Besluit nadere regels op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst 2021

Geldend van 06-01-2022 t/m heden

Intitulé

Besluit nadere regels op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst;

gelet op de artikelen 3, 10, 11, 18 en 23 van de Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaatsen voor de gemeente Bronckhorst 2021;

besluit:

  • 1.

    vast te stellen het besluit nadere regels op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst 2021.

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De nadere regels verstaan onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in Hengelo, Steenderen, Vorden, Wichmond en Zelhem;

  • b.

    particulier graf: een zandgraf of keldergraf (= een graf met betonnen zijwanden, bodem en afdekzerk) waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van overledenen;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • f.

    urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • h.

    urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    urnenmuur: muur ter berging van uren in af te dekken nissen in de muur;

  • j.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • k.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, urnengraf/-nis;

  • l.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • m.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een graf, een urnengraf/ -nis;

  • n.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie het recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend.

Paragraaf 2 Openstelling en ordemaatregelen

Artikel 2.1 Toegankelijkheid begraafplaatsen

  • 1. De begraafplaatsen zijn dagelijks kosteloos voor het publiek toegankelijk tussen zonsopkomst en zonsondergang.

Artikel 2.2 Ordemaatregelen

  • 1. Op de begraafplaatsen heeft een ieder zich te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. Het is niet toegestaan:

    • a.

      Zich de toegang tot de begraafplaatsen te verschaffen, anders dan door de daarvoor bestemde ingangen.

    • b.

      Op de graven te lopen, te zitten of de begraafplaatsen te verontreinigen.

    • c.

      Op de begraafplaatsen bloemen of andere waren te koop aan te bieden of aanbiedingen te doen die te maken hebben met begraven.

  • 3. Personen die ter zake bovenstaand artikel overtredingen begaan, kunnen door de beheerder worden verwijderd. Ook kan hen de toegang tot de begraafplaatsen voor lange tijd worden ontzegd.

  • 4. De toegang tot de begraafplaatsen voor het plaatsen van gedenktekens of voor meer dan regulier onderhoud aan graven of grafbedekkingen is van maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 uur en 16.00 uur, met uitzondering van de in artikel 3 van de algemene termijnenwet vermelde dagen.

  • 5. De werkzaamheden als hierboven omschreven mogen niet worden verricht:

    • a.

      binnen 1 maand na de begraving.

    • b.

      bij slechte terreingesteldheid, bijvoorbeeld vorst in de grond of tijdens opdooi.

  • 6. Alle afval, resterende materialen en dergelijke ontstaan door werkzaamheden op de begraafplaatsen moeten na beëindigen van de werkzaamheden onmiddellijk worden verwijderd zulks ten genoegen van de beheerder.

  • 7. Banken of andere zitmeubelen op of naast de graven zijn niet toegestaan en worden meteen verwijderd zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op enigerlei vergoeding.

  • 8. Kapotte en niet onderhouden vazen en bloembakken worden verwijderd.

Paragaaf 3 Beheer en indeling begraafplaatsen

Artikel 3.1 Indelingsplan en afmetingen graven

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen voor de begraafplaatsen een indelingsplan op waarop zijn aangegeven de vakken en de nummering van de uit te geven particuliere graven, de nummering van de uit te geven urnengraven en urnenruimten, de plaats van as verstrooiingen en eventuele andere voorzieningen.

  • 2. De afmetingen van de graven zijn:

    • a.

      Graven hebben een afmeting van ± 200 x 100 cm.

    • b.

      Urnengraven hebben een afmeting van ± 80 x 80 cm.

    • c.

      Een kindergraf heeft een afmeting van ± 180 x 100 cm.

    • d.

      Een babygraf heeft een afmeting van ± 100 x 60 cm.

  • 3. Op de begraafplaatsen kunnen, zo mogelijk op speciaal daarvoor aangewezen gedeelten, kinder- en babygraven worden uitgegeven.

Artikel 3.2 Aantal lijken en/of urnen per graf

  • 1. Op de begraafplaatsen te Hengelo, Steenderen, Vorden, Wichmond en Zelhem, kunnen twee lijkkisten boven elkaar worden geplaatst. Op het oude gedeelte van de begraafplaats te Hengelo kunnen maximaal drie lijkkisten boven elkaar worden geplaatst. Op het 2e gedeelte van de begraafplaats te Vorden is voor nieuwe graven slechts één laags begraven mogelijk.

  • 2. In de particuliere urnengraven mogen vier asbussen met of zonder urn worden geplaatst.

  • 3. In plaats van een lijkkist mogen in particuliere graven zes asbussen met of zonder urn worden geplaatst.

  • 4. In de bovenlaag van een particulier graf mogen maximaal zes asbussen met of zonder urn worden geplaatst.

  • 5. In algemene urnengraven mogen vier asbussen, met of zonder urