredingen

De volgende uitgangspunten gelden voor de keuze van maatregelen op basis van de ernst van de overtredingen:

  • Categorie 1 (ernstige overtreding):

    Bij Categorie 1 overtredingen gaat het om urgente, ernstige zaken die direct dienen te worden beëindigd. Er is sprake van acuut gevaar voor de volksgezondheid en / of de veiligheid is in het geding. Er is snelheid vereist om tot beëindiging van de overtreding te komen.

    De toezichthouder maakt een boeterapport op en kondigt een afdoende corrigerende maatregel af. Daarmee neemt hij het daadwerkelijke risico weg. Er wordt een hercontrole uitgevoerd. Indien hij bij hercontrole dezelfde of soortgelijke overtreding vaststelt, handelt hij op dezelfde wijze. Daarnaast kan worden gekozen voor bestuursrechtelijke handhavingsmaatregelen zoals bijvoorbeeld het intrekken van de vergunning.

    Voorbeelden van categorie 1 overtredingen zijn: ondernemer exploiteert een DHW-inrichting zonder uitzicht op legalisatie; leidinggevende voldoet niet langer aan een of meerdere aan hem gestelde eisen zoals de zedelijkheidseis; alcohol verstrekken wat tot verstoring openbare orde, veiligheid of zedelijkheid leidt.

  • Categorie 2 (overtreding):

    Categorie 2 overtredingen zijn ernstige overtredingen, maar er is geen sprake van een acute (gevaar)situatie. Een overtreding kan ook als categorie 1 worden aangemerkt als er verzwarende omstandigheden met betrekking tot de overtreder aan de orde zijn. De toezichthouder legt een bestuursrechtelijke maatregel op. Er wordt een hercontrole uitgevoerd. Indien de toezichthouder bij een hercontrole dezelfde of soortgelijke overtreding vaststelt, wordt de bestuurlijke maatregel geëffectueerd.

    Voorbeelden van categorie 2 overtredingen zijn: alcohol verstrekken aan 18-minners, geen leidinggevende aanwezig; overschrijden sluitingsuur (APV); handelen in strijd met vergunningsvoorschrift.

  • Categorie 3 (geringe overtreding):

    Categorie 3 overtredingen zijn de overige overtredingen. Deze overtredingen zijn van minder belangrijke aard, bijvoorbeeld administratieve vereisten, signaleringen en gedragingen.

Bij een overtreding of een ernstige overtreding maakt de toezichthouder een afspraak over het opheffen van de overtreding. Er wordt een hercontrole uitgevoerd. Bij ernstige overtredingen is de hercontroletermijn zo kort mogelijk. Op evenementen voert hij, indien mogelijk, tijdens het evenement (zelfde dag, volgende dag), anders tijdens de volgende editie van het evenement een hercontrole uit.

Bij de bepaling van de maatregel op basis van de ernst van de overtreding (status van de overtreding), dienen de omstandigheden te worden meegewogen. De omstandigheden kunnen leiden tot een andere maatregel dan de hierboven beschreven algemene uitgangspunten.

In onderstaande tabel is per type overtreding schematisch aangegeven welke maatregel(en) opgelegd worden.

Overtreding

Acties

Categorie 1 (ernstige overtreding)

Direct toepassen bestuurlijke maatregel of strafrecht

  • Geen begunstigingstermijn

  • Afschrift aan Politie?

  • Bestuurlijke boete

Categorie 2 (overtreding)

  • 1.

    Herstelsanctie:

    • opleggen last onder dwangsom, of;

    • opleggen last onder bestuursdwang.

    • Mogelijkheid geven tot indienen zienswijze, voordat de last onder dwangsom/bestuursdwang wordt opgelegd. In deze zienswijze heeft de overtreder de mogelijkheid het tegendeel te bewijzen.

    • Andere bestuursrechtelijke maatregel.

    • Afschrift aan Politie?

  • 2.

    Indien niet tijdig hersteld:

    • Verbeuren en innen last onder dwangsom, of;

    • Uitvoering last onder bestuursdwang

Categorie 3 (geringe overtreding)

  • 1.

    Bestuurlijke waarschuwing (vooraankondiging last onder dwangsom)

    • Voornemen met hersteltermijn bekend maken

    • Termijn zienswijze bekend maken

    • Afschrift aan Politie?

  • 2.

    Indien niet tijdig hersteld

    • -

      opleggen last onder dwangsom, of;

    • -

      opleggen last onder bestuursdwang).

    • -

      Afschrift aan Politie?

  • 3.

    Indien niet tijdig hersteld:

    • Verbeuren en innen last onder dwangsom, of;

    • Uitvoering last onder bestuursdwang

Bij een hercontrole naar aanleiding van een boeterapport/proces verbaal weegt de voorgeschiedenis zwaar mee. Indien de tekortkoming niet verholpen is en de mate van ernst zou leiden tot een hogere categorie overtreding, maakt de toezichthouder in principe wegens die voorgeschiedenis, weer een boeterapport / proces verbaal op.

Bestuurlijke boete

De DHW kent het instrument bestuurlijke boete. De bestuurlijke boete kan zonder waarschuwing en rechtstreeks, zonder tussenkomst van de rechter, worden opgelegd. De boete die wordt geïnd valt toe aan de gemeente. Het voordeel van die maatregel is dat direct kan worden gereageerd op een overtreding (lik op stuk). Er dient rekening gehouden te worden met verhoging van de genoemde bestuurlijke boetebedragen in verband met recidive (zie hiervoor het Besluit Bestuurlijke boete Drank- en Horecawet). Het is aan de beoordelingsvrijheid van de toezichthouder om over te gaan tot het opleggen van de bestuurlijke boete. De toezichthouder toetst in alle situaties of een bestuurlijke boete opgelegd moet worden. De omvang en de ernst van de overtreding weegt hij mee.

In bepaalde gevallen kan, gelet op artikel 44a, derde lid, aanhef onder a en b van de DHW geen bestuurlijke boete worden opgelegd, maar dient er te worden gekozen voor strafrechtelijke handhaving, zoals is vastgelegd in de Richtlijn voor strafvordering Drank- en Horecawet van het Openbaar Ministerie. Dit betreft de volgende gevallen:

  • a.

    de overtreding een direct gevaar voor de gezondheid of veiligheid van de mens tot gevolg heeft;

  • b.

    de in de bijlage ter zake van de overtreding voorziene bestuurlijke boete aanmerkelijk wordt overschreden door het met de overtreding behaalde economisch voordeel.

Hotspots

Een hotspot is een locatie waar veel jongeren komen. Gezien de grondslag van de DHW, namelijk het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren, wordt hierin strenger opgetreden. Bij een hotspot gaan we sneller over tot het opleggen van een strafmaatregel.

4.3 Uitvoeringstrategie

Als uitgangspunt geldt: “Wie A zegt, moet ook B zeggen”! Zodoende moet een eenmaal opgestart handhavingstraject ook worden afgerond. Het handhavend optreden door gemeente, politie en het Openbaar Ministerie (OM) moet immers effectief en geloofwaardig zijn. Anders wordt het PH een papieren tijger en neemt het naleefgedrag af.

Elke overtreding dient dus in beginsel te leiden tot handhavend optreden. Uiteraard afhankelijk van de bevoegdheden en de prioriteitenstelling.

De opgelegde bestuurs- en strafrechtelijke maatregelen dienen daadwerkelijk ten uitvoer te worden gelegd. Dit betekent het daadwerkelijk invorderen van de verbeurde dwangsommen en het effectueren van de bestuursdwang. Voor het daarnaast toepassen van strafrechtelijke sancties dient naar de wettelijke mogelijke samenloop van sancties gekeken te worden (o.a. Algemene wet bestuursrecht en DHW).

