Financiële verordening gemeenschappelijke regeling 1Stroom 2021

Geldend van 21-01-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Financiële verordening gemeenschappelijke regeling 1Stroom 2021

Het Algemeen Bestuur van gemeenschappelijke regeling 1Stroom;

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en artikel 21 van de gemeenschappelijke regeling 1Stroom.

besluit vast te stellen:

Financiële verordening gemeenschappelijke regeling 1Stroom 2021

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    1Stroom: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2 van de GR 1Stroom (hierna genoemd: ‘1Stroom’);

  • -

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de organisatie van de gemeente Duiven en Westervoort en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • -

    administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

  • -

    doelmatigheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen, of met de beschikbare middelen zo veel mogelijk resultaat wordt bereikt;

  • -

    doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald;

  • -

    financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van 1Stroom;

  • -

    inkomsten: totaal van de baten voor toevoegingen en onttrekkingen van reserves;

  • -

    overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.

  • -

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving;

Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Programma-indeling

  • 1. Het algemeen bestuur stelt de programma-indeling van de programmabegroting vast.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de begroting en de jaarstukken worden onder elk van de programma’s, het totaal van de baten en lasten per programma weergegeven.

  • 2. Bij de uiteenzetting van (de financiële positie in) de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven.

  • 3. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven en inkomsten weergegeven.

  • 4. De begroting en het jaarverslag van 1Stroom bevatten de bedrijfsvoeringsbudgetten (waaronder loonkosten, overige personeelskosten, huisvesting, ICT en overige bedrijfsvoeringskosten. Deze lasten zijn een onderdeel van het programma dienstverlening.

  • 5. De baten van dit programma zijn de bijdragen van de gemeenten Westervoort en Duiven en mogelijk derde opdrachtgevers.

  • 6. De indeling van de jaarstukken volgt de indeling van de begroting van het betreffende jaar.

  • 7. Incidentele baten en lasten groter dan € 10.000,- worden afzonderlijk gespecificeerd in het bij de begroting en jaarrekening opgenomen overzicht incidentele baten en lasten.

Artikel 4. Kaders begroting

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt, overeenkomstig artikel 22 van de gemeenschappelijke regeling 1Stroom, jaarlijks een ontwerpbegroting op en zendt deze aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 2. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen, overeenkomstig artikel 22 van de gemeenschappelijke regeling 1Stroom, bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen.

  • 3. Het algemeen bestuur stelt overeenkomstig artikel 22 van de gemeenschappelijke regeling 1Stroom de begroting vast.

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1. Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en de lasten per programma.

  • 2. Standaard worden alle nieuwe investeringen geautoriseerd bij de vaststelling van de begroting.

  • 3. Bij de behandeling van de tussenrapportage in het algemeen bestuur bedoeld in artikel 6, lid 1, doet het dagelijks bestuur voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid.

  • 4. Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het dagelijks bestuur voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan het algemeen bestuur voor.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage

  • 1. Het dagelijks bestuur informeert minimaal 1 keer per jaar het algemeen bestuur door middel van een tussentijdse rapportage over de realisatie van de begroting over het lopende boekjaar.

  • 2. De tussenrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en het bijstellen van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

    • a.

      de baten en de lasten per bedrijfsvoeringsbudget;

    • b.

      de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per bedrijfsvoeringsbudget;

    • c.

      het resultaat, volgend uit de onderdelen a en b.

  • 3. In de tussenrapportage worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten van de bedrijfsvoeringsbudgetten en investeringskredieten opgenomen in programma’s in de begroting groter dan € 10.000 toegelicht.

Artikel 7. EMU-saldo

Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het dagelijks bestuur het algemeen bestuur of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het dagelijks bestuur een aanpassing nodig acht, doet het dagelijks bestuur een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

Hoofdstuk 3. Financieel beleid

Artikel 8. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1. De volgende uitgangspunten worden gehanteerd:

    • a.

      Investeringen zijn uitgaven waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt

    • b.

      Het minimum bedrag van een investering bedraagt € 10.000

    • c.

      Investeringen worden geactiveerd tegen de verkrijgings- of de vervaardigingsprijs.

    • d.

      De kosten voor onderzoek en ontwikkeling worden in maximaal 5 jaar afgeschreven

    • e.

      Voor afschrijvingen wordt de lineaire afschrijvingsmethode gehanteerd en er wordt afgeschreven tot nihil.

    • f.

      Er wordt gestart met afschrijven en rente berekenen per 1 januari van het volgende jaar.

    • g.

      Voor renteberekening hanteren we het omslagpercentage.

  • 2. Afschrijvingstermijnen:

    Gebouwen

    Nieuwbouw

    40 jaar

     

    Renovatie, restauratie en verbouwingen

    25 jaar

     

    Semi permanent

    20 jaar

     

    Toegangsbeveiliging

    10 jaar

    Meubilair

    Bureaustoelen

    10 jaar

     

    Smartboards, beamers ,TV, presentatieschermen

    10 jaar

     

    Overig meubilair/inventaris

    15 jaar

    ICT

    hardware

    4 jaar

     

    software

    7 jaar

    Vervoermiddelen

    Vrachtwagen

    7 jaar

     

    Trekker

    7 jaar

     

    Schaftwagen

    10 jaar

     

    Klepelmaaier

    6 jaar

     

    Overige vervoermiddelen

    8 jaar

    Overig

    Mobiele telefoons

    3 jaar

  • 3. In incidentele gevallen is afwijking van de afschrijvingstermijnen zoals beschreven in lid 2 van dit artikel mogelijk, mits gemotiveerd.

Artikel 9. Reserves en voorzieningen

  • 1. Reserves en voorzieningen kunnen overeenkomstig richtlijnen van het algemeen bestuur worden gevormd en zullen in voorkomende situaties via de begroting of begrotingswijzigingen worden ingediend.

Artikel 10. Voorziening voor oninbare vorderingen

  • 1. Voor de vorderingen op verbonden partijen en derden wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een individuele beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen.

Artikel 11. Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd.

Artikel 12. Prijzen economische activiteiten

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde prijzen van economische activiteiten wordt door 1Stroom aan overheidsbedrijven en derden ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Economische activiteiten zijn leveringen van goederen, diensten of werken waarbij 1Stroom in concurrentie treedt met andere ondernemingen.

Artikel 13. Financieringsfunctie

  • 1. Het dagelijks bestuur neemt bij het uitzetten en het aantrekken van middelen de kaders in acht die vermeld staan in het treasurystatuut.

Hoofdstuk 4. Paragrafen

Artikel 14. Paragrafen

  • 1. Bij de begroting en de jaarstukken neemt het dagelijks bestuur de volgende paragrafen op:

    • a.

      financiering;

    • b.

      weerstandsvermogen en risicobeheersing;

    • c.

      bedrijfsvoering;

  • 2. Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat bij de uitwerking van de paragrafen minimaal aan de wettelijke eisen wordt voldaan.

  • 3. In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het dagelijks bestuur naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval de toelichting op de rechtmatigheidsverantwoording op. In de toelichting op de rechtmatigheidsverantwoording worden alle fouten en onduidelijkheden vermeld die uitgaan boven een bedrag van € 10.000.

Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 15. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in 1Stroom;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen, schulden en contracten;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het beleid van 1Stroom en het gemeentelijke beleid van de deelnemende gemeenten;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving; en

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 16. Financiële organisatie

Het dagelijks bestuur draagt zorgt voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van 1Stroom en een eenduidig toewijzing van de taken aan de diverse programma’s en teams;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de te maken afspraken met organisatorische eenheden over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van baten en lasten aan de taakvelden;

  • g.

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten, en

  • h.

    het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 17. Interne controle

  • 1. Het dagelijks bestuur zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a, van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel.

  • 2. Het dagelijks bestuur zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van 1Stroom met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen periodiek worden gecontroleerd. Bij afwijkingen in de registratie neemt het dagelijks bestuur maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

  • 3. Het dagelijks bestuur geeft jaarlijks als onderdeel van de jaarrekening een rechtmatigheidsverantwoording zoals bedoeld in de vigerende controleverordening af. Bij het opstellen van deze rechtmatigheidsverantwoording hanteert het college een afwijkingenpercentage zoals bedoeld en overeenkomstig de vigerende controleverordening. Het college licht de rechtmatigheidsverantwoording toe in de bedrijfsvoeringsparagraaf zoals opgenomen in de jaarstukken.

Artikel 18. Passeerbevoegdheid concerncontroller

  • 1. De controller is bevoegd om, met medeweten van het dagelijks bestuur, het algemeen bestuur rechtstreeks te informeren en te adviseren bij een blijvend verschil van inzicht met het dagelijks bestuur en bij zwaarwegende aangelegenheden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 19. Intrekken oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De Financiële verordening 1Stroom 2018 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar 2020.

Artikel 19. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2021.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als “Financiële verordening 1Stroom 2021”.

  • 3. In afwijking van lid 1, treedt artikel 14 lid 3 en artikel 17 lid 3 in werking voor het begrotingsjaar 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 1Stroom d.d.

secretaris

voorzitter