Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR671544
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR671544/1
Beleidsregels Re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Land van Cuijk 2022
Geldend van 15-01-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022
Intitulé
Beleidsregels Re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Land van Cuijk 2022Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Land van Cuijk,
gelezen het besluit van de Stuurgroep Land van Cuijk i.o.;
gelet op de artikelen 7, 8a en 10 van de Participatiewet, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW), de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de artikelen 10.1, 4.81 en 4.84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
gelet op de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Land van
Cuijk 2022;
besluit:
- 1.
Vervallen te verklaren:
- •
beleidsregels Re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015.1 gemeente Boxmeer;
beleidsregels Re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015.1 gemeente Cuijk;
- •
beleidsregels Re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015.1 gemeente Grave;
- •
beleidsregels Re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015.1 gemeente Mill en Sint Hubert;
- •
beleidsregels Re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015.1 gemeente Sint Anthonis.
- •
- 2.
Vast te stellen: Beleidsregels Re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Land van Cuijk 2022.
Beleidsregels Re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Land van Cuijk 2022
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsbepalingen
-
1. De begripsomschrijvingen zoals bedoeld in artikel 1 van de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Land van Cuijk 2022 zijn in deze beleidsregels van overeenkomstige toepassing. Voor het overige wordt verstaan onder:
- a.
voorziening: de re-integratie instrumenten die het college kan inzetten en waarvan de inzet noodzakelijk wordt geacht om de arbeidsinschakeling of maatschappelijke participatie te bevorderen;
- b.
traject: de aaneenschakeling van re-integratie instrumenten, welke met de belanghebbende is overeengekomen, dan wel door het college aan de belanghebbende is opgelegd ter bevordering van de arbeidsinschakeling of maatschappelijke participatie;
- c.
arbeidsovereenkomst: een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. Met een arbeidsovereenkomst wordt gelijk gesteld, een aanstelling op grond van het ambtenarenrecht en een overeenkomst waarbij de belanghebbende gedetacheerd wordt bij een organisatie in de collectieve of marktsector.
- a.
Hoofdstuk 2 VOORZIENINGEN
Artikel 2 Vorm van de ondersteuning
-
1. Het college organiseert de ondersteuning en voorzieningen zodanig dat een samenhangend aanbod van arbeidstoeleiding ontstaat, die recht doet aan de diversiteit van de doelgroep en de vraag van de markt.
-
2. Onder ondersteuning wordt verstaan:
- a.
het onderzoek naar en verslag over de mogelijkheden van de bijstandsgerechtigde met als doel een effectief re-integratietraject uit te zetten (de diagnose);
- b.
het uitvoeren, organiseren, aan-, bijsturen en begeleiden van het op basis van de diagnose gekozen traject (het trajectmanagement).
- a.
Artikel 3 Werkervaring
-
1. Het college kan een persoon een werkervaringsplaats gericht op arbeidsinschakeling aanbieden als deze behoort tot de doelgroep.
-
2. Het doel van een werkervaringsplaats is, naast het aanleren en ontwikkelen van elementaire werknemersvaardigheden, het opdoen van werkervaring en/of het opdoen of behouden van werkritme, uitstroom uit de uitkering.
-
3. Aanbieding van een werkervaringsplaats vindt plaats gedurende maximaal 32 uur per week voor een periode van 3 maanden, met een eenmalige mogelijkheid tot een verlenging van 3 maanden.
-
4. In een schriftelijke overeenkomst wordt in ieder geval vastgelegd:
- a.
het doel van de werkervaringsplaats, en
- b.
de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt.
- a.
Artikel 4 Sociale activering
-
1. Het college kan een persoon die behoort tot de doelgroep activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering voor zover de mogelijkheid bestaat dat hij op enig moment algemeen geaccepteerde arbeid kan verkrijgen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening.
-
2. Het college stemt de duur van de in het eerste lid bedoelde activiteiten af op de mogelijkheden en capaciteiten van die persoon.
Artikel 5 Proefplaatsing
-
1. Het college kan een proefplaatsing bij een werkgever aanbieden indien dit naar de mening van het college noodzakelijk is voor de inschakeling in de arbeid.
-
2. De proefplaatsing is gericht op het verkrijgen van een reguliere detacherings- of arbeidsovereenkomst bij een werkgever. De werkgever spreekt bij aanvang van de proefplaatsing de intentie uit om bij gebleken geschiktheid en voldoende werkzaamheden de bijstandsgerechtigde een detacherings- of arbeidsovereenkomst aan te bieden.
-
3. De proefplaatsing wordt aangeboden gedurende maximaal 40 uur per week voor een aaneengesloten periode van maximaal 3 maanden. De bijstandsgerechtigde ontvangt geen beloning en er wordt geen arbeidsovereenkomst aangegaan met de bijstandsgerechtigde.
-
4. Er kan tijdens de proefplaatsing een loonwaardemeting worden uitgevoerd.
-
5. Met de werkgever en de bijstandsgerechtigde wordt een schriftelijke proefplaatsingsovereenkomst gesloten waarin het doel, de duur en omvang, de taken en verplichtingen, de bijdrage van de werkgever in de kosten en de overige gemaakte afspraken worden vastgelegd.
-
6. Een proefplaatsing kan niet worden ingezet wanneer voor dezelfde persoon bij dezelfde werkgever een werkervaringsplaats is ingezet.
Artikel 6 Arbeidstraining
-
1. Het college kan iedere werkzoekende die een uitkering aanvraagt maximaal 32 uur per week arbeidstraining aanbieden voor de duur van 6 maanden.
-
2. De arbeidstraining is gericht op het in beeld brengen en trainen van competenties en werknemersvaardigheden en het opdoen en het behouden van werkritme.
-
3. Arbeidstraining is een voorziening gericht op het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt.
Artikel 7 Indienstnemingssubsidie
-
1. Het college kan een indienstnemingssubsidie verstrekken aan werkgevers die met een persoon met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een arbeidsovereenkomst afsluiten van minimaal 6 maanden.
-
2. De indienstnemingssubsidie bedraagt éénmalig € 500,-.
-
3. De indienstnemingssubsidie wordt niet verstrekt als de werkgever op grond van een ander artikel uit de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Land van Cuijk 2022 of op grond van deze beleidsregels aanspraak maakt op een financiële tegemoetkoming in verband met de indiensttreding van de werknemer.
Hoofdstuk 3 SLOTBEPALINGEN
Artikel 8 Bijzondere situaties.
-
1. In bijzondere situaties kan het college afwijken van het bepaalde in deze beleidsregels.
-
2. In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het college.
Artikel 9 vervallen verklaren oude beleidsregels
De eerder vastgestelde beleidsregels Re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015.1 in de voormalige gemeenten Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert en Sint Anthonis uit 2016 worden bij de inwerkingtreding van deze beleidsregels vervallen verklaard.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze regeling treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2022.
-
2. Deze beleidsregels worden aangehaald als: beleidsregels Re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Land van Cuijk 2022.
Ondertekening
Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Land van Cuijk.
datum: 4 januari 2022
de secretaris,
de burgemeester,
Toelichting op de beleidsregels Re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Land van Cuijk 2022
In de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Land van Cuijk 2022 worden re-integratie instrumenten benoemd. In deze beleidsregels worden ze extra toegelicht, zodat er meer handvatten worden gegeven. Voor re-integratievoorzieningen is het belangrijk dat er een juiste afweging wordt gemaakt en dat de voorziening die wordt ingezet ook passend is. Afwijking van deze richtlijnen is enkel mogelijk wanneer het toepassen van de regels zou leiden tot onredelijkheid en onbillijkheid.
Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.
Artikel 3Werkervaring
Een werkervaringsplaats onderscheidt zich van een gewone arbeidsovereenkomst. Bij een beoordeling of er al dan niet sprake is van een arbeidsovereenkomst toetst de rechter aan de drie criteria voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst: persoonlijk verrichten van arbeid, loon en gezagsverhouding. Daarbij wordt gekeken naar een aantal aspecten zoals de bedoeling van de partijen en wat al dan niet schriftelijk is overeengekomen. De rechter besteedt vooral aandacht aan de feitelijke invulling van de overeenkomst.
Werkstage is gericht op uitbreiden kennis en ervaring
De Hoge Raad heeft bepaald dat er bij werkstages (lees werkervaringsplaats) weliswaar sprake is van het persoonlijk verrichten van arbeid, maar dat dit overwegend gericht is op het uitbreiden van de kennis en ervaring van de werknemer. Daarnaast is bij een werkstage in de regel geen sprake van beloning. Terughoudend zijn met het verstrekken van een gerichte stagevergoeding ligt daarom voor de hand. Er kan wel een onkostenvergoeding worden gegeven, mits er daadwerkelijk sprake is van een vergoeding van gemaakte kosten.
Doel van de werkervaringsplaats
Het tweede lid geeft nog eens specifiek aan wat het doel is van de werkervaringsplaats, om het verschil met een normale arbeidsverhouding aan te geven. Dit is vooral van belang om te voorkomen dat een persoon claimt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst en bij de rechter loonbetaling afdwingt.
De werkervaring kan twee doelen hebben. Op de eerste plaats kan het gaan om het opdoen van specifieke werkervaring. Dit is vergelijkbaar met de zogenaamde ‘snuffelstage’, waarbij een persoon de gelegenheid krijgt om te bezien of het soort werk als passend kan worden beschouwd. Op de tweede plaats kan het gaan om het leren werken in een arbeidsrelatie. Op de werkervaringsplaats kan een persoon wennen aan aspecten als gezag, op tijd komen, werkritme en samenwerken met collega’s.
Opstellen schriftelijke overeenkomst
In het vierde lid is bepaald dat voor de werkervaringsplaats een schriftelijke overeenkomst wordt opgesteld. Hierin kan expliciet het doel van de stage worden opgenomen, evenals de wijze van begeleiding. Door deze schriftelijke overeenkomst kan nog eens worden gewaarborgd dat het bij een werkervaringsplaats niet gaat om een reguliere arbeidsverhouding.
Artikel 4Sociale activering
Volgens de Participatiewet dient ook sociale activering uiteindelijk gericht te zijn op arbeidsinschakeling. Voor bepaalde doelgroepen is arbeidsinschakeling echter een te hoog gegrepen doel. Voor deze personen wordt participatie met een re-integratie doelstelling ingezet.
Begrip sociale activering
Onder 'sociale activering' wordt verstaan: het verrichten van onbeloonde maatschappelijk zinvolle activiteiten gericht op arbeidsinschakeling of, als arbeidsinschakeling nog niet mogelijk is, op zelfstandige maatschappelijke participatie (artikel 6, eerste lid, onderdeel c, Participatiewet). Bij activiteiten in het kader van sociale activering kan worden gedacht aan het zelfstandig verrichten van vrijwilligerswerk of deelnemen aan activiteiten in de wijk of buurt.
Doelgroep sociale activering
Het college kan aan een persoon die behoort tot de doelgroep activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering voor zover de mogelijkheid bestaat dat hij op enig moment algemeen geaccepteerde arbeid kan verkrijgen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening (artikel 4, eerste lid).
Voor de verplichting om gebruik te maken van een voorziening gericht op sociale activering is vereist dat de mogelijkheid bestaat dat een persoon op enig moment algemeen geaccepteerde arbeid kan verkrijgen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening. Bestaat die mogelijkheid niet, dan kan een persoon niet worden verplicht gebruik te maken van een dergelijke voorziening. Sociale activering heeft tot doel personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt terug te leiden naar de arbeidsmarkt, of als dit nog niet mogelijk is, als tussendoel te bevorderen dat personen zelfstandig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Hieruit volgt dat als het einddoel, arbeidsinschakeling, niet kan worden bereikt, er geen grond is die persoon te verplichten om gebruik te maken van een voorziening gericht op sociale activering.
Het college stemt duur activiteiten af op de persoon
Het tweede lid geeft het college de mogelijkheid om de duur van activiteiten in het kader van sociale activering nader te bepalen. Het college moet de duur afstemmen op de mogelijkheden en capaciteiten van een persoon. Gezien de mogelijk sterk verschillende behoeften op dit gebied, zal een al te rigide termijn moeilijk zijn.
Artikel 5Proefplaatsing
Een proefplaatsing kan worden ingezet zodat werkgever en werknemer elkaar wederzijds kunnen leren kennen. Na een proefplaatsing weten beide partijen wat ze van de ander mogen verwachten, dit vergroot de kans op het succesvol aangaan van een arbeidsovereenkomst. In de periode van de proefplaatsing kan ook de loonwaarde van de persoon worden gemeten. Op deze manier kan vóór het aangaan van een arbeidsovereenkomst op objectieve manier vastgesteld worden hoe hoog de inzet van loonkostensubsidie moet zijn.
Artikel 7Indienstnemingssubsidie
Met personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt bedoelen we hier personen waarvan we verwachten dat ze minimaal 6 maanden nodig hebben om betaald werk te vinden.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl