Regeling vervallen per 01-01-2023

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 1 februari 2022, nr. 1754088/1754095 tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie kleine infrastructuur Noord-Holland 2022

Geldend van 07-02-2022 t/m 31-12-2022

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 1 februari 2022, nr. 1754088/1754095 tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie kleine infrastructuur Noord-Holland 2022

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Gelet op de beleidsplannen ‘Opgave Verkeersveiligheid Noord-Holland 2030’ van 26 november 2019 en ‘Perspectief Fiets’ van 10 december 2018;

Overwegende dat het wenselijk is om subsidies te verlenen voor kleine infrastructurele projecten die de verkeersveiligheid bevorderen zoals omschreven in het beleidsplan ‘Opgave Verkeersveiligheid Noord-Holland 2030’;

Overwegende dat het wenselijk is om subsidies te verlenen voor kleine infrastructurele projecten die ertoe leiden dat het regionale fietsnetwerk wordt verbeterd alsmede voor projecten waarmee doorfietsroutes worden gerealiseerd zoals omschreven in het beleidsplan ‘Perspectief Fiets’;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie kleine infrastructuur Noord-Holland 2022

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Begrotingsformat kleine infrastructuur 2022: het format waarin de projectbegroting wordt aangeleverd. In het begrotingsformat worden tevens de subsidiabele kosten en het gevraagde subsidiebedrag berekend. Dit sjabloon is gebaseerd op SSK-2018, Dit format is te vinden op noord-holland.nl/loket/subsidies;

  • b.

    Brede fietsstroken: fietsstroken met een minimale breedte van 190 cm op wegen met een maximumsnelheid van 30 km/uur;

  • c.

    Civiel kunstwerk: bruggen, duikers, viaducten, aquaducten en tunnels en bijbehorende verkeersvoorzieningen;

  • d.

    Conventionele uitvoering: een gebruikelijke wijze waarop maatregelen worden getroffen, zonder noemenswaardige inspanningen op het vlak van duurzaamheid;

  • e.

    CROW-aanbevelingen: alle informatie met betrekking tot infrastructuur in de online kennisbank van het CROW, te raadplegen via https://kennisbank.crow.nl/kennismodule;

  • f.

    Doorfietsroute: een fietsroute die bedoeld is als regionale verbinding en waarvoor het tracé is vastgesteld door Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland;

  • g.

    Duurzaam uitgevoerde maatregelen: maatregelen binnen het project die zonder kwaliteitsverlies zorgen voor minder negatieve klimaateffecten door de realisatie en het resultaat van het project dan conventionele uitvoering;

  • h.

    Duurzaamheid: reductie van negatieve effecten op het klimaat;

  • i.

    Faunavoorzieningen: maatregelen uit de Leidraad faunavoorzieningen bij infrastructuur (MJPO 2013);

  • j.

    Fietsbereikbaarheid: de bereikbaarheid van gebieden en locaties voor fietsers;

  • k.

    Fietsinfrastructuur: de fundering en de verhardingen van openbaar toegankelijke fietspaden, fietsstraten en brede fietsstroken, met de daarbij behorende civiele kunstwerken, verkeersvoorzieningen, smart mobility-maatregelen, bewegwijzering en openbare verlichting;

  • l.

    Fietsstraat: een straat met gemengd verkeer die volgens de aanbevelingen van de notitie Aanbevelingen Fietsstraten 2019 van het CROW Fietsberaad wordt vormgegeven;

  • m.

    Gunning: de opdrachtverlening voor de realisatie van het project. Dat kan een voorlopige of een definitieve gunning zijn;

  • n.

    Maatregel: te onderscheiden onderdeel van een project;

  • o.

    Ontwerp: een ontwerp bevat een aantal relevante dwarsprofielen en een ontwerptekening van de locatie waarop het project wordt uitgevoerd. Beide onderdelen zijn voorzien van een legenda en duidelijke maatvoering van de infrastructuur in de nieuwe situatie, zodat de maatregelen te toetsen zijn aan de CROW-aanbevelingen;

  • p.

    Ontwerptoets verkeersveiligheid: een door een onafhankelijk en deskundig adviseur uitgevoerde toets op het ontwerp op verkeersveiligheidsaspecten aan de hand van de standaard onderdelen binnen de Verkeersveiligheidsaudit onderliggend wegennet (VVA);

  • q.

    Project: het afgebakende geheel van maatregelen bij het aanleggen of aanpassen van infrastructuur;

  • r.

    Regionaal fietsnetwerk: het fietsnetwerk zoals vastgesteld in het Perspectief Fiets;

  • s.

    Smart mobility-maatregelen: fysieke maatregelen in of op de weg, verkeersvoorzieningen of in wegkantsystemen die het mogelijk maken digitale verkeers- en andere informatie te verzamelen of te communiceren met de weggebruiker;

  • t.

    SSK-2018: de Standaardsystematiek voor Kostenramingen van het CROW, versie 2018, waarvoor de definities worden toegelicht in de Kennismodule Kostenmanagement (CROW, 2018);

  • u.

    Verkeersvoorziening: fysieke voorziening, bestemd voor de geleiding van het verkeer, zoals betonning, geleiderail en verkeersborden conform het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en borden waarvan een positief verkeersveiligheidseffect vanuit wetenschappelijke onderbouwing verwacht mag worden;

  • v.

    Wegen met een ontsnipperingsopgave: weg- en fietsinfrastructuur waar plaatsing van faunavoorzieningen of faunavriendelijke maatregelen wenselijk is. Het gaat hier om de weg- en fietsinfrastructuur die de gebieden en verbindingszones van het Natuurnetwerk Nederland doorsnijden, zoals weergegeven in de kaartviewer op het subsidieloket;

  • w.

    Weginfrastructuur: de fundering en de verhardingen van autorijbanen, busbanen en -haltehavens, andere fietsstroken dan die bedoeld onder b en voetpaden, met de daarbij bijbehorende civiele kunstwerken, verkeersvoorzieningen, parkeerplaatsen, fietsenstallingen, verkeersregelinstallaties, smart mobility-maatregelen, bewegwijzering en openbare verlichting.

Artikel 2

Subsidie wordt verstrekt aan beheerders of eigenaren van openbare wegen als bedoeld in de Wegenwet in de regio’s Gooi en Vechtstreek, Zuid-Kennemerland en IJmond, Kop van Noord- Holland, Regio Alkmaar en Westfriesland.

Artikel 3

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • a.

      het aanleggen of aanpassen van weginfrastructuur met als hoofddoel het verbeteren van de verkeersveiligheid, inclusief, indien noodzakelijk, het laten uitvoeren van een Ontwerptoets verkeersveiligheid;

    • b.

      het aanleggen of aanpassen van fietsinfrastructuur met als hoofddoel het verbeteren van de verkeersveiligheid of het verbeteren van het regionaal fietsnetwerk;

    • c.

      het aanleggen of aanpassen van fietsinfrastructuur met als hoofddoel het verbeteren van doorfietsroutes.

  • 2. Subsidie kan worden verstrekt voor projecten waarvan de totale subsidiabele kosten, genoemd in artikel 9, niet meer bedragen dan € 3.500.000,-.

Artikel 4

  • 1. Een aanvraag om subsidie bevat in elk geval:

    • a.

      het Subsidieaanvraagformulier kleine infrastructuur 2022, te vinden op noord-holland.nl/loket/subsidies, waarin is omschreven:

      • i.

        de hoofddoelstelling(en) van het project;

      • ii.

        de urgentie tot het aanpassen van de situatie ten behoeve van de verkeersveiligheid en/of fietsbereikbaarheid;

      • iii.

        de maatregelen benodigd voor het realiseren van de nieuwe situatie;

      • iv.

        de effecten van het projectresultaat op de verkeersveiligheid onderbouwd door en met expliciete verwijzing naar de CROW-aanbevelingen;

      • v.

        de duurzaam uitgevoerde maatregelen die binnen het project worden getroffen en een onderbouwing daarvan;

      • vi.

        indien van toepassing, de effecten van het project op de fietsbereikbaarheid;

      • vii.

        indien het project gesitueerd is op een weg met een ontsnipperingsopgave, de faunavoorzieningen die worden getroffen en de verwachte effecten hiervan op de doelsoorten in de omgeving;

      • viii.

        indien van toepassing, de toegepaste smart mobility-maatregelen en hun bijdrage aan de verkeersveiligheid en fietsbereikbaarheid;

      • ix.

        een dekkingsplan van de kosten van het project;

      • x.

        een uitvoeringsplanning.

    • b.

      het Begrotingsformat kleine infrastructuur 2022, dat transparant, herleidbaar en onderbouwd is ingevuld, waarin is aangeduid welke maatregelen behoren tot welke in artikel 3 genoemde activiteiten, en welke maatregelen duurzaam worden uitgevoerd;

    • c.

      een ontwerp van de nieuwe situatie.

  • 2. Indien in het ontwerp voor de aanleg of aanpassing van weginfrastructuur in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, wordt afgeweken van de CROW-aanbevelingen, bevat de aanvraag tevens een ontwerptoets verkeersveiligheid.

Artikel 5

  • 1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag tussen 7 februari 2022, 9:00 uur en 21 september 2022, 17.00 uur is ontvangen.

  • 2. Een aanvraag die buiten de in het eerste lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt geweigerd.

  • 3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 6

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor het jaar 2022 vast op € 15.000.000,-.

  • 2. Het in het eerste lid genoemde subsidieplafond wordt als volgt verdeeld in zes deelplafonds:

    Deelplafond

    %

    Regionaal deelplafond Kop van Noord-Holland

    6,8 %

    € 1.020.000,-

    Regionaal deelplafond Regio Alkmaar

    11,6 %

    € 1.740.000,-

    Regionaal deelplafond Zuid-Kennemerland en IJmond

    16 %

    € 2.400.000,-

    Regionaal deelplafond Westfriesland

    8,2 %

    € 1.230.000,-

    Regionaal deelplafond Gooi en Vechtstreek

    7,4 %

    € 1.110.000,-

    Algemeen deelplafond

    50 %

    € 7.500.000,-

Artikel 7

  • 1. Aanvragen om subsidie worden per regionaal deelplafond, bedoeld in artikel 6, tweede lid, behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Indien door honorering van de aanvraag het toepasselijke regionaal deelplafond geheel of gedeeltelijk wordt overschreden, wordt de aanvraag op volgorde van ontvangst geheel of gedeeltelijk gehonoreerd ten laste van het algemeen deelplafond, totdat dit plafond is bereikt.

  • 3. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 4. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het regionaal of algemeen deelplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

  • 5. Indien toepassing van het vorige lid er toe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 8

Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    het project reeds subsidie heeft ontvangen op grond van de Uitvoeringsregeling subsidie kleine infrastructuur Noord-Holland 2020 of 2021, of de Uitvoeringsregeling subsidie regionaal fietsnetwerk Noord-Holland 2020;

  • b.

    het project vóór 1 augustus 2021 is gegund;

  • c.

    het project naar het oordeel van Gedeputeerde Staten een andere hoofddoelstelling dient dan (een van de) in artikel 3, eerste lid, beschreven hoofddoelstelling(en);

  • d.

    het project uitsluitend bedoeld is voor de aanleg van een noodvoorziening;

  • e.

    het project hoofdzakelijk dient ter ontsluiting van een nieuwe woonwijk, nieuw bedrijventerrein of nieuwe openbare voorziening;

  • f.

    het project wordt uitgevoerd door of namens de provincie en de subsidieaanvrager daar aan een financiële bijdrage dient te leveren;

  • g.

