Regeling vervallen per 01-01-2023

Gemeente Rhenen - Verordening op de rekenkamer Rhenen 2021

Geldend van 02-02-2022 t/m 31-12-2022 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Gemeente Rhenen - Verordening op de rekenkamer Rhenen 2021

De raad van de gemeente Rhenen;

gelezen het voorstel van de rekenkamercommissie en het presidium van 15 november 2021,

gelet op artikel 81a van de Gemeentewet ;

besluit vast te stellen de Verordening op de rekenkamer Rhenen 2021:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    commissie: commissie voor de rekenkamer;

  • e.

    rekenkamer: de rekenkamer van de gemeente Rhenen.

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1.

    Er is een rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer bestaat uit 3 leden.

Artikel 3 Commissie

  • 1.

    Er is een raadscommissie voor de rekenkamer.

  • 2.

    De commissie heeft de volgende taken:

    • a.

      het aanbevelen van de kandidaten voor het lidmaatschap en plaatsvervangend lidmaatschap in de rekenkamer;

    • b.

      het adviseren van de raad over de rapporten als genoemd in artikel 9;

    • c.

      het onderhouden van de contacten van de raad met de rekenkamer.

Artikel 4 Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt de leden en de voorzitter van de rekenkamer op aanbeveling van de Commissie voor een periode van 6 jaar (Gemeentewet artikel 81c, lid 1).

  • 2.

    De commissie doet de aanbeveling vergezeld gaan van een verklaring van elke kandidaat bevattende:

    • a.

      de mededeling dat hij een benoeming als lid zal aanvaarden,

    • b.

      en een overzicht van de openbare betrekkingen die hij bekleedt.

  • 3.

    Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

  • 4.

    Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van de rekenkamer pleegt de commissie overleg met de rekenkamer.

Artikel 5. Benoeming plaatsvervangende leden

  • 1.

    De raad benoemt plaatsvervangende leden als zij dat noodzakelijk acht. . Artikel 4 is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Een plaatsvervangend lid kan door de voorzitter volgens een door de raad bepaalde volgorde worden opgeroepen een lid tijdelijk te vervangen, als dat lid door de raad op non-activiteit is gesteld dan wel bij voorziene afwezigheid anderszins.

  • 3.

    De voorzitter kan de plaatsvervangende leden oproepen deel te nemen aan bepaalde werkzaamheden. Zij hebben dan dezelfde bevoegdheden als de gewone leden; zij maken dan tevens deel uit van de rekenkamer.

  • 4.

    De bepalingen van deze verordening zijn op de plaatsvervangende leden van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De commissie bericht de raad als een van de ontslaggronden zich voordoet, bedoeld in artikel81c, zesde of zevende lid, of van artikel 81d, eerste of tweede lid, van de wet.

  • 2.

    In de gevallen, bedoeld in artikel 81c, zevende lid, en in artikel 81d, tweede lid, van de wet adviseert de commissie de raad over de vraag of al dan niet moet worden overgegaan tot ontslag, respectievelijk het op non-activiteit stellen van het desbetreffende lid.

  • 3.

    De commissie adviseert de raad tevens met betrekking tot een beslissing tot verlenging of beëindiging van een maatregel als bedoeld in artikel 81d, eerste of tweede lid.

Artikel 7 Budget

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar vóór 1 april in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, derde lid.

  • 3.

    De voorzitter doet jaarlijks vóór 1 juni een voorstel aan de raad voor de nodige middelen voor een goede uitoefening van de taken in het volgende begrotingsjaar. Als algemene richtlijn is er voor de Rekenkamer een bedrag van 1 Euro per inwoner als onderzoeksbudget beschikbaar. De gemeenteraad kan hier van afwijken.

  • 4.

    Overheveling van een resterend budget jaar X naar het jaar X+1 kan op minimale voorwaarde dat het dan ook in dat jaar X+1 wordt opgemaakt en is opgenomen in de financiële onderbouwing van het jaarplan X+1 dat vóór 1 oktober wordt voorgelegd aan de rekenkamercommissie in jaar X. Op die manier kan er gekozen worden om afwisselend per jaar een groter en een kleiner onderzoek op te nemen in de planning. De gemeenteraad beslist over het toe te kennen budget en aanvullende voorwaarden (zie 3).

Artikel 8 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer

De leden van de rekenkamer ontvangen een door de raad vast te stellen maandelijkse vergoeding voor hun reguliere werkzaamheden, gerelateerd aan de maandelijkse vergoeding van een raadslid. Onder de reguliere werkzaamheden wordt onder meer verstaan het voorbereiden en bijwonen van vergaderingen van de rekenkamer, het opstellen van jaarplannen en jaarverslagen, het opstellen van startdocumenten voor onderzoeken, het begeleiden van onderzoeken, het vaststellen van conclusies en aanbevelingen en zo nodig toelichten van onderzoek in de raad.

De voorzitter ontvangt 30% van de vergoeding voor een raadslid in de gemeente Rhenen en de overige leden ontvangen 25% van de vergoeding van een raadslid in de gemeente Rhenen.

De leden van de rekenkamer kunnen ook zelf onderzoek verrichten. De vergoeding voor onderzoekuren zal in de periode 2021-2025 € 60,-- per uur, exclusief BTW, bedragen. In 2025 zal bezien worden of aanpassing van dit tarief geboden is. Het eigen onderzoek zal inclusief een inschatting van het aantal benodigde uren worden opgenomen in het jaarplan, worden besproken met de rekenkamercommissie en via het jaarplan ter informatie worden aangeboden aan de gemeenteraad. De kosten worden, via de griffier, geboekt op het beschikbare onderzoeksbudget van de rekenkamer.

Reiskosten zullen worden vergoed als dienstreizen, gebaseerd op dezelfde regeling die geldt voor de ambtelijke organisatie. Declaraties kunnen worden ingediend bij de griffier, die ze zal beoordelen op redelijkheid en proportionaliteit.

In het jaarverslag van de Rekenkamer voor de raad zal in een bijlage een overzicht van de dienstreizen worden opgenomen. [5]

Artikel 9 Verzoek

De raad kan de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het in stellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand of en in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan en of aanvullend budget hiervoor nodig is. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Rapportage en terugkoppeling

  • 1.

    De rekenkamer stelt de eventueel betrokken ambtelijke organisatie schriftelijk op de hoogte van het (nog niet gepubliceerde) concept Nota van Bevindingen. Indien de reactie op de bevindingen daartoe aanleiding geven kan de rekenkamer de Nota van Bevindingen aanpassen en vaststellen.

  • 2.

    De rekenkamer stelt het college waar relevant in de gelegenheid om binnen drie weken schriftelijk te reageren op het conceptonderzoeksrapport, waarin naast de Nota van Bevindingen ook de onderzoeksverantwoording, conclusies en , indien van toepassing, de conceptaanbevelingen (Bestuurlijke Nota) zijn opgenomen. Indien meer tijd nodig is zal de rekenkamer door de betrokken partij hierover worden geïnformeerd.

  • 3.

    Na ontvangst van de reactie(s) sluit de rekenkamer haar onderzoek af en stelt een definitief rapport op waarin de bevindingen, conclusies en, indien van toepassing, aanbevelingen, alsmede de reacties hierop zijn opgenomen.

Artikel 11

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de rekenkamer Rhenen 2021”.

Artikel 12

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021.

Vastgesteld door de gemeenteraad op 14 december 2021.

de raadsgriffier,

de voorzitter,

ir. C.A.M. Apell

drs. J.A. van der Pas

Ondertekening

Artikelsgewijze toelichting

Toelichting Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheelmoeten worden uitgeschreven. In deze modelverordening is gekozen om de begrippen doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet zijn genoemd) niet in artikel 1op te nemen. Hiermee willen wij voorkomen dat gemeenten in de verordening een eigen definitie hanteren. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen wordt verstaan.

Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan water met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid

gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

Toelichting Artikel 2

De raad kan op grond van de Gemeentewet een gemeentelijke rekenkamer instellen. De rekenkamer bestaat echter niet ex lege; de raad moet haar uitdrukkelijk instellen (artikel 81a). Daarin voorziet het eerste lid. Verder moet de raad bepalen hoeveel leden de kamer zal hebben (artikel 81b). In Rhenen heeft de raad gekozen voor een Rekenkamer bestaande uit drie externe leden.

Toelichting Artikel 3

In deze modelverordening wordt er van uitgegaan dat beslissingen van de raad over de rekenkamer worden voorbereid door een commissie uit de raad, die hier wordt aangeduid als de commissie voor de rekenkamer (hierna: de commissie).De raad stelt de commissie in die het aanspreekpunt is voor de rekenkamer. De commissie treedt als 'ontvanger' van de rekenkameronderzoeken op en onderhoudt ook de overige contacten met de rekenkamer.

Toelichting Artikel 4

In Rhenen is de werkwijze dat de Rekenkamer samen met een vertegenwoordiging van de raad (rekenkamercommissie) een profiel opstelt. De Rekenkamer voert zelf de gesprekken met de kandidaten die aan het profiel voldoen en doet een voordracht in overleg met de rekenkamercommissie. De raad besluit over de benoeming en kijkt daarbij met name naar de formele vereisten van de Gemeentewet. De Gemeentewet schrijft voor dat een lid van de Rekenkamer wordt benoemd voor de duur van 6 jaar. In de vorige Verordening stond nog een termijn van 4 jaar.

Toelichting Artikel 5.

Op grond van artikel 81c, derde lid, kan de raad plaatsvervangende leden benoemen. De wet bepaalt verder niets over hun rol. Het tweede en derde lid van artikel 4 bieden op dat punt een tegenhanger van artikel 40 van de Comptabiliteitswet. De plaatsvervangende leden kunnen op grond hiervan tijdelijk invallen als een van de leden door ziekte of anderszins enige tijd niet in staat is zijn functie uit te oefenen. Ook kunnen ze opgeroepen worden om voor een speciaal project tijdelijk de rekenkamer aan te vullen.

De wet geeft niet aan hoeveel plaatsvervangende leden er moeten zijn. Dat ligt ook niet voor de hand, over het aantal leden zelf is niets bepaald. De raad kan voor een laag aantal kiezen in de verwachting dat vervanging of tijdelijke aanvulling maar zelden wenselijk zal blijken.

Het tweede lid gaat er van uit dat de voorzitter iemand oproept om tijdelijk als waarnemer op te treden. Gezien de snelheid waarmee dat soms zal moeten gebeuren ligt het niet voor de hand dat door de raad te laten doen. Wel kan de raad aangeven wie in bepaalde gevallen moet worden aangewezen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de leden met het oog op een bepaalde combinatie van deskundigheden zijn benoemd en dat om die reden elk lid zijn eigen vervanger heeft.

In Rhenen is het, net als in veel andere kleine gemeentes, niet gebruikelijk om op voorhand plaatsvervangende leden te benoemen. Het kan in sommige situaties wel handig zijn om een plaatsvervanger te hebben. Met het opnemen van dit artikel heeft de raad de keuze om desgewenst een plaatsvervanger te benoemen.

Toelichting Artikel 6

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.

Toelichting Artikel 7

De rekenkamer is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het aan haar ter beschikking gestelde budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Deze zelfstandigheid van de rekenkamer ten opzichte van de raad is een borg voor een behoorlijke uitvoering van haar taak. De rekenkamer is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad. Er is een algemene richtlijn opgenomen over de hoogte van het onderzoeksbudget. De raad kan hier van afwijken. Verder is er een werkwijze geformuleerd over budgetoverheveling.

Volgens de gemeentewet moet de rekenkamer haar verslag over het voorgaande jaar opstellen voor 1 april (artikel 185, lid 3).

Toelichting Artikel 8

In dit artikel is de vergoeding die de leden van de rekenkamer voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd. Op grond van artikel 81k van de Gemeentewet stelt de raad de vergoeding voor de werkzaamheden van de leden en een tegemoetkoming in de door hen gemaakte kosten vast.

In 2019 is de vergoeding van de Rekenkamer Rhenen door de raad heroverwogen en zodanig opgesteld dat er indicering plaats vindt en dat er een regeling is voor de reiskosten. In 2021 is op verzoek van de Rekenkamer een onderscheid aangebracht tussen reguliere werkzaamheden en eigen onderzoekswerkzaamheden, inclusief bijbehorende vergoeding, en is op verzoek van de Rekenkamer de regeling voor reiskosten vereenvoudigd door alle reizen te beschouwen als dienstreizen.

Toelichting Artikel 9

De onafhankelijkheid van de rekenkamer blijkt onder andere uit het feit dat zij zelfstandig bepaalt welke onderzoeken zullen worden ingesteld. De rekenkamer kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaalde gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamer niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren. Het is logisch dat bij een dergelijk verzoek van de raad, de raad hier budget voor ter beschikking stelt.

Toelichting Artikel 10 Rapportage

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren

worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Toelichting Artikelen 11 en 12

Deze bepalingen behoeven geen toelichting.