Puntensysteem Omgevingsvisie Veenendaal

Geldend van 27-10-2022 t/m heden

Intitulé

Puntensysteem Omgevingsvisie Veenendaal

1. Inleiding

Aanleiding Puntensysteem Omgevingsvisie Veenendaal

Op 17 december 2021 is de Omgevingsvisie Veenendaal vastgesteld. In de Omgevingsvisie wordt een gezond, duurzaam en veilig Veenendaal na gestreefd. De visie bevat ambities en doelen om dit te bereiken. Voorliggend stuk is een uitwerking van deze ambities in de vorm van een puntensysteem. In dit puntensysteem worden de ambities concreet gemaakt. Voor deze vorm is gekozen om de ontwikkelaar tot op zekere hoogte vrijheid te geven in de manier hoe hij of zij bijdraagt aan de ambities in de omgevingsvisie. Daar naast is het niet altijd haalbaar om alle maatregelen die voortvloeien uit de ambities van de omgevingsvisie bij de ont wikkelaar neer te leggen. In het puntensysteem zijn onderstaande thema’s uit de omgevingsvisie opgenomen:

  • Gezonde en groene leefomgeving;

  • Bewegen, ontmoeten, sporten en spelen (BOSS);

  • Energietransitie en duurzaam bouwen;

  • Natuurinclusief bouwen;

  • Klimaatadaptatie; en

  • Veiligheid en leefbaarheid.

Voor elk thema uit de omgevingsvisie zijn maatregelen opgesomd waarmee wordt bijgedragen aan deze verschil lende thema’s. Aan deze maatregelen zijn punten gekoppeld. Een ontwikkelaar moet straks een minimale score per thema en een minimale score voor het totaal behalen. Op deze manier laten we de ambities uit de omgevingsvisie terugkomen in nieuwe ruimtelijke ont wikkelingen. Het puntensysteem is toe gespitst op de realisatie van woningen.

Doel van het puntensysteem

Naast het feit dat de omgevingsvisie het waarborgen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving beoogt, wil zij ook ruimte maken voor ontwikkelingen. Waar we voorheen nog wel eens naar nieuwe ontwikkelingen keken vanuit een ‘nee, tenzijhouding’, werken we nu met een ‘ja, mitshouding’. Ja, we willen graag dat u op deze locatie ont wikkelt, mits de ambities uit de omgevingsvisie mee worden genomen in het ontwerp. Het puntensysteem fungeert als kader voor de beoordeling of een ontwikkeling voldoende bijdraagt aan een gezonde, duurzame en veilige leef omgeving. Naast het puntensysteem blijven de bestaande beleidsstukken over o.a. parkeren, stedenbouw en het woningbouwprogramma bestaan.

Een bewegend document

Dit puntensysteem is opgesteld als lei draad bij nieuwe ontwikkelingen. De thema’s die hierin naar voren komen, zijn constant aan veranderende inzichten en nieuwe (landelijke) wetgeving onderhevig. Daarnaast komen er bij de concrete toepassing van dit puntensysteem mogelijk nog verbeteringen aan het licht. Daarom zal het puntensysteem de komende tijd gefinetuned en geëvalueerd worden. Een onderdeel van de finetuning is onder meer het in kaart brengen van kwaliteiten en behoeftes per deelgebied in Veenendaal, zodat op voorhand duidelijk is welke maatregelen op welke locatie het meeste effect zullen hebben. Tot het moment dat dit nog niet inzichtelijk is gemaakt, wordt van ontwikkelaars gevraagd zelf aan te tonen dat de te nemen maatregelen een bijdrage leveren aan het type gebied waarin de ontwikkeling plaats vindt. Een onderdeel van de evaluatie is dat in ieder geval binnen een jaar na vaststelling in beeld wordt gebracht hoe de implementatie van dit puntensysteem in de praktijk heeft uitgepakt.

Leeswijzer

Hoofdstuk 2 bevat een toelichting op de werking van het puntensysteem. In hoofdstuk 3 wordt het totale puntensysteem weergegeven. Hierin staan per thema de maatregelen opgesomd met daarachter het aantal punten dat kan worden behaald en een toelichting op de maatregel. In hoofdstuk 4 wordt toegelicht hoe we met maatwerk om gaan. De uitvoering van het puntensysteem komt in hoofdstuk 5 aan bod. Hoofdstuk 6 bevat tot slot een toelichting op de implementatie van dit puntensysteem.

2. Uitleg puntensysteem

Het voorliggende puntensysteem bevat verschillende maatregelen die kunnen bijdragen aan een gezonde, duurzame en veilige leefomgeving. Het puntensysteem is opgesteld in de vorm van een mengpaneel. Een positieve uitkomst van het mengpaneel vormt een belangrijke voorwaarde voor het verlenen van de omgevingsvergunning. Binnen het puntensysteem is er een opdeling in zes thema’s gemaakt. Elk thema bevat maatregelen waarmee punten te behalen zijn. Om tot een positieve uitkomst van het puntensysteem te komen, dient er per thema een minimaal aantal punten behaald te worden. Daarnaast geldt er een minimaal aantal punten voor het totale puntensysteem.

Het puntensysteem is van toepassing op projecten waar (ook) woningbouw wordt toegepast. Het aantal punten dat behaald moet worden voor de thema’s en voor het totaal is afhankelijk van het totale bruto vloeroppervlak van het project. VVoor ontwikkelingen onder de 750 m2 bruto vloeroppervlak zijn geen punten per thema benodigd, maar geldt er wel een minimaal aantal punten voor het totale puntensysteem. Ook wordt het puntensysteem alleen toegepast bij ont wikkelingen waarvoor een herziening, wijziging, uitwerking of afwijking van het bestemmingsplan nodig is. Daar naast hoeft het niet toegepast worden op transformatie, waarbij bestaande bebouwing behouden blijft en wordt getransformeerd naar een andere functie; bij transformatie wordt maatwerk per ontwikkeling geleverd.

afbeelding binnen de regeling

 

Minimum aantal punten voor ‘Gezonde en groene leefomgeving’

Minimum aantal punten voor ‘BOSS’

Minimum aantal punten voor ‘Energie- transitie en duurzaam bouwen’

Minimum aantal punten voor ‘Natuur- inclusief bouwen’

Minimum aantal punten voor ‘Klimaat- adaptatie’

Minimum aantal punten voor

‘Veiligheid en leefbaarheid’

Minimum aantal punten totaal

Kleine ontwikkelingen

| <750 m2 bruto vloer

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

10

Kleine tot middelgrote ontwikkelingen

| 750 - 1500 m2 bruto vloer oppervlak

4

0

4

4

4

Geen punten; verplichte maatregelen

25

Middelgrote tot grote ontwikkelingen

| 1.500 -

7.500 m2 bruto vloeroppervlak

6

6

6

6

6

Geen punten; verplichte maatregelen

40

Grote ontwikkelingen

| > 7.500 m2 bruto vloeroppervlak

10

10

10

10

10

Geen punten; verplichte maatregelen

65

Het puntensysteem wordt gebruikt als leidraad voor de verdere uitwerking van het plan.

Voor gebiedsontwikkelingen die gefaseerd ontwikkeld worden, zijn in bovenstaande tabel tevens geen minimale punten benoemd. Ook voor deze soort ontwikkelingen is maatwerk nodig. Het puntensysteem vormt hierbij een lei draad die gebruikt wordt om een gebiedsvisie of stedenbouwkundige en programmatische kaders op te stellen.

Door veel verschillende soorten maat regelen per thema op te nemen, ligt de keuze voor de manier waarop een thema wordt ingevuld bij de ontwikkelaar. Doordat voor het totale aantal punten het minimum hoger ligt dan de som van het minimale aantal punten per thema kan de ontwikkelaar zelf bepalen in welke ambitie(s) uit de omgevingsvisie hij het meeste wil investeren.

3. Het puntensysteem

In dit hoofdstuk worden de maatregelen waarvoor punten te verdienen zijn in het kader van gezondheid, duurzaamheid en veiligheid uiteengezet. Daar naast wordt concreet omschreven wat er nodig is om de punten te verdienen.

3.1 Gezonde en groene leefomgeving

De gemeente Veenendaal wil meer ver groenen. Wanneer een gebied opnieuw ontwikkeld wordt, biedt dat kansen om hier op in te zetten. Onderstaande maat regelen dragen bij aan een groene leef omgeving. Ook volgt uit onderstaande tabel welke maatregelen in ieder geval verplicht zijn.

Voor iedere ontwikkeling geldt dat de maatregelen die een bijdrage leveren aan dit thema, van toegevoegde waarde moeten zijn voor de locatie en het gebied waar de ontwikkeling plaats gaat vinden. Per locatie zullen bestaan de kwaliteiten in beeld moeten worden gebracht.

Bij projecten waar dit puntensysteem van toepassing is, is geen toets nodig aan het groencompensatiebeleid. Wel geldt het uitgangspunt dat bestaande waardevolle bomen zowel in het plan gebied als in de directe omgeving gehandhaafd moeten blijven en hier bij de ontwikkeling rekening mee moet worden gehouden.

Voor bomen die in het kader van dit puntensysteem worden geplant, geldt een instandhoudingsverplichting en een vergunningplicht voor het kappen van die betreffende bomen.

Maatregelen dienen binnen het plangebied te worden uitgevoerd. Enkel maat regelen die in openbaar toegankelijk gebied of in gezamenlijk eigendom zijn tellen mee voor het puntenaantal. Een boom die wordt geplant in een privétuin telt dus bijvoorbeeld niet mee voor het aantal punten. Een uitzondering hierop zijn de ingebouwde bloembakken of groeiplaatsen op balkons.

Maatregelen

Punten

Toelichting / omschrijving

Behoud waardevolle bomen

Verplicht

Verplicht. Het behouden van bomenbetekent dat ze op dezelfde locatie blijven staan en dus niet ver- plaatst worden.

