Regeling vervallen per 31-12-2022

Verordening Afvalstoffenheffing 2022 Gemeente Brummen

Geldend van 03-02-2022 t/m 30-12-2022

Intitulé

Verordening Afvalstoffenheffing 2022 Gemeente Brummen

Kenmerk Z065338 / D368700

DE RAAD VAN DE GEMEENTE BRUMMEN,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 09 november 2021 met kenmerk D368699;

Gelet op de artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

Heeft besloten:

  • 1.

    Verordening Afvalstoffenheffing 2022 (D368569) met bijbehorende Tarieventabel (D368571) vast te stellen.

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2022

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3. Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Het perceel wordt aangemerkt:

a. de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

b. de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats verbonden is;

c. een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijke geheel te worden gebruikt;

d. een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

e. het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 4. Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel (D368571).

Artikel 6. Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvraag van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de in artikel 7, eerste lid, bedoelde belasting worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2.

    Indien door belastingplichtige toestemming is verleend voor automatische incasso wordt de belasting als bedoeld in artikel 7, eerste lid opgelegd middels een zgn. voorlopige aanslag, ingevorderd in 10 gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend en elke volgende termijn een maand later.

  • 3.

    In afwijking van het onder lid 2 gestelde, wordt de belasting als bedoeld in artikel 7, eerste lid, opgelegd middels een zgn. afrekening na afloop van het belastingjaar, via automatische incasso ingevorderd in 3 gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend en elke volgende termijn een maand later.

  • 4.

    De belasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 7, tweede lid:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10. Kwijtschelding van belasting

Voor de in artikel 5 genoemde tarieven wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11. Overgangsrecht

De Verordening Afvalstoffenheffing 2005 van 16 december 2004, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 17 december 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Afvalstoffenheffing 2022.

Dit besluit is genomen tijdens de openbare raadsvergadering van 17 december 2021.

De raad van de gemeente Brummen

De griffier, D.D. Balduk

De voorzitter, A.J. van Hedel

TARIEVENTABEL 2022, BEHORENDE BIJ DE VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 2022

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel per jaar

€ 121,00

1.1.2

Onverminderd het bepaalde in lid 1 bedraagt de belasting per lediging van:

1.1.2.1

Een afvalzak (30ltr) kleine inworpopening bestemd voor restafval

€ 0,87;

1.1.2.2

Een afvalzak (60ltr) grote inworpopening bestemd voor restafval

€ 1,65;

1.1.2.3

Een container van 80 liter bestemd voor restafval

€ 3,09;

1.1.2.4

Een container van 140 liter bestemd voor restafval

€ 4,90;

1.1.2.5

Een container van 240 liter bestemd voor restafval

€ 7,92;

1.1.2.6

Een container van 80 liter bestemd voor gft-afval

€ 0,68;

1.1.2.7

Een container van 140 liter bestemd voor gft-afval

€ 1,10;

1.1.2.8

Een container van 240 liter bestemd voor gft-afval

€ 1,76;

1.1.2.9

Een container bestemd voor recyclebaar afval / papier

€ 0,00.

Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

1.2.1

De belasting bedraagt per gebeurtenis voor het aanbieden op het Recycleplein per 10 kilo:

1.2.1.1

autobanden met velg

€ 0,89

1.2.1.2

- grof huishoudelijk afval

€ 1,90

1.2.1.3

B-hout

€ 0,89

1.2.1.4

C-hout (geïmpregneerd)

€ 1,90

1.2.1.5

bouw- en sloopafval/niet schoon puin

€ 1,90

1.2.1.6

spiegel- en draadglas

€ 1,90

1.2.1.7

dakleer

€ 1,90

1.2.1.8

vloerbedekking

€ 1,90

1.2.1.9

matrassen

€ 1,90

1.2.1.10

schoon puin

€ 0,32

1.2.1.11

snoeiafval tot 250 kg per huishouden per jaar

gratis

1.2.1.12

Snoeiafval boven 250 kg per huishouden

€ 0,32

1.2.1.13

Ophalen grof vuil aan huis per 2m³

€ 33,40

1.2.1.14

Ophalen snoeihout aan huis per 2m³

€ 9,75

Ondertekening