Klachtenverordening gemeente Land van Cuijk 2022

Geldend van 15-01-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022

Intitulé

Klachtenverordening gemeente Land van Cuijk 2022

De raad van de gemeente Land van Cuijk,

gelezen het voorstel van de Stuurgroep Land van Cuijk i.o. d.d. 15 september 2021;

gezien het positieve advies van de Land van Cuijk-raad d.d. 20 oktober 2020,

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

besluit:

  • 1.

    Vervallen te verklaren:

    • Klachtenverordening gemeente Boxmeer 2008;

    • Klachtenverordening gemeente Cuijk;

    • Klachtenverordening gemeente Grave;

    • Klachtenverordening gemeente Mill en Sint Hubert;

    • Klachtenregeling Gemeenschappelijke regeling werkorganisatie gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert;

    • Interne klachtenregeling gemeente Sint Anthonis 2002.

  • 2.

    Vast te stellen de navolgende Klachtenverordening gemeente Land van Cuijk 2022.

Klachtenverordening gemeente Land van Cuijk 2022

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • b.

    klacht: een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan of een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of een rechtspersoon heeft gedragen;

  • c.

    klager: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die een klacht heeft ingediend;

  • d.

    bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de commissie voor bezwaar- en beroepschriften of de Klachtencommissie;

  • e.

    ambtenaar: een persoon die in dienst is of is geweest van de gemeente Land van Cuijk of haar rechtsvoorgangers, inclusief arbeidscontracten en gedetacheerden;

  • f.

    klaagschrift: een schriftelijk ingediende klacht;

  • g.

    klachtencommissie: de commissie, belast met de behandeling van en de advisering over klachten, als bedoeld in artikel 3 van deze verordening;

  • h.

    klachtencoördinator: de ambtenaar als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

Artikel 2. Fasering

De klachtbehandeling kent drie fasen:

  • a.

    Informele bemiddeling (intern klachtrecht);

    Indien iemand zich met een klacht tot de gemeente wendt, wordt eerst getracht de klacht op informele wijze naar genoegen van de klager op te lossen, tenzij klager geen prijs stelt op een informele behandeling;

  • b.

    Formele behandeling in eerste instantie (intern klachtrecht);

    Een klacht wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen van Titel 9.1 van de Awb en met inachtneming van de bepalingen van deze verordening;

  • c.

    Formele behandeling in tweede instantie (extern klachtrecht).

    Een klager kan – wanneer hij het niet eens is met de uitkomst van de formele klachtenbehandeling in eerste instantie – overeenkomstig de bepalingen van Titel 9.2 van de Awb een verzoekschrift indienen bij de Nationale Ombudsman.

Artikel 3. Klachtencommissie

  • 1. Er is een klachtencommissie.

  • 2. Op de klachtenafhandeling door de klachtencommissie zijn de bepalingen van Titel 9.1 van de wet van toepassing.

Artikel 4. Samenstelling klachtencommissie

  • 1. De klachtencommissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door burgemeester en wethouders.

  • 2. Burgemeester en wethouders benoemen overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 3. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de klachtencommissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

  • 4. De klachtencommissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 5. Klachtencoördinator

  • 1. De klachtencoördinator is een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het college wijst minimaal twee klachtencoördinatoren aan.

  • 3. Burgemeester en wethouders wijzen tevens één of meer plaatsvervangers van de klachtencoördinatoren aan.

  • 4. De klachtencoördinator treedt tevens op als secretaris van de klachtencommissie.

  • 5. De klachtencoördinator is in de uitoefening van de functie uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de klachtencommissie.

  • 6. De klachtencoördinator is bevoegd alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen die nodig zijn voor het afhandelen van de klacht.

  • 7. De klachtencoördinator is niet betrokken bij de behandeling van klachten die hem rechtstreeks aangaan.

  • 8. De klachtencoördinator is contactpersoon voor de Nationale Ombudsman.

Artikel 6. Zittingsduur en vergoeding

  • 1. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de klachtencommissie worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2. Zij kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden ontvangen een door burgemeester en wethouders te bepalen vergoeding voor hun werkzaamheden.

Artikel 7. Taak

  • 1. De commissie behandelt klaagschriften en adviseert daarover aan het bestuursorgaan, waaraan de gedraging waarover wordt geklaagd, kan worden toegeschreven.

  • 2. De commissie zorgt voor een klachtenregistratie en geeft inzicht in de wijze van behandelen en afdoen van klachten.

  • 3. De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli een jaarverslag uit van alle in het voorgaande jaar ingediende schriftelijke klachten. Het verslag wordt aangevuld met een verslag van alle klachten die in het voorgaande jaar zijn ingediend bij de Nationale Ombudsman.

Artikel 8. Bevoegdheid

De commissie kan de klager, de beklaagde, diens (direct-)leidinggevende of andere ambtenaren en bestuurders oproepen om te worden gehoord.

Artikel 9. De wijze waarop een klacht kan worden ingediend

  • 1. Een klacht kan mondeling, schriftelijk of langs elektronische weg worden ingediend.

  • 2. Een mondeling geuite klacht kan zowel telefonisch als tijdens een bezoek aan de gemeente worden ingediend.

  • 3. Een schriftelijk of elektronisch ingediende klacht moet zijn ondertekend en ten minste de volgende gegevens bevatten:

    • a.

      de naam en het adres van de indiener,

    • b.

      de dagtekening,

    • c.

      een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht.

  • 4. Bij het klaagschrift worden zo mogelijk afschriften van relevante stukken overgelegd.

  • 5. Het klaagschrift is in de Nederlandse taal opgesteld of voorzien van een Nederlandse vertaling.

  • 6. Desgewenst helpt een ambtenaar bij de opstelling van het klaagschrift.

Artikel 10. Ontvangstbevestiging en afdoeningstermijn

  • 1. De klachtencoördinator bevestigt namens het bestuursorgaan de ontvangst van een klaagschrift. Hij/zij vermeldt daarbij informatie over de te volgen procedure, waaronder in ieder geval de mededeling dat in eerste instantie geprobeerd wordt de klacht informeel af te handelen en wie daarover contact zal (laten) opnemen.

  • 2. Het bestuursorgaan handelt de klacht af binnen tien weken na ontvangst van het klaagschrift.

  • 3. Het bestuursorgaan kan de afhandeling voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

Artikel 11. Buiten behandeling laten

  • 1. Een klaagschrift kan buiten behandeling worden gelaten als zij betrekking heeft op een gedraging:

    • a.

      waarover eerder een klacht is ingediend en behandeld;

    • b.

      die langer dan een jaar voor indiening van de klacht heeft plaatsgevonden;

    • c.

      waartegen door de klager bezwaar gemaakt had kunnen worden;

    • d.

      waartegen door de klager beroep kan of kon worden ingesteld;

    • e.

      die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlijke instantie dan een administratieve rechter onderworpen is, dan wel onderworpen is geweest of,

    • f.

      zolang terzake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is.

  • 2. Het bestuursorgaan is niet verplicht de klacht te behandelen als het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is.

  • 3. Van het niet in behandeling nemen van de klacht wordt de klager zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 12. De informele behandeling

  • 1. De informele behandeling van een klacht is maatwerk waarin zowel de betrokken medewerker(s), de teamleider, de klachtencoördinator en zo nodig andere personen een rol kunnen hebben.

  • 2. Klager wordt altijd gewezen op de mogelijkheid van een formele behandeling van zijn klacht, wanneer de informele behandeling niet naar zijn tevredenheid is afgehandeld.

  • 3. De behandeling wordt afgerond met een afdoeningsbrief, tenzij de klager uitdrukkelijk verklaard hiervan af te zien. In de afdoeningsbrief is vastgelegd:

    • a.

      de inhoud van de klacht;

    • b.

      de wijze van behandeling en afdoening.

  • 4. De afdoeningsbrief wordt zowel naar de klager als degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft gestuurd.

Artikel 13. Onderzoek en advies klachtencommissie

  • 1. De klachtencommissie onderzoekt klaagschriften en beoordeelt of het bestuursorgaan zich in een bepaalde kwestie behoorlijk heeft gedragen.

  • 2. Het bestuursorgaan, onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen (ook na het beëindigen van de werkzaamheden) en de klager verstrekken de klachtencommissie alle inlichtingen die voor het klaagschrift nodig zijn, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verstrekken.

  • 3. De klachtencommissie kan gedurende een onderzoek de klager en het bestuursorgaan of de personen werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid voorstellen doen teneinde onderling tot een oplossing van de klacht te komen. Zodra het bestuursorgaan naar tevredenheid van de klager aan diens klaagschrift tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot verdere toepassing van de bepalingen van deze verordening. Dit wordt schriftelijk bevestigd aan de klager en aan degene op wiens gedraging het klaagschrift betrekking heeft.

  • 4. De klachtencommissie stelt de klager en degene op wiens gedraging het klaagschrift betrekking heeft, en eventueel andere onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan werkzame personen en getuigen, in de gelegenheid al dan niet in tegenwoordigheid van elkaar te worden gehoord.

  • 5. Ter afsluiting van het onderzoek stuurt de klachtencommissie een rapport van bevindingen, vergezeld van een advies en eventuele aanbevelingen, naar het bestuursorgaan, de klager en degene op wiens gedraging het klaagschrift betrekking heeft. Het rapport bevat het verslag van het horen.

Artikel 14. Klachten over de klachtencommissie

Wanneer een klacht betrekking heeft op een gedraging van de klachtencommissie of van een van de leden van die commissie, dan treedt de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften van de gemeente Land van Cuijk op als klachtencommissie. In dat geval zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing op die commissie.

Artikel 15. Beslissing op klaagschrift

  • 1. Het bestuursorgaan stelt de klager en degene op wiens gedraging het klaagschrift betrekking heeft, schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de beslissing op het klaagschrift en van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

  • 2. Als de beslissing van het bestuursorgaan afwijkt van het advies van de klachtencommissie, wordt in de beslissing de reden voor die afwijking vermeld.

  • 3. Het bestuursorgaan maakt bij de kennisgeving van de beslissing op het klaagschrift melding van de mogelijkheid voor de klager om die beslissing voor te leggen aan de Nationale ombudsman.

  • 4. Een klacht over de gemeenteraad, een raadscommissie, de griffier of een medewerker van de griffie wordt afgedaan door de gemeenteraad.

  • 5. Een klacht over de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders, een wethouder of een medewerker in dienst van de gemeente wordt afgedaan door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Klachtenverordening gemeente Land van Cuijk 2022".

Artikel 17. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

  • 2. De volgende verordeningen en regelingen worden vervallen verklaard:

    • a.

      Klachtenverordening gemeente Boxmeer 2008;

    • b.

      Klachtenverordening gemeente Cuijk;

    • c.

      Klachtenverordening gemeente Grave;

    • d.

      Klachtenverordening gemeente Mill en Sint Hubert;

    • e.

      Klachtenregeling Gemeenschappelijke regeling werkorganisatie gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert;

    • f.

      Interne klachtenregeling gemeente Sint Anthonis 2002.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Land van Cuijk in zijn openbare vergadering van 3 januari 2022.

De griffier,

Richard van der Weegen

De voorzitter,

Wim Hillenaar