4.4 Bepalen zwaarte maatregel

De hoogte van de dwangsom moet proportioneel zijn (in redelijke verhouding te staan) tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsomoplegging.

Voor het bepalen van de dwangsom kunnen bijvoorbeeld de kosten voor het ongedaan maken van de overtreding(en) als uitgangspunt worden genomen. De daardoor verkregen hoogte van de dwangsom mag in het kader van de beoogde werking worden verhoogd met een “toeslag”, bijvoorbeeld van 25%. Dit is volgens jurisprudentie toegestaan. De dwangsom mag immers niet worden gezien als een afkoopsom. Om die reden en om de beoogde werking van de dwangsomoplegging veilig te stellen, mag de dwangsom hoger zijn dan het bedrag voor het ongedaan maken van de overtreding.

Het opleggen van maatregelen is geen doel op zich. Maatregelen zijn in eerste instantie bedoeld als pressiemiddel om de overtredingen ongedaan te maken. Ook kan van het nemen van maatregelen een preventieve werking uitgaan. Blijft een ondernemer of burger echter volharden in zijn overtreding, dan wordt de maatregel ook daadwerkelijk toegepast of uitgevoerd.

Ook bij het inzetten van een last onder bestuursdwang dient de zwaarte van de dwangmaatregel in proportie te staan tot de aard, de gevaarzetting en de urgentie van de overtreding.

Als de maatregel is gericht op een tijdelijke sluiting van een bedrijf, dan dient zowel de sluiting zelf, als de duur van de sluiting in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van de overtreding.

Zoals eerder gesteld, kan er in specifieke situaties worden afgeweken van de in dit PH voorgestelde maatregelen en termijnen. Hierbij is artikel 4:84 Awb van belang. Het bestuursorgaan handelt namelijk overeenkomstig het PH, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen. Geadviseerd wordt wel om de motivatie voor het afwijken in het besluit op te nemen. Enerzijds doet dit recht aan de transparantie van de handhaving en anderzijds wordt daarmee een motiveringsgebrek voorkomen in bezwaar- en beroepzaken.

4.5 Frequentie controles horecabedrijven, evenementen en hotspots

Toezicht in 2019-2022

Vanaf 2015 controleren we alle horecabedrijven en verkooppunten van alcohol volgens onderstaand schema:

  • 1.

    horeca in gebouwen: controle 1 x 2 jaar

  • 2.

    verkooppunten van alcohol zgn hotspots 2 x per jaar (controleren op leeftijd)

  • 3.

    10 evenementen met verkoop alcohol (controle op leeftijd)

In Beesel hebben we 60 horecabedrijven en verkooppunten van alcohol. Hiervan zijn 16 zogenaamde hotspots.

In de afgelopen jaren is gebleken, dat deze frequentie voor wat betreft punt 1 voldoende is. Voor de komende jaren wordt die controlefrequentie voortgezet.

Leeftijdscontroles

In het eerste Handhavings- en sanctiekader is aangegeven dat leeftijdscontrole in regionaal verband zouden worden opgepakt door middel van een BOA-pool. Dit is echter nooit van de grond gekomen.

Vooral de wijze, waarop de leeftijdscontrole moest gebeuren is lange tijd onderwerp van discussie geweest. Inmiddels is hierover duidelijkheid ontstaan.

Vanaf 2019 worden alle horecabedrijven en de verkooppunten 2 keer per jaar op de verkoop van alcohol gecontroleerd. Ook evenementen voor jongeren worden in het controleschema meegenomen.

Voor leeftijdscontroles is jaarlijks € 5000,-- beschikbaar. Indien tijdens deze controles bestuurlijke boetes worden geïnd, worden die ingezet voor de uitvoering van leeftijdscontroles.

Vastgesteld in de raad van 17 december 2018

In werkingtreding: 1 januari 2019.

Ondertekening