Planten van een solitaire boom

1e grootte

2e grootte

3e grootte

0,5

0,4

0,3

Om punten te halen moet aantoonbaar zijn dat:

  • De boom zomers tussen 11:00 uur en 14:00 uur niet in de schaduw staat;

  • De kroon zich vrij kan ontwikkelen;

  • De ondergrond obstakelvrij is;

  • De standplaats geschikt is of geschikt gemaakt wordt;

  • Er van nature voldoende watertoevoer is; en

  • De boom voldoet aan de eisen in het IVOR.

Een cluster van bomen is een groepjebomen en ver- schilt daarmee van een boomstructuur, waarbij de bomen op een rij staan. Elke boom kan maximaal één keer meetellen voor punten.

Vervolg van deze cel opvolgende pagina

Het behouden van een bestaande solitaire boom

1e grootte

2e grootte

0,6

0,5

Aanbrengen boomstructuur (rij van minimaal 5 bomen 1e grootte)

Als de boomstructuur aansluit bij een bestaande groen- structuur (robuuste structuur)

4

+1

Aanbrengen boomstructuur (rij van minimaal 5 bomen 2e grootte)

Als de boomstructuur aansluit bij een bestaande groen- structuur (robuuste structuur)

3

+1

Aanbrengen boomstructuur (rij van minimaal 5 bomen 3e grootte)

Als de boomstructuur aansluit bij een bestaande groen- structuur (robuuste structuur)

2

+1

Om de punten te behalen voor het behouden in plaats van aanbrengen van bomen, moet de boom een ge- zonde en goede levensverwachting hebben en be- houdenswaardigzijn. Dit dientaangetoond te worden door het uitvoeren van een pre bomeneffectanalyse. Het behouden van bomenbetekent datze op dezelfde locatie blijven staan en dus niet verplaatst worden.

Bomen in de directe omgeving tellen mee als het gaat om gemeentelijke bomen die binnen8 meter van hetplangebied staan en direct van invloed zijnop de ontwikkeling in het plangebied, bijv. grootte van de kroon.

Behouden van een bestaande boomstructuur (rij van minimaal 5 bomen 1e grootte)

4,4

Behouden van een bestaande boomstructuur (rij van minimaal 5 bomen 2e grootte)

3,3

Behouden van een bestaande boomstructuur (rij van minimaal 5 bomen 3e grootte)

2,2

Bij iedere (toevoeging van een) extra boom aan de boom- structuur

+0,5, tot max. +2

Cluster van minimaal drie (inheemse) bomen

1,5 max. 6 punten te halen

Het behouden van een cluster van minimaal drie

(inheemse) bomen

1,7

Bij soortkeuze boom extra waarde voor vogels of insecten (inheems, bloei, nectar, zaden, vruchten, waardplanten), per boom

+0,5

Dit punt is te verdienen bovenop hetaanbrengen van een solitaire boom, boomstructuur of cluster aan bo- men

Cluster van inheemse / insectvriendelijke/ bloeiende strui- ken per 10 m2

0,5, max.

2 punten te halen

 

Groene tuin met minimaal 5 soorten vaste planten en of siergrassendie verspreid over het jaarbloeien en eenthuis vormen voor vlinders en bijen per 10m2

0,5, max.

2 punten te halen

 

Bloemrijk grasland / berm per 20 m²

0,5, max.

2 punten te halen

 

Haag per 50 meter lengte

1, max. 4 punten te halen

Bij het aanbrengen van een haag kunnen of punten gehaald worden onder het thema ‘Gezonde en groe- ne leefomgeving’ of onder het thema ‘Natuurinclusief bouwen’. De ontwikkelaar kiest onder welk thema de punten worden ingezet.

Tiny forest / klimaatbosje / vogelbosje per 25 m²

1, max. 4 punten te halen

 

Uitnodigend ommetje door buurtgroen

1

Een wandelpad door groen (dus geen reguliere stoep) in het plangebied dat aan twee zijden verbonden is met een wandelpad buiten het plangebied, zodat een ommetje kan worden gelopen, of dat het plangebied zelf een ommetje biedt.

Natuurlijke verharding/ halfverharding paden (> 25%)

Halfverharding is in olivijn uitgevoerd

1

+1

Meer dan 25% van de totaleoppervlakte aan verhar- ding voor paden, een inrit of parkeerplaatsen.

60% van de woningen heeft ten minste2 m² ingebouwde bloembakken of groeiplaatsen

2,5

Groene gevels met inheemse soorten, per 50 m²

1,5, max.

3 punten te halen

Een groene gevel mag toegepast worden,mits pas- send binnen de welstandsnota.

Voor deze maatregelen wordenook punten toege- kend onder het thema ‘natuurinclusief bouwen’.

Groene gevels met andere soorten, per 50 m²

0,5 max 2 punten te halen

[vervallen]

[vervallen]

Een groen dak dat toegankelijk is voor bewoners, per 50 m2

1,5, max.

4,5 punten te halen

Het is niet mogelijk punten te halenvoor deze maat- regel in combinatie met een bruin dak (zie maatregel onder het thema natuurinclusief bouwen).

3.2 Bewegen, ontmoeten, sporten en spelen (BOSS)

Veenendaal wil haar inwoners een omgeving bieden waar mogelijkheden zijn om meer en vaker te bewegen, ont spannen en ontmoeten. Onderstaande maatregelen dragen bij aan dit zogenoemde BOSS-principe. Maatregelen dienen binnen het plangebied te worden uitgevoerd. Enkel maatregelen die in openbaar toegankelijk gebied of in gezamenlijk eigendom zijn tellen mee voor het puntenaantal. Over de kosten van het beheer en onderhoud worden nadere afspraken gemaakt. Er zijn geen punten benodigd op dit thema voor kklein tot middelgrote ontwikkelingen.

Maatregelen

Punten

Toelichting / omschrijving

Straatplek, buurtplek, ontmoetingsplek, steunplek, bovenwijkse plek

6

Conform de staalkaarten in het themaprogramma BOSS.

[Vervallen]

Minimaal 2 fitness apparaten

1, max. 1 punt te halen

De fitness apparaten dienen buiten te staan en open- baar toegankelijk te zijn.

Moestuin / eetbare tuin per 25 m2

1, max. 4 pun- ten te halen

Een tuin waar bewoners uit de buurtgemeenschappe- lijk gebruik van kunnen maken.

Ruimte om elkaarte ontmoeten zitelementen, bank- jes, per zithoek; punten worden alleen toegekend als het zitelement wordt geplaatst bij een aantrek- kelijke groene plek.

1, max. 4 pun- ten te halen

Bij meerdere zithoeken wordt een extra punt voor de tweede of derde (etc.) zithoek pas gegeven als er mi- nimaal 25 meter tussen de verschillende zithoeken zit. Een zithoek is een cluster van zitelementen.

3.3 Energietransitie en duurzaam bouwen

Een belangrijk uitgangspunt bij nieuwe ontwikkelingen in Veenendaal, is dat deze ontwikkelingen een bijdrage leveren aan de energietransitie. Veenendaal wil in 2050 energieneutraal zijn, en in 2040 wil Veenendaal de transitie naar een duurzame gemeente hebben afgerond. Daarnaast heeft Veenendaal als doelstelling om in 2030 een circulaire stad te zijn: in dat jaar verbruikt de stad 50% minder primaire grondstoffen in de bouw ten opzichte van 2016. Om dit te bereiken kunnen de volgen de concrete maatregelen uitgevoerd worden. In de tabel is ook aangegeven welke maatregelen verplicht zijn.

Maatregelen dienen binnen het plangebied te worden uitgevoerd. Voor iedere ontwikkeling geldt dat de maatregelen die worden gekozen, van toegevoegde waarde moeten zijn voor de locatie en het gebied waar de ontwikkeling plaats gaat vinden.

Het kan zijn dat binnen een ontwikkeling voor verschillende type woningen verschillende maatregelen worden toe gepast. Er kunnen bijvoorbeeld 10 nul op de meter woningen worden gerealiseerd en een appartementencomplex met 100 woningen die uitgaan van BENG3=75%. In dat geval wordt het gemiddelde aantal punten berekend voor deze ontwikkeling.

Rekenvoorbeeld

Wanneer 10 van de 110 woningen in een project voldoen aan nul op de meter en 100 woningen voldoen aan BENG3=75%, dan krijgen de 10 woningen (12/110x10=) 1,1 punten en de overige 100 woningen (4/110x100=) 3,6 punten. In totaal zijn dat 4,7 punten. Het gemiddelde wordt afgerond op een geheel getal. De ontwikkeling in dit re kenvoorbeeld krijgt 5 punten op het thema energietransitie en duurzaam bouwen.

Maatregelen

Punten

Toelichting / omschrijving

Woningen voldoen aan de norm in het bouwbesluit

(BENG)

Verplicht

Verplicht

Woningen voldoen aan BENG-plus (BENG3=75%) Woningen voldoen aan BENG-plus (BENG3=100%)

4

+4

 

Woningen voldoen aan ‘Nul Op de Meter’

Woningen leveren >10% meer dan het gebruik en Nul op de Meter woningen

12

+4

We zien eenwoning als NOMals deze een additione- le energieopwekkingscapaciteitheeft voor gebruiks- gebonden energie van ten minste: 3.150 kWh indien het een vrijstaande of half vrijstaande woning betreft;

2.700 kWh indien het een rijwoning betreft; of 1.780 kWh indien het een appartement betreft. De woningis

10% energieleverend wanneer het totaal van de duur- zame opwek 10% meer bedraagt dan de gebouwge- bonden energievraag plus de hierboven gedefinieerde gebruiksgebonden energievraag.

Woningen voldoen aan bouwbesluit (MPG = 0,8)

Verplicht

Verplicht

Volledige documentatie van gebruikte materialen aan- geleverd in een vorm geschikt voor Madaster.

4

 

MPG = 0,65

4

 

[Vervallen]

Hoogwaardige herinzet van restmateriaal uit sloop

2

Bij sloop van gebouwen komt veel materiaal vrij, dat vaak laagwaardig wordt ingezet. Bijvoorbeeld als fundering. Hoogwaardig hergebruik wil zeggen het 1 op 1 hergebruiken van materialen, zonder verdere bewerking. Om het aantal punten te behalen, moet de hoogwaardige herinzet via een verificatie Circulair Sloopproject of een BREEAM score worden aangetoond.

Omgang restmateriaal bouw

1

Bij realisatie van gebouwen ontstaat bouwafval: puin en overig afval. Na nascheiding wordt dit laagwaardig hergebruikt i.p.v. hoogwaardig. Hiermee wordt inzichtelijk in welke mate restmaterialen tijdens de bouw opnieuw wordt ingezet en welke maatregelen zijn getroffen om restmateriaal te voorkomen. Verificatie: Berekening percentage bouwafval t.o.v. totale bouw. Aantoonbare afspraken met afnemers en verwerkers, waaruit blijkt wat de bestemming van bouwafval is. Een overzicht van herbruikbare materialen met bestemming.

Minimaal 30% (in kg) van de toegepaste materialen heeft een non-virgin of biobased herkomst.

Als de herkomst binnen Regio Foodvalley is.

2

+2

Hergebruik van bestaande materialen voorkomt de nieuwe productie ervan. Hierdoor zijn minder grondstoffen nodig en is er sprake van een lagere C02 uitstoot.

Door het gebruik van biobased bouwmaterialen, wordt er C02 vastgelegd. Berekening vindt plaats op basis van de Building Circularity Index of een eigen berekening, op basis van de meest actuele versie van de

Leidraad Meten van circulariteit (CB’23).

Demontabel bouwen met een minimale losmaakbaarheidsindex van 0,4.

2

Door demontabel te bouwen, is er een hoge mate van losmaakbaarheid. Hierdoor kunnen materialen hoogwaardig worden hergebruikt. Berekening vindt plaats op basis van de Building Circularity Index of een eigen berekening op basis van de Leidraad Circular Buildings: een meetmethodiek voor losmaakbaarheid.

Het inzetten van emissieloos of emissiearm materieel tijdens de bouw.

2

Het betreft hier de voor het werk te gebruiken mobiele werktuigen (zoals generatoren, hijskranen, grondverzet- en graafmachines, hoogwerkers, etc.). De voor het werk te gebruiken mobiele werktuigen hebben een Stage V norm. Dit moet worden aangetoond door elk werktuig dat op de bouwplaats wordt gebruikt op een lijst aan te leveren, met de daarbij behorende emissienorm

en overige relevante kenmerken (zoals merknaam, kenteken, chassisnummer en type). Zie ook de Handreiking Aanbesteden zero-emissie bouwmaterieel

(Buyer group, juni 2022).

Woningen met een parkeervak op eigen terrein hebben leidingdoorvoeren tot aan de opstelplek.

3

Het realiseren van laadpalen voor minimaal 10% van de parkeerplaatsen op particulier terrein.

3

3.4 Natuurinclusief bouwen

Veenendaal wil groen en natuurinclusief bouwen stimuleren. Het toepas sen van natuurinclusief bouwen, biedt kansen om de biodiversiteit te verbeteren. Concreet vallen er met de volgen de maatregelen punten te behalen.

Maatregelen dienen binnen het plangebied te worden uitgevoerd. Voor iedere ontwikkeling geldt dat de maatregelen die worden gekozen, van toegevoegde waarde moeten zijn voor de locatie en het gebied waar de ontwikkeling plaats gaat vinden. Dit moet vooraf met bijvoorbeeld een quickscan flora en fauna in beeld worden gebracht. Gemotiveerd moet worden waarom de betreffende maatregel een bijdrage levert aan de locatie waarop de maatregel wordt toe gepast.

Er zijn geen punten te behalen op maat regelen die wel voorkomen in onder staande lijst, maar die al op een andere manier verplicht zijn gesteld, bijvoorbeeld omdat er een ontheffing van de provincie nodig is op basis van de Wet natuurbescherming.

Maatregelen

Punten

Toelichting / omschrijving

Groene daken

Groen dak met grassen, kruiden, dwergheesters en struiken, per 50 m2, met minimaal 30% inheems

4, max. 12 pun- ten te halen

Als het dak tevens een waterbergende capaciteit heeft, kunnen extra punten verdiend worden. Zie hiervoor de maatregelen onder Klimaatadaptatie.

Groen dak met (sedum)grassen,kruiden en dwerg- heesters, per 50 m2, met minimaal 30% inheems

3, max. 9 pun- ten te halen

Idem

Groen dak met sedum, grassen en kruiden, per 50 m2, met minimaal 30% inheems

2, max. 6 pun- ten te halen

Idem

Groen dak met sedum, per 50 m2, met minimaal30%

inheems

1, max. 3 pun- ten te halen

Idem

Bruin dak met grind, vermalen steen,grassen en krui- den, per 50 m2, met minimaal 30% inheems

2, max. 6 pun- ten te halen

Idem

Groene gevels

Groene gevels met inheemse soorten, per 50 m2

1,5, max. 3 punten te halen

Een groene gevel mag toegepast worden, mits pas- send binnen de welstandsnota.

Voor deze maatregelen worden ook punten toege- kend onder het thema ‘groene en gezonde leefom- geving’.

Een geveltuin is een kleinetuin die tegende gevel isaangelegd. De diepte van de geveltuin bedraagt minimaal 30 centimeter.

Groene gevels met andere soorten, per 50 m2

0,5, max 2 pun- ten te halen

Geveltuintjes per 10 m2

0,5, max. 2 punten te halen

Vleermuizen

Geschikt en bereikbaar maken van de spouw (bij voor- keur tussenspouw) voor vleermuizen

5

Deze punten zijn eenmalig te behalen.

Inbouwkast kraamverblijf

4

Deze punten zijn eenmalig te behalen.

Inbouwkast zomerverblijf / paarverblijf

3

Deze punten zijn eenmalig te behalen.

Gevelkast (niet ingebouwd) zomerverblijf/paarverblijf

2

Deze punten zijn eenmalig te behalen.

Anders geplaatste kasten (bv aan bomen op losse pa- len)

1

Deze punten zijn eenmalig te behalen.

Massawinterverblijf voor vleermuizen

5

Deze punten zijn eenmalig te behalen.

Vleermuisvriendelijke zolder

5

Deze punten zijn eenmalig te behalen.

Het aanbrengen van gevelbetimmering (boeiborden), geschikt gemaakt voor vleermuizen bij alle bebouwing

2

 

Geen buitenverlichting bij groen, per 50 m2 onverlicht groen

1, max. 3 pun- ten te halen

 

Vleermuisvriendelijke openbare verlichting

1

Toegepast op alle openbare verlichting

Huismus en gierzwaluw

Aanbrengen ingemetselde kasten (min 3)

4

Deze punten zijn eenmalig te behalen.

Aanbrengen vogelvide

4

Deze punten zijn eenmalig te behalen.

Aanbrengen haag (kwetterplekken, alleen in combina- tie met kasten), per 50 meter

1, max. 4 pun- ten te halen

Bij het aanbrengen van een haag kunnen of pun- ten gehaald worden onder het thema ‘Gezonde en groene leefomgeving’ of onderhet thema ‘Natuurin- clusief bouwen’. De ontwikkelaar kiest onder welk thema de punten worden ingezet.

Aanbrengen losse kasten (min 3)

1

Deze punten zijn eenmalig te behalen.

Overstek of gootbekisting of ander soorttoepassing voor nestgelegenheid

3

Deze punten zijn eenmalig te behalen.

Voorzieningen voor anderesoorten vogels

Bruin dak met grindof schelpen (evt. i.c.m. vermalen steen, grassen en kruiden), geschikt voor scholekster of visdief, per 50 m2

1,5, max. 4,5 punten te halen

Het is niet mogelijk punten te halenvoor deze maat- regel in combinatie met een toegankelijk groen dak (zie maatregel bij het thema BOSS).

Aanbrengen kunstmatige nestvoorziening voor huis- zwaluw ingebouwd (min 3)

2

Deze punten zijn eenmalig te behalen.

Aanbrengen kunstmatige nestvoorziening voor huis- zwaluw niet ingebouwd (min 3)

1

Deze punten zijn eenmalig te behalen.

Nestplaatsen voor zwarte roodstaart (min 3)

1

Deze punten zijn eenmalig te behalen.

Aanbrengen uilenkast

1, max. 3 pun- ten te behalen

 

Aanbrengen kast voor slechtvalk

1, max. 3 pun- ten te halen

 

Hotels en stenenvoor insecten

Aanbrengen insectenstenen per 50 stuks

1, max. 3 pun- ten te halen

 

Insectenhotel

0,5, max. 2 punten te halen

Het insectenhotel moetvoldoen aande volgende mi- nimale maten:

  • Lengte: 20 cm

  • Breedte: 60 cm

  • Hoogte: 100 cm

Een biotoop voor waterinsecten, minimaal 5 m2

1

 

3.5 Klimaatadaptatie

Klimaatverandering vraagt om meer ruimte voor groen en (open) water om de gevolgen van hevige regen en droogte te kunnen opvangen en om koelte te brengen in de stad. Een gevarieerd aanbod van groen en water levert daar een bijdrage aan. In Veenendaal is op veel plaatsen sprake van verstening, waar hittestress een belangrijke rol speelt. Hittestress kan leiden tot gezondheidsrisico’s en verminderde arbeidsproductiviteit. Hittestress kan voorkomen worden door het toevoegen van bomen, groen en water. Onder staande maatregelen dragen bij aan klimaatadaptieve leefomgeving. Ook volgt uit onderstaande tabel welke maatregelen in ieder geval verplicht zijn.

Maatregelen dienen binnen het plangebied te worden uitgevoerd. Voor iedere ontwikkeling geldt dat de maatregelen die worden gekozen, van toegevoegde waarde moeten zijn voor de locatie en het gebied waar de ontwikkeling plaats gaat vinden. Een actuele stresstest, waarmee de opgaves voor klimaat adaptatie in beeld worden gebracht, kan worden gebruikt bij het maken van de keuzes voor de maatregelen.

Maatregelen

Punten

Toelichting / omschrijving

Bij aanleggen van nieuwe riolering dient deze ontwor- pen te worden op basis van Bui 08 + 13% uit de lei- draad riolering of Bui 09 in overleg met de gemeente.

Verplicht

Verplicht

Er dient minimaal 25 mm waterberging te worden gerealiseerd over het totaal verharde oppervlakte binnen het plangebied.

verplicht

Verplicht. Voor kavels met onbekende verharding wordt uitgegaan van 50% verharding van de kavel.

Hoogbouw

Er dient minimaal 2 m3 (20 mm) waterberging per

100m2 bebouwd oppervlak te worden gerealiseerd. Het gaat hier over bebouwd oppervlak binnen het plange- bied.Het water moet binnen48 uur geïnfiltreerd kun- nen zijn.

Grondgebonden woningen

Er dient minimaal 2 m3 (20 mm) waterberging per wo- ning te worden gerealiseerd. Het water moet binnen 48 uur geïnfiltreerd kunnen zijn.

Verplicht

Verplicht: waterberging dient te wordengerealiseerd op particulier terrein of elders in het plangebied.

Dit is aanvullend op de 60 mm over verhard oppervlak die waterschap gebruikelijk binneneen plangebied ver- plicht stelt bij een toename van verhard oppervlak van meer dan 1.500 m2.

Realisatie van waterberging bovenop de verplichte wa- terberging.

Hoogbouw

Per 10 mm extra waterberging over het bebouwd op- pervlak binnen het plangebied.

Grondgebonden woningen

Voor elke woning 1 m3 extra waterberging.

4, max. 12 punten te halen

 

Alhet regenwatervan de daken vande gebouwen wordt opgevangen in een regenwatertank of regenwaterput van voldoende grootte en wordt via een regenwater- systeem hergebruikt.

8

Het via regenwatersystemen hergebruiken van regen- water voor bijvoorbeeld gebruik van toiletten, wasmachine en douche.

Wanneer is een regenwatertank of regenwaterput van voldoende grootte? Dit dient berekend te worden via: https://www.mijnwaterfabriek.nl/hoeveel-regenwa- ter-kan-ik-opvangen?

Groene daken met een waterbergende capaciteit van minimaal 50 liter per m2, per 50 m2.

4

Deze punten wordenopgeteld bij de punten diegehaald kunnen worden voor hetrealiseren van een groendak. Een groen dak inclusief waterberging levert op deze manier voor de totale puntenscore meer op dan een groen dak zonder waterberging.

Ten minste 30% schaduw voor de openbaar toegankelijke verblijfsplekken in het plangebied op de hoogste zonnestand (21 juni) door boomkroonbedekking volgens norminstituut.

4

 

3.6 Veiligheid en leefbaarheid

Bij dit onderwerp wordt gekeken in hoeverre het plan bijdraagt aan de ver sterking van de leefbaarheid en veiligheid van het gebied. Hierbij gaat het om de aspecten (sociale) veiligheid en een aantrekkelijke openbare ruimte.

Daarnaast wordt gestuurd op het woningbouwprogramma, door het realiseren van zorggeschikte woningen te verplichten op de in de Omgevingsvisie aangewezen locaties.

Maatregelen

Punten

Toelichting / omschrijving

Onderbouwing op welke manier de ont- wikkeling voldoet aan de eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen.

Verplicht

Dit is een verplichte maatregel.

Er dient een document aangeleverd te worden waarin is onderbouwd op welke manier de ontwikkeling voldoet aan de eisen van het politie- keurmerk veilig wonen.

Afhankelijk van het type project moet de ontwikkeling voldoen aan de eisen die worden gesteld voor het behalen van de volgendecertificaten:

  • Certificaat veilige woning;

  • Certificaat veilig complex;

  • Certificaat veilige omgeving.

Alle woningen rondom voorzieningen en multifunctionele wijkcentra worden zorggeschikt gerealiseerd.

Verplicht, 4 punten

De locaties waar deze verplichting geldt,worden aangewezen in de Omgevingsvisie (p.40, afbeelding 5.5). Hoewel het een verplichting is, worden wel punten toegekend, zodat op deze locaties minder andere maatregelen genomen hoeven te worden.

4. Maatwerk

De praktijk wijst uit dat ontwikkelingen niet altijd in een kader te gieten zijn. Daarnaast komen er bij de concrete toepassing van dit puntensysteem mo gelijk nog verbeteringen aan het licht. De behoefte aan maatwerk kan komen vanuit de ontwikkelaar en tevens vanuit de gemeente. In beide gevallen biedt deze leidraad de mogelijkheid om maat werk toe te passen in goed overleg.

Er zijn zes vormen van maatwerk mogelijk:

1.

Er kan een andere verdeling van de punten per onderwerp worden gehanteerd, mits goed gemotiveerd waarom dat op de betreffende locatie leidt tot een verbetering;

2.

Er kunnen punten toegekend worden aan maatregelen die niet in dit puntensysteem genoemd worden, maar die qua aard en omvang aantoon baar vergelijkbaar zijn met de maatregelen uit dit puntensysteem;

3.

In locatie specifieke gevallen kan de gemeente, mits onderbouwd en gemotiveerd, nadere eisen stellen aan de soort maatregelen;

4.

In uitzonderlijke gevallen is het mogelijk af te wijken van het minimum te behalen puntenaantal. In dergelijke gevallen zal in overleg met de gemeente gezocht worden naar een alternatieve manier om te komen tot verbetering van de leefomgeving;

5.

Voor gebiedsontwikkelingen die gefaseerd ontwikkeld worden, zijn geen punten opgenomen in de tabel in hoofd stuk 2. Het puntensysteem wordt als leidraad gebruikt bij het opstellen van bijvoorbeeld een gebiedsvisie of steden bouwkundige en programmatische kaders;

6.

Voor ontwikkelingen onder de 750 m2 zijn geen punten op genomen in de tabel in hoofdstuk 2. Het puntensysteem wordt als leidraad gebruikt voor verdere uitwerking van het plan.

5. Uitvoering

Voorliggend puntensysteem zal gedeeld worden met ontwikkelaars en partijen en voor een ieder inzichtelijk zijn, zodat bekend is welke maatregelen de gemeente Veenendaal vraagt bij nieuwe ontwikkelingen. Bij een vooroverleg of tijdens het opstellen van de ruimtelijke en programmatische kaders wordt alvast op dit puntensysteem gewezen, zodat er bij (verdere) uitwerking van plannen rekening gehouden kan worden met het nemen van maatregelen conform deze leidraad. Wanneer een standpunt is ingenomen op een principeverzoek wordt in de brief het voldoen aan het puntensysteem op genomen als een van de voorwaarden voor het verlenen van medewerking. Bij grotere ontwikkelingen wordt in de ruimtelijke en programmatische kaders verwezen naar dit puntensysteem. In exploitatieovereenkomsten of –plannen die nodig zijn voor de bestemmingsplanwijziging, wordt vastgelegd dat voordat een bestemmingsplan of omgevingsplan wordt vastgesteld, onderbouwd moet zijn op welke manier het plan voldoet aan het puntensysteem. Als de gemeente akkoord is met deze onderbouwing, kan het bestemmingsplan worden vastgesteld.

In het bestemmingsplan wordt middels een dynamische verwijzing opgenomen dat de ontwikkeling moet voldoen aan het puntensysteem. Onder de huidige wetgeving is het opnemen van regels met betrekking tot duurzaam bouwen niet mogelijk. Als gemeente zijn we echter aangemeld onder de Crisis-en herstelwet. Hierdoor is het mogelijk om bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte op te stellen. Binnen een bestemmingsplan met verbrede reikwijd te is het mogelijk om regels te stellen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Binnen deze reikwijdte is het wel mogelijk om een regel over het puntensysteem op te nemen. Op deze manier kan bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen de vergunning worden geweigerd wanneer niet is voldaan aan het puntensysteem.

Na inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt de eis om te voldoen aan het puntensysteem opgenomen in het omgevingsplan. Wanneer door middel van een omgevingsvergunning wordt af geweken van het omgevingsplan, kan tevens worden geëist dat wordt voldaan aan het puntensysteem.

6. Implementatie

Dit puntensysteem is opgesteld als lei draad voor woningbouwontwikkelingen in Veenendaal. Het puntensysteem wordt toegepast bij ontwikkelingen waarvoor een herziening, wijziging, uit werking of afwijking van het bestemmingsplan nodig is. Daarnaast hoeft het niet toegepast worden op transformatie van bestaande bebouwing. Het puntensysteem wordt vastgesteld als beleidsstuk, en wordt vervolgens toe gepast bij woningbouwontwikkelingen door een verplichting in het nieuwe bestemmingsplan, omgevingsplan of in de omgevingsvergunning op te nemen.

Colofon

Gemeente Veenendaal

Team Ruimtelijke Ordening en Bouwen

Tekst

Amber Holdijk en Gerrita Jansen

Opmaak

Luuk Stedehouder

Met medewerking van

Team Leefbaarheid en veiligheid

Team Ruimtelijke ordening en bouwen

Team Openbaar beheer en projecten

Team Adviseurs openbaar beheer

Team Programma’s en projecten

Team Juridische zaken en inkoop

Omgevingsdienst Regio Utrecht

Ondertekening