Regeling Tegemoetkoming sociaal-medische kinderopvang Oldenzaal 2010

Geldend van 19-01-2022 t/m heden

Intitulé

Regeling Tegemoetkoming sociaal-medische kinderopvang Oldenzaal 2010

Het college van burgemeester en wethouder van Oldenzaal;

gelet op het bepaalde in het besluit van de gemeenteraad van 28 oktober 2004, nummer 41/25, Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 1.4, 1.5 en 1.6 van de Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2005;

b e s l u i t :

vast te stellen de ‘Regeling Tegemoetkoming sociaal-medische kinderopvang Oldenzaal 2010’:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen algemeen

  • a)

    In deze regeling wordt voor de begripsomschrijvingen van kinderopvang, kindercentrum, gastouderopvang en gastouderbureau aangesloten bij de omschrijvingen opgenomen in artikel 1 van de Wet kinderopvang.

  • b)

    Onder het begrip ouder of verzorger wordt verstaan: een in Oldenzaal woonachtig persoon die een huishouding voert, waartoe het kind structureel behoort, op wie de kinderopvang betrekking heeft en die het kind opvoedt en verzorgt.

  • c)

    Onder het begrip tegemoetkoming wordt verstaan: een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang door de gemeente.

  • d)

    Onder het begrip college wordt verstaan: het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal.

Artikel 2 Begripsomschrijving sociaal-medische kinderopvang

Er is sprake van sociaal-medische kinderopvang indien naar het oordeel van het college:

  • a)

    de ouder(s)/verzorger(s) een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking of ziekte heeft/hebben waardoor kinderopvang noodzakelijk is, en/of;

  • b)

    er op sociaal maatschappelijke gronden sprake is van een crisissituatie in het gezin,

  • c)

    waardoor kinderopvang noodzakelijk is, en/of;

  • d)

    kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het kind noodzakelijk is.

Artikel 3 Toepassingsbereik

  • a)

    Deze regeling is van toepassing op de sociaal-medische kinderopvang, zoals omschreven in artikel 2.

  • b)

    Indien zich een situatie voordoet waarin de ouder(s) of verzorger(s) tevens aanspraak kunnen maken op een tegemoetkoming ingevolge Hoofdstuk 2 van de Wet kinderopvang, kan geen beroep worden gedaan op deze regeling. In die situatie geldt de Wet kinderopvang als een voorliggende voorziening.

Artikel 4 Criteria voor de tegemoetkoming

  • a)

    Een ouder of verzorger kan aanspraak maken op een tegemoetkoming in de door hem of zijn partner gemaakte noodzakelijke kosten van sociaal-medische kinderopvang jegens de gemeente Oldenzaal.

  • b)

    De tegemoetkoming beperkt zich tot de kosten voor kinderopvang die naar het oordeel van het college redelijkerwijs noodzakelijk zijn als gevolg van de sociaal-medische omstandigheden.

  • c)

    Voor de bepaling van de als noodzakelijk aan te merken kosten als hiervoor vermeld, wordt het gestelde in artikel 7, vierde lid van de Wet kinderopvang van overeenkomstige toepassing verklaard. Dit betekent dat de gehanteerde uurprijs voor kinderopvang een door de minister bepaald bedrag, verschillend per soort kinderopvang, niet te boven mag gaan. Mocht dit het geval zijn dan wordt het maximumbedrag gehanteerd.

  • d)

    De hoogte van de tegemoetkoming wordt vastgesteld op 94 procent van de kosten genoemd onder b. met inachtneming van het gestelde onder c.

Artikel 5 Aanvraag

  • a)

    Een aanvraag om een tegemoetkoming in de kosten van sociaal-medische kinderopvang bevat:

    • naam, adres en sofi-nummer van de ouder(s) of verzorger(s);

    • naam, geboortedatum en sofi-nummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

    • een omschrijving van de omstandigheden die de opvang noodzakelijk maken;

    • gegevens met betrekking tot het eventueel behandelend circuit;

    • gegevens met betrekking tot de gevraagde kinderopvang (kindercentrum, gastouderbureau, duur en aantal dagdelen);

    • overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag om een tegemoetkoming.

  • b)

    De aanvraag geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • c)

    De aanvraag wordt ingediend door de ouder(s) of verzorger(s) of namens hen door het (erkend) hulpverlenend circuit, zoals de huisarts, de specialist of het maatschappelijk werk. Ondertekening van de aanvraag vindt altijd plaats door de ouder(s) of verzorger(s).

  • d)

    In spoedeisende gevallen kan de kinderopvang ook mondeling worden aangevraagd, waarna achteraf de gegevens alsnog conform het gestelde onder a en b worden ingediend en het formulier ondertekend door de ouder(s) of verzorger(s).

Artikel 6 Advies

  • a)

    Alvorens te besluiten op een aanvraag om een tegemoetkoming, wint de gemeente ten behoeve van de vaststelling van de noodzaak van de kinderopvang eerst het advies in van een aangewezen sociaal geneeskundig arts die naar het oordeel van het college beschikt over adequate deskundigheid.

  • b)

    Het verzoek om advies behelst tevens een indicatie voor de noodzakelijke duur en intensiteit van de kinderopvang.

  • c)

    De maximale periode waarvoor een indicatie wordt gevraagd, bedraagt een jaar.

  • d)

    De gemeente kan periodiek een herindicatie vragen met betrekking tot de noodzaak van de kinderopvang.

Artikel 7 Verlening van de tegemoetkoming

  • a)

    Het college besluit over de aanvraag binnen 4 weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • b)

    Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de ouder(s) of verzorger(s) hiervan schriftelijk in kennis.

  • c)

    De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode die op de beschikking vermeld staat.

  • d)

    De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van maximaal een kalenderjaar.

  • e)

    In afwijking van het onder d. gestelde kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.

Artikel 8 Betaling van de tegemoetkoming

  • a)

    De ouder(s) of verzorger(s) worden geacht zelf een contract af te sluiten met het door hen gekozen kindercentrum of gastouderbureau en zijn in beginsel zelf aansprakelijk voor de volledige kosten.

  • b)

    Het college betaalt de tegemoetkoming rechtstreeks aan de het gekozen kindcentrum.

    De ouder blijft verantwoordelijk voor de betaling van de eigen bijdrage.

  • c)

    De tegemoetkoming wordt bij wijze van voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.

Artikel 9 De subsidievaststelling

  • a)

    Na beëindiging van de kinderopvang of het tijdvak waarover de tegemoetkoming is verstrekt, stelt de gemeente de subsidie bij beschikking vast.

  • b)

    Daartoe verstrekken de ouder(s) of verzorger(s) de daarvoor relevante gegevens.

Artikel 10 Verplichtingen van de ouder(s) of verzorger(s)

  • a)

    De ouder(s) of verzorger(s) doen het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming.

  • b)

    De ouder(s) of verzorger(s) verstrekken desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Indien de toepassing van deze regeling naar het oordeel van het college leidt tot een kennelijke hardheid kunnen zij besluiten daarvan af te wijken.

Artikel 12 Intrekken oude regels

De regeling tegemoetkoming sociaal-medische kinderopvang Oldenzaal wordt ingetrokken.

Artikel 13 Citeerartikel

Deze regeling wordt aangehaald als “Regeling tegemoetkoming sociaal-medische kinderopvang Oldenzaal 2010”.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2010.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 15 december 2009,

het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

de burgemeester,

TOELICHTING OP DE REGELING SOCIAAL-MEDISCHE KINDEROPVANG OLDENZAAL 2010

(Vastgesteld bij besluit INT-09-00771 van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2009)

Algemeen

Vanwege budgettaire en efficiency redenen heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid besloten de artikelen van de Wet kinderopvang (Wk) met betrekking tot de sociaal-medisch geïndiceerde kinderopvang in 2005 niet in werking te laten treden. De gemeente Oldenzaal heeft besloten door middel van deze regeling hieraan uitvoering te geven.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen algemeen

Er wordt (in de meeste gevallen) aangesloten bij de begripsomschrijvingen zoals deze worden gehanteerd in de Wk.

Hiermee wordt beoogd een zelfde basis te creëren voor zowel het doelgroepenbeleid als voor het beleid inzake de sociaal-medische kinderopvang. Een uitzondering is gemaakt voor het begrip ouder of verzorger. Daarvoor wordt een ruimer begrip gehanteerd. Alle ouders of verzorgers die structureel c.q. langdurig een kind in hun huishouding hebben en die zorg dragen voor de opvoeding en verzorging kunnen een aanvraag indienen. Dit begrip is iets ruimer dan dat in de Wk. Beoogd wordt om verzorgers die niet officieel pleegouder zijn ook de mogelijkheid te bieden een aanvraag in te dienen. Bij sociaal-medische kinderopvang staat het kind en het gezin centraal en moet vaak snel en doortastend worden gewerkt. Een formeel onderscheid in ouders/verzorgers, waardoor sommige personen die zonder formele status daadwerkelijk een kind opvoeden en verzorgen worden uitgesloten, kan dit proces verstoren. Wel moet de gezinssituatie een langdurig/ structureel karakter dragen.

Artikel 2 Begripsomschrijving van de sociaal-medische kinderopvang Er

wordt aangesloten bij de definitities binnen de Wet kinderopvang.

Artikel 3 Toepassingsbereik

De regeling beperkt zich tot de sociaal-medische kinderopvang. Wanneer mensen tevens een beroep kunnen doen op de tegemoetkomingen geregeld in de Wk, dan gaat dit voor. Werkende ouders/verzorgers bijvoorbeeld kunnen meestal een beroep doen op een tegemoetkoming van de belastingdienst en hun werkgevers. Dan geldt de regeling niet.

Artikel 4 Criteria voor de tegemoetkoming

Het recht op een tegemoetkoming beperkt zich tot situaties waarin op basis van de sociaal medische omstandigheden kinderopvang noodzakelijk is. Wanneer in die situatie ook gebruik kan worden gemaakt van de regelingen van de Wk dan is de gemeentelijke regeling niet van toepassing. Er is met andere woorden geen keuzemogelijkheid, bijvoorbeeld omdat de sociaal- medische kinderopvang voor de ouders of verzorgers soms goedkoper is. De eigen bijdrage voor de ouders of verzorgers is vastgesteld op 6 procent van de noodzakelijke kosten voor kinderopvang. Daarbij is overwogen dat het werken met een vast percentage van de kosten een relatief eenvoudige werkwijze oplevert (Onder de Wk wordt gewerkt met een bijdrage gebaseerd op het inkomen). Het percentage sluit aan bij het bedrag dat ouders of verzorgers geacht worden te besparen in de algemene kosten voor levensonderhoud van het kind (luiers, fruithapje, maaltijd e.d.). Mensen met een inkomen op bijstandsniveau worden daarom geacht deze bijdrage ook te kunnen leveren. Zou een hoger percentage worden gehanteerd dan kan dit ertoe leiden dat mensen op bijstandsniveau vanuit de Wet werk en bijstand of anderszins gecompenseerd moeten worden. De ervaring leert dat relatief veel mensen met een lager inkomen gebruik maken van de sociaalmedische kinderopvang. De werkwijze sluit ook goed aan bij die voor het doelgroepenbeleid van de gemeente. Deze is evenmin inkomensafhankelijk maar bedraagt een vast percentage van de kosten. Het rijk hanteert in de Wk maximale uurprijzen voor de dagopvang, de buitenschoolse opvang en gastouderopvang. Indien de kosten per uur hoger uitvallen dan wordt de tegemoetkoming gebaseerd op de maximale uurprijs. Deze werkwijze wordt overgenomen.

Artikel 5 Aanvraag

Bij de inrichting van de aanvraagprocedure is aangesloten bij die voor het gemeentelijke doelgroepenbeleid ingevolge de Wk. In spoedeisende situaties kan niet eerst de hele procedure worden doorlopen. Achteraf kan een en ander gecorrigeerd worden doordat alsnog een aanvraag op schrift wordt gesteld en ondertekend door de ouder(s) of verzorger(s).

Artikel 6 Advies

Het advies aangaande de indicatie wordt neergelegd bij een onafhankelijk sociaal geneeskundige arts. De problematiek die aanleiding kan zijn voor sociaal-medische kinderopvang is zeer divers (sociaal, maatschappelijk, medisch). Dit betekent dat er vanuit diverse disciplines behandeld en begeleid wordt. De indicering van de noodzaak op basis van de sociaal-medische omstandigheden vergt derhalve een brede deskundigheid. Verder wordt beoogd om een laagdrempelige voorziening te creëren waarbij snel en efficiënt wordt gewerkt. Door voor het advies en de vaststelling van de noodzaak van de opvang zoveel mogelijk aan te sluiten bij het behandelend circuit, kan dit worden bereikt.

Artikel 7 Verlening van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt verleend voor maximaal één jaar en voor de periode die op de beschikking vermeld staat.

Artikel 8 Betaling van de tegemoetkoming

Conform de werkwijze van de Wk worden de ouder(s) of verzorger(s) geacht zelf de kinderopvang te organiseren en een contract met het kindercentrum of gastouderbureau af te sluiten.

In geval van sociaal-medische kinderopvang is veelal sprake van kwetsbare gezinnen. Dit maakt dat men niet altijd de nota’s betaalt, met alle gevolgen van dien. Daarom wordt de tegemoetkoming van de gemeente Oldenzaal rechtstreeks betaald aan de kinderopvang. De cliënt is zelf verantwoordelijk voor het betalen van de eigen bijdrage (6%).

Artikel 9 De subsidievaststelling

De tegemoetkoming betreft een subsidie als bedoeld in Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht. Deze subsidie wordt bij wijze van voorschot verleend en achteraf (na beëindiging van de kinderopvang of de termijn waarop de toekenning betrekking had) vastgesteld. Deze werkwijze wordt ook gehanteerd voor het doelgroepenbeleid ingevolge de Wk.

Artikel 10 Verplichtingen van de ouder(s) of verzorger(s)

Om te voorkomen dat teveel of te lang wordt betaald moeten de ouder(s) of verzorger(s) de voor de tegemoetkoming relevante informatie direct doorgeven aan de gemeente. Indien teveel is verleend kan op basis van de algemene bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht tot terugvordering worden overgegaan. Hiervoor behoeven geen specifieke artikelen te worden opgenomen in de regeling.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Soms kan de letterlijke uitvoering van deze regeling leiden tot een voor het gezin/kind onwenselijke situatie. Dit artikel biedt de gemeente de mogelijkheid maatwerk te verrichten. In de praktijk is bijvoorbeeld gebleken dat het soms niet redelijk en billijk is om de eigen bijdrage te verlangen, gelet op de (benarde) financiële positie van het gezin.

Artikel 12 Intrekken oude regels

De regeling tegemoetkoming sociaal-medische kinderopvang Oldenzaal wordt ingetrokken.

Artikel 13 Citeerartikel

Deze regeling wordt aangehaald als “Regeling tegemoetkoming sociaal-medische kinderopvang Oldenzaal 2010”.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2010.