Verordening op de heffing en invordering van marktgelden in de gemeente Vlist 2011

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  standplaats: een plaats waar een standplaatsvergunning voor is afgegeven, met een maximale diepte van 2,5 meter en maximale lengte van 4 meter;

• b.

  jaar: een kalenderjaar, gedurende hetwelk ten hoogste 53 maal markt wordt gehouden;

• c.

  dag: een marktdag;

• d.

  strekkende meter: de lengte gemeten langs de verkoopzijde van de kraam/wagen.

2. Onderdelen van een jaar, een dag of strekkende meter worden voor een geheel gerekend.

1. Indien de toegewezen standplaats op last van het gemeentebestuur voor het verstrijken van de termijn waarover het marktgeld is geheven, moet worden ontruimd en de last tot ontruiming geen gevolg is van het niet-nakomen door de betrokkene van de voorwaarden aan het hebben van de standplaats verbonden, kan op verzoek teruggaaf worden verleend.

2. De teruggaaf geschiedt naar evenredigheid van de nog niet aangebroken marktdagen van het tijdvak waarvoor het marktgeld is verschuldigd en alleen ingeval de aanvraag om teruggaaf binnen twee maanden na ontruiming van de standplaats bij de heffingsambtenaar is ingediend.

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald in één termijn, welke vervalt op 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

3. Deze verordening kan worden aangehaald als Marktgeldverordening Vlist 2011.