Regeling vervallen per 01-07-2023

Uitvoeringsregels Loonkostensubsidie PW 2022

Geldend van 28-01-2022 t/m 30-06-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022

Intitulé

Uitvoeringsregels Loonkostensubsidie PW 2022

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (PW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb), tenzij anders is aangegeven.

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht

    • b.

      dagelijks bestuur: dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek;

    • c.

      doelgroep beschut werk: personen als bedoeld in artikel 10b lid 1 PW en van wie is vastgesteld dat hij met voltijdse arbeid niet in staat is tot het verdienen van het WML;

    • d.

      doelgroep werkende schoolverlaters: personen als bedoeld in artikel 10d lid 2 PW;

    • e.

      loonkostensubsidie: de subsidie als bedoeld in artikel 10d PW;

    • f.

      forfaitaire loonkostensubsidie: de tijdelijke loonkostensubsidie ter hoogte van 50% van het WML als bedoeld in artikel 10d lid 1 sub b PW juncto artikel 10d lid 5 PW;

    • g.

      PW: Participatiewet;

    • h.

      Provalu: verbindingscentrum van partners en werkgevers in de Kust- Duin en Bollenstreek 1

    • i.

      UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

    • j.

      verordening: verordening re-integratie en loonkostensubsidie Participatiewet ISD Bollenstreek 2015 (nadien gewijzigd);

    • k.

      werknemer: de persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 16 van de Verordening en waarmee een werkgever een dienstbetrekking aangaat of is aangegaan;

    • l.

      WML: wettelijk minimum loon als bedoeld in artikel 2 sub c PW.

Artikel 2. Vaststellen doelgroep loonkostensubsidie

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie overeenkomstig artikel 16 lid 2 van de verordening. In dat kader dient de betreffende persoon in beginsel tenminste te zijn ingeschreven in het doelgroepregister banenafspraak (tenzij de persoon valt onder de doelgroep beschut werk). Provalu kan de betreffende persoon begeleiden bij het aanvragen van de indicatie banenafspraak (aanvraag beoordeling arbeidsvermogen) die nodig is voor de inschrijving in het doelgroepregister.

  • 2. Overeenkomstig artikel 16 lid 3 van de verordening kan het UWV desgevraagd het dagelijks bestuur adviseren met betrekking tot het oordeel of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie aan de hand van de criteria:

    • -

      of de persoon niet in staat is met voltijdse arbeid het WML te verdienen; en

    • -

      of die persoon mogelijkheden heeft tot arbeidsparticipatie.

      De adviesaanvraag verloopt via het dagelijks bestuur of via Provalu.

      Uitgangspunt is dat Provalu een adviesaanvraag indient bij het UWV indien een beschikking indicatie banenafspraak (een beoordeling arbeidsvermogen) ontbreekt waardoor niet duidelijk is of een persoon het wettelijk minimumloon kan verdienen.

  • 3. Blijkt uit het in lid 2 gevraagde advies van het UWV dat een persoon in staat is om met een voorziening (jobcoaching of andere hulp/ondersteuning en/of hulpmiddelen) het wettelijk minimumloon te verdienen, dan stelt het dagelijks bestuur vast dat die persoon niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort.

  • 4. In afwijking van lid 1 behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie:

    • a.

      een persoon die behoort tot de doelgroep beschut werk (artikel 1 lid 2 sub c);

    • b.

      een persoon die behoort tot de doelgroep werkende schoolverlaters (artikel 1 lid 2 sub d).

Artikel 3. Voorwaarden voor de verlening van loonkostensubsidie

  • 1. Een werkgever heeft aanspraak op loonkostensubsidie indien:

    • a.

      de werkgever de aanvraag loonkostensubsidie tijdig, binnen de in lid 2 genoemde termijn, heeft ingediend; en

    • b.

      de werkgever een dienstbetrekking aangaat of is aangegaan met een persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie die zijn woonplaats heeft in de gemeente Hillegom, Lisse, Noordwijk of Teylingen; en

    • c.

      de werkgever in het kader van de betreffende dienstbetrekking tenminste het rechtens geldende (cao) loon betaalt aan de persoon waarmee de dienstbetrekking wordt/is afgesloten.

  • 2. De aanvraag loonkostensubsidie is tijdig door de werkgever ingediend indien deze aanvraag voorafgaand aan de dienstbetrekking door het dagelijks bestuur is ontvangen, doch uiterlijk binnen 1 maand na aanvang van de dienstbetrekking.

    Indien de werkgever een dienstbetrekking is aangegaan met een persoon die behoort tot de doelgroep werkende schoolverlaters dan geldt de in de voorgaande zin genoemde termijn niet. In dat geval dient de werkgever op grond van artikel 10d lid 2 PW de dienstbetrekking met de persoon die behoort tot de doelgroep werkende schoolverlaters binnen 6 maanden na beëindiging het in artikel 10d lid 2 PW genoemde onderwijs /opleiding te zijn aangegaan.

  • 3. Het dagelijks bestuur dan wel Provalu informeert de werkgever over de in de leden 1 en 2 genoemde voorwaarden. Het dagelijks bestuur dan wel Provalu informeren de werkgever dat zij er belang aan hechten dat de werkgever een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) opstelt, waarin is omschreven hoe gedurende de dienstbetrekking gewerkt wordt aan de ontwikkeling van de werknemer die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en dat er voor die werknemer uitzicht bestaat op een vaste dienstbetrekking bij de werkgever. Het dagelijks bestuur dan wel Provalu informeert de werkgever hierover zo mogelijk voordat de aanvraag loonkostensubsidie wordt ingediend maar in ieder geval voordat het dagelijks bestuur een besluit neemt op de aanvraag loonkostensubsidie.

  • 4. Het dagelijks bestuur kan de aanvraag loonkostensubsidie in ieder geval weigeren:

    • a.

      indien de werkgever de aanvraag voor de loonkostensubsidie niet tijdig heeft ingediend;

    • b.

      indien uit de vaststelling van de loonwaarde op de werkplek blijkt dat de persoon in de betreffende dienstbetrekking met voltijdse arbeid in staat zou zijn tot het verdienen van het WML;

    • c.

      indien sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 4:35 lid 1 of lid 2 Awb. Dit betekent bijvoorbeeld dat de loonkostensubsidie kan worden geweigerd wanneer de werkgever als aanvrager loonkostensubsidie:

      • -

        in het kader van de aanvraag loonkostensubsidie onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid;

      • -

        failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

Artikel 4. Vaststelling hoogte van de te verlenen loonkostensubsidie

  • 1. Is voldaan aan artikel 2 en 3 dan beoordeelt Provalu in overleg met de werkgever of de vaststelling van de loonwaarde van de persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie voorafgaand aan de dienstbetrekking achterwege kan blijven en de dienstbetrekking tot stand kan komen.

    Het dagelijks bestuur verleent in dat geval de loonkostensubsidie in beginsel gedurende ten hoogste de eerste 3 maanden van de dienstbetrekking in de vorm van een forfaitaire loonkostensubsidie overeenkomstig artikel 10d lid 1 sub b PW jo artikel 10d lid 5 PW.

    Ter zake van het tijdvak na die periode beoordeelt de door Provalu ingeschakelde deskundige (gedurende de periode waarop de forfaitaire loonkostensubsidie betrekking heeft) de loonwaarde op de werkplek en op de wijze als bepaald in artikel 17 van de verordening. Het dagelijks bestuur stelt vervolgens de loonkostensubsidie vast met inachtneming van artikel 10d lid 4 PW en deze loonkostensubsidie gaat in vanaf het moment dat de loonwaarde is vastgesteld, maar in ieder geval na voornoemde 3 maanden.

    Provalu kan, in overleg met de werkgever en in afwijking van lid 1, oordelen dat vaststelling van de loonwaarde van de persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie plaats moet vinden voorafgaand aan de dienstbetrekking. De door Provalu ingeschakelde deskundige beoordeelt in dat geval de loonwaarde van die persoon (op grond van artikel 10d lid 1 sub a PW) voorafgaand aan de dienstbetrekking op de werkplek en op de wijze als bepaald in artikel 17 van de verordening. Het dagelijks bestuur stelt vervolgens de loonkostensubsidie vast met inachtneming van artikel 10d lid 4 PW, waarna de dienstbetrekking tot stand komt.

  • 2. In afwijking van lid 1 en 2 beoordeelt de door Provalu ingeschakelde deskundige –in het geval de werkgever reeds (voorafgaand aan de aanvraag loonkostensubsidie) een dienstbetrekking is aangegaan met een persoon die behoort tot de doelgroep werkende schoolverlaters –de loonwaarde van de betreffende persoon op de werkplek en op de wijze als bepaald in artikel 17 van de verordening. Het dagelijks bestuur stelt vervolgens de loonkostensubsidie vast met inachtneming van artikel 10d lid 4 PW.

  • 3. Het dagelijks bestuur stelt in beginsel iedere 12 maanden, maar in ieder geval binnen ten hoogste iedere 36 maanden na vaststelling van de loonwaarde op de werkplek overeenkomstig artikel 10d lid 4 PW opnieuw de loonwaarde en de hoogte van de loonkostensubsidie vast van de werknemer die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.

    Het UWV adviseert het dagelijks bestuur, gelet de individuele omstandigheden en het perspectief op eventuele ontwikkelmogelijkheden van de werknemer over de door het dagelijks bestuur vast te stellen duur van voornoemde periode.

  • 4. Het dagelijks bestuur indexeert na aanvang van de dienstbetrekking de hoogte van de loonkostensubsidie ambtshalve met ingang van 1 januari van het kalenderjaar en de hoogte van de loonkostensubsidie wordt dan tevens aangepast aan de op dat moment geldende leeftijd en de ontwikkeling van de (bij ministeriële regeling vastgestelde) vergoeding voor werkgeverslasten (op grond van artikel 10d lid 7 PW).

  • 5. Op grond van artikel 10d lid 4 PW bedraagt de loonkostensubsidie ten hoogste 70% van het WML en de aanspraak op vakantiebijslag op grond van artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, vermeerderd met een bij ministeriële regeling vastgestelde vergoeding voor werkgeverslasten.

  • 6. Wanneer de werkgever een (cao)loon betaalt dat hoger is dan het WML dan komt dit verschil tussen het werkelijk betaalde loon en het WML voor rekening van de werkgever.

Artikel 5. Ingangsdatum en duur van de te verlenen loonkostensubsidie

  • 1. Indien het dagelijks bestuur heeft vastgesteld dat voldaan is aan de voorwaarden van de loonkostensubsidie en wat de hoogte is van de loonkostensubsidie, verleent het dagelijks bestuur de (forfaitaire) loonkostensubsidie in beginsel met ingang van de dag waarop de dienstbetrekking is aangevangen.

  • 2. In afwijking van lid 1 verleent het dagelijks bestuur de loonkostensubsidie met ingang van de datum waarop de aanvraag loonkostensubsidie is ontvangen door het dagelijks bestuur, indien de werkgever een dienstbetrekking is aangegaan met een persoon die behoort tot de doelgroep werkende schoolverlaters en de aanvraag loonkostensubsidie later dan 1 maand na aanvang van die dienstbetrekking heeft ingediend.

  • 3. Het dagelijks bestuur verleent de loonkostensubsidie in beginsel voor de duur van de dienstbetrekking doch voor ten hoogste 12 maanden. Is de dienstbetrekking afgesloten voor een duur langer dan 12 maanden of wordt de dienstbetrekking verlengd, dan kan de werkgever –tot uiterlijk 1 maand na de datum waarop de eerder verleende loonkostensubsidie is geëindigd –opnieuw een aanvraag loonkostensubsidie indienen.

Artikel 6. Het besluit tot het verlenen van loonkostensubsidie

  • 1. Het dagelijks bestuur legt in ieder geval de loonwaarde van de werknemer, de hoogte, het (maximaal) aantal uren, de ingangsdatum en duur van de overeenkomstig de artikel 4 bepaalde (forfaitaire) loonkostensubsidie vast in een beschikking waarbij de loonkostensubsidie aan de werkgever wordt verleend. Ook is in de beschikking opgenomen dat het dagelijks bestuur er belang aan hecht dat de werkgever een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) opstelt, waarin is omschreven hoe gedurende de dienstbetrekking gewerkt wordt aan de ontwikkeling van de werknemer die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en dat er voor die werknemer uitzicht bestaat op een vaste dienstbetrekking bij de werkgever. Het dagelijks bestuur legt voorts in die beschikking vast wanneer de loonwaarde van de werknemer overeenkomstig artikel 4 lid 4 opnieuw wordt vastgesteld. Voorts bevat de beschikking de wijze van bevoorschotting en verrekening van de loonkostensubsidie als omschreven in artikel 7.

  • 2. Het dagelijks bestuur legt in ieder geval de loonwaarde, de ingangsdatum en de duur van de loonkostensubsidie die wordt verstrekt aan de werkgever vast in een beschikking aan de werknemer. Het dagelijks bestuur legt voorts in de beschikking vast wanneer de loonwaarde van de werknemer overeenkomstig artikel 4 lid 4 opnieuw wordt vastgesteld.

Artikel 7. Betaling voorschot loonkostensubsidie

  • 1. Het dagelijks bestuur betaalt na verlening van de loonkostensubsidie een voorschot uiterlijk uit op de laatste werkdag voorafgaand aan de eenentwintigste dag van de maand waarin de arbeid is verricht. De uitbetaling vindt plaats overeenkomstig de in artikel 6 lid 1 genoemde beschikking, tenzij er naar het oordeel van het dagelijks bestuur redenen zijn om af te wijken van de beschikking.

  • 2. De werkgever heeft op grond van artikel 10d lid 12 PW recht op het voorschot op de loonkostensubsidie gedurende de periode dat de werknemer wegens ziekte ongeschikt is om te werken en daarom recht heeft op ziekengeld op grond van artikel 29b van de Ziektewet (no riskpolis UWV).

  • 3. Indien het dagelijks bestuur onverschuldigd een voorschot loonkostensubsidie heeft betaald aan de werkgever, verrekent het dagelijks bestuur het terug te vorderen onverschuldigd betaalde voorschot loonkostensubsidie conform artikel 4:57 lid 3 Awb in beginsel met het voorschot loonkostensubsidie voor een andere tijdvak. Indien verrekening redelijkerwijs niet mogelijk is, gaat het dagelijks bestuur in beginsel over tot terug-en invordering van het onverschuldigd betaalde voorschot loonkostensubsidie van de werkgever.

Artikel 8. Verplichtingen werkgever

  • 1. De werkgever geeft onverwijld uit eigen beweging iedere wijziging in de dienstbetrekking, de omvang van de dienstbetrekking of in de omstandigheden van de werknemer waarvoor loonkostensubsidie is verleend door aan het dagelijks bestuur.

  • 2. De werkgever verstrekt op verzoek van het dagelijks bestuur in ieder geval een afschrift van de arbeidsovereenkomst, afschriften van loonstroken en/of een opgave van de door de werknemer waarvoor loonkostensubsidie is verleend feitelijk gewerkte uren. Indien van toepassing verstrekt de werkgever relevante stukken inzake de beëindiging van de dienstbetrekking met de werknemer.

Artikel 9. Het besluit tot vaststelling van de loonkostensubsidie

  • 1. Het dagelijks bestuur onderzoekt na afloop van de periode waarvoor de loonkostensubsidie is verleend of gedurende die periode is voldaan aan voorwaarden voor de verlening van de loonkostensubsidie.

  • 2. In het kader van het onderzoek bedoeld in lid 1 kan het dagelijks bestuur de werkgever verzoeken om afschriften van loonstroken en/of een opgave van de door de werknemer waarvoor de loonkostensubsidie is verleend feitelijk gewerkte uren, alsmede eventuele relevante stukken inzake de beëindiging van de dienstbetrekking met de werknemer.

  • 3. Uiterlijk 3 maanden na afloop van de periode waarvoor loonkostensubsidie is verleend, stelt het dagelijks bestuur de hoogte van de loonkostensubsidie definitief vast in een beschikking aan de werkgever.

  • 4. De door het dagelijks bestuur op grond van artikel 7 betaalde voorschotten loonkostensubsidie worden conform artikel 4:95 Awb verrekend met de op grond van lid 3 definitief vastgestelde loonkostensubsidie. Indien van toepassing vindt nabetaling of terugvordering plaats.

  • 5. Voor ziekmeldingen gedaan voor 1 januari 2022 geldt een overgangsrecht waarbij ingevolge artikel 10d lid 12 PW geen recht bestaat op loonkostensubsidie waarin recht bestond op ziekengeld op grond van artikel 29b Ziektewet.

Artikel 10. Intrekken of wijzigen loonkostensubsidie

  • 1. Het dagelijks bestuur kan de subsidieverlening dan wel subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de werkgever wijzigen vanaf het moment:

    • a.

      dat de tussen de werkgever en de werknemer overeengekomen dienstbetrekking eindigt; of

    • b.

      dat de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, ongeacht hoe lang de loonkostensubsidie op dat moment heeft geduurd; of

    • c.

      dat na een loonwaardevaststelling blijkt dat een persoon niet langer behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie omdat deze het WML kan verdienen of omdat deze geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie meer heeft of omdat deze persoon niet meer behoort tot de doelgroep beschut werk; of

    • d.

      dat de dienstbetrekking niet langer voldoet aan de voorwaarden voor de verlening van de loonkostensubsidie; of

    • e.

      dat sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 4:48 t/m 4:50 Awb.

  • 2. Het dagelijks bestuur deelt zo spoedig mogelijk bij beschikking aan de werkgever en de werknemer mede dat de loonkostensubsidie is ingetrokken of gewijzigd onder vermelding van de datum en de reden van intrekking of wijziging.

  • 3. De loonkostensubsidie wordt niet ingetrokken of gewijzigd indien de werknemer gedurende de dienstbetrekking waarbij loonkostensubsidie wordt verleend, verhuist naar een andere gemeente. Overeenkomstig artikel 10 lid 10 PW blijft het dagelijks bestuur gedurende de ongewijzigde voortzetting van de dienstbetrekking verantwoordelijk voor de vaststelling en betaling van de loonkostensubsidie.

  • 4. In afwijking van lid 3 trekt het dagelijks bestuur na een verhuizing van de werknemer de loonkostensubsidie in vanaf het moment dat de inhoud van de dienstbetrekking is gewijzigd, in die zin dat de werknemer andere werkzaamheden moet verrichten waarvoor andere competenties van de werknemer worden gevraagd, waardoor feitelijk sprake is van nieuwe dienstbetrekking. De intrekking vindt plaats na overleg met de werkgever en de gemeente waar de werknemer woonplaats heeft.

Artikel 11. Terugvordering

Het dagelijks bestuur kan onverschuldigd betaalde loonkostensubsidie van de werkgever terug-en invorderen conform artikel 4:57 Awb.

Artikel 12. Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze uitvoeringsregels indien toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 13. Intrekking, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Uitvoeringsregels loonkostensubsidie PW 2018 worden ingetrokken per 1 januari 2022.

  • 2. Deze uitvoeringsregels treden in werking op de dag volgend op bekendmaking en worden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022 toegepast.

  • 3. Deze uitvoeringsregels kunnen worden aangehaald als: Uitvoeringsregels Loonkostensubsidie PW 2022.

Ondertekening

Het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek heeft op 20 januari 2022 de Uitvoeringsregels Loonkostensubsidie PW 2022 vastgesteld.

D.T.C. Salman

voorzitter

mr. R.J. ‘t Jong

secretaris


Noot
1

Provalu is een fusie tussen de Maregroep en Service Punt Werk