    het project naar het oordeel van Gedeputeerde Staten een maatregel bevat die negatieve gevolgen voor de verkeersveiligheid of de fietsbereikbaarheid oplevert;

  • h.

    het project naar het oordeel van Gedeputeerde Staten onvoldoende bijdraagt aan de duurzaamheid;

  • i.

    het project wordt uitgevoerd op wegen met een ontsnipperingsopgave en naar het oordeel van Gedeputeerde Staten onvoldoende maatregelen worden getroffen om het Natuurnetwerk Nederland te ontsnipperen of wildaanrijdingen te voorkomen;

  • j.

    het project naar het oordeel van Gedeputeerde Staten een maatregel bevat die onevenredig negatieve gevolgen heeft voor de doorstroming van het openbaar vervoer.

Artikel 9

  • 1. Subsidie wordt verstrekt voor de volgende naar het oordeel van Gedeputeerde Staten ten behoeve van de in het eerste lid van artikel 3, eerste lid, genoemde activiteiten noodzakelijke kosten (SSK-2018):

    • a.

      de benoemde directe bouwkosten;

    • b.

      de benoemde directe kosten voor het verleggen van kabels en leidingen;

    • c.

      de nader te detailleren kosten tot ten hoogste 10 % van het totaal van de onder onderdeel a en b genoemde kosten;

    • d.

      de indirecte kosten tot ten hoogste 20 % van het totaal van de onder onderdeel a, b en c genoemde kosten;

    • e.

      de kosten van de ontwerptoets verkeersveiligheid als bedoeld in artikel 4, tweede lid;

  • 2. Subsidie wordt niet verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      saneringskosten;

    • b.

      kosten voor beheer of onderhoud;

    • c.

      engineeringskosten

    • d.

      overige bijkomende kosten, niet zijnde Kabels en Leidingen;

    • e.

      vastgoedkosten;

    • f.

      risicoreservering.

Artikel 10

  • 1. De subsidie bedraagt 55 % van de subsidiabele kosten voor de maatregelen die behoren tot de in artikel 3, eerste lid, onderdeel a genoemde activiteit.

  • 2. De subsidie bedraagt 75 % van de subsidiabele kosten voor de maatregelen die behoren tot de in artikel 3, eerste lid, onderdeel b genoemde activiteit.

  • 3. De subsidie bedraagt 90 % van de subsidiabele kosten voor de maatregelen die behoren tot de in artikel 3, eerste lid, onderdeel c genoemde activiteit.

  • 4. Indien de maatregelen binnen de aanvraag gedeeltelijk anderszins worden gesubsidieerd, wordt een zodanig subsidiebedrag vastgesteld, dat het totaal van alle subsidies niet meer bedraagt dan 90 % van de subsidiabele kosten.

  • 5. Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

  • 6. Bij subsidies tot € 10.000,- wordt volstaan met subsidievaststelling zonder voorafgaande subsidieverlening.

  • 7. In afwijking van het eerste en het vierde lid bedraagt het maximale subsidiebedrag voor de ontwerptoets verkeersveiligheid, genoemd in artikel 4, tweede lid, € 5.000,-.

Artikel 11

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen in de beschikking tot subsidieverlening een verplichting opnemen over de datum waarop het gesubsidieerde project moet zijn aanbesteed of afgerond.

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen in de beschikking tot verlening van de subsidie op grond van artikel 4:38 van de Algemene wet bestuursrecht nadere verplichtingen opleggen.

Artikel 12

  • 1. Indien de subsidieontvanger een gemeente is wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie ingediend uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin het project is voltooid.

  • 2. In de overige gevallen wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie ingediend binnen 13 weken na het tijdstip waarop het project overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening moet zijn voltooid.

  • 3. Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie een formulier beschikbaar op www.noord-holland.nl/loket/subsidies.

  • 4. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 13

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 7 februari 2022.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2023.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie kleine infrastructuur Noord-Holland 2022.

Ondertekening

Haarlem, 1 februari 2022.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

A.Th.H. van Dijk, voorzitter

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris