Verordening nadeelcompensatie Omgevingswet gemeente Westland

Geldend van 01-07-2022 t/m heden

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie Omgevingswet gemeente Westland

De raad van de gemeente Westland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 november 2021;

gelet op de gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet. Titel 4.5, 4:126 - 4.131 van de Algemene wet bestuursrecht. Afdeling 15.1 van de Omgevingswet;

gehoord de beraadslagingen van de commissie Ruimte van 11 januari 2022;

b e s l u i t

Verordening nadeelcompensatie Omgevingswet gemeente Westland vast te stellen

Artikel 1. Toepassingsbereik

Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.

Artikel 2. Vastrecht

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt als bedoeld in artikel 4:128 van de Algemene wet bestuursrecht een recht van € 500,-- geheven.

Artikel 3. Aanvraag

  • 1. De aanvrager van schadevergoeding maakt gebruik van een door het bestuursorgaan vastgesteld formulier ‘aanvragen nadeelcompensatie’.

  • 2. In aanvulling op artikel 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag mede:

    • a.

      een aanduiding van de schadeveroorzakende gebeurtenis;

    • b.

      een opgave van de aard van de geleden of te lijden schade en, voor zover redelijkerwijs mogelijk, het bedrag van de schade en een specificatie daarvan.

Artikel 4. Adviescommissie

  • 1. Het bestuursorgaan wint slechts advies in bij een adviescommissie voor zover dat naar zijn oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

  • 2. Advies als bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval niet ingewonnen als:

    • a.

      de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door het bestuursorgaan genomen besluit of verrichte handeling;

    • c.

      de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarvoor al advies is uitgebracht;

    • d.

      de schadevergoeding kennelijk minder bedraagt dan € 500,00 of

    • e.

      naar het oordeel van het bestuursorgaan in de gemeentelijke organisatie voldoende deskundigheid voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

  • 3. Een adviescommissie bestaat uit een of meer deskundigen.

  • 4. Een adviescommissie kan worden benoemd als tijdelijke commissie voor advisering met betrekking tot een of meer aanvragen, door het bestuursorgaan (Afd. 15.1 van de omgevingswet) dat de aanvragen behandelt.

Artikel 5. Procedure

  • 1. Als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie, informeert het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden.

  • 2. Bij de toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt naast de aanvrager voor zover van toepassing betrokken:

    • a.

      degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten, en,

    • b.

      als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht, tenzij:

      • i.

        de schadevergoeding redelijkerwijze voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan, of

      • ii.

        de schadevergoeding voldoende op een andere manier is verzekerd.

  • 3. De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden kunnen binnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het eerste lid schriftelijk en voldoende gemotiveerd een verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs bij het college indienen.

  • 4. Het college beslist binnen twee weken na het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde termijn over een ingediend verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs.

Artikel 6. Werkwijze adviescommissie

  • 1. Het college stelt aan de adviescommissie alle op de aanvraag betrekking hebbende informatie, alsmede de voor de beoordeling daarvan naar het oordeel van de adviescommissie noodzakelijke bescheiden ter beschikking.

  • 2. Het college wijst uit de ambtelijke organisatie één of meer personen aan adviescommissie bij de uitvoering van de adviesopdracht bijstaat.

  • 3. De voorzitter van de adviescommissie organiseert één of meerdere hoorzittingen, waar de aanvrager en de in het tweede lid bedoelde ambtelijke vertegenwoordiger(s) in de gelegenheid worden gesteld de aanvraag toe te lichten, onderscheidenlijk de voor de advisering over de aanvraag relevante informatie te verschaffen, dan wel een standpunt van de gemeente over de aanvraag de adviescommissie kenbaar te maken. Eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden worden eveneens in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken.

  • 4. De voorzitter van de adviescommissie bepaalt het tijdstip waarop de adviescommissie de situatie ter plaatse zal bezichtigen en nodigt de aanvrager voor de plaatsopneming uit.

  • 5. Ten behoeve van een taxatie van een bij de aanvraag betrokken onroerende zaak, wordt door de voorzitter van de adviescommissie met de aanvrager een afspraak gemaakt.

  • 6. Van de in het derde lid bedoelde hoorzitting en van de in het vierde lid bedoelde bezichtiging wordt door, dan wel onder verantwoordelijkheid van de voorzitter van de adviescommissie een verslag gemaakt, dat onderdeel vormt van het uit te brengen advies.

  • 7. Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviescommissie binnen zestien weken, na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan de gemeente, aan de aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganen en aan de belanghebbenden. De voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn met ten hoogste vier weken verlengen.

  • 8. De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen alsmede de belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de toezending van het concept advies schriftelijk hierop te reageren.

  • 9. In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviescommissie binnen vier weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn een advies uit aan het college, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken, met een eventuele verdaging van één maal acht weken.

  • 10. In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviescommissie binnen twee weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn een advies uit aan het college.

Artikel 7. Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald bij het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag

Artikel 8. Overgangsrecht

  • 1. De ‘procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Westland’ blijft 5 jaar lang gelden na inwerkingtreding van de Omgevingswet, overeenkomstig artikel 4.17 invoeringswet.

  • 2. Als uitzondering op lid 1 geldt voor schadeveroorzakende besluiten op basis van de Wro dat de termijn van 5 jaar start bij het nemen van het besluit als de procedure voor het besluit is gestart voor de inwerkingtreding en de procedure is afgerond na inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op datum van inwerkingtreding van de omgevingswet.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening nadeelcompensatie Omgevingswet gemeente Westland’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 25 januari 2022,

de griffier

A.P.M.A.F. Bergmans

de voorzitter

B.R. Arends