Uitvoeringsregels Terrassen

Geldend van 16-02-2022 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsregels Terrassen

Gezien het voorstel van Burgemeester en wethouders d.d. 25 januari 2022;

Korr.no. 2022-01805;

Besluit:

De Uitvoeringsregels Terrassen 2022 vast te stellen

Onderdeel van deze prachtige stad waarin we wonen, werken en verblijven zijn de terrassen in Maastricht. Maastricht is dé stad voor de levensgenieter en dat komt ook door onze gezellige terrassen. Maastricht beleef je buiten. Onze prachtige, historische stad vormt het unieke decor om te genieten van de stad, het eten, het drinken, de bewoners, de bezoekers en elkaar.

Een terras wordt geëxploiteerd in de openbare ruimte. Een ruimte die zeker in een compacte stad als Maastricht beperkt is. In die openbare ruimte komen vele functies samen; er wordt geleefd, gewerkt, gewoond, bezocht, beleefd, gewinkeld, genoten, gewandeld, geparkeerd en gereden met fiets of auto. De verschillende aanspraken op die openbare ruimte moeten in een goede balans met elkaar komen zodat de een de ander niet overheerst. Onze prachtige historische binnenstad en het beschermde stadsgezicht is een trekker voor bezoekers. Bezoekers die vervolgens ook de horeca en de terrassen bezoeken. Het behoud van het beschermde stadsgezicht is dus ook in het belang van de horeca. Dat zorgt ervoor dat er extra aandacht is voor de inpassing en uitvoering van de terrassen en het betekent ook dat niet iedere plek voor terrasvoering geschikt of wenselijk is.

Om een goede balans te kunnen creëren tussen recreëren, werken en wonen zullen er regels voor terrassen moeten gelden. Deze regels zijn gericht op een integrale afweging van de bij terrasvoering betrokken belangen. Waarborging van de leefbaarheid (in het algemeen maar ook voor bewoners), de openbare ruimte, openbare orde en veiligheid zijn daarbij belangrijke voorwaarden. De Terrasverordening en deze Uitvoeringsregels Terrassen vormen samen deze regels.

Inleiding

De Terrasverordening gemeente Maastricht biedt het juridische kader voor de regels rondom terrassen. Voorheen was dit geregeld in de APV en het Terrassenbeleid 2015. Deze Uitvoeringsregels Terrassen is een opvolger van het Terrassenbeleid 2015.

Op grond van artikel 6 lid 4 en 5 van de Terrasverordening is het College van burgemeesters en wethouders bevoegd nadere regels te stellen. Enerzijds als uitwerking van de in artikel 5 genoemde toetsingsgronden die toegepast worden bij de aanvraag voor een terrasvergunning en anderzijds over de wijze van exploitatie. Uitwerking van beide artikelen zijn in deze beleidsregels opgenomen.

In deel 1 van deze Uitvoeringsregels staat de uitwerking van de toetsingsgronden van artikel 5. Deze toetsingsgronden geven uitleg en toelichting over de mogelijkheden om een vergunningsaanvraag voor een terras te weigeren. In dit eerste deel wordt in feite antwoord gegeven op de vraag: waar mag een terras komen in Maastricht?

In deel 2 staan regels over de wijze van exploitatie, over welk meubilair er mag staan, welke minimale eisen er zijn ten aanzien van de parasols en andere vormen van beschutting, wanneer mag en wanneer moet een terras worden uitgezet en regels over terrasverwarming. In feite gaat het hierbij om de vraag: welke regels gelden er voor de inrichting en exploitatie van een terras?

De uitvoeringsregels zijn in hoofdzaak gericht op een bestendiging van het terrassenbeleid zoals dit de afgelopen jaren door de gemeente Maastricht is gevoerd. Conform de wens van de raad (in het kader van de besluitvormingsprocedure rondom de Terrasverordening) bieden de thans voorliggende uitvoeringsregels meer ruimte voor maatwerk en vernieuwing. Natuurlijk vormen de regels een richtinggevend en zekerheid biedend kader voor horecaondernemers en bewoners nabij deze ondernemingen, maar tevens kan – zij het gemotiveerd en op basis van valide argumenten – in bijzondere situaties (ter beoordeling uiteindelijk van het bestuursorgaan) maatwerk geboden worden. Terrassen bewegen in verschijningsvorm en exploitatie mee met de tijd. Daar waar vanuit de horecasector vernieuwende ideeën ontstaan ten aanzien van de exploitatie van een terras, geven de uitvoeringsregels ruimte om hierover met gemeente en in voorkomende gevallen met betrokken bewoners van gedachten te wisselen. Daarnaast is in de raad een amendement aangenomen (Participatietraject terrasvergunning van 11 februari 2020) waarin participatie van/overleg met bewoners van omliggende panden van een terras bij het verlenen van een terrasvergunning voorgeschreven wordt. Ook dit is in onderliggende regels verwerkt.

Deel 1 Toetsingscriteria voor het verlenen van een terrasvergunning

In de Terrasverordening zijn de objectieve toetsings- of weigeringsgronden opgenomen. Met deze toetsingsgronden kan een objectieve, integrale afweging worden gemaakt of een terras op de aangevraagde plek wenselijk is en vergund kan worden. De toetsingsgronden zijn geformuleerd als facultatieve weigeringsgronden. Dat houdt in dat de burgemeester de aanvraag voor een terrasvergunning kan weigeren op basis van een of meerdere van deze gronden. Het gaat om een discretionaire bevoegdheid van de burgemeester en daarbij zal een afweging van alle belangen moeten plaatsvinden en is een onderbouwing van de weigering natuurlijk noodzakelijk.

De toetsingsgronden in de Terrasverordening zijn in algemene termen opgenomen. Het college van burgemeester en wethouders heeft op grond van artikel 6 lid 4 van de Terrasverordening de mogelijkheid om in nadere en concretere regels te verduidelijken onder welke omstandigheden een terrasvergunning kan worden geweigerd.

Na volgende criteria zijn bepalend bij de vraag of een terrasvergunning verleend kan worden.

Bestemmingsplan

De aanvraag voor de terrasvergunning wordt getoetst aan het geldende bestemmingsplan/omgevingsplan. Indien het bestemmingsplan/omgevingsplan het gebruik van de aangevraagde locatie voor terrasexploitatie niet toestaat, kan de gevraagde terrasvergunning niet worden verleend. Wellicht is het mogelijk een omgevingsvergunning te krijgen om in afwijking van het bestemmingsplan/omgevingsplan het terras ter plaatse te kunnen exploiteren. Deze omgevingsvergunning moet eerst aangevraagd en verkregen worden alvorens een terrasvergunning aan te vragen.

Op www.ruimtelijkeplannen.nl is te zien welke bestemming een bepaalde locatie heeft. Zo is voor zowel de horecaondernemer als omwonenden duidelijk of terrasvoering op een bepaalde locatie direct mogelijk is of alleen met een omgevingsvergunning voor afwijkend gebruik.

Horecavergunning

Een terrasvergunning wordt alleen verleend aan een horecaondernemer die in bezit is van een droge horecavergunning, op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) of een natte horecavergunning om alcoholische dranken te mogen schenken op grond van de Alcoholwet. De droge horecavergunning is vereist voor een horecalokaliteit waar bedrijfsmatig eetwaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, zonder dat daar alcohol wordt geschonken. Voor horecazaken met nuttiging van alcohol ter plaatse is een vergunning op grond van de Alcoholwet nodig. Een terras kan niet gevoerd worden bij een afhaalbedrijf of bij winkelondersteunende horeca. In die zin wordt de mogelijkheid van een terras gekoppeld aan inrichtingen die in hoofdzaak een horecafunctie hebben. Anderzijds betekent het zijn van horecazaak niet automatisch dat er terras gevoerd kan worden. Dit is afhankelijk van de fysieke omgeving. Het zijn van een horecabedrijf betekent niet automatisch dat daar een terras bij hoort.

Woon- en leefsituatie

Terrassen kunnen van invloed zijn op het woon- en leefklimaat van omwonenden. Een terras en de bezoekers erop zorgen voor extra geluid en reuring in de buurt. In de binnenstad zijn plekken die van oudsher georganiseerd zijn op meer levendigheid, zoals in de – in het bestemmingsplan vastliggende- horecaconcentratiegebieden (zoals het Vrijthof, de Markt, de Kesselskade, de Gubbelstraat en de Boschstraat). In andere gebieden van de (binnen)stad kan vanwege de grotere concentratie van wooneenheden de nadruk liggen op leefbaarheid. Een terras zal eerder worden toegestaan in een gebied waar de levendigheid de boventoon voert dan in een gebied waar de leefbaarheid geborgd moet worden. In andere stukken zoals bestemmingsplan, omgevingsvisie en –plan en de stadsvisie zijn die gebieden getypeerd. Die stukken zijn leidend om te bepalen of in een gebied levendigheid de nadruk heeft of leefbaarheid. Vastgesteld(e) horecagebiedsprofiel(en) bieden (biedt) in dit verband een toetsingskader voor de beoordeling of een terras op die plek gewenst is.

Gebieden waar leefbaarheid de boventoon voert, waar de woonfunctie duidelijk aanwezig is of in woonwijken, kan eerder worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie op ontoelaatbare wijze wordt beïnvloed dan in de hierboven genoemde horecaconcentratiegebieden. Als de woon- en leefsituatie op ontoelaatbare wijze wordt beïnvloed, kan een aanvraag voor een terrasvergunning worden geweigerd. Onderdeel van de beoordeling van de vraag of de woon- en leefsituatie op ontoelaatbare wijze wordt beïnvloed is het overleg met de buurt dat vereist is voordat een vergunning wordt aangevraagd.

Overleg met de buurt

Nieuw in de Terrasverordening is dat in artikel 9 lid 4 onder e van de Terrasverordening is bepaald dat bij de aanvraag voor een terrasvergunning nadere informatie moet worden verstrekt over de wijze waarop de directe omgeving is betrokken bij voorbereiding van de aanvraag.

Deze nadere informatie houdt in:

  • i.

    de omgeving is geïnformeerd over de voorgenomen terrasexploitatie,

  • ii.

    de omgeving in de gelegenheid is gesteld om hierop te reageren en wat hiervan de resultaten zijn en

  • iii.

    hoe de aanvrager de resultaten al dan niet heeft verwerkt in zijn aanvraag.

In Maastricht willen we het overleg met de buurt promoten en is dat bij de aanvraag voor een terrasvergunning verplicht gesteld. Door het verplicht stellen van overleg met de buurt wordt gestimuleerd dat er contact is en dat men elkaar kent. Overleg kan zorgen voor een versterking van de relatie met de buurt, het zorgt voor een dialoog tussen horecaondernemer en buurtbewoners, zodat problemen rechtstreeks met elkaar worden besproken in plaats van dat dat via de gemeente gaat.

Voordat een terrasvergunning wordt verleend is dus overleg met de buurt vereist. Dit gebeurt op initiatief van de horecaondernemer. De horecaondernemer maakt een verslag van het overleg of laat dat maken. In het verslag worden alle standpunten verwoord, zowel de positieve als de negatieve. Ook moeten eventuele aanvullende voorwaarden vanuit de buurt en toezeggingen van de ondernemer aan de buurt worden vermeld. Het verslag moet bij de aanvraag voor een terrasvergunning worden gevoegd. De horecaondernemer weet het beste wie tot de buurt van de horecazaak behoort. Het beste is om de buurt zo breed mogelijk te benaderen. Als omwonenden/omliggende bedrijven worden als minimaal uitgangspunt beschouwd:

  • -

    Drie panden links

  • -

    Drie panden rechts

  • -

    Drie panden links en rechts van de loodlijn met de overzijde (indien de straat minder dan 10 meter breed is).

Het gaat dan natuurlijk om alle gebruikers (bewoners en ondernemers) van de panden; zowel op de begane grond als op de verdiepingen daarboven.

Per locatie kan de invulling variëren. Het is en blijft essentieel de buurt mee te nemen in de aanvraag voor de terrasvergunning.

Bij de aanvraag voor een vergunning moet de ondernemer aantonen dat hij zijn omgeving heeft geïnformeerd over de voorgenomen terrasexploitatie, hoe daar door de omgeving op is gereageerd en hoe de aanvrager die reacties heeft verwerkt. De omgeving wordt daar door de ondernemer van op de hoogte gesteld. Het kan zijn dat er geen overeenstemming is. In dat geval beoordeelt de gemeente wat het meest redelijk is gezien de standpunten, de locatie en de aangedragen bezwaren en bij een bestaand terras het klachtenpatroon uit het verleden.

Bij de beoordeling of een terras op ontoelaatbare wijze het woon- of leefklimaat beïnvloed, wordt een onderscheid gemaakt in situaties waar al jaren een terras staat (bestaande terrassen) en situaties die geheel nieuw zijn en waarvoor een geheel nieuw plan wordt ingediend (nieuwe situaties). Ook bij bestaande terrassen dient bij verstrijken van de verguntermijn een aanvraag ingediend te worden en dient er overleg te zijn met de buurt, dient er een verslag gemaakt te worden en moet de horecaondernemer dat indienen bij zijn aanvraag.

Aandachtspunten die gebruikt worden om de inbreng van de buurt te beoordelen zijn:

  • -

    Gaat het om een bestaand terras of een nieuw terras?

  • -

    Bij een bestaand terras: zijn er overlastklachten bij de gemeente binnengekomen? Zo ja, wat betekenen deze klachten voor een nieuwe vergunning?

  • -

    Zijn de opmerkingen uit de buurt te objectiveren? Met andere woorden: zijn de opmerkingen redelijk en met feiten te onderbouwen of zijn de opmerkingen subjectief?

  • -

    Ligt het nieuwe terrasplan in een woonwijk of vooral naast woningen?

Bestaande terrassen

Bij bestaande terrassen wordt bij de beoordeling van een vergunningaanvraag niet alleen gekeken naar de locatie maar natuurlijk ook naar ervaringsgegevens uit het verleden. Is er een (objectiveerbaar) klachten- en/of overlastpatroon waarmee bij de vergunningverlening rekening gehouden dient te worden? In de regel zal dit tot hernieuwde vergunningverlening leiden, in sommige gevallen (afhankelijk van de genoemde ervaringsgegevens) wellicht met extra waarborgen ter voorkoming van toekomstige overlast.

Nieuwe situaties

Anders is dat bij nieuwe situaties. Daarbij zal de gemeente meer waarde toekennen aan het overleg met de buurt om de invloed op het woon- en leefklimaat te kunnen bepalen. Indien de buurt/ omgeving positief is over de komst van een terras, wordt aangenomen dat de komst van het terras het woon- of leefklimaat niet op ontoelaatbare wijze wordt beïnvloed.

Anders is dat wanneer bewoners (overwegend) negatief zijn over de komst van het terras. Dan wordt gekeken naar alle omstandigheden om op objectieve wijze te beoordelen of een toekomstig terras het woon- en leefklimaat op ontoelaatbare wijze beïnvloedt.

De weg moet doelmatig en veilig gebruikt kunnen worden, zowel hulpdiensten als andere weggebruikers mogen niet gehinderd worden

Hulpdiensten - In het kader van de veiligheid en bereikbaarheid is het van groot belang dat de doorgang voor brandweer, politie en ambulance te allen tijde wordt gewaarborgd. Alle voertuigen van brandweer, politie en GHOR moeten ongehinderd en obstakelvrij locaties kunnen bereiken (niet alleen in de breedte, ook de hoogte). Een terras kan niet worden geplaatst op een plek waar die doorgang niet wordt gewaarborgd. Om ongehinderde doorgang voor ambulances, brandweer en politie te kunnen garanderen is in beginsel een minimale breedte van de doorgang 3,50 meter op een recht stuk weg en 4,50 meter bij een korte doorsteek of een flauwe bocht en een vrije hoogte van minimaal 4,20 meter. De toegang tot een bouwwerk dient tot op ten minste 10 meter bereikbaar te zijn voor hulpverleningsdiensten. Brandkranen en –putten/ kolken én de volle breedte van vluchtwegen, uitgangen en toegangsdeuren dienen steeds vrij te zijn van terrassen.

Weggebruikers - De ongehinderde doorgang van andere weggebruikers moet worden gewaarborgd. Voetgangers behoren ook tot deze categorie. In straten met veel winkels zijn terrassen ongewenst omdat de doorgang niet is gewaarborgd. In straten, die de toegang vormen naar het centrum en waar daarom meer verkeer van en naar het centrum gaat, kan een bredere ruimte worden geëist voor andere verkeersdeelnemers zoals de voetganger. In het kader van de naleving van het VN-verdrag van de rechten van personen met een handicap moet de doorgang worden gewaarborgd voor bijvoorbeeld mensen in een rolstoel. Om de ongehinderde doorgang te verzekeren kan een terrasoppervlak worden beperkt.

De gemeente hanteert minimaal de volgende voorschriften:

  • -

    de vrije doorloop voor voetgangers is maximaal 2,4 meter, afhankelijk van de intensiteit van de voetgangersstroom en de functies van de locatie;

  • -

    de minimale afstand tussen een straat- of pleinterras en de rijbaan is voor de veiligheid van de terrasbezoekers 0,30 meter, afhankelijk van de situatie ter plaatse.

In de terrasvergunning en bijbehorende terrastekening wordt duidelijk binnen welke grenzen het terras geplaatst mag worden waarbij rekening is gehouden met deze maten.

In bijzondere omstandigheden kunnen andere afstandsmaten worden gehanteerd. Bij de entree en of uitgang van wegen en in scherpe bochten kan bij de berekening van de terrasruimte, een verplichte vrije ruimte worden vastgesteld.

De winkelstraten worden gebruikt door winkelend publiek. Voetgangersstromen kunnen gehinderd worden als in deze straten terrassen zouden uitstaan met als gevolg dat doorgangen worden geblokkeerd. Om het doelmatig en veilig gebruik van de openbare weg te waarborgen in de winkelstraten, zoals de Grote Staat, Muntstraat, Spilstraat, Nieuwstraat, Stokstraat, Kleine Staat en de Wolfstraat zijn terrassen daarom daar niet gewenst.

Redelijke eisen van welstand

Om de welstandseisen in Maastricht te borgen staan in de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota eisen ten aanzien van het uiterlijk van terrassen. Die eisen zijn gekoppeld aan de terrassen door het opnemen van een weigeringsgrond in de Terrasverordening.

De Welstandscommissie (hierna WMC) toetst aan de Welstandsnota “Maatwerk in kwaliteit 2018”en de restauratierichtlijnen. Meer informatie over de WMC en de genoemde stukken zijn te vinden op De Welstands en Monumentencommissie | Gemeente Maastricht De WMC fungeert bij een aanvraag om een terrasvergunning als een adviescommissie voor het bestuursorgaan (de burgemeester) bij de toets of een initiatief voldoet aan redelijke eisen van welstand. Hoewel doorgaans een belangrijke waarde wordt gehecht aan dit advies, dient het bestuursorgaan vanuit de Algemene wet bestuursrecht altijd te beoordelen of in een gegeven situatie het advies wel of niet overgenomen dient te worden. Bij nieuwe aanvragen voor een terrasvergunning wordt de WMC zo spoedig mogelijk betrokken. De Uitvoeringsregels Terrassen vormen in dit verband het kader waarbinnen de welstandstoetsing dient plaats te vinden.

Ruimtelijke inpasbaarheid en stedenbouwkundig beeld

Gemeentelijke- of Rijksmonumenten hebben bescherming. De binnenstad van Maastricht valt binnen een beschermd stadsgezicht. Een terrasvergunning kan worden geweigerd als het terras storend voor een gemeentelijk of rijksmonument wordt geplaatst of op andere wijze stedenbouwkundig niet past in een monumentale historische binnenstad als Maastricht.

Een terras en de inrichting daarvan (met meubilair, schotten e.d.) kan worden toegestaan als:

  • -

    het terras past bij de historisch gegroeide ruimtelijke en stedenbouwkundige structuur,

  • -

    de locatie van het terras en inrichting daarvan voldoende rekening houdt met oorspronkelijke en/of bestaande rooilijnen, bouwmassa’s, hoogten, bebouwingseenheden, kapvormen, situering, openingen in de gevelwand en groenstructuren,

  • -

    de locatie van het terras en de inrichting is afgestemd op de schaal en maat van de historische karakteristiek en de architectonische kenmerken van de omgeving en is afgestemd op de gevel- en raamindeling, kleur- en materiaalgebruik,

  • -

    de locatie van het terras en de inrichting voldoende rekening houdt met waardevolle details zoals bijvoorbeeld straatmeubilair, terreinafscheidingen, bestratingsmateriaal en beeldbepalende bomen of hagen,

  • -

    de bestaande bouw- en cultuurhistorische waarden van het monument door de locatie van het terras en de inrichting niet worden aangetast,

  • -

    de locatie van het terras en de inrichting daarvan voldoende reversibel zijn. Dit wil zeggen dat deze ooit weer ongedaan gemaakt kunnen worden zonder de monumentale waarden aan te tasten,

  • -

    het terras geen schade toebrengen aan een monument,

  • -

    het terras geen belangrijke zichtlijnen in het beschermd stadsgezicht belemmert.

In het kader van de vergunningverlening wordt ambtelijk een advies hieromtrent aan het bestuursorgaan voorgelegd. Ook hier geldt dat van dit advies in bijzondere gevallen en vanuit een integrale afweging met andere deelbelangen gemotiveerd afgeweken kan worden.

Ander gebruik van de openbare ruimte

De gemeente is verantwoordelijk voor de openbare ruimte. Deze ruimte is beperkt en moet in juiste verhoudingen verdeeld worden. Om te waarborgen dat de openbare ruimte op gewenste en afgesproken wijze wordt gebruikt, is in de verordening een bepaling opgenomen: “Indien op de plaats waar een horecaondernemer een terras wil exploiteren, in gebruik is voor een ander doel, kan de burgemeester een terrasvergunning weigeren.” Het gaat bijvoorbeeld over parkeer- of laad/los plaatsen, straatmeubilair zoals lichtmasten, fietsenstallingen, openbare zitbankjes, bushokjes of brandkranen en de markten. In uitzonderlijke gevallen kan onderzocht worden of het andere gebruik kan wijken of samengaan met een terras. Dit brengt altijd extra kosten voor de verzoeker/horecaondernemer met zich mee.

Conflicterende aanspraak

Indien twee of meer aanvragen voor dezelfde fysieke ruimte worden gedaan, kan de aanvraag worden geweigerd. Het college van B&W kan een locatie aanwijzen als pleinterras waardoor de verdeling plaats moet vinden volgens de regels over pleinterrassen in de Terrasverordening.

Wijze van exploitatie

Naast weigeringsgronden die betrekking hebben op de toegestane locatie van een terras, bevatten de uitvoeringsregels ook regels die zien op de wijze waarop een terras geëxploiteerd wordt. Deze zijn in deel 2 van deze uitvoeringsregels opgenomen. Indien een aanvraag strijdig is met deze “exploitatieregels” kan op basis hiervan eveneens de vergunning geweigerd worden. Zou een aanvraag worden ingediend voor een terras met pimpelpaarse stoelen en felgroene parasols, kan deze aanvraag worden geweigerd omdat deze aanvraag in strijd is met (deel 2 van) de uitvoeringsregels. Hetzelfde geldt als een aanvraag voor een terrasvergunning wordt ingediend voor een terras dat geopend zal zijn na 2:00 uur ’s nachts.

Direct zicht op het terras

De gemeente eist dat er vanuit de horecalokaliteit direct zicht is op het terras omdat het in het kader van de openbare orde en veiligheid is dat de ondernemer in moet kunnen grijpen op het terras als daar wat gebeurt. Uiteraard is het voor de ondernemer ook van belang dat er direct zicht vanuit het horecapand is; om gasten en bezoekers van het terras snel te bedienen. Direct zicht ontstaat niet door technische hulpmiddelen.

In principe kunnen derhalve terrassen alleen voor de eigen gevel worden geplaatst. Er zijn uitzonderingen:

  • -

    Bij pleinterrassen kan een andere terrasruimte worden vergund;

  • -

    In het gebied winkelzone en de horecaconcentratiegebieden kan voor de periode na winkelsluiting met toestemming van deze detailhandel een terras voor de gevel direct naast het horecapand worden vergund, indien dit pand en het naastgelegen pand geen woning is;

  • -

    De burgemeester is bevoegd om in bijzondere situaties en omstandigheden (zoals infrastructurele werkzaamheden en evenementen) terrassen, indien daartoe ruimte is, op andere locatie dan het vergunde terras toe te staan, of te weigeren.

Andere vergunningen naast een terrasvergunning

Naast de verplichting van het in bezit hebben van een geldige terrasvergunning kan het mogelijk zijn dat een omgevingsvergunning vereist is. Een omgevingsvergunning is nodig voor:

  • -

    een strijdigheid voor het vestigen van een terras in het bestemmingsplan op te hefffen,

  • -

    het aanbrengen van een vaste luifel of markies aan de gevel;

  • -

    het in de ondergrond verankeren van (vergunde) terrassenschotten;

  • -

    het in de ondergrond aanbrengen van parasolverankeringen;

  • -

    het aanbrengen van gevelverwarming;

  • -

    het aanbrengen van gevelverlichting1.

Geluid bij terrassen

Voor terrassen in een buitenruimte is geen vergunning vereist als deze niet vanaf de openbare weg toegankelijk zijn (zoals een binnenterras), maar mogelijk wel een omgevingsvergunning. Bij deze terrassen specifiek maar ook bij andere terrassen kan echter wel geluidsoverlast voor omwonenden ontstaan. Daarom geldt in gevallen altijd de verplichting tot het overleggen van een akoestisch rapport. Uit dat rapport van een erkend akoestisch onderzoeksbureau moet blijken onder welke (geluid)voorwaarden een terrasexploitatie in een omheinde locatie mogelijk is. De gemeente kan op basis van dit rapport (indien nodig) een omgevingsvergunnning onder voorwaarde verlenen. Het akoestisch rapport dient altijd getoetst te worden aan landelijke en lokale regels ten aanzien van geluid, zoals Wet milieubeheer, het Activiteitenbesluit, Wet geluidhinder en Beleidsregels Hogere Grenswaarden gemeente Maastricht 2011.

Deel 2 Uitvoeringsregels terrassen – wijze van exploitatie

In dit tweede deel van de beleidsregels staan de regels welke gelden voor de inrichting en exploitatie van een terras. De locatie is getoetst aan de hand van de criteria uit het eerste deel van deze uitvoeringsregels. In dit tweede deel wordt uitgelegd wat de regels zijn waar men zich aan moet houden; welk terrasmeubilair is toegestaan, wat zijn openingstijden van het terras, wanneer mag een terras verwarmd worden, welke parasols zijn toegestaan. De regels uit dit tweede deel zijn een richtinggevend. Wat hier staat is in ieder geval toegestaan.

Soorten terrassen

Maastricht kent verschillende soorten terrassen. Enerzijds is er verschil tussen gevel-, straat en pleinterrassen. Ook maakt de gemeente een onderscheid tussen solitaire terrassen en ensembleterrassen.

afbeelding binnen de regeling

Gevelterras

afbeelding binnen de regeling

Straatterras

Bij elk soort zal kort worden omschreven wat de kenmerken van zo’n terras zijn.

Gevelterras

Dit is een terras dat direct aan de gevel van het pand (binnen de gevelgrenzen) ligt waar de horecalokaliteit is gevestigd.

Straatterras

Dit is een terrasruimte die ligt binnen de gevelgrenzen maar niet direct aan de gevel. Het kan zijn dat er een pad loopt tussen het gevelterras en het straatterras of dat er geen gevelterras is en er is een pad tussen gevel van het pand en het straatterras. Het straatterras wordt niet door een rijbaan van de horecalokaliteit gescheiden.

afbeelding binnen de regeling

Pleinterras

Pleinterras

Een pleinterras staat vermeld in de bijlage van de Terrasverordening of is (na vaststelling van de Terrasverordening) afzonderlijk als zodanig door het College aangewezen. Een pleinterras wordt door een rijbaan gescheiden t.o.v. de horecazaak. Er gelden speciale regels in deze Terrasverordening voor de verdeling van deze terrassen. De aanwijzing pleinterras is een noodzakelijk (voorbereidings-)besluit om uiteindelijk tot het verlenen van terrasvergunningen over te kunnen gaan.

Ensemble en solitaire terrassen

Daarnaast kennen we het onderscheid tussen solitaire terrassen en ensemble terrassen.

Ensemble terrassen zijn gevel-, straat- of pleinterrassen van verschillende horecagelegenheden die min of meer aaneensluitend zijn gelegen en die een visuele samenhang hebben. Ensembleterrassen zijn de terrassen gelegen aan Vrijthof Noord, Vrijthof West, Vrijthof Oost, de Patielstraat, het Sint Amorsplein, het Onze Lieve Vrouweplein, de Maaspromenade/ Kesselskade, Markt Noord en Markt Zuid, het Bassin, Koestraat en Cörversplein.

De overige terrassen zijn solitaire terrassen.

De gemeente verwacht van ondernemers in één ensemble dat zij het uiterlijk van het terras (o.a. terrasmeubilair en parasols) en de tijden van exploitatie van het terras op elkaar afstemmen.

De gezamenlijke ondernemers van een ensemble kunnen in contact treden met de gemeentelijke casemanager horeca over een aanpassing in de vormgeving of de uiterlijke aankleding van het terras. De casemanager horeca coördineert het overleg intern binnen de gemeente met alle betrokken disciplines en de indieners van het plan. Dit zal moeten leiden tot een definitief plan dat als basis kan dienen voor de afdoening van de (gezamenlijke) vergunningaanvragen.

Ook bij solitaire terrassen is het mogelijk een plan in te dienen en vooraf te bespreken. In voorkomende gevallen kunnen ook hier interne gemeentelijke disciplines en de WMC worden ingeschakeld.

afbeelding binnen de regeling

Ensembleterrassen

Uitstallen van het terras

In de Terrasverordening staat in artikel 6 lid 2 opgenomen dat de vergunninghouder verplicht is om pleinterrassen en ensembleterrassen zo volledig mogelijk te exploiteren. Tijdens de openingstijden zoals opgenomen in de terrasvergunning dient het terras te worden opgesteld. Bij pleinterrassen en ensembleterrassen zorgt de gezamenlijkheid en de aangesloten terrassen voor een aantrekkelijk beeld om het terras te bezoeken. Daarom is een verplichting opgenomen om het terras op te stellen, ook op sluitingsdagen. De aantrekkelijkheid van aaneengesloten terrassen wordt bevorderd als alle terrassen uitstaan. Ook het zicht op aaneengesloten terrassen is mooier als alle terrassen uitstaan en draagt bij aan Terrassenstad Maastricht. Als de horecazaak langere tijd dicht is, kan het meubilair binnen worden opgeslagen, dit mag niet gestapeld en gezekerd blijven staan tussen geëxploiteerde terrassen.

In principe geldt dat het terrasmeubilair dagelijks uiterlijk om 10:00 uur opgesteld moet zijn. In een deel van de binnenstad, met name in het deel dat primair een winkelfunctie heeft, is dat lastiger vanwege laad- en losactiviteiten. Binnen het kernwinkelgebied (het gebied tussen de Maastrichter paaltjes) geldt dat pas na 11.30 uur terras uitgezet kan worden.

Een terras moet iedere dag om 02.00 uur (of eerder, indien de situering van het terras daartoe aanleiding geeft en aanvullende voorwaarden zijn opgenomen in de vergunning) zijn opgeruimd. Ensemble en pleinterrassen worden niet vóór 23.00 uur opgeruimd ten behoeve van het aantrekkelijke beeld van terrassenstad Maastricht. In goed onderling overleg tussen ondernemers met aaneengesloten terrassen kan afgesproken worden dat het terrasmeubilair eerder wordt opgeruimd.

Het terrasmeubilair moet bij voorkeur inpandig worden opgeslagen. Wanneer dat niet mogelijk is, mag het terrasmeubilair gestapeld (voor de veiligheid maximaal 1.50 meter hoog) en gezekerd worden opgeslagen binnen het aangewezen terrasoppervlak.

Het gebruik van terrasmeubilair na sluitingstijd is niet toegestaan, ook niet door personeel.

Terrasmeubilair

Bij het bepalen welk terrasmeubilair wordt toegestaan, wordt een onderscheid gemaakt tussen ensembles en solitaire terrassen. Voor solitaire terrassen geldt een grotere vrijheid dan bij ensembles vanwege de visuele samenhang. Voor solitaire terrassen geldt dat het gemeentelijk Stoelenboek het richtkader is. Wordt er van dit Stoelenboek afgeweken dan is een verzoek aan de gemeente noodzakelijk. Dit verzoek wordt beoordeeld door de gemeente. De welstandscommissie (WMC) kan negatief adviseren en de gemeente kan vervolgens weigeren indien het meubilair niet bijdraagt aan de kwaliteit van de stad.

Voor ensembles is het Stoelenboek uitgangspunt. Wil een ensemble afwijken van het stoelenboek kan dit met een gezamenlijk voorstel van alle betrokken ondernemers in het ensemble aan het bestuursograan. De WMC wordt in dit kader om advies gevraagd.

Terrasmeubilair uit het Stoelenboek is in ieder geval toegestaan en voldoet aan de kwaliteitseisen van de gemeente. Terrasmeubilair dat niet in het Stoelenboek staat, wordt niettemin op zijn merites getoetst, waarbij in elk geval advies gevraagd wordt aan de WMC. Indien een stoel door of namens het bestuursorgaan positief wordt beoordeeld wordt deze toegevoegd aan het Stoelenboek.

Verhoogd en verlaagd terrasmeubilair is toegestaan gedurende de winterperiode van 1 december tot de eerste maandag na de kerstvakantie. Dit meubilair wordt in principe niet geplaatst buiten deze periode tenzij dit via een goedgekeurd plan is toegestaan.

Banken kunnen worden toegestaan, mits ze tegen de gevel aanstaan. Als de veiligheid niet in het geding is, zijn ze ook toegestaan haaks op de gevel. Een verzoek tot het plaatsen van een terrasbank die haaks staat op de gevel wordt in elk geval voor advies voorgelegd aan de WMC omdat dat afwijkt van het Stoelenboek.

Terrasschotten

Het is onder voorwaarden toegestaan om terrasschotten te plaatsen. Voor het bevestigen van een terrasschot aan de gevel of voor het met de ondergrond verankeren van een terrasschot is een omgevingsvergunning nodig.

Voor terrasschotten op een gevelterras geldt:

  • -

    deze mogen worden geplaatst zo diep als het gevelterras tot een maximum van 4 meter;

  • -

    ze mogen niet parallel aan de weg worden geplaatst;

  • -

    ze mogen maximaal 1,50 meter hoog zijn waarbij het gedeelte vanaf 1 meter boven maaiveld transparant dient te zijn uitgevoerd;

  • -

    wanneer nut en noodzaak daarvan wordt aangetoond, kunnen onder voorwaarden schotten tot maximaal 2 meter hoogte worden toegestaan. Hiervan dient het gedeelte vanaf 1 meter boven maaiveld transparant te zijn uitgevoerd;

  • -

    de terrasschotten moeten eenvoudig verplaatsbaar en verwijderbaar zijn;

  • -

    reclame is alleen toegestaan op maximaal 5% van de oppervlakte van het gedeelte tot 1 meter boven maaiveld;

  • -

    in het gebied winkelzone en in straten waar de minimale doorgang van gevel tot gevel <4,50 meter is zijn geen terrasschotten toegestaan.

Terrasschotten bij straat- of pleinterrassen zijn alleen toegestaan mits daarvoor nut en noodzaak kan worden aangetoond, de schotten beschikken over een hoogwaardige kwaliteit (de WMC adviseert over de hoogwaardige kwaliteit) en ze inpasbaar zijn in de specifieke omgeving van het terras. Voor dergelijke terrasschotten is een omgevingsvergunning nodig. Deze terrasschotten dienen te worden verwijderd als het terras langdurig niet wordt geëxploiteerd. In ieder geval gedurende de terrasvrije periode tot 15 februari. De terrasschotputjes worden naar behoren op maaiveldniveau afgedekt. Voor het overige gelden dezelfde regels als voor terrasschotten aan de gevel (behoudens de plaatsingsdiepte).

Gedurende de winterperiode (van 1 december tot de eerste maandag na de schoolkerstvakantie regio zuid) mogen verhoogde schotten worden geplaatst tot een maximale hoogte van 2 meter gerekend vanaf maaiveld. Vanaf een hoogte vanaf 1 meter boven maaiveld dienen deze schotten transparant te zijn uitgevoerd. Na 15 februari dienen de schotten teruggezet te worden op maximaal 1,5 meter hoogte.

Beschutting

Zonneschermen en luifels aan de gevel van een horeca-inrichting maken geen deel uit van de terrasvergunning. Voor dergelijke voorzieningen is een omgevingsvergunning nodig.

Parasols zijn in ieder geval mogelijk onder de volgende voorwaarden:

  • -

    een parasol in uitgeklapte toestand mag de ongehinderde doorgang niet belemmeren en het buurterras of de rijbaan nooit overdekken/overlappen,

  • -

    parasols mogen in uitgeklapte toestand geen grotere maatvoering hebben dan 4 x 4 meter, dan wel geen grotere doorsnede hebben dan 4,50 meter (de totale oppervlakte van een parasol mag maximaal 16 m² zijn). De maximale maatvoering is altijd afhankelijk van het toegewezen terrasoppervlak. In bijzondere gevallen kan het bestuursorgaan afwijken van de maximale oppervlakten met een positief advies van de WMC en stedenbouw,

  • -

    Een parasol mag vierkant zijn, maar dat hoeft niet. Ook ronde parasols mogen worden toegepast. Ook daarvoor geldt dat de straal van de cirkel niet groter mag zijn dan 2 meter,

  • -

    de maximale hoogte van de bovenzijde van een parasol is tot de 1e verdiepingsvloer van de inrichting,

  • -

    de afstand van de buitenrand van de uitgeklapte parasols tot aan de buitengrens van het terras bedraagt minimaal 0,25 meter,

  • -

    Bij ensembles bij aansluitende terrassen met buurondernemers mogen de parasols aaneengeschakeld worden geplaatst,

  • -

    in verband met zichtlijnen zijn parasols in één lijn opgesteld en van dezelfde vorm;

  • -

    parasols zijn uitgevoerd in tentdoek of vergelijkbaar materiaal,

  • -

    er mogen geen flappen worden aangebracht aan parasols of tussen parasols, gevels of andere objecten,

  • -

    de hoogte vanaf maaiveld tot aan de onderkant van het parasoldoek (in uitgeklapte toestand) bedraagt minimaal 2,20 meter,

  • -

    er mag één tint parasol per terras worden gebruikt, passend bij de luifel, zonnescherm of markies,

  • -

    bij ensembles wordt het parasoldoek gekozen uit één kleurpalet,

  • -

    op de volant van de parasol is reclame toegestaan. Wanneer er geen volant is mag reclame worden gevoerd op de bovenzijde van de parasol tot maximaal 5% van elk segment,

  • -

    parasols moeten ’s nachts en op sluitingsdagen worden ingeklapt,

  • -

    Als het terras langdurig niet in gebruik (in ieder geval in de winterperiode van begin januari tot 15 februari) is, moet de parasol worden verwijderd en het parasolputje op maaiveldniveau naar behoren te worden afgedekt zodat het geen obstakel vormt voor voetgangers,

  • -

    Parasols moeten 0,25 meter van bomen, (historische) lichtmasten, verkeersbordpalen of ander straatmeubilair worden geplaatst. Parasols mogen nooit om straatmeubilair worden gedrapeerd.

    Op de Markt Noord is afgeweken van de maximale maat vanwege een totaalplan voor een ensemble waar vanwege uniformiteit afwijkende terrasmaten van enkele grotere parasol op die locatie is toegestaan. WMC heeft hierin positief geadviseerd.

Voor het aanbrengen van parasolputjes in de ondergrond is een omgevingsvergunning verplicht.

Bij ensembles wordt parasoldoek gekozen uit één kleurpalet. Eén kleurpalet zijn de kleur-combinaties ton-sur-ton. Dus kleurencombinaties uit één partje van onderstaande cirkel (totaal zijn er 12 partjes).

afbeelding binnen de regeling

Zijflappen

Het aanbrengen van flappen aan zonneschermen, luifels en markiezen is niet toegestaan. Met een flap wordt bedoeld een verlenging van het zonnescherm, de luifel of de markies aan de zijkant.

Andere toegestane objecten op het terras

Binnen de vergunde terrasoppervlakte is het toegestaan om terrasgerelateerde accessoires te plaatsen die in esthetisch opzicht één geheel vormen met het terrasmeubilair.

Terrasgerelateerde accessoires zijn:

  • -

    plantenbakken, deze mogen een maximale oppervlakte van 0,20 m² hebben waarbij de plantenbak inclusief beplanting niet hoger mag zijn dan 1 meter. Plantenbakken dienen zowel qua situering als qua vorm zicht te blijven geven op het terras;

  • -

    menuborden, deze mogen maximaal 1 meter hoog zijn en ze mogen niet bevestigd worden aan de gevel van monumentale panden, bomen, lantaarnpalen e.d. en mogen niet buiten het terrasoppervlak worden geplaatst;

  • -

    Een serveermeubel mag geen tappunt (water, bier, etc.) bevatten. Op een dergelijk meubel is ook geen reclamevoering toegestaan. In bijzondere gevallen of tijdens evenementen kan de burgemeester afwijken van deze regel.

Het plaatsen van een vlonder ten behoeve van een terras is niet toegestaan. Slechts in het geval dat het plaatsen van een vlonder aantoonbaar noodzakelijk is voor een veilige exploitatie van een terras kan van dit verbod worden afgeweken. Door of namens het bestuursorgaan wordt beoordeeld of de vlonder aantoonbaar onoverkomelijk is.

Het is op een terras niet toegestaan om geluidsboxen te plaatsen of vloerbedekking aan te brengen.

Een terras bevindt zich in de openbare ruimte en is toegankelijk voor iedereen. Het is niet toegestaan om het terras af te bakenen door bijvoorbeeld plantenbakken of paaltjes met koorden ertussen2.

Terrasverwarming

De gemeente Maastricht heeft besloten om het energiegebruik als gevolg van het gebruik van terrassen (verwarming en verlichting) tot een minimum te beperken. Het heeft de voorkeur dat terrasverwarming is voorzien van een bewegingsmelder of tijdschakelaar.

De verwarming van een terras is het hele jaar toegestaan bij een gevelterras. Voor het plaatsen van nieuwe verwarming aan de gevel is een omgevingsvergunning vereist. Elektrische verwarming aan de gevel is toegestaan met voeding vanuit de inrichting. Een omgevingsvergunning zal in het kader van duurzaamheid worden verleend voor elektrische verwarming met een bewegingsmelder. Ook het gebruik van terrasverwarming die in de markies of het zonnescherm is verwerkt en die het gevelterras aanstraalt, is enkel toegestaan met een omgevingsvergunning.

Het verwarmen van het straat- of pleinterras is enkel toegestaan in de winterperiode van 1 december tot de eerste dag na de kerstvakantie. Verwarming van het straat- of pleinterras is uitsluitend toegestaan met elektrische verwarmingselementen met kortgolvige infraroodstraling. Aansluiting op de elektrische installatie van de eigen horecagelegenheid is toegestaan, mits de bekabeling voldoet aan de NEN 1010 (veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties). Wordt daarbij gebruik gemaakt van bomen/lantaarnpalen e.d. dan dient (boom- én lichtmasten-) beschermend bevestigingsmateriaal te worden gebruikt dat na de kerstperiode kan worden verwijderd en geen beschadigingen veroorzaakt. Schade wordt altijd verhaald.

Het gebruik van vrijstaande terrasverwarming (zoals gaspaddenstoelen) is niet toegestaan. Hetzelfde geldt voor het plaatsen van aggregaten. Oplaadbare batterijen/accu’s zijn toegestaan, mits die worden opgeladen in de eigen inrichting.

Eind 2021 en begin 2022 wordt via het Maastrichts Energie Akkoord met enkele horecaondernemers onderzoek gedaan om te achterhalen welke vorm van terrasverwarming het minste verbruik heeft en gebruiksvriendelijk is.

Verlichting

Verlichting op het terras is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • -

    de verlichting mag niet zijn voorzien van reclame-uitingen;

  • -

    er mogen geen bedrijfsnamen en –logo’s worden afgebeeld;

  • -

    er mag geen sprake zijn van een (vorm van een) projectie;

  • -

    er mag niet naar boven worden gestraald;

  • -

    het terras mag niet worden aangestraald vanuit één lichtbron;

  • -

    open vuur (inclusief sfeerhaard en vuurzuil) is niet toegestaan;

  • -

    de verlichting mag niet hinderlijk zijn naar de omgeving.

Bekabeling naar straat- of pleinterras

Electriciteit en bekabeling over de openbare weg is niet toegestaan. Elektriciteit en andere bekabeling dient bij voorkeur door de ondergrond te worden aangelegd. Bekabeling over de openbare weg is niet toegestaan. Indien een terras is losgeschakeld van het pand (pleinterras of straatterras) kan alleen bekabeling via de ondergrond plaats vinden of dient de verlichting of verwarming met accu’s te worden gevoed. Voor aanleg ondergronds geldt een procedure met instemmingsverklaring van de gemeente Maastricht. De kosten voor een KLIC-melding, fysieke aanleg en voor de instemmingverklaring zijn volledig voor de aanvrager.

Bereiden spijzen en (alcoholische) dranken op het terras

Op een terras mogen geen spijzen en (alcoholische) dranken worden bereid. Daarom zijn geen eet- en drankbuffetten zoals barbecues en biertappen toegestaan. Van dit verbod kan worden afgeweken in het geval het terras tijdelijk deel uitmaakt van een vergund evenement.

Staand drinken

Staand drinken is op een terras niet toegestaan. Een pilot staand drinken op het terras (die vanwege Corona in 2020 geen doorgang heeft kunnen vinden) wordt in voorjaar 2022 alsnog uitgevoerd.

Schoonhouden terras

De horecaondernemer houdt het terras schoon en is verantwoordelijk voor zwerfafval afkomstig van het terras.

In uitzonderlijke gevallen waarin op ondergeschikte onderdelen niet wordt voldaan aan bovengenoemde uitgangspunten, vindt afstemming plaats ter beoordeling of deze afwijking in het concrete geval toelaatbaar wordt geacht, een en ander ter beoordeling van het bestuursorgaan.

Ondertekening

Deze uitvoeringsregels zijn op 25 januari 2022 vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders binnen het kader van de Terrasverordening.

De Secretaris,

G.J.C. Kusters

De Burgemeester,

J.M. Penn-te Strake


Noot
1

Verlichting die de gevel aanstraalt is niet toegestaan op basis van de Welstandsnota en de restauratierichtlijnen.

Noot
2

In de coronatijd zijn horecaondernemers verplicht (geweest) om mensen op het terras te placeren en slechts toe te laten na controle van het coronatoegangsbewijs. Vanwege deze controleverplichting zijn terrassen afgebakend met bijv. koorden en/of plantenbakken. Als deze coronaregels zijn vervallen, zullen de afbakeningen moeten verdwijnen.