Bomenverordening 2021 gemeente Zwolle

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Bomenverordening 2021 gemeente Zwolle

Gemeente Zwolle, bekendmaking bomenverordening 2021

De Raad van de gemeente Zwolle heeft in de vergadering van 20 december 2021 de bomenverordening 2021 vastgesteld. Deze verordening treedt 18 januari 2022 in werking. De bomenverordening 2013 wordt per 18 januari 2021 ingetrokken.

Paragraaf 1: Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    acuut gevaar: indien in ieder geval voorzienbaar is dat als gevolg van gebreken van een houtopstand op korte termijn de levens van mensen in gevaar worden gebracht en/of goederen worden beschadigd en/of sprake is van ernstige boomziektes en/of het gevaar voor verspreiding van ernstige boomziektes;

  • b.

    bebouwingscontour houtkap: de bebouwde kom van de gemeente, zoals aangegeven in bijlage 1.

  • c.

    beschermde houtopstand: houtopstand vermeld op de Groene Kaart, die niet geveld mag worden zonder de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12;

  • d.

    Bomen effect analyse: een rapportage, al dan niet voorzien van een werkplan, die is opgesteld door een boomtechnisch adviseur met als doel het inzichtelijk maken van de effecten van de voorgenomen werkzaamheden op (beschermde)houtopstand;

  • e.

    boom: een houtig opgaand gewas zowel levend als afgestorven met een stamomtrek van minimaal 30 centimeter op 130 centimeter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de stamomtrek van de dikste stam;

  • f.

    boomwaarde: de monetaire waarde van een houtopstand zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen;

  • g.

    dunnen: vellen als verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand, tenzij sprake is van een eindbeeld met houtopstand met een stamomtrek van meer dan 120 centimeter op 130 centimeter boven maaiveld;

  • h.

    fysieke leefomgeving: de fysieke leefomgeving omvat in ieder geval natuur, bodem, water, lucht, landschappen, bouwwerken, infrastructuur, cultureel erfgoed en werelderfgoed;

  • i.

    Groene Kaart: geometrisch informatieobject (bijlage 1) met daarop aangegeven de beschermde houtopstand ingedeeld naar beschermingsniveaus: bijzondere houtopstand, hoofdgroenstructuur en nevengroenstructuur;

  • j.

    houtopstand: één boom of meerdere bomen of een zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend;knotten/ kandelaberen: het tot de oude snoeiplaats verwijderen van uitgelopen takhout bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen als periodiek noodzakelijk onderhoud;

  • k.

    omgevingsvergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

  • l.

    vellen: kappen, rooien, verplanten, vernielen, of het knotten, kandelaberen, snoeien van meer dan 25 procent van de blijvende kroon of wortelgestel van een houtopstand en verder het verrichten van alle handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood, de ernstige beschadiging of ernstige aantasting van het (straat)beeld van de houtopstand tot gevolg kunnen hebben. Hieronder vallen ook het fors wijzigen van de groeiplaats van een houtopstand door gronduitwisseling, bodemverdichting door materialen of verkeer, bodembedekking, waterstand wijziging of door het onttrekken of toevoegen van stoffen, door straling of door aantasting van de wortelfunctie, waardoor meer dan 25 procent de wortelcapaciteit verloren gaat of is gegaan.

Artikel 2. Doelen

  • 1.

    Doelen van deze verordening met het oog op de fysieke leefomgeving, zijn gericht op:

  • a.

    het waarborgen van de veiligheid;

  • b.

    het beschermen van de gezondheid;

  • c.

    het beschermen van het milieu;

  • d.

    het duurzaam veiligstellen van de openbare drinkwatervoorziening;

  • e.

    het beschermen van landschappelijke of stedenbouwkundige waarden;

  • f.

    het behoud van cultureel erfgoed inclusief waardevolle landschapselementen;

  • g.

    de natuurbescherming;

  • h.

    het tegengaan van klimaatverandering;

  • i.

    een evenwichtige toedeling van functies aan locaties;

  • j.

    het beheer van geobiologische, geothermische systemen en ecosystemen;

  • k.

    het beheer van natuurlijke hulpbronnen;

  • l.

    het beheer van natuurgebieden;

  • m.

    het bevorderen van de toegankelijkheid van de openbare buitenruimte voor personen;

  • n.

    de instandhouding van het bos- en landschapareaal binnen de gemeente;

  • o.

    de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de woonomgeving.

Artikel 3. Aanwijzing bebouwingscontour houtkap

De geometrische begrenzing van de bebouwde kom, waarbinnen de regels over houtopstanden van artikel 11.111, lid 2 van het Besluit activiteiten leefomgeving niet van toepassing zijn, is opgenomen in het geometrische informatieobject “bebouwingscontour houtkap” in bijlage I bij deze verordening’.

