Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR672738
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR672738/1
Coffeeshopbeleid gemeente Zaanstad 2022
Geldend van 12-02-2022 t/m heden
Intitulé
Coffeeshopbeleid gemeente Zaanstad 2022De burgemeester van Zaanstad,
Gelet op artikel 174 van de Gemeentewet, artikel 13b van de Opiumwet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene plaatselijke verordening Zaanstad,
besluit:
Tot het vaststellen van het Coffeeshopbeleid gemeente Zaanstad - 2022.
Inhoudsopgave
1 Inleiding
2 Doelstellingen beleid
3 Beleidswijzigingen 2022
4 Juridisch kader
Beleidsregels
Artikelsgewijze toelichting
Bijlage 1 Veiligheidsplan Coffeeshop
1 Inleiding
In Zaanstad werd in 1999 voor het eerst coffeeshopbeleid vastgesteld. In het beleid werd een maximumstelsel van drie coffeeshops opgenomen. Het coffeeshopbeleid is nadien (in 2017 en 2019) gewijzigd om te blijven voldoen aan een aantal maatschappelijke, geografische en juridische ontwikkelingen, maar het maximumstelsel van drie coffeeshops is in stand gebleven.
Deze drie coffeeshops mochten zich tot voorkort binnen de gemeente Zaanstad alleen in Zaandam vestigen mits zij voldeden aan de locatiecriteria die in het coffeeshopbeleid zijn opgenomen en als zij over een horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop en een gedoogverklaring beschikten.
Begin 2021 heeft een meerderheid van de raad (na het geven van een zienswijze in het Zaanstad Beraad) laten weten een coffeeshop in Zaanstad Noord te willen. De burgemeester voert deze wens uit. Deze wijziging van het coffeeshopbeleid maakt het dan ook mogelijk dat één van de drie coffeeshops zich in Zaanstad Noord vestigt. Op dit moment zijn er twee coffeeshops in Zaandam vergund. De vergunning die momenteel beschikbaar is voor een coffeeshop zal worden verleend aan een coffeeshop in Zaanstad Noord.
2 Doelstellingen beleid
De doelstellingen van het coffeeshopbeleid van de gemeente Zaanstad zijn:
- •
bescherming van het woon- en leefklimaat;
- •
tegengaan van overconcentratie van verkooppunten van softdrugs;
- •
voorkomen van verstoring van de openbare orde.
Het beleid sluit aan bij de landelijke kaders en ondersteunt de landelijke doelstellingen:
- •
voorkomen van handel in drugs vanuit niet-gedoogde verkooppunten en straathandel;
- •
beschermen van de volksgezondheid tegen het gebruik van drugs in zijn algemeenheid en in het bijzonder voor personen onder de 18 jaar.
3 Beleidswijzigingen 2022
In het beleid zijn de volgende wijzigingen verwerkt:
Aanpassing locatiecriterium
Op basis van de uitkomsten van het bestemmingsplanonderzoek1 is Artikel 7 (locatiecriterium lid C ‘mogelijke vestigingslocaties’) aangepast zodat er in plaats van drie coffeeshops in Zaandam, twee coffeeshops in Zaandam en één coffeeshop in Zaanstad-Noord gevestigd kan worden. Het gebied waarin een coffeeshop gevestigd kan worden is daarmee uitgebreid en verwerkt in dit beleid, rekening houdend met het bestemmingsplanonderzoek. Het maximum aantal coffeeshops binnen de gemeente Zaanstad (drie) blijft ongewijzigd.
Vervallen van de overgangsbepaling
Het artikel met de overgangsbepaling (voormalig artikel 12) is komen te vervallen, omdat de huidige twee coffeeshophouders in Zaandam reeds een vergunning hebben welke conform het Coffeeshopbeleid gemeente Zaanstad - 2019 is opgesteld. Voor de derde coffeeshop in Zaanstad Noord volgt de procedure conform de geldende Aanvraag- en selectieprocedure horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop.
Toevoeging format veiligheidsplan
Bij de vergunningaanvraag moet voortaan als nieuw in te dienen stuk ook een veiligheidsplan worden overgelegd. Deze vereiste komt voort uit artikel 8 van de Aanvraag- en selectieprocedure horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop. Met het veiligheidsplan geeft de coffeeshophouder aan welke maatregelen hij neemt om overlast te voorkomen en de openbare orde en veiligheid in en rondom de coffeeshop te waarborgen. Een verplicht te gebruiken format voor het veiligheidsplan is als bijlage aan het coffeeshopbeleid toegevoegd.
Een volledig overzicht van de aanpassingen van het coffeeshopbeleid is terug te vinden in de bijlage Was-Wordt lijst (2021-29893).
4 Juridisch kader
4.1 Wet- en regelgeving
Gemeentewet
Artikel 174 van de gemeentewet bepaalt dat de burgemeester is belast met het toezicht op de voor het publiek openbare gebouwen. Artikel 125 geeft de burgemeester de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang, indien de last dient tot handhaving van regels welke hij uitvoert.
Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob)
Het toepassingsbereik van de Wet Bibob is vastgelegd in de gepubliceerde beleidslijn voor vergunningverlening in het kader van de Wet Bibob. Coffeeshops vallen in de hoedanigheid van alcoholvrij horecabedrijf onder deze beleidsregels.
Richtlijnen Openbaar ministerie (Aanwijzing Opiumwet)
De Aanwijzing Opiumwet heeft betrekking op de opsporing en de vervolging van personen die delicten uit de Opiumwet begaan. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de bestuurlijke en strafrechtelijke aspecten van het gedoogbeleid ten aanzien van coffeeshops. In de aanwijzing zijn criteria geformuleerd waaraan coffeeshops dienen te voldoen, de zogeheten gedoogcriteria. Deze zijn van toepassing op het coffeeshopbeleid van alle gemeenten in Nederland waaronder Zaanstad.
Algemene plaatselijke verordening (APV)
Coffeeshops vallen onder het begrip horecabedrijf als bedoeld in de APV. De APV regelt in afdeling 8 van hoofdstuk 2 verschillende zaken rondom de vergunningverlening, intrekking en wijziging van de vergunning, sluitingstijden en het toezicht op horecabedrijven waaronder coffeeshops.
4.2 Bevoegdheden burgemeester
Artikel 13b van de Opiumwet (wet Damocles) biedt de burgemeester de mogelijkheid om bestuursrechtelijk op de treden wanneer er een overtreding van de Opiumwet is geconstateerd. Op basis van dit artikel is het mogelijk dat panden, inclusief woningen en niet voor publiek toegankelijke ruimten, gesloten worden. In Zaanstad is er beleid artikel 13b Opiumwet van kracht. Coffeeshops zijn van dit 13b Opiumwetbeleid uitgezonderd. Dat verandert niets aan de bevoegdheid van de burgemeester, deze kan uiteraard op grond van zijn wettelijke bevoegdheid en de bepalingen vastgelegd in dit coffeeshopbeleid bestuursrechtelijk handhavend optreden.
4.3 Bestuursorganen
- •
Het vaststellen van coffeeshopbeleid is een bevoegdheid van de burgemeester;
- •
De Algemene plaatselijke verordening (hierna: APV) is vastgesteld door de gemeenteraad;
- •
Het Openbaar Ministerie gedoogt de handel in softdrugs als de exploitant zich houdt aan de AHOJGI-criteria.
Beleidsregels
Artikel 1. Algemeen
- 1.
Een coffeeshop is een alcoholvrij horecabedrijf waar de verstrekking en het gebruik van softdrugs kan plaatsvinden.
- 2.
De burgemeester gedoogt deze bedrijfsvoering als voldaan wordt aan de AHOJGI-criteria en de uitgangspunten van dit beleid.
Artikel 2. Exploitatievergunning
- 1.
Het exploiteren van een coffeeshop is verboden zonder een horeca-exploitatievergunning van de burgemeester op grond van artikel 2:28 van de APV.
- 2.
De vergunning is zowel locatie- als persoonsgebonden en bevat de aantekening ‘coffeeshop’ zoals genoemd in artikel 2:27, vijfde lid, van de APV.
Artikel 3. Gedoogverklaring
- 1.
Voor het exploiteren van een coffeeshop is naast een horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop ook een gedoogverklaring vereist. Deze wordt bij vergunningverlening afgegeven aan de exploitant.
- 2.
Aan de gedoogverklaring worden nadere voorwaarden verbonden die toezien op het omgevingsbeheer en op medewerking aan het verlenen van informatie over risico's van middelengebruik. Daarbij gelden ook de AHOJGI-criteria.
Artikel 4. Maximumstelsel
- 1.
In Zaanstad worden maximaal drie horeca-exploitatievergunningen met de aantekening coffeeshop verleend.
- 2.
Een vergunning, zoals bedoeld in het tweede artikel van deze beleidsregels, kan alleen worden verleend indien het maximum aantal van drie horeca-exploitatievergunningen met de aantekening coffeeshop nog niet bereikt is en er geen verdere gegadigden zijn, of wanneer de aanvrager na het doorlopen van de geldende Aanvraag- en selectieprocedure horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop in aanmerking komt voor het aanvragen van een horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop.
Artikel 5. Verdeling schaarse vergunningen
Verdeling van een vrijgekomen horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop zal overeenkomstig het bepaalde in de geldende Aanvraag- en selectieprocedure horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop geschieden.
Artikel 6. Looptijd exploitatievergunning
- 1.
De horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop wordt verleend voor een periode van vijf jaar.
- 2.
Na afloop van deze termijn komt de vergunning opnieuw beschikbaar en zal er een nieuwe aanvraag- en selectieprocedure worden opgestart.
- 3.
In afwijking van de in lid 1 genoemde termijn kan in het kader van deelname aan het Experiment gesloten coffeeshopketen besloten worden dat het redelijk is om de termijn van de vergunning, vanwege investeringen ten behoeve van het Experiment, te verlengen.
Artikel 7. Locatiecriteria
Naast het bepaalde in de APV gelden de volgende locatiecriteria voor het beoordelen van een aanvraag voor een horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop:
a. Afstandscriterium
Geen vestiging binnen 300 meter (loopafstand) van scholen voor middelbaar en hoger onderwijs, jongerencentra die zich hoofdzakelijk richten op een publiek vanaf 15 jaar en ouder of andere gevoelige bestemmingen.
b. Spreidingsbeleid / deconcentratie
Geen concentratie van coffeeshops, of van coffeeshops en andere horecabedrijven, in een gebied waarvan redelijkerwijs verwacht mag worden dat als gevolg van deze concentratie het woon- en leefklimaat in het betrokken gebied in ontoelaatbare mate worden belast.
c. Mogelijke vestigingslocaties
Zaandam
Er mogen maximaal 2 coffeeshops gevestigd worden in Zaandam, met uitzondering van het volgende gebied:
- •
Gedempte Gracht
- •
Rustenburg (tussen Gedempte Gracht en Rozengracht)
- •
Rozengracht (met uitzondering van Rozengracht 90, huidige locatie coffeeshop Headlines)
- •
Czarinastraat (tussen Rozengracht en Czaar Peterstraat)
- •
Czaar Peterstraat (tussen Rozengracht en Nicolaasstraat)
- •
Nicolaasstraat
- •
Wilhelminastraat
- •
A.F. de Savornin Lohmanstraat
- •
Peperstraat
- •
Zuiddijk (tussen de Wilhelminakade en de A.G. Verbeekstraat)
- •
Westzijde (tussen Gedempte Gracht en Stationsstraat)
- •
Ankersmidplein
- •
De Buiging
Kaart Zaandam
Zaanstad Noord
Er mag maximaal 1 coffeeshop gevestigd worden in Zaanstad Noord. Onder het gebied Zaanstad Noord vallen de locaties zoals vastgesteld in de volgende bestemmingsplannen:
- •
Krommenie
- •
Krommeniedijk
- •
Krommenie Oost
- •
Diverse locaties Krommeniedijk 2014
- •
Wijzigingsplan Fortuinlaan
- •
Wormerveer
- •
Bedrijventerrein Molletjesveer
- •
Bedrijventerrein Noorderveld
- •
Zaans Pijl
- •
Saendelft
- •
Industrieterrein Assendelft Noord
- •
Landelijk gebied Assendelft
- •
Centrum Assendelft
- •
Omgeving Nauerna
- •
Kreekrijk
d. Nabijheid horeca
Geen vestiging nabij een ander horecabedrijf met een andere bezoekersgroep, als door de vestiging van de coffeeshop bij ontmoeting van de bezoekersgroepen problemen voor de openbare orde kunnen ontstaan.
e. Terrasverbod
Een coffeeshop heeft geen terras.
f. Bestemmingsplan
Het geldende bestemmingsplan moet de functie horeca op de betreffende locatie toestaan.
Artikel 8. Gedoogcriteria voor coffeeshops (AHOJGI)
De verkoop van softdrugs wordt door het Openbaar Ministerie gedoogd als wordt voldaan aan de zogenaamde AHOJGI-criteria:
A) geen affichering
Reclame, anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit, is verboden.
H) geen harddrugs
Er mogen geen harddrugs voorhanden zijn en/of verkocht worden.
O) geen overlast
De exploitatie van de coffeeshop mag geen overlast veroorzaken.
J) geen jeugdigen
1. Het is verboden om personen onder de 18 jaar toe te laten in een coffeeshop
2. Het is verboden om softdrugs te verkopen aan personen onder de 18 jaar.
G) geen grote hoeveelheden
1. Het is verboden om per transactie meer dan 5 gram te verkopen.
2. Het is verboden om een handelsvoorraad van meer dan 500 gram softdrugs in de coffeeshop aanwezig te hebben.
I) geen verkoop aan niet ingezetenen
Het is verboden om toegang te verlenen en softdrugs te verkopen aan anderen dan ingezetenen van Nederland.
Artikel 9. Eisen aan exploitant en leidinggevende(n)
Aan de exploitant en de leidinggevende(n) van een horecabedrijf met de aantekening coffeeshop, worden de volgende eisen gesteld:
- a.
De exploitant en leidinggevende(n) moeten voldoen aan de eisen genoemd in afdeling 8 van de APV;
- b.
De minimumleeftijd van de exploitant en leidinggevende(n) is 25 jaar;
- c.
Een exploitant mag maximaal één coffeeshop binnen de gemeente Zaanstad exploiteren.
Artikel 10. Overige eisen
- 1.
In de coffeeshop wordt geen alcoholhoudende drank verstrekt of gebruikt.
- 2.
De coffeeshop is vrij toegankelijk voor ingezetenen van Nederland van 18 jaar en ouder.
- 3.
De exploitant van de coffeeshop voert bij zijn huisreglement een legitimatieplicht voor bezoekers in en houdt deze in stand.
- 4.
De coffeeshop heeft naar buiten toe een ‘open karakter’.
- 5.
De exploitant zorgt voor een adequate voorlichting met betrekking tot het gebruik van cannabis aan bezoekers.
Artikel 11. Handhaving
- 1.
Overtredingen van de gedoogcriteria uit dit coffeeshopbeleid worden beëindigd door het opleggen van een last onder dwangsom of door het toepassen van bestuursdwang in de vorm van een (tijdelijke) sluiting volgens onderstaande tabel.
Overtreding |
Maatregel 1e constatering |
Maatregel 2e constatering |
Maatregel 3e constatering |
Reclame maken |
Waarschuwing |
Last onder dwangsom €500-€2000 per geconstateerde overtreding met een maximumbedrag van €8.000 |
Last onder dwangsom verhoogd €1000-€4000 per geconstateerde over-treding met een maximumbedrag van €8.000 |
Aanwezig hebben of handel in harddrugs |
Beëindiging gedoogsituatie en intrekking horeca-exploitatievergunning. In afwachting van intrekking: bevel tot tijdelijke sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging met 3 maanden). |
De aanwezigheid van of de handel in harddrugs is niet toegestaan. Een belangrijk uitgangspunt van het coffeeshopbeleid is de scheiding van de markten van soft- en harddrugs. Wanneer harddrugs worden aangetroffen in een coffeeshop is de openbare orde per definitie in het geding. Dit is ook het geval wanneer aannemelijk is dat deze drugs wordt verhandeld in of vanuit de inrichting, ook indien dit buiten medeweten van de exploitant of zijn personeel om gebeurt.
Overlast veroorzaken |
Waarschuwing/beperking sluitingstijden/sluiting (conform Horeca Sanctiestrategie en Sluitingenbeleid Zaanstad) |
Een coffeeshop mag geen overlast veroorzaken. Hierbij wordt op dezelfde wijze gehandeld als bij reguliere horecabedrijven conform de Horeca Sanctiestrategie en Sluitingenbeleid Zaanstad. Onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten. De exploitant dient er zorg voor te dragen dat in en nabij de inrichting geen overlast/verstoring van de openbare orde wordt veroorzaakt.
Verkoop aan minderjarigen |
Sluiting 3 maanden |
Sluiting 6 maanden |
Beëindiging gedoogsituatie en intrekking horeca-exploitatievergunning. In afwachting van intrekking: bevel tot tijdelijke sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging met 3 maanden). |
Een coffeeshop mag niet toegankelijk zijn voor en niet verkopen aan jeugdigen (leeftijdsgrens 18 jaar). De exploitant dient vast te stellen dat degene aan wie hij toegang verleent en degene aan wie hij verkoopt, meerderjarig is. Het tonen van een geldig identiteitsbewijs is een instrument waarmee de exploitant dit kan vaststellen.
Transactie > 5 gram verkopen |
Waarschuwing |
Sluiting 3 maanden |
Sluiting 6 maanden |
Onder ‘verkooptransactie’ wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper. Hoe de coffeeshophouder dit registreert kan onderdeel zijn van diens ondernemingsplan.
Handelsvoorraad > 500 tot 1000 gram |
Waarschuwing |
Sluiting 6 maanden |
Beëindiging gedoogsituatie en intrekking horeca-exploitatievergunning. In afwachting van intrekking: bevel tot tijdelijke sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging met 3 maanden). |
Handelsvoorraad > 1000 gram |
Sluiting 6 maanden |
Beëindiging gedoogsituatie en intrekking horeca-exploitatievergunning. In afwachting van intrekking: bevel tot tijdelijke sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging met 3 maanden). |
Gezien de jurisprudentie in het strafrecht rond de ‘achterdeurproblematiek’ (aanhouden handelsvoorraad) wordt er voor gekozen om een onderscheid te maken tussen een handelsvoorraad van 500 tot 1000 gram of van 1000 gram of meer.
Toelaten niet-ingezetenen |
Waarschuwing |
Sluiting 1 maand |
Sluiting 3 maanden |
Alleen meerderjarige ingezetenen van Nederland kunnen toegang krijgen tot een coffeeshop op vertoon van een geldig identiteitsbewijs. Handhaving van het ingezetenencriterium wordt ter hand genomen als objectief wordt vastgesteld dat het bezoek van niet-ingezetenen aan de Zaanse coffeeshops leidt tot overlast.
- 2.
In afwijking van artikel 11, eerste lid, kan bij wijze van uitzondering in concrete gevallen, waar het middel van sluiting niet adequaat of niet evenredig is, een andere vorm van bestuursdwang worden toegepast of een last onder dwangsom worden opgelegd.
- 3.
De in de tabel genoemde termijnen en bedragen zijn richtlijnen. Indien de burgemeester dit nodig acht, kan hiervan gemotiveerd worden afgeweken.
- 4.
Overtredingen van de geldende regels voor horecabedrijven worden beëindigd conform de Horeca Sanctiestrategie en Sluitingenbeleid Zaanstad.
- 5.
Het Beleid artikel 13b Opiumwet van de gemeente Zaanstad is niet van toepassing op de handhaving van overtredingen van de gedoogvoorwaarden door coffeeshops.
Artikel 12. Overgangsbepaling
Dit artikel is vervallen.
Artikel 13. Citeertitel
Dit beleid kan worden aangehaald als: Coffeeshopbeleid gemeente Zaanstad – 2022.
Artikel 14. Bekendmaking
Dit beleid zal worden bekendgemaakt door plaatsing in het Gemeenteblad en publicatie op overheid.nl.
Artikel 15. Inwerkingtreding
1. Dit beleid treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.
2. Met de inwerkingtreding van dit beleid vervalt het Coffeeshopbeleid Zaanstad 2019 dat op 2 april 2019 was vastgesteld.
Artikelsgewijze toelichting
1.Algemeen
Geen nadere toelichting vereist
2.Exploitatievergunning
In de APV is per 1-1-2019 opgenomen dat voor het exploiteren van een coffeeshop een exploitatievergunning voor een horecabedrijf met de aantekening coffeeshop vereist is.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat horeca-exploitatievergunningen persoons-, en locatiegebonden zijn, en daarmee niet overdraagbaar. Dat betekent bijvoorbeeld dat indien een horecabedrijf met de aantekening coffeeshop wordt overgenomen, er altijd een nieuwe aanvraag om een horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop gedaan dient te worden. Deze aanvraag zal dan getoetst worden aan het op dat moment geldende beleid én altijd conform de aanvraag- en selectieprocedure worden verdeeld. Dit houdt in dat elke gegadigde op dat moment in staat wordt gesteld mee te dingen naar de vergunning.
3.Gedoogverklaring
Naast de exploitatievergunning is een aparte gedoogverklaring vereist. In deze verklaring zijn de gedoogcriteria opgenomen. Op deze manier is er een duidelijk onderscheid welke activiteiten worden vergund en welke activiteiten worden gedoogd. De gedoogverklaring is een schriftelijke verklaring van de burgemeester aan de exploitant waarin staat omschreven dat onder bepaalde voorwaarden wordt afgezien van het nemen van handhavingsmaatregelen tegen een coffeeshop conform het geldende coffeeshopbeleid. De termijn waarop een exploitant over een gedoogverklaring kan beschikken is gelijk aan de looptijd van de exploitatievergunning waarover dezelfde exploitant op basis van het winnen van de loting kan beschikken.
4.Maximumstelsel
Uit ervaring blijkt dat drie coffeeshops binnen de gemeente Zaanstad een verantwoord maximum is. Het huidige beleid is gebaseerd op de uitgangspunten en wettelijke kaders uit de jaren ’90. Het is nog steeds de basis voor samenwerking tussen de ketenpartners en zorgt eveneens nog steeds voor een redelijk stabiele markt van gedoogde verkoop van softdrugs in Zaanstad.
5.Verdeling schaarse vergunningen
Op grond van rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gelden voor de verdeling van schaarse vergunningen, zoals de horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop, specifieke normen. Zo dient het verdelende bestuursorgaan met het oog op het creëren van een gelijk speelveld voldoende mededingingsruimte te creëren door alle potentiële gegadigden gelijke kansen te bieden om in aanmerking te komen voor deze vergunningen. Ook is het verdelende bestuursorgaan verplicht om een passende mate van openbaarheid te verzekeren als het gaat om de wijze waarop de beschikbare schaarse vergunningen worden verdeeld en verleend. Hiertoe is er een Aanvraag- en selectieprocedure horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop opgesteld.
6.Looptijd exploitatievergunning
De horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop wordt op grond van deze beleidsregels verleend met een looptijd van vijf jaar. Deze vorm van tijdelijke vergunningverlening is opgenomen in artikel 1:7, tweede lid, van de APV en artikel 2:28 vijfde lid onder b van de APV. Nadat de vergunningstermijn is verlopen zal de vrijgekomen vergunning worden verdeeld conform de aanvraag- en selectieprocedure.
Een beperkte looptijd is een eis die voortvloeit uit recente rechtspraak (o.a. ABRvS 2 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2927, Speelautomatenhal Vlaardingen). De looptijd van een schaarse vergunning mag niet buitensporig lang zijn. Met de vastgestelde termijn van maximaal vijf jaar wordt enerzijds voldoende rekening gehouden met investeringskosten, huurovereenkomsten en rechtszekerheid voor het personeel en anderzijds wordt de vergunninghouder door deze looptijd niet onevenredig bevoordeeld ten opzichte van andere gegadigden.
Het is op dit moment nog onbekend wanneer het Experiment gesloten coffeeshopketen van start gaat. Het kan dus zo zijn dat gedurende de looptijd van de vergunning, ten behoeve van het Experiment gesloten coffeeshopketen, wijzigingen in de bedrijfsvoering moeten worden doorgevoerd. Hier komen voor de coffeeshopexploitant kosten bij kijken. De geldigheidsduur van een vergunning moet worden afgestemd op de terug verdientijd van de investeringen van de ondernemer. De vijf jaar is afgestemd op de huidige wijze van exploitatie van een coffeeshop. Er zijn op dit moment nog veel onzekerheden rondom het Experiment. Indien het startmoment van het Experiment en de investeringen die ten behoeve van het Experiment gemaakt moeten worden zo uitvallen dat er geen redelijke terugverdientijd van de investeringen van de ondernemer blijkt te ontstaan dan kan de burgemeester ervoor kiezen om de termijn van de vergunning voor de duur van het Experiment te verlengen.
7.Locatiecriteria
Naast de reguliere (APV) toetsingscriteria die gelden bij de verlening van een horeca-exploitatievergunning, gelden voor het beoordelen van een aanvraag om een exploitatievergunning voor een coffeeshop de volgende locatiecriteria:
a) Afstandscriterium
Een coffeeshop kent op grond van de AHOJGI-criteria een strikte toegangsleeftijd van minimaal 18 jaar. Het afstandscriterium is daarom van toepassing op scholen voor middelbaar en hoger onderwijs en jongerencentra die zich hoofdzakelijk richten op een publiek vanaf 15 jaar en ouder. Er zijn echter meer locaties denkbaar waar het vanuit problematiek van overlast, verslavingszorg, preventie-activiteiten of om andere dwingende redenen onlogisch of ongewenst is om een vestiging toe te staan. Daarom kan de vestiging van een coffeeshop nabij een dergelijke gevoelige bestemming ook verboden worden.
De minimale afstand van 300 meter dient te worden gemeten via de kortste reguliere loopafstand tussen de voordeur van de coffeeshop en de hoofdentree van de school, het jongerencentrum of de andere gevoelige bestemming.
b) Spreidingsbeleid / deconcentratie
Coffeeshops en andere horecabedrijven belasten ieder op eigen wijze het woon- en leefklimaat van de omgeving. Om een cumulatief effect van deze belasting te voorkomen is een concentratie van coffeeshops niet toegestaan. Ook is een concentratie van coffeeshops en andersoortige horecabedrijven in een bepaald gebied niet toegestaan als redelijkerwijs verwacht mag worden dat als gevolg van deze samenloop van functies het woon- en leefklimaat in het betrokken gebied ontoelaatbaar wordt belast.
c) Mogelijke vestigingslocatie
Vanuit gezondheidsoogpunt is een scheiding tussen alcoholverstrekkende horeca en coffeeshops aan te bevelen. Er is daarom in Zaandam een beperkt centrumgebied uitgezonderd van vestigingen om een ongewenste vermenging van functies en bezoekersstromen te voorkomen. De gebiedsomschrijving is in 2017 aangepast aan de nieuwe ontwikkelingen in het centrum van Zaandam en er is geen aanleiding om dit wijzigen. Het is uit praktische overwegingen – zoals controle en toezicht op de naleving van wet- en regelgeving en gedoogrichtlijnen – wenselijk dat de coffeeshops in de reguliere controlerondes van het horecateam van politie en de gemeente kunnen worden meegenomen.
Vestiging buiten Zaandam is vanuit bedrijfseconomische motieven van coffeeshophouders wellicht aantrekkelijk. Dit beleid beoogt echter niet de bedrijfseconomische motieven rond de gedoogde handel in softdrugs te beschermen. Vanuit preventieoogpunt in het kader van de volksgezondheid en vanuit motieven op het gebied van overlastpreventie en bestrijding criminaliteit blijft een vestigingsbeleid in Zaandam de beste optie.
Begin 2021 heeft een meerderheid van de raad (na het geven van een zienswijze in het Zaanstad Beraad) laten weten een coffeeshop in Zaanstad Noord te willen. Door toevoeging van de locaties in Zaanstad Noord zoals verwoord in het artikel, wordt uitvoering gegeven aan dat besluit.
d) Nabijheid horeca
Als er andere horecabedrijven, met een van de coffeeshop afwijkend doelgroepenbeleid, in de onmiddellijke nabijheid van de coffeeshop zijn gevestigd, dient het effect van de verschillende doelgroepen en bezoekersstromen te worden meegewogen bij de vestiging van een nieuwe coffeeshop. Een nieuwe coffeeshop is niet toegestaan als er problemen op het gebied van openbare orde te verwachten zijn.
e) Terrasverbod
Om te voorkomen dat personen op een eenvoudige manier en ongewild met softdrugs in aanraking komen zijn terrassen niet toegestaan bij de exploitatie van een coffeeshop. Het ondersteunt daarmee het verbod op affichering uit de AHOJGI-criteria van het Openbaar Ministerie. Daarnaast kan met het verbod op terrassen worden voorkomen dat de handel zich eenvoudig en oncontroleerbaar verplaatst naar de straat.
f) Bestemmingsplan
Een coffeeshop is een alcoholvrij horecabedrijf. Het gebruik van gronden ten behoeve van horeca wordt in een bestemmingsplan geregeld.
Indien het gebruik als horecabedrijf niet past in het bestemmingsplan dan is dit een weigeringsgrond voor de horeca-exploitatievergunning (op grond van artikel 2:28b eerste lid onder a van de APV).
8.Gedoogcriteria voor coffeeshops (AHOJGI)
De verkoop van softdrugs (middelen die beschreven zijn in lijst II van de Opiumwet) wordt door het Openbaar Ministerie gedoogd als wordt voldaan aan de zogenaamde AHOJGI-criteria:
A) geen affichering
Het is verboden reclame te maken voor de coffeeshop of voor de verkoop of het gebruik van softdrugs. Alleen een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit is toegestaan.
H) geen harddrugs
In een coffeeshop mogen geen harddrugs voorhanden zijn of verkocht worden. Harddrugs zijn middelen met een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid zoals beschreven in lijst I van de Opiumwet.
O) geen overlast
De exploitatie van een coffeeshop mag geen overlast veroorzaken. Onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshop, geluidshinder, vervuiling en/of nabij de coffeeshop rondhangende klanten.
J) geen jeugdigen
Gelet op de toename van het cannabisgebruik onder jongeren is gekozen voor een strikte handhaving van de leeftijdsgrens van 18 jaar, zowel voor de toegang tot de coffeeshop als voor de verkoop van softdrugs.
G) geen grote hoeveelheden
Geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (= 5 gram) en slechts een beperkte handelsvoorraad (niet meer dan 500 gram).
I) geen verkoop aan niet ingezetenen
Dit betekent geen toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland. Onder ingezetene wordt verstaan: een persoon die zijn (woon)adres heeft in een gemeente van Nederland. De exploitant van de coffeeshop dient vast te stellen dat degene aan wie hij toegang verleent en degene aan wie hij verkoopt, ingezetene van Nederland is.
9.Eisen aan exploitant en leidinggevende(n)
De persoon die de coffeeshop uitbaat, is zeer bepalend voor de wijze van exploiteren, het naleven van de gedoogcriteria, het imago van de coffeeshop en daarmee ook de mate van acceptatie in de samenleving. Daarom worden specifieke eisen gesteld aan de exploitant en leidinggevende(n) van een coffeeshop. Bij het opstellen van de criteria is aansluiting gezocht bij het stelsel van de APV. Hierdoor ontstaat een optimaal kader waaraan kan worden getoetst. Bovendien kan gebruik worden gemaakt van de jurisprudentie over de APV. Er is voor gekozen de vereiste minimumleeftijd van 25 jaar voor de exploitant van een coffeeshop te handhaven. Op grond van de langere levenservaring wordt de exploitant geacht over voldoende overwicht bij de bedrijfsvoering te beschikken. Dit is onder andere van belang om adequaat te kunnen omgaan met het J-criterium (geen toegang voor personen onder de 18 jaar).
10.Overige eisen
10.1 Verbod op alcoholhoudende drank
Deze bepaling verbiedt nadrukkelijk wat in de definitiebepaling van artikel 1.1 al is aangegeven. Dit verbod bevordert de handhaafbaarheid omdat dit het te controleren segment van economische bedrijvigheid versmalt. Daarnaast wordt door dit verbod een beperkter publiek geconfronteerd met softdrugs.
10.2 Toelating personen
Deze bepaling zorgt voor transparantie in de bedrijfsvoering en vergemakkelijkt de controle en het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving.
10.3 Huisreglement en legitimatieplicht
Deze bepaling regelt de wijze waarop de exploitant zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van enkele gedoogvoorwaarden dient na te komen.
10.4 Open karakter
Een coffeeshop dient naar buiten een ‘open karakter’ te hebben. Dat wil zeggen: geen afgeschermde of geblindeerde ramen of afgesloten toegangsdeuren. Evenals de vrije toegankelijkheid vergroot dit voorschrift de handhaafbaarheid en voorkomt het dat controlerende en toezichthoudende taken worden belemmerd. Daarnaast voorkomt het dat bij omwonenden argwaan wordt gewekt omtrent de exploitatie.
10.5 Voorlichting
Preventieve interventies voor het verminderen van cannabisgebruik, het informeren over de risico’s van cannabisgebruik en het in een vroeg stadium signaleren van problemen of doorverwijzen naar hulpverlening is van groot belang. Coffeeshophouders hebben daar een grote mate van verantwoordelijkheid in. Daarom wordt de verplichting tot cannabisvoorlichting als voorwaarde gesteld aan het verkrijgen van een gedoogverklaring. Al het personeel van de coffeeshop is verplicht een training te volgen als het gaat om informeren van bezoekers over middelenmisbruik, gezondheidsrisico’s en het herkennen van problematisch gebruik.
11.Handhaving
Gezien het bijzondere karakter van de exploitatie van een coffeeshop is er voor gekozen om specifieke sancties op te leggen voor het overtreden van de gedoogcriteria. Als beleidsuitgangspunt is aansluiting gezocht bij de wijze van handhavend optreden zoals vastgelegd in de recente beleidsstukken Horeca Sanctiestrategie en Sluitingenbeleid Zaanstad en het beleid artikel 13b Opiumwet. Daarom worden de sancties, zoals die tot nu toe waren opgenomen in het beleid, aangepast.
Een belangrijk uitgangspunt van het coffeeshopbeleid is de scheiding van de markten van soft- en harddrugs. Wanneer harddrugs worden aangetroffen in een coffeeshop is de openbare orde per definitie in het geding. Dit is ook het geval wanneer aannemelijk is dat in deze drugs wordt verhandeld in of vanuit de inrichting, ook indien dit gebeurt buiten medeweten van de exploitant of zijn personeel om. Daarom wordt bij deze overtredingen gekozen voor het direct toepassen van bestuursdwang en niet voor het opleggen van een last onder dwangsom. Bestuursdwang is directer en zal (op termijn) succesvoller tot een feitelijke beëindiging van de overtreding leiden.
Bij het toepassen van bestuursdwang wordt gekozen voor sluiting van de coffeeshop, omdat dit als het meest effectieve middel wordt beschouwd om de met de Opiumwet strijdige situatie te doen beëindigen en herhaling te voorkomen. Ook het verbod op verkoop aan minderjarigen en het aanhouden van niet al te grote handelshoeveelheden zijn dusdanig belangrijke voorwaarden van het gedoogbeleid dat bij overtredingen direct met bestuursdwang wordt opgetreden. Bij het aanhouden van een handelshoeveelheid is wel rekening gehouden met de zogenaamde ‘achterdeurproblematiek’ waarbij een coffeeshophouder zijn coffeeshop moet kunnen bevoorraden en de jurisprudentie hierover. Daarom is een grens getrokken bij een handelshoeveelheid van 1000 gram. Bij een overschrijding van de toegestane hoeveelheid van 500 gram tot 1000 gram wordt eerst een waarschuwing gegeven. Bij recidive of een grotere overschrijding wordt wel direct bestuursdwang toegepast.
Voor de overige overtredingen kan met een voor de exploitant als lichter ervaren middel volstaan worden en wordt eerst een waarschuwing of een last onder dwangsom opgelegd.
Bij wijze van uitzondering kan de burgemeester in concrete gevallen afwijken van het genoemde handhaafarrangement. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn bij een constatering van verschillende overtredingen tegelijkertijd. Ook de aard en de ernst van de feiten en omstandigheden kunnen voor de burgemeester aanleiding zijn om te besluiten tot het overslaan van bepaalde stappen in het handhaafarrangement en/of direct over te gaan tot het opleggen van een zwaardere sanctie. Dit zal door de burgemeester in zijn besluit dan nader worden gemotiveerd.
De verjaringstermijn is twee jaar. Dit betekent dat de exploitant die een bestuurlijke maatregel opgelegd heeft gekregen en bij wie binnen de daarop volgende twee jaar geen nieuwe overtredingen zijn geconstateerd weer met een schone lei kan beginnen. Indien ná deze periode een nieuwe overtreding wordt geconstateerd, dan wordt dit beschouwd als een eerste overtreding. De voorgeschiedenis van een exploitant of het horecabedrijf kan wel worden meegenomen bij de beoordeling of de burgemeester nog vertrouwen heeft in een verantwoordelijke exploitatie. Deze beoordeling zal wel met feiten en omstandigheden moeten worden onderbouwd.
12.Overgangsbepaling
Dit artikel is vervallen omdat de huidige twee coffeeshophouders in Zaandam reeds een vergunning hebben conform het nieuwe beleid opgesteld. Voor de derde coffeeshop in Zaanstad Noord volgt de procedure conform de geldende Aanvraag- en selectieprocedure horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop.
13.Citeertitel
Geen nadere toelichting vereist.
14.Bekendmaking
Geen nadere toelichting vereist.
15.Inwerkingtreding
Geen nadere toelichting vereist.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de locoburgemeester van de gemeente Zaanstad op 11-01-2022,
S. Mutluer, locoburgemeester
Bijlage 1 Veiligheidsplan Coffeeshop
Inhoudsopgave
Naam coffeeshop:
Datum opmaak:
Auteur:
Veiligheidsplan
Met het veiligheidsplan geeft u als ondernemer aan welke maatregelen u neemt om overlast te voorkomen en de openbare orde en veiligheid in en rondom uw bedrijf te waarborgen.
Onderdeel van vergunning
Na advies van de politie en goedkeuring door de afdeling Openbare Orde & Veiligheid van de gemeente Zaanstad maakt het veiligheidsplan onderdeel uit van de exploitatievergunning.
Inhoudsopgave
1. Bedrijfsinformatie
2. Aanvullende gegevens omschrijving bedrijf
3. Beveiligingsmaatregelen algemeen
4. Beveiligingspersoneel
5. Instructies (beveiligings-)personeel
6. Handelswijze bij incidenten in uw bedrijf
7. Handelswijze bij incidenten voor en rondom uw bedrijf
8. Preventie druggebruik en excessief alcoholgebruik
9. Deurbeleid en huisregels
10. Camerabeveiliging (optioneel)
11. Overige veiligheidsmaatregelen (optioneel)
12. Ondertekening vergunninghouder
Toelichting
Voor het invullen van het veiligheidsplan is een toelichting geschreven. Hierin wordt per onderwerp nadere informatie gegeven en staat beschreven wat van u wordt verwacht bij het invullen van het veiligheidsplan. U vindt de toelichting onder aan dit document.
t invullen van het veiligheidsplan. U vindt de toelichting onder aan dit document.
Bedrijfsinformatie |
|
Naam coffeeshop |
|
Straat en huisnummer |
|
Postcode en plaats |
|
E-mailadres |
|
Telefoonnummer |
|
KvK-nummer onderneming |
|
Vestigingsnummer KvK |
|
Na(a)m(en) exploitant(en) |
|
Openingstijden |
|
Aanvullende gegevens omschrijving bedrijf |
|
Aanbod van producten en diensten |
|
Bezoekers & personeel Verwachting gemiddeld aantal bezoekers per dag |
|
Verwachting gemiddeld aantal gelijktijdige aanwezige bezoekers bij topdrukte |
|
Maximale capaciteit aantal bezoekers |
|
Verwachting gemiddeld aantal aanwezige personeelsleden op een willekeurig moment |
|
Bereikbaarheid voor uw omgeving Hoe staat u in contact met uw omgeving? Is uw telefoonnummer bij omwonenden beschikbaar voor eventuele klachten? Zo ja, welk telefoonnummer en hoe is deze kenbaar gemaakt? |
|
Beveiligingsmaatregelen algemeen |
|
Preventieve maatregelen tegen overvallen Hangen er beveiligingsstickers bij de ingang? Is er een verankerde kassa? Is er een afroomkluis? Is er een kluis om de voorraad hennep in te bewaren? Is er een kluis met vertragingsmechanisme? Is er een overvalalarmknop en weet het personeel waar de knop zit? |
|
(Horeca)kluis * zie toelichting Heeft u een (horeca)kluis in de coffeeshop? Hoe maakt u daar gebruik van? Welke goederen worden erin gedeponeerd? Heeft u over het gebruik en legen van de kluis specifieke afspraken gemaakt met politie? |
|
Inzet beveiligingspersoneel |
|
Gebruik portiers/ beveiliging Maakt u gebruik van beveiligingspersoneel en/of portiers? Wordt de beveiliging ingehuurd? Zo ja, via welk bedrijf? |
|
Aantal beveiligingspersoneel Hoeveel beveiligingspersoneel en/of portiers heeft u tegelijkertijd? Is er verschil in dag of tijdstip? Zo ja, kunt u toelichten hoe u uw beveiliging hierop aanpast? |
|
Wanneer extra beveiliging? Zijn er risicodagen of -momenten waarbij u extra beveiligingspersoneel inzet? Hoe bepaalt u dat? |
|
Zichtbaarheid en opstelling beveiligingspersoneel Waar staat het beveiligingspersoneelopgesteld? Hoe kan de bezoeker de beveiliging herkennen? Hoe houdt u toezicht in en rondom het bedrijf? |
|
Instructies (beveiligings-)personeel |
|
Voorlichting overvalpreventie Wordt het personeel geïnstrueerd over een open- en sluitprocedure? Hebben de medewerkers een training preventie overvallen gevolgd? Wordt er aangifte gedaan in het geval van een overval? |
|
Richtlijn fouilleren (visiteren) Wat zijn de richtlijnen voor fouilleren (oppervlakkig aftasten van kleding en doorzoeken tassen)? Geef hierbij aan: wie wordt gefouilleerd en waarom hoe fouillering plaatsvindt en of er verschil is in fouilleren bij mannen en bij vrouwen wat er met de tassen gebeurt wanneer er gefouilleerd wordt, bijvoorbeeld na een bepaald tijdstip |
|
Welke instrumenten zet u in bij het fouilleren (visiteren) en hoe gebruikt u die? Bijvoorbeeld: detectiepoortjes handscanner onderlinge communicatiemiddelen logboek andere instrumenten |
|
Aantreffen drugs Wat doet u als u harddrugs of een wapen aantreft? |
|
Inschakelen politie In welke gevallen belt u niet direct de politie en handelt uw organisatie het zelf af? |
|
Regie en aanspreekpunt politie Wie heeft de regie over de beveiliging in uw bedrijf en is aanspreekpunt voor de politie? |
|
Contact met andere bedrijven Hoe is het contact met horecabeveiligers van eventuele andere bedrijven in de omgeving? Bij welke situaties neemt u contact op met andere beveiligers? |
|
Overige instructies beveiligingspersoneel en/of maatregelen
|
|
Handelswijze bij incidenten IN uw bedrijf |
|
Geweldsincidenten in het bedrijf Wat doet u bij een geweldsincident in uw bedrijf? |
|
Zakkenrollers Wat doet u als een bezoeker meldt dat hij bestolen is? |
|
Bezoekers die onwel worden Hoe handelt u bij bezoekers die onwel worden? Hoe handelt u bij (mogelijk) drugs gerelateerde incidenten? |
|
Hoe is de Bedrijfshulpverlening (BHV) geregeld? Wie is/zijn BHV’er in het bedrijf? Zijn hier specifieke cursussen voor gevolgd? |
|
Publiekmanagement Hoe beperkt u het risico op paniekgedrag en/of conflicten als gevolg van drukte? |
|
Leren van incidenten Hoe houdt u bij welke incidenten plaatsvinden en wat u hiervan kunt leren? |
|
Overige instructies Hebt u nog andere instructies bij incidenten in uw bedrijf? Zo ja, welke? |
|
Handelswijze bij incidenten VOOR en RONDOM uw bedrijf |
|
Welke maatregelen treft u bij het transport van hennep en hasjiesj? |
|
Komende en gaande bezoekers Hoe zorgt u ervoor dat de binnenkomst en het vertrek van bezoekers in goede orde verloopt? Waar parkeren bezoekers hun auto’s en fietsen en hoe kunnen bezoekers een taxi nemen? |
|
Wachtrijen Hoe gaat u om met wachtrijen voor uw bedrijf? |
|
Overlast van bezoekers Wat doet u om te voorkomen dat bezoekers overlast geven rondom uw bedrijf? Wat doet u als bezoekers overlast geven rondom uw bedrijf (lallen, schreeuwen, wildplassen, rotzooi op straat)? |
|
Verkeer- en parkeergedrag Hoe is het toezicht op het verkeer- en parkeergedrag van uw bezoekers geregeld? |
|
Glaswerk Hoe voorkomt u glaswerk op straat? |
|
Geweld of incident bij uw bedrijf Wat doet u bij geweld of incidenten voor uw bedrijf of bij uw buren? |
|
Overige maatregelen of instructies Hebt u nog andere maatregelen of instructies bij incidenten voor en rondom uw bedrijf? |
|
Preventie drugsgebruik en excessief alcoholgebruik |
|
Leeftijdscontrole Hoe controleert en handhaaft u de leeftijdgrens? |
|
Personen onder invloed van drugs en/of alcohol Hoe gaat u om met personen bij de deur of in uw bedrijf die onder invloed zijn van drugs en/of alcohol? |
|
Voorlichting drugsgebruik aan bezoekers Op welke wijze worden risico’s op drugsverslaving voorkomen en bestreden? Op welke wijze wordt aan uw bezoekers informatie over de risico’s van softdrugsgebruik verstrekt? |
|
Voorlichting drugsgebruik aan medewerkers Geeft u voorlichting aan uw medewerkers over het drugsgebruik van uw bezoekers? |
|
Gratis drinkwater Biedt u gratis drinkwater aan? Zo ja, hoe? |
|
Deurbeleid en huisregels |
|
Deurbeleid Voert u een deurbeleid? Zo ja, geef dan aan welke regels u hanteert. |
|
Hoe maakt u duidelijk aan bezoekers wat het deurbeleid is? |
|
Huisregels Aan welke regels moeten bezoekers zich houden als zij eenmaal in uw bedrijf zijn? |
|
Hoe maakt u duidelijk aan bezoekers wat de huisregels zijn? |
|
Instructies personeel Hoe instrueert u uw personeel over het deurbeleid en de huisregels? |
|
Camerabeveiliging (optioneel) |
|
Beantwoord deze vragen alleen als u gebruikmaakt van beveiligingscamera’s. |
|
Aantal camera’s Hoeveel beveiligingscamera’s hebt u in uw bedrijf? |
|
Plaatsing camera’s Waar hangen de camera’s? Graag een plattegrond met de cameralocaties meesturen als bijlage.
|
|
Bewaren camerabeelden Wat doe u na een incident? Hoe stelt u de beelden veilig? Waar en hoe lang worden de camerabeelden bewaard? |
|
Overdragen aan politie Wat doet u als de politie camerabeelden opvraagt? Hebt u hierover afspraken gemaakt? |
|
Overige veiligheidsmaatregelen (optioneel) |
|
Hier kunt u aangeven welke veiligheidsmaatregelen u eventueel nog meer neemt. |
|
Ondertekening vergunning aanvrager De vergunning aanvrager verklaart bekend te zijn met de voorwaarden van de exploitatievergunning en verklaart dit formulier volledig en naar waarheid te hebben ingevuld. |
|
Naam: |
|
Plaats: |
|
E-mail: |
|
Telefoonnummer: |
|
U moet als bijlagen mee sturen: |
Een plattegrond van uw bedrijf Een plattegrond van de cameralocaties |
Handtekening: |
|
Datum: |
5 Toelichting - Veiligheidsplan Coffeeshop
Algemeen
In het veiligheidsplan moet u aangeven welke maatregelen u en uw personeel nemen om overlast te voorkomen en de openbare orde en veiligheid in en rondom uw bedrijf te waarborgen. En wat de afspraken zijn tussen politie, gemeente en exploitant over de bedrijfsvoering.
Waarom een veiligheidsplan?
U bent als ondernemer medeverantwoordelijk voor wat er zich afspeelt in uw bedrijf én in de directe omgeving. Daarom vraagt de gemeente u om mee te denken en met maatregelen zoveel mogelijk te voorkomen dat:
- •
overlast plaatsvindt
- •
harddrugs worden verhandeld of aanwezig zijn
- •
wapens worden binnengebracht of aanwezig zijn
- •
wordt gediscrimineerd
- •
geweld wordt gebruikt
- •
diefstal of overvallen plaatsvinden
- •
andere risico’s ontstaan op het gebied van openbare orde & veiligheid of gezondheid
Wanneer moet ik dit invullen?
U moet het format veiligheidsplan invullen als u een nieuwe horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop aanvraagt.
Hoe lever ik het in?
U moet het format in dit document gebruiken en bij uw vergunningaanvraag indienen. Wanneer de gemeente nog extra informatie nodig heeft, hoort u dat nadat u het veiligheidsplan (en de bijlages) hebt ingeleverd.
Goedkeuring veiligheidsplan
Nadat u het plan heeft ingeleverd, vraagt de gemeente advies aan de politie. Het invullen van het veiligheidsplan is uw eigen verantwoordelijkheid als ondernemer. Toch kunnen sommige maatregelen verplicht worden gesteld. Als er in het verleden incidenten hebben plaatsgevonden, moet u bijvoorbeeld een portier bij de deur zetten. Of een detectiepoortje plaatsen. Als het veiligheidsplan is goedgekeurd, wordt het onderdeel van uw exploitatievergunning.
Handhaving
Als u zich niet aan uw eigen veiligheidsplan houdt, kan de gemeente maatregelen nemen en in het uiterste geval uw exploitatievergunning intrekken. Uw zaak moet dan (tijdelijk) dicht.
1. Bedrijfsinformatie
Geen toelichting.
2. Aanvullende gegevens omschrijving bedrijf
Geen toelichting.
3. Beveiligingsmaatregelen algemeen
Geen toelichting.
4. Inzet Beveiligingspersoneel
Bij het inhuren van particuliere beveiliging of eigen beveiligers, moet u zich als exploitant houden aan deze regels:
- •
Het beveiligingsbedrijf moet een vergunning voor particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus hebben van het ministerie van Veiligheid en Justitie;
- •
De beveiligers die bij de deur staan moeten een geldige Horecaportiers-pas hebben;
- •
De beveiligers moeten herkenbaar zijn aan hun kleding, met een duidelijk zichtbaar `V'-teken.
U moet personeel inhuren via een erkend beveiligingsbureau. Let daarbij op het keurmerk horecaportier van de Nederlandse Veiligheidsbranche.
5. Instructies (beveiligings-)personeel
Deze instructies moeten voldoen aan de voorwaarden van de Regeling Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus.
Fouilleren (visiteren)
Fouilleren is bedoeld om het binnen brengen van drugs en/of wapens in uw horecazaak tegen te gaan. Beveiligingspersoneel mag fouilleren. Daarmee wordt bedoeld: kleding oppervlakkig aftasten en tassen doorzoeken. U mag bezoekers verplichten hieraan mee te werken. Doen ze dat niet, dan mogen ze niet naar binnen.
Horecakluis (ook wel drugskluis genoemd)
Als u bij het fouilleren wapens, een handelshoeveelheid drugs of harddrugs aantreft, moet u die opbergen in een horecakluis. Treft u bij het fouilleren vuurwapens, een handelshoeveelheid drugs (meer dan 5 pillen, 0.5 gram harddrugs of 5 gram cannabis) of harddrugs aan? Dan moet u direct de politie te waarschuwen.
Horecakluis: een alleen door de politie te openen stalen kluis die beschikt over twee gemarkeerde inwerp-openingen (een voor wapens en een voor drugs) en die goed is af te sluiten met een slot of codeslot met moedersleutel, welke zijn overgedragen aan de politie. De horecakluis heeft een mechanisme in de opening (klep) waardoor het niet mogelijk is om ingeworpen goederen via de opening uit de kluis te halen.
De kluis moet worden aangeschaft door de horeca-exploitant en is zijn eigendom, maar de politie is de enige die de kluis mag openen en leeghalen.
Er kan pas sprake zijn van een horecakluis als de ondernemer de toegang tot de horecakluis specifiek aan de politie heeft voorbestemd. Dit houdt in dat beschikbare sleutels/codes direct na ontvangst bij het basisteam van de politie worden ingeleverd, dat geen exemplaren van de (moeder)sleutel worden behouden of worden gekopieerd en dat codes niet bekend zijn bij het personeel.
Er wordt geadviseerd de horecakluis in de buurt van de entree te positioneren, zodat de beveiligers ook niet met de in beslag genomen spullen door de zaak hoeven te lopen.
6. Handelswijze bij incidenten IN uw bedrijf
Benoem hier zoveel mogelijk wie welke rol heeft: de beveiliger, BHV’er, bedrijfsleider etc. en wat de instructies zijn bij incidenten. Bijvoorbeeld hoe u vechtende klanten uit het bedrijf zet. Doet u dat met tussenpozen om escalatie (opwachten en dergelijke) te voorkomen? En wanneer schakelt u de politie in?
Bedrijfshulpverlening
Bij bedrijfshulpverlening (BHV) geven werknemers hulp bij onveilige situaties in het bedrijf. Een BHV’er weet bijvoorbeeld hoe hij mensen uit een brandend gebouw moet krijgen. Of hoe hij bij een ongeval eerste hulp moet geven. Elke werkgever is verplicht bedrijfshulpverlening te hebben. In kleine bedrijven kan een werkgever zelf de BHV’er zijn. De Arbowet schrijft niet voor hoe de werkgever de bedrijfshulpverlening moet regelen.
Drugs gerelateerde incidenten
Uw personeel kan verschillende cursussen volgen om te kunnen omgaan met bezoekers onder invloed van drugs of alcohol. Hoe herkent u iemand die onwel wordt vanwege drugs en hoe handelt u dan? Verschillende instanties bieden specifieke opleidingen en cursussen aan. Bijvoorbeeld:
- •
Koninklijke Horeca Nederland
- •
De Jellinek
- •
STAP
- •
Het Trimbos-instituut
67. Handelswijze bij incidenten VOOR en RONDOM uw bedrijf
7U bent verantwoordelijkheid voor wat er in uw eigen bedrijf gebeurt. Maar u hebt ook een inspanningsverplichting bij het voorkomen en oplossen van situaties en incidenten in de directe omgeving van uw bedrijf.
8. Preventie drugsgebruik en excessief alcoholgebruik
Er zijn verschillende partijen die expertise hebben op het gebied van voorlichting over drugs- en alcoholgebruik. Denk daarbij aan de Jellinek, STAP, het Trimbos-Instituut of bijvoorbeeld het platform Celebrate Safe.
9. Deurbeleid en huisregels
Als u een portier hebt, moet u de bezoeker laten weten dat u een deurbeleid hebt. U kunt hiervoor een bordje bestellen bij Koninklijke Horeca Nederland.
Deurbeleid
De toegangs- en gedragsregels waaraan de bezoeker zich moet houden om naar binnen te mogen, moeten bij de deur van uw bedrijf hangen. Deze regels moeten duidelijk, controleerbaar en niet-discriminerend zijn. Een helder en transparant deurbeleid voorkomt onnodige problemen aan de deur. Daarnaast wordt discriminatie op deze manier zoveel mogelijk voorkomen.
Huisregels
Huisregels zijn regels waaraan bezoekers zich moeten houden als ze eenmaal binnen zijn.
10. Camerabeveiliging (optioneel)
Het gebruik van camera’s in uw bedrijf is niet verplicht, maar voor de veiligheid kan het raadzaam zijn om ze op te hangen. Als er eerder incidenten in uw zaak zijn geweest kan de gemeente camera’s verplicht stellen. Maakt u gebruik van camera’s? Als u gebruik maakt van camera’s dient u rekening te houden met privacywetgeving. U moet uw bezoekers er met bordjes op wijzen dat er camera’s hangen.
11. Overige beveiligingsmaatregelen (optioneel)
Geen toelichting.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl