Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de gezamenlijke Rekenkamercommissie Limburg Centraal 2022

Geldend van 15-02-2022 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de gezamenlijke Rekenkamercommissie Limburg Centraal 2022

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    Rekenkamercommissie: de rekenkamerfunctie voor de deelnemende gemeenten;

  • c.

    Voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    College: college van burgemeester en wethouders;

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld op basis van artikel 81 oa. van de Gemeentewet en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit 1 lid, tevens zijnde voorzitter.

  • 3. De rekenkamercommissie heeft, conform artikel 182 Gemeentewet, tot taak het onderzoeken van en het adviseren aan de gemeenteraden over de doelmatigheid, de doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door de gemeentebesturen gevoerde beleid en beheer.

Artikel 3 Benoeming voorzitter

  • 1. De raad benoemt de voorzitter van de commissie.

  • 2. Artikel 81f en 81h van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op de voorzitter, met dien verstande dat deze geen lid mag zijn van de raad van een van de deelnemende gemeenten of anderszins als medewerker of adviseur bij een van de deelnemende gemeenten betrokken zijn.

  • 3. De voorzitter wordt benoemd voor een periode van 4 jaar en kan voor maximaal een periode van 4 jaar worden herbenoemd.

Artikel 4 Eed/verklaring en belofte

Ten aanzien van de voorzitter is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat hij alvorens zijn functie te kunnen uitoefenen in de raadsvergadering in handen van de voorzitter de eed of verklaring en belofte aflegt.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit, alsmede tijdelijk terugtreden

  • 1. De deelnemende raden ontslaan de voorzitter of stellen hem op non-actief.

  • 2. Het lidmaatschap eindigt in ieder geval:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die, conform artikel 3, lid 2 van deze verordening onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien de samenstelling van de deelnemende gemeenten en zijn functie conform artikel 3, lid 2 van deze verordening, onverenigbaar wordt met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie.

  • 3. De voorzitter kan door de raad worden ontslagen wanneer hij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen.

  • 4. De raad stelt de voorzitter, op de gronden genoemd in artikel 81d Gemeentewet op non-actief.

  • 5. Indien de voorzitter op non-actief wordt gesteld kan de raad voor de tijdelijke vervanging een regeling treffen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden

  • 1. De voorzitter van de rekenkamercommissie ontvangt een vergoeding voor het doen van onderzoek. De hoogte van deze vergoeding wordt vastgesteld door of namens de gemeenteraden.

  • 2. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget dat de raad op grond van artikel 11 beschikbaar heeft gesteld ten behoeve van de rekenkamercommissie.

Artikel 7 Onderzoeksondersteuning

  • 1. De griffie(r) van de gemeente waar een onderzoek wordt uitgevoerd, staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 2. De organisatie wijst per onderzoek een contactpersoon aan, die eerste aanspreekpunt vormt voor de commissie/de onderzoeker(s).

Artikel 8 In- en uittreden

  • 1. Indien één van de deelnemende gemeenten wil uittreden uit de rekenkamercommissie maakt de uittredende gemeente dit kenbaar aan de overige gemeenten. Een eventueel lopend onderzoek wordt nog afgerond.

  • 2. Op een verzoek van een gemeente om toe te treden tot de rekenkamercommissie wordt een besluit genomen door de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten.

  • 3. De bepalingen van deze verordening zijn van toepassing op een toetredende gemeente.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken, voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 4. Het gemeentebestuur verstrekt desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 5. Het college verstrekt desgevraagd aan de rekenkamercommissie de controle-programma's van hen die met controles belast zijn en licht haar volledig in omtrent de resultaten daarvan door overlegging van rapporten of op andere door de rekenkamercommissie aan te geven wijze.

  • 6. Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed, is het derde lid van overeenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken derde dan wel van degene die de administratie in opdracht van die derde voert.

  • 7. De accountant als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet verstrekt desgevraagd aan de rekenkamercommissie controleprogramma's en licht haar volledig in omtrent de resultaten van zijn controles door overlegging van rapporten of op andere door de rekenkamercommissie aan te geven wijze.

  • 8. De rekenkamercommissie is conform artikel 184, lid 1 Gemeentewet, bevoegd, ten aanzien van de volgende instellingen en over de daarbij genoemde periode, op de wijze als in de vorige leden van dit artikel bepaald, onderzoek te doen bij:

    • a.

      openbare lichamen, bedrijfsvoeringsorganisaties en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijk regelingen waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling;

    • b.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de Gemeente, alleen of samen met andere gemeenten, meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat de Gemeente, alleen of samen met andere gemeenten meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt;

    • c.

      andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de Gemeente, alleen of samen met andere gemeenten of een of meer derden voor rekening en risico van de Gemeente(n) rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening over garantie heeft verstrekt ten bedrage van tenminste 50% van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

  • 9. De rekenkamercommissie is bevoegd collegeleden, raadsleden, ambtenaren, externe deskundigen en bestuurders en medewerkers van instellingen als bedoeld in lid 8, uit te nodigen tot het geven van toelichtingen of het anderszins bijwonen van een vergadering.

  • 10. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 11. Voor de uitvoering van een onderzoek kan de rekenkamercommissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 12. De rekenkamercommissie stelt betrokkene(n) in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, te reageren op de weergave van de feitelijke informatie (concept eindrapport zonder conclusies en aanbevelingen) zoals die door betrokkene(n) is/zijn verstrekt, informatie die verkregen is buiten betrokkene(n) om en op de gevolgtrekkingen door onderzoekers die de betrokkene(n) betreffen, alvorens aan opdrachtgever wordt gerapporteerd. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie voorts als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 13. Na vaststelling door de rekenkamercommissie wordt het definitieve onderzoeksrapport inclusief de conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie biedt jaarlijks, tijdig voor de in artikel 191 van de Gemeentewet bedoelde vaststelling van de programmabegroting, de raad een onderzoeksprogramma aan en een ontwerp voor de begroting met toelichting.

  • 2. De raad regelt in zijn programmabegroting welk budget hij beschikbaar stelt voor onderzoekskosten van de rekenkamercommissie. Ten laste van het budget voor onderzoekskosten worden gebracht:

    • a.

      de vergoeding aan de voorzitter voor het zelf uitvoeren van onderzoek;

    • b.

      de vergoeding aan externe deskundigen die door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

  • 3. Het begrotingsjaar is het kalenderjaar.

  • 4. Indien de begroting of een besluit tot wijziging daarvan niet is goedgekeurd, behoeft de rekenkamercommissie tot het aangaan van verplichtingen de toestemming van de raad.

  • 5. De rekenkamercommissie legt jaarlijks, tijdig voor de in artikel 198 Gemeentewet bedoelde vaststelling van de jaarrekening, aan de raad over elk begrotingsjaar verantwoording af, onder overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag.

Artikel 12 Aansprakelijkheid

De rekenkamercommissie wordt door de deelnemende gemeenten gevrijwaard tegen alle aanspraken van derden die direct of indirect, middellijk of onmiddellijk uit de uitvoering van de functie als voorzitter van de rekenkamercommissie voortvloeien. De voorzitter is alleen aansprakelijk voor eventuele schade tijdens de uitvoering van een onderzoek indien er sprake is van opzet en/of grove schuld van de voorzitter zelf.

Artikel 13 Intrekken oude verordening

Bij inwerkingtreding van deze verordening wordt de door de raad van de Gemeente Meerssen bij besluit van 8 september 2016 vastgestelde Verordening op de Rekenkamercommissie 2016 ingetrokken.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de gezamenlijke Rekenkamercommissie Limburg Centraal 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Meerssen in zijn vergadering van 9 februari 2022.

De griffier,

De voorzitter,