Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening rekenkamer gemeente Heumen 2022

Geldend van 12-02-2022 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening rekenkamer gemeente Heumen 2022

De raad van de gemeente Heumen in openbare vergadering bijeen;

Gelezen het voorstel van het presidium van 24 januari 2022;

Gelet op hoofdstuk IVb, artikel 81oa van de Gemeentewet;

Besluit:

De Verordening rekenkamer Heumen 2022 vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Heumen 2018.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: de Gemeentewet.

  • b.

    Rekenkamer: de rekenkamer van de gemeente Heumen zoals bedoeld in artikel 2 van deze verordening;

  • c.

    Doelmatigheid: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • d.

    Doeltreffendheid; de mate waarin met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten zijn bereikt;

  • e.

    Rechtmatigheid: de mate waarin rechtsregels op correcte wijze zijn geïnterpreteerd en toegepast;

  • f.

    Voorzitter: de voorzitter van de rekenkamer;

  • g.

    Lid: een lid van de rekenkamer;

  • h.

    Werkgroep: de werkgroep rekenkamer gemeente Heumen bestaand uit een vertegenwoordiging vanuit de raad.

Hoofdstuk 2 Taken, samenstelling en bevoegdheden rekenkamer

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1.

    Er is een rekenkamer Heumen die door de raad wordt ingesteld en aangeduid als rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer bestaat uit drie leden, niet zijnde raadsleden van de gemeente.

  • 3.

    Als intermediair tussen raad en rekenkamer fungeert de werkgroep, die tenminste tweemaal per jaar een voortgangsgesprek voert met de leden van de rekenkamer met als onderwerpen de werkwijze en de interactie en omgang met de raad.

Artikel 3 Taken

De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten mede door de gemeente worden bekostigd. Een door de rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de wet.

Artikel 4 Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt de leden, waaronder de voorzitter, op aanbeveling van de werkgroep. Zij worden voor een periode van zes jaar benoemd en kunnen éénmaal worden herbenoemd.

  • 2.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamer, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de door de rekenkamer ingeschakelde onderzoekers, de griffier en de gemeentesecretaris.

  • 3.

    De rekenkamer organiseert ten minste één keer per jaar een overleg met de raad om de onderzoek wensen en –ambitie van de raad te bespreken.

  • 4.

    Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid in de rekenkamer op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

Artikel 5 Eed

Alvorens de functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de rekenkamer in de vergadering van de raad, in handen van de voorzitter van de raad, de volgende eed of verklaring en belofte af:

“ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamer benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks nog middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamer naar eer en geweten zal vervullen.

Zo waarlijk helpe mij God almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)

Artikel 6 Verboden betrekkingen

  • 1.

    Ter toetsing van de bepalingen van hoofdstuk IVb artikel 81oa, lid 3, juncto artikel 81f, van de wet, doen de leden van de rekenkamer jaarlijks aan de voorzitter van de raad schriftelijke opgave van de andere functies dan het lidmaatschap van de rekenkamer die zij vervullen.

  • 2.

    De leden van de rekenkamer verrichten geen andere werkzaamheden voor een gemeente in geval een gezamenlijk onderzoek met desbetreffende gemeente wordt gedaan.

Artikel 7 Einde van het lidmaatschap

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a. op eigen verzoek;

    • b. bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamer;

    • c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbemensing tot gevolg heeft;

    • d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

      e. indien het lid naar oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen;

    • f. na het aflopen van de benoemingsperiode als bedoeld in artikel 4, lid 2;

    • g. indien de wettelijke verplichting voor het hebben van een rekenkamer wordt opgeheven en de raad besluit tot opheffing hiervan.

  • 3.

    De leden van de rekenkamer kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of andere gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 8 Vergoeding voor werkzaamheden

  • 1.

    De leden van de rekenkamer ontvangen een vaste maandelijkse bruto vergoeding voor hun werkzaamheden van respectievelijk €156,25 (voorzitter) en €130,21 (lid).

  • 2.

    De vergoedingen genoemd in het eerste lid zijn inclusief reis-, verblijf- en overige kosten.

  • 3.

    Indien leden zelf onderzoek uitvoeren als bedoeld in artikel 12, lid 4, ontvangen zij een aanvullende vergoeding van €35,- per aan het onderzoek besteed uur met een maximum van 30 uur per jaar per lid.

  • 4.

    De in lid 1 en 3 bedoelde bedragen worden jaarlijks geïndexeerd op basis van het jaarlijks door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vast te stellen indexatiepercentage.

  • 5.

    De vergoedingen genoemd in dit artikel komen ten laste van het budget van de rekenkamer.

Artikel 9 Budget

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen voor de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a. de vergoedingen van de leden;

    • b. de ambtelijk secretaris inclusief de facilitaire kosten;

    • c. het uitbesteden van het onderzoek en daarmee gepaard gaande kosten;

    • d. administratieve ondersteuning;

    • e. eventuele overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De rekenkamer is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

HOOFDSTUK 3 De werkwijze van de rekenkamer

Artikel 10 Reglement van orde

De rekenkamer stelt, binnen drie maanden na benoeming van alle leden, een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 11 Onderzoeksopzet

  • 1.

    De rekenkamer onderzoekt de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid van het gemeentebestuur.

  • 2.

    De rekenkamer stelt jaarlijks voor 1 oktober, het onderzoeksprogramma vast en beslist welke onderwerpen worden onderzocht.

  • 3.

    De rekenkamer bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet inclusief begroting vast.

  • 4.

    De rekenkamer stuurt de onderzoeksopzet na vaststelling ter kennisname aan de raad en het college.

  • 5.

    Het aandragen van onderwerpen voor onderzoek, voorzien van een nadere motivering, kan worden gedaan door:

  • a. leden van de rekenkamer;

  • b. de gemeenteraad als geheel of delen daarvan;

  • c. het college van burgemeester en wethouders of leden daarvan;

    d. de burgemeester;

    e. inwoners van de gemeente Heumen.

  • 6.

    Ingeval van een verzoek bericht de rekenkamer de verzoeker(s) binnen drie maanden gemotiveerd in hoeverre daaraan wordt voldaan.

Artikel 12 uitvoering onderzoek en bevoegdheden

  • 1.

    De rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    Indien daartoe redenen aanwezig zijn is de rekenkamer bevoegd de raad tussentijds te informeren aangaande het onderzoek.

  • 3.

    Voor de uitvoering van het onderzoek huurt de rekenkamer, met inachtneming van het beschikbare budget, personen of bureaus in. De rekenkamer is verantwoordelijk voor de begeleiding van de externe partij.

  • 4.

    De rekenkamer kan er ook voor kiezen om in eigen beheer een quickscan uit te voeren. De leden ontvangen voor de verrichte werkzaamheden in het kader van deze quickscan een vergoeding van € 35,- per aan het onderzoek besteed uur.

  • 5.

    De rekenkamer is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamer gestelde termijn te verstrekken.

  • 6.

    De rekenkamer stelt de betrokkene(n) in de gelegenheid om binnen een door de rekenkamer te stellen termijn, die ten minste drie?/ vier weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamer kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van het onderzoek is of is geweest. De rekenkamer bepaalt wie verder als betrokkenen aangemerkt worden.

  • 7.

    Na vaststelling door de rekenkamer worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijzen van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden en op de gemeentelijke website geplaatst.

  • 8.

    Het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zijn openbaar.

Artikel 13 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De ambtelijk secretaris staat de rekenkamer bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 2.

    De raad regelt de toewijzing van een ambtelijk secretaris.

  • 3.

    De ambtelijk secretaris is verantwoording verschuldigd aan de rekenkamer over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4.

    De ambtelijk secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

  • 5.

    De rekenkamer is bevoegd een regeling te treffen voor de vervanging van de ambtelijk secretaris.

Artikel 14 Vergaderingen

  • 1.

    De rekenkamer vergadert periodiek op door haar te bepalen dagen en tijdstippen.

  • 2.

    In bijzondere gevallen belegt de voorzitter in afwijking van die regel een vergadering. Hij gaat daartoe in elk geval over wanneer een lid hem dat onder opgaaf van redenen heeft gevraagd.

  • 3.

    De rekenkamer vergadert in beslotenheid. De rapporten zijn openbaar. Op grond van artikel 10 Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamer rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamer en degenen die ten behoeve van de rekenkamer werkzaam zijn of zijn geweest, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 4.

    De rekenkamer kan openbare, informatieve vergaderingen beleggen.

  • 5.

    De ambtelijk secretaris maakt verslag van de vergaderingen.

  • 6.

    De rekenkamer besluit bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Artikel 15 Jaarverslag

De rekenkamer stelt elk jaar vóór 1 april een jaarverslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar. Het vastgestelde jaarverslag wordt ter kennisname verzonden aan de raad.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 16 Intrekken oude verordening

De Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Heumen 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking;

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rekenkamer gemeente Heumen 2022”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 3 februari 2022,

De raad voornoemd,

de griffier,

de burgemeester,

Nicole Collombon

Joerie Minses

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2

Conform artikel 81f, eerste lid, van de wet, mogen enkel externen (waaronder niet-raadsleden en niet-commissieleden) deel uitmaken van de rekenkamer.

In de voortgangsgesprekken van de werkgroep met de (voorzitter) van de rekenkamer komt o.a. de interactie met de raad, de werkwijze van de rekenkamer, zelfevaluatie en de omgang met de raad aan bod. Door een goede interactie wordt een relatie opgebouwd,

Artikel 3

De rekenkamer toetst conform artikel 182, eerste lid, van de wet, op de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur.

Artikel 4

De werkgroep rekenkamer is belast met de werving en selectie van de leden van de rekenkamer. De werkgroep werft en selecteert op basis van twee profielen: het voorzittersprofiel en het ledenprofiel. De profielen worden opgesteld door de werkgroep in overleg met de griffier. De werkgroep werft eerst een voorzitter. Voorafgaand aan de voordracht van de leden van de rekenkamer overlegt de werkgroep met de voorzitter.

De benoeming voor zes jaar is conform artikel 81c, eerste lid, van de wet.

In het overleg met de raad informeert de rekenkamer naar de onderzoek wensen en – ambitie van de raad. organiseert ten minste één keer per jaar een overleg met de raad om de onderzoek wensen en –ambitie van de raad te bespreken.

Artikel 5

Behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 6

In geval dat een onderzoek met (een) andere gemeente(n) wordt gedaan, kan een lid zijn werkzaamheden niet verrichtten als het lid werkzaam is voor (een van) deze gemeente(n).

Artikel 7

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid hen op non-activiteit te stellen.

Artikel 8

In dit artikel is de vergoeding vastgelegd die de leden van de rekenkamer voor hun werkzaamheden ontvangen. Op grond van artikel 81k van de wet stelt de raad de vergoeding voor de werkzaamheden van de leden vast.

Artikel 9

De rekenkamer is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het aan haar ter beschikking gestelde budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Deze zelfstandigheid van de rekenkamer ten opzichte van de raad is een borg voor een behoorlijke uitvoering van haar taak. De rekenkamer is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

Artikel 10

Op grond van artikel 81i, eerste lid, van de wet, stelt de rekenkamer een reglement van orde voor haar werkzaamheden en vergaderingen vast. De rekenkamer stuurt het reglement aan de raad conform artikel 81i, tweede lid, van de wet.

Artikel 11

De rekenkamer dient onafhankelijk te zijn en om dit te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamer is niet verplicht een verzoek van (delen van de) benoemde partijen in te willigen.

Indien de rekenkamer besluit om een goed gemotiveerd verzoek niet in te willigen zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren en deze kenbaar maken aan de verzoeker(s).

Artikel 12

Om te waarborgen dat de rekenkamer bij de uitvoering van haar onderzoeken over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is op grond van artikel 183 van de wet voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren.

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte betrokkene(n) de kans en voldoende tijd krijgt/krijgen om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) conceptonderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betrokkene(n) worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de concept conclusies en -aanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen.

De rekenkamer brengt een definitief rapport en een nota met conclusies en aanbevelingen naar buiten.

Afhankelijk van de onderzoek ambitie van de raad kan extern onderzoek of een QuickScan gedaan worden of een combinatie hiervan. Indien nodig kan de samenwerking gezocht worden met andere rekenkamers.

Artikel 13

De rekenkamer kan worden bijgestaan door een ambtelijk secretaris. Het is aan de rekenkamer om de behoefte daaraan kenbaar te maken.

De ambtelijk secretaris wordt, zo nodig, geleverd door de griffie.

Artikel 14

De rapporten van de rekenkamer zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid bestuur (Wob) kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

Artikel 15

Op grond van artikel 185, derde lid, van de wet, stelt de rekenkamer elk jaar vóór 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

Artikel 16

Behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 17

Behoeft geen nadere toelichting.

Ondertekening