Regeling vervallen per 01-03-2024

Bibob beleid Oldenzaal 2022

Geldend van 19-01-2022 t/m 29-02-2024

Intitulé

Bibob beleid Oldenzaal 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal en de burgemeester van de gemeente Oldenzaal, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft,

gelet op,

  • artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 27, vierde lid, van de Drank en horecawet;

  • artikel 2.20, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • artikel 5.13b, vijfde lid, van het Besluit omgevingsrecht;

  • artikel 5, derde lid, artikel 5a, artikel 6, tweede lid, artikel 7, tweede lid, van de Wet Bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur;

overwegende dat:

  • voorkomen moet worden dat de overheid criminele activiteiten indirect faciliteert;

  • bij de inzet van het Bibob-instrumentarium grote mate van bestuurlijke keuzevrijheid is (willekeur);

  • het wenselijk is deze keuzevrijheid nader te beschrijven;

  • een Bibob-onderzoek voor de betrokkene zeer ingrijpend is;

  • de inzet weloverwogen en met het in acht nemen van de beginselen van behoorlijk bestuur moet worden genomen;

besluiten

vast te stellen “Bibob beleid Oldenzaal 2022”.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Definities

  • 1. De definities in artikel 1.1 van de Wet Bibob zijn overeenkomstig van toepassing op deze beleidsregels, tenzij daarover in lid 2 anders is bepaald.

  • 2. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      aanvraag: een aanvraag als bedoeld in artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

    • b.

      beschermd wonen: beschermd wonen als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

    • c.

      bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester.

    • d.

      (pre) Bibob-onderzoek: een eigen onderzoek door het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak in hoeverre sprake is van een integriteitsrisico.

    • e.

      Bureau: Landelijk Bureau Bibob.

    • f.

      crowdfunding: het vergaren van financiële middelen via een netwerk van mensen.

    • g.

      evenement: elk voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak.

    • h.

      integriteitsclausule: een beding in een (intentie)overeenkomst waarin een voorbehoud wordt gemaakt dat het Bureau om advies kan worden gevraagd en dat, wanneer zich één van de situaties als bedoeld in artikel 9, derde lid, Wet Bibob voordoet, van de vastgoedtransactie kan worden afgezien zonder enige vorm van schadevergoeding of andere compensatie van kosten.

    • i.

      rechtspersoon met een overheidstaak: de gemeente Oldenzaal.

    • j.

      RIEC: het Regionaal Informatie en Expertise Centrum

    • k.

      snippergroen: het uitbreiden van een privaat eigendom, ten koste van openbaar groen of openbare verharding.

    • l.

      tijdelijke verhuur: verhuur van gemeentelijk onroerend goed voor een maximale duur van één jaar.

    • m.

      vastgoedtransactie: overeenkomst of een andere rechtshandeling voor een onroerende zaak als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder o, van de Wet Bibob.

    • n.

      Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 1.2. Risicocategorieën

  • a.

    Afvalverwerkingsbranche;

  • b.

    Asbestsaneringsbranche;

  • c.

    Autobranche;

  • d.

    Drugsbranche;

  • e.

    Energiebranche;

  • f.

    Evenementenbranche;

  • g.

    Grondverzet-en saneringsbranche;

  • h.

    Horecabranche;

  • i.

    Kamerverhuurbranche

  • j.

    Kansspelbranche;

  • k.

    Kappersbranche;

  • l.

    Personenvervoer o.a. taxibranche

  • m.

    Prostitutiebranche;

  • n.

    Recyclingbranche;

  • o.

    Religieuze instellingen;

  • p.

    Schoonheidsverzorgingsbranche;

  • q.

    Sloopbranche;

  • r.

    Telecombranche;

  • s.

    Transportbranche;

  • t.

    Vuurwerkbranche;

  • u.

    Zorgbranche.

Artikel 1.3 Afwijken beleid

Dit beleid laat onverlet dat al dan niet in afwijking van de hierna volgende bepalingen tot het uitvoeren van een (pre)Bibob toets kan worden besloten als de omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven.

Hoofdstuk 2 Beschikkingen

Artikel 2.1 Toepassingsbereik

Voordat er besloten wordt op een aanvraag tot het geven van een beschikking, moet het bestuursorgaan dat tot die beslissing bevoegd is, een (pre)Bibob-onderzoek uitvoeren, voor zover de aanvraag ziet op:

  • a.

    artikel 3 van de Drank en horecawet.

  • b.

    artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingeval:

    • de (toekomstige) gebruiksfunctie van het bouwwerk binnen één of meer van de in artikel 1.2 genoemde risicocategorieën valt, of

    • de betrokkene in relatie staat met één of meer van de in artikel 1.2 genoemde risicocategorieën, of

    • de aanneemsom € 500.000,- exclusief BTW of meer is, of

    • er aanwijzingen of vermoedens zijn dat de financiering geheel of gedeeltelijk plaatsvindt of zal plaatsvinden via crowdfunding, sponsoring of giften.

  • c.

    artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingeval:

    • de (toekomstige) gebruiksfunctie van de inrichting binnen één of meer van de in artikel 1.2 genoemde risicocategorieën valt, of

    • de betrokkene in relatie staat met één of meer van de in artikel 1.2 genoemde risicocategorieën, of

    • ingevolge artikel 2.25, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning gaat gelden voor een ander dan de aanvrager of vergunninghouder.

  • d.

    artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingeval:

    • de aanvraag betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op basis van artikel 2.17 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is bepaald dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob, kan worden geweigerd, en

    • de (toekomstige) gebruiksfunctie van de inrichting binnen één of meer in artikel 1.2 genoemde risicocategorieën valt, of

    • de betrokkene in relatie staat met één of meer van de in artikel 1.2 genoemde risicocategorieën, of

    • ingevolge artikel 2.25, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning gaat gelden voor een ander dan de aanvrager of vergunninghouder.

  • e.

    artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening, evenementen met een risicoprofiel B of C.

  • f.

    artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening. (exploitatievergunning)

  • g.

    artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening. (exploiteren speelgelegenheid)

  • h.

    artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening. (exploiteren seksbedrijf)

Artikel 2.2

  • 1. Naast de in artikel 2.1, aangeduide gevallen, gaat het bestuursorgaan bij een aanvraag voor de in artikel 2.1 genoemde beschikkingen ook tot een Bibob-toets als er:

    • a.

      vanuit eigen informatie;

    • b.

      vanuit informatie van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC; en/of

    • c.

      vanuit het openbaar ministerie verkregen informatie op basis van artikel 11 juncto 26 van de wet,

    • d.

      duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen dat bij de aanvraag sprake is van een ernstige mate van gevaar, als bedoeld in artikel 3 van de wet.

  • 2. Een Bibob-toets wordt uitgevoerd als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau blijkt, dat tegen de aanvrager van een beschikking in de afgelopen twee jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het Bureau.

Artikel 2.3 Uitzonderingen

Het bestuursorgaan dat bevoegd is om op de aanvraag te beslissen, kan toepassing van artikel 2.1 achterwege laten voor zover de betrokkene:

  • a.

    een orgaan is van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, of

  • b.

    een woningcorporatie is op basis van artikel 19 van de Woningwet.

Hoofdstuk 3 Subsidies

Artikel 3.1 Toepassingsbereik

Voordat er besloten wordt op een aanvraag tot het geven van een beschikking, moet het bestuursorgaan dat tot die beslissing bevoegd is, een (pre)Bibob-onderzoek uitvoeren, voor zover de aanvraag ziet op:

  • a.

    artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Oldenzaal of;

  • b.

    een subsidie voor beschermd wonen,

Hoofdstuk 4 Privaatrechtelijke transacties

Artikel 4.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties

  • 1. Voordat wordt besloten over het aangaan van een vastgoedtransactie, moet de rechtspersoon met een overheidstaak, een (pre)Bibob-onderzoek uitvoeren.

  • 2. Als advies is ingewonnen bij het Bureau neemt de rechtspersoon met een overheidstaak geen beslissing over het aangaan van de vastgoedtransactie totdat het advies van het Bureau is afgerond.

  • 3. Het besluit tot het uitvoeren van de Bibob-toets kan daarnaast ook gebaseerd zijn op:

    • a.

      eigen ambtelijke informatie;

    • b.

      informatie verkregen van het Bureau;

    • c.

      informatie verkregen vanuit het openbaar ministerie op basis van artikel 26 van de wet (OM-tip)’en/of;

    • d.

      informatie verkregen van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC.

Artikel 4.2 Uitzonderingen

  • 1. De rechtspersoon met een overheidstaak kan het toepassen van artikel 4.1, eerste lid, achterwege laten voor zover de betrokkene:

    • a.

      een orgaan is van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; of

    • b.

      een woningcorporatie is op basis van artikel 19 van de Woningwet.

  • 2. De rechtspersoon met een overheidstaak kan het toepassen van artikel 4.1, eerste lid, achterwege laten voor zover de vastgoedtransactie ziet op het vervreemden van:

    • a.

      snippergroen, of

    • b.

      gronden met een woonbestemming aan natuurlijke personen, tenzij de gronduitgifte meer dan €500.000 exclusief BTW is.

  • 3. De rechtspersoon met een overheidstaak kan het toepassen van artikel 4.1, eerste lid, achterwege laten voor zover de vastgoedtransactie ziet op tijdelijke verhuur van onroerend goed.

Artikel 4.3 Toepassingsbereik bij aanbestedingen

  • 1. De rechtspersoon met een overheidstaak moet de Bibob-toets over een gegadigde of onderaannemer in de zin van de wet, alleen uitvoeren bij overheidsopdrachten die vallen binnen de sectoren milieu, informatie-communicatie-technologie (ICT) of bouw en die, volgens het inkoop en aanbestedingsbeleid van de gemeente Oldenzaal voor aanbesteden van werken respectievelijk van diensten en leveringen openbaar moeten worden aanbesteed.

  • 2. Een besluit tot het uitvoeren van een Bibob-toets vindt ook plaats op basis van:

    • a.

      eigen ambtelijke informatie;

    • b.

      informatie verkregen van het Bureau;

    • c.

      informatie verkregen vanuit het openbaar ministerie op basis van artikel 26 van de wet (OM-tip)’en/of

    • d.

      informatie verkregen van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC.

Artikel 4.4 Integriteitsclausule

Een integriteitsclausule maakt onderdeel uit van de overeenkomst.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 5.1. Intrekken Bibob beleidsregel 2016

Gelijktijdig met het inwerkingtreden van het Bibob beleid Oldenzaal 2022 wordt de “Beleidsregel Bibob 2016” ingetrokken.

Artikel 5.2. Overgangsbepaling

De bepalingen van het Bibob beleid Oldenzaal 2022 zijn niet van toepassing op de aanvraag van een beschikking die voor het inwerkingtreden van dit beleid is ingediend, onderscheidenlijk de vastgoedtransactie of onderhandeling waarmee voor het inwerkingtreden van het Bibob beleid een aanvang is gemaakt.

Artikel 5.3. Inwerkingtreden

Bibob beleid Oldenzaal 2022 treedt in werking op 12 januari 2022.

Artikel 5.4. Citeertitel

Het Bibob beleid wordt aangehaald als: ‘Bibob beleid Oldenzaal 2022’.

Ondertekening

Vastgesteld op 11 januari 2022

Ondertekening

Ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft:

Het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal,

de gemeentesecretaris

de burgemeester

de burgemeester