Artikel 4. Normadressaat

Aan de artikelen in deze verordening wordt voldaan door degene die de activiteit verricht dan wel laat verrichten, tenzij anders bepaald. Diegene draagt zorg voor de naleving van de regels over de activiteit.

Artikel 5. Wijze van meten

De stamomtrek van een houtopstand wordt gemeten op een hoogte van 130 cm vanaf het maaiveld. Bij meerstammigheid wordt de stamomtrek van de dikste stam gemeten.

Artikel 6. De afstand tot de erfgrens

De afstand tot de erfgrens als bedoeld in artikel 5:42, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek is vastgesteld op 0,5 meter voor bomen, gemeten in het midden van de stamvoet van de boom op 0,1 meter boven het maaiveld, en op nihil voor heesters en heggen. Dit geldt zowel voor bomen, heesters en heggen in gemeentelijk eigendom als voor bomen, heesters en heggen in privaat eigendom.

Artikel 7. Zorgplicht

Als degene die een activiteit verricht of laat verrichten weet, of redelijkerwijs kan vermoeden, dat die activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de doelen, met het oog waarop de regels in deze verordening zijn gesteld, is verplicht:

  • a.

    alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om die gevolgen te voorkomen;

  • b.

    voor zover deze niet kunnen worden voorkomen: die gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken; of

  • c.

    als die gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt: die activiteit achterwege te laten voor zover dat redelijkerwijs van diegene kan worden gevraagd.

Paragraaf 2: Vellen van beschermde houtopstand

Artikel 8. Aanwijzing activiteiten

Deze paragraaf gaat over het vellen van beschermde houtopstand die is opgenomen in het geometrische informatieobject Groene Kaart (bijlage 1).

Artikel 9. Groene Kaart

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de Groene Kaart vast en ter voorbereiding daarvan ook de lijst met bijzondere bomen. Op de voorbereiding is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. De Groene Kaart bevat een samenhangend geheel van de volgende beschermde houtopstanden:

  • a.

    bijzondere houtopstand: een op de Groene Kaart als punten aangegeven bijzondere boom of houtopstand (gemeentelijk of particulier) zijnde een waardevolle, monumentale of herinnerings boom van het hoogste beschermingsniveau;

  • b.

    hoofdgroenstructuur: een op de Groene Kaart als vlak of lijn aangewezen structuur waarbinnen houtopstanden staan van een hoog beschermingsniveau. Hieronder vallen alle houtopstanden binnen deze structuur welke voldoen aan het begrip boom;

  • c.

    nevengroenstructuur: een op de Groene Kaart als vlak of lijn aangewezen structuur waarbinnen houtopstanden staan van bescherming op basisniveau. Hieronder vallen alle houtopstanden binnen deze structuur welke voldoen aan het begrip boom.

  • 2.

    De Groene Kaart en bijbehorende lijst wordt driejaarlijks door het college van burgemeester en wethouders bijgewerkt en vastgesteld.

Artikel 10. Melding tenietgaan bijzondere houtopstand

De eigenaar van een bijzondere houtopstand is verplicht het college van burgemeester en wethouders onmiddellijk schriftelijk mededeling te doen van:

  • a.

    het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van een bijzondere houtopstand, anders dan door velling op grond van een verleende vergunning;

  • b.

    de dreiging dat de bijzondere houtopstand geheel of gedeeltelijk teniet kan gaan.

Artikel 11. Oogmerken

De regels in deze paragraaf zijn gesteld met het oog op:

  • a.

    het beschermen van de natuur;

  • b.

    het beschermen van de gezondheid en het tegengaan van klimaatverandering;

  • c.

    het beschermen van landschappelijke en stedenbouwkundige waarden;

  • d.

    de beeldbepalende waarde van houtopstand;

  • e.

    de cultuurhistorische waarde van houtopstand

  • f.

    een kwalitatief goed bomenbestand.

Artikel 12. Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning:

  • a.

    beschermde houtopstand te vellen

  • b.

    houtopstand te vellen die is aangeplant in het kader van de herplantplicht en daardoor kleiner is dan de in artikel 1 van deze verordening genoemde minimum maat van een boom.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor:

  • a.

    houtopstand op erven en in tuinen kleiner dan 400m2, tenzij aangewezen als bijzondere boom of houtopstand;

  • b.

    houtopstand die moet worden gekapt op grond van de Plantenziektenwet of ter voorkoming van verspreiding van aangetoonde ernstige boomziekten of insectenplagen nadelig voor het voortbestaan van bomen;

  • c.

    houtopstand die moeten worden gekapt vanwege een aanschrijving van het bevoegd gezag om te vellen, te herplanten of aan te planten;

  • d.

    noodkap in verband met acuut gevaar of in verband met de openbare orde en veiligheid na schriftelijke advisering door een boomdeskundige van het kennis- en ervaringsniveau van boomtaxateur of European tree technician en melding is gedaan aan het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    het dunnen van houtopstand;

  • f.

    het verwijderen van afgestorven houtopstand van de gemeente;

  • g.

    het periodiek vormsnoeien, knotten of kandelaberen van reeds eerder geknotte of gekandelaberde houtopstand;

  • h.

    bedrijfsmatig geteelde fruitbomen, notenbomen, kerstbomen tot 20 jaar en bomen

  • i.

    uit de boomkwekerijteelt.

Artikel 13. Bijzondere aanvraagvereisten omgevingsvergunning

Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt:

  • a.

    iedere te vellen houtopstand op een kaart, foto of tekening geïdentificeerd met een nummer en de locatie;

  • b.

    de stamomtrek in centimeters op 130 centimeter boven maaiveld van iedere houtopstand aangegeven;

  • c.

    de reden voor het vellen van iedere houtopstand opgenomen;

  • d.

    op verzoek van het college van burgemeester en wethouders, in het geval van bouwen, aanleggen of andere werkzaamheden nabij houtopstand, wordt door aanvrager een Bomen effect analyse overgelegd, welke is opgesteld door onafhankelijk boomdeskundige van het kennis- en ervaringsniveau van boomtaxateur of European tree technician, inzake alternatieven voor het behoud van houtopstand, zoals verplanten, reconstructie van de ondergrondse groeiplaats bij verharden, het zwevend bouwen over wortels heen, of andere inpassing van houtopstand bij bouwen of aanleggen, of, een plan tot bescherming van houtopstand tijdens het bouwen of aanleggen;

  • e.

    in het geval van vrees voor breuk, verminderde stabiliteit of vitaliteit van een houtopstand, wordt door aanvrager een rapport van een onafhankelijk boomdeskundige van het kennis- en ervaringsniveau van boomtaxateur of European tree technician hierover overgelegd;

  • f.

    indien herplant mogelijk is wordt een voorstel gedaan inzake het aantal, de soort(en), de grootte, de termijn, de locatie en de groeiruimte van de te herplanten houtopstand.

Artikel 14. Beoordelingsregels omgevingsvergunning

  • 1.

    De omgevingsvergunning voor het vellen van beschermde houtopstand wordt geweigerd indien de belangen van het vellen van de houtopstand niet opwegen tegen de belangen van behoud van de houtopstand.

  • 2.

    Bij de afweging als bedoeld in het eerste lid worden de oogmerken uit artikel 11 van deze verordening betrokken.

  • 3.

    Voor de afweging tussen behoud of vellen van de beschermde houtopstand wordt gebruik gemaakt van een beoordelingsformulier, dat wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

  • 4.

    Het beoordelingsformulier maakt onderscheid in de waardering tussen bijzondere houtopstand, hoofdgroenstructuur en nevengroenstructuur, waarbij bijzondere houtopstand de hoogste waardering heeft en in beginsel niet gekapt wordt, de hoofdgroenstructuur een hoge waardering en de nevengroenstructuur een basiswaardering heeft.

  • 5.

    Een omgevingsvergunning voor het vellen van een bijzondere houtopstand wordt geweigerd, tenzij:

  • a.

    de houtopstand ernstig gevaar of ernstige hinder veroorzaakt; en/of

  • b.

    een groot maatschappelijk belang zwaarder weegt dan de oogmerken van artikel 11.

  • 6.

    Een omgevingsvergunning kan in ieder geval worden geweigerd indien de aanvraag is ingediend vanwege:

  • a.

    lichte tot matige hinder, die van een ieder gevergd kan worden, zoals blad-, zaad-, pluis- en vruchtval, honing- of roetdauw, schaduwhinder in tuin of op erf, bij tijdelijke schaduw in een hoofdverblijfruimte;

  • b.

    belemmering van de opbrengst van zonnepanelen, die geplaatst zijn of worden in de (toekomstige) schaduw van een aanwezige beschermde houtopstand;

  • c.

    de aanwezigheid van hinder veroorzakende dieren, zoals eikenprocessierupsen, teken, hoornaars, vogels, eekhoorns, marters of andere dieren.

Artikel 15. Adviescommissie houtopstand

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan een Adviescommissie houtopstand instellen.

  • 2.

    De Adviescommissie houtopstand kan door het college van burgemeester en wethouders om advies worden gevraagd over de afweging van de belangen voor behoud of vellen van de houtopstand.

Artikel 16. Voorschriften

  • 1.

    Bij vergunningvoorschrift voor het vellen van een houtopstand wordt in beginsel een :

  • a.

    verplantingsplicht; en/of

  • b.

    een herbeplantingsplicht, en/of

  • c.

    een financiële bijdrage voor herbeplanting op een nieuwe locatie opgelegd.

  • 2.

    Bij het in lid 1 bedoelde voorschrift over herbeplanting kunnen tevens voorwaarden worden gesteld inzake aantal, soort, kroonvolume, locatie, de termijn en wijze van herbeplanten als ook de termijn en wijze waarop niet aangeslagen herbeplanting moet worden vervangen.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan bij omgevingsvergunning voor het vellen van een beschermde houtopstand overige voorschriften stellen ter bescherming van de in artikel 11 genoemde oogmerken.

Artikel 17. Plicht tot instandhouding en vellen zonder vergunning

  • 1.

    Als een houtopstand om welke reden ook teniet dreigt te gaan kan het bevoegd gezag een verplichting opleggen tot het uitvoeren van maatregelen tot instandhouding van de bedreigde houtopstand aan degene die tot het uitvoeren van deze verplichting bevoegd is.

  • 2.

    Als een houtopstand om welke reden dan ook teniet is gegaan, waaronder in ieder geval wordt begrepen het vellen van een houtopstand zonder omgevingsvergunning, kan het bevoegd gezag een verplichting opleggen tot financiële compensatie op basis van de boomwaarde, dan wel een verplichting tot herbeplanten al dan niet aangevuld met een financiële compensatie op basis van de boomwaarde. Deze verplichting wordt opgelegd aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevond, dan wel aan degene die de houtopstand heeft geveld dan wel heeft laten vellen.

  • 3.

    Bij de in het tweede lid bedoelde verplichting kunnen tevens voorwaarden worden gesteld inzake het aantal, soort, kroonvolume, locatie, de termijn en wijze van herbeplanten als ook de termijn en wijze waarop niet aangeslagen herbeplanting moet worden vervangen.

  • 4.

    Indien sprake is van vellen zonder omgevingsvergunning of in strijd met vergunningvoorschriften kan, eventueel naast een plicht tot herbeplanten of het in rekening brengen van de boomwaarde een bestuurlijke boete opgelegd worden.

  • 5.

    De boomwaarde van een houtopstand in eigendom van de gemeente die teniet is gegaan of schade aan een dergelijke houtopstand, wordt in opdracht van het college van burgemeester en wethouders getaxeerd door een geregistreerd taxateur van bomen ten behoeve van herbeplanting en/of financiële compensatie. De kosten van de taxatie worden verhaald op de degene die de schade heeft veroorzaakt, dan wel de houtopstand teniet heeft laten gaan.

Artikel 18. Bestrijding iepziekte

  • 1.

    Indien zich op een terrein een of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders gevaar opleveren voor verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van de iepenspintkever, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college van burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn:

  • a.

    indien de iepen in de grond staan, deze te vellen;

  • b.

    de iepen te ontschorsen en de schors te vernietigen;

  • c.

    of de niet ontschorste iepen of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de iepziekte wordt voorkomen.

  • 2.

    Het is verboden gevelde iepen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren.

  • 3.

    Het in het tweede lid gestelde verbod is niet van toepassing op geheel ontschorst iepenhout en op iepenhout met een doorsnede kleiner dan 4 centimeter.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het in het tweede lid gestelde verbod.

Artikel 19. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Artikel 20. Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Bomenverordening 2021 gemeente Zwolle.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 18 januari 2022. Op datzelfde tijdstip wordt de "Bomenverordening gemeente Zwolle 2013" ingetrokken.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van de datum van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag of verzoek op grond van de "Bomenverordening gemeente Zwolle 2013" is ingediend en op de datum van de inwerkingtreding van deze verordening nog niet op de aanvraag of het verzoek is beslist, blijven de bepalingen van de "Bomenverordening gemeente Zwolle 2013" van toepassing.

  • 4.

    Op besluiten, die zijn afgegeven voor de inwerkingtreding van deze verordening, waartegen nog een bezwaar, een beroep of hoger beroepsprocedure mogelijk is of aanhangig is, blijft de "Bomenverordening gemeente Zwolle 2013" van toepassing.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 20 december 2021

P. Snijders, voorzitter

E. Meurs, griffier