Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Súdwest-Fryslân 2021

Geldend van 22-01-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 04-01-2021

Intitulé

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Súdwest-Fryslân 2021

De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 november 2021;

gelet op de artikelen 6/140 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 134/135 van de Wet op de Expertisecentra, artikel 96g/96h van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 150 van de Gemeentewet;

gelet op het op Overeenstemming Gericht Overleg d.d. 5 juli 2021met de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen van de niet door de gemeente in stand gehouden scholen;

b e s l u i t :

vast te stellen

de Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Súdwest-Fryslân 2021

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;

  • b.

    schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, Wet op de Expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school;

  • c.

    school: school voor basisonderwijs, speciale school voor basisonderwijs, school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor algemeen voortgezet onderwijs en voor voorbereidend beroepsonderwijs;

  • d.

    voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening;

  • e.

    aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

  • f.

    indieningsdatum: uiterst moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • g.

    toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • h.

    tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • i.

    subsidieplafond: een door het college vastgestelde bedrag, voor een door de raad aangewezen voorziening, dat ten hoogste beschikbaar is binnen een bepaald tijdvak onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad bij de gemeentebegroting van het desbetreffende kalenderjaar;

  • j.

    feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • k.

    subsidievaststelling: de beschikking van het college waarin het subsidiebedrag voor een voorziening of aanvullende voorziening definitief wordt vastgesteld en een recht op uitbetaling ontstaat;

  • l.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1.

    De raad kan voor een voorziening jaarlijks een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld

  • 2.

    De raad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid overdragen aan het college. Het college neemt daarbij de gemeentebegroting in acht van het betreffende kalenderjaar.

  • 3.

    Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3 Aanvullende voorziening

  • 1.

    Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2.

    Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

HOOFDSTUK 2 PROCEDURES

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk vier weken voor de indieningsdatum bekend gemaakt door het college.

Artikel 6 Wijze van indiening

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient (eventueel na de indiening van een aanvraag bij een andere partij in het geval van cofinanciering) binnen één maand een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet tijdig wordt ingediend, besluit het college om de aanvraag niet in behandeling te nemen.

  • 2.

    De aanvraag vermeldt in ieder geval:

    • a.

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste voorziening;

    • d.

      de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

    • e.

      een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

  • 3.

    Bij het ontbreken van één of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, kan het college beslissen de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 7 Beslissingstermijn

  • 1.

    Het college beslist binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan mee aan het schoolbestuur. Hierbij geeft hij de reden voor de verlenging aan.

  • 3.

    Het college stelt binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van de verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria die worden gesteld door de SUVIS-regeling;

  • c.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 9 Indiening aanvraag

Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college. Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.

Artikel 10 Beslissingstermijn

Het college beslist binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag of binnen zes weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;

  • b.

    niet is voldaan aan een van de toekenningscriteria.

Paragraaf 2.3 Toekenning intrekking of wijziging; verbod van vervreemding

Artikel 12 Inhoud beschikking tot toekenning; en betaling

  • 1.

    De beschikking van het college tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

    • a.

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening; of

    • b.

      een subsidievaststelling.

  • 2.

    De beschikking bevat:

    • a.

      het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

    • b.

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren;

  • 3.

    De beschikking tot subsidievaststelling bevat voorts:

    • a.

      het bedrag van de subsidie;

    • b.

      voor zover van belang, de wijze waarop het schoolbestuur rekening en verantwoording aflegt door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het college.

  • 4.

    De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 13 Nadere voorschriften

Het college heeft de bevoegdheid nadere voorschriften te geven over de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan burgemeester en wethouders over een subsidie welke krachtens deze verordening is verstrekt.

Artikel 14 Intrekken of wijzigen beschikking; terugvordering

Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4:2 van de wet van toepassing.

  • 1.

    Het college kan een beschikking intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen:

    • a.

      op grond van feiten en omstandigheden waarvan het college bij de toekenning van de voorziening redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de toekenning van de voorziening anderszins zou hebben plaatsgevonden;

    • b.

      indien het schoolbestuur niet voldoet aan de in de beschikking gestelde verplichtingen;

    • c.

      indien de beschikking onjuist was en het schoolbestuur dit wist of behoorde te weten.

  • 2.

    De intrekking of wijziging van een beschikking tot subsidievaststelling werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 15 Terugvordering

Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, dan wel de handelingen als bedoeld in artikel 14, eerste lid, onder b hebben plaatsgevonden, nog geen vijf jaren zijn verstreken. Ten onrechte feitelijk beschikbaar gestelde voorzieningen kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de voorziening is toegekend nog geen vijf jaren zijn verstreken en de aard van de voorziening dit mogelijk maakt.

Artikel 16 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college, tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van fusie c.q. overdracht van een school.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 17 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 18 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 19 Citeertitel: inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening kan worden wordt aangehaald als “Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Súdwest-Fryslân 2021”.

  • 2.

    De verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking en heeft een terugwerkende kracht tot en met 4 januari 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 december 2021,

mr. drs. J.A. de Vries, voorzitter

G.W. Stegenga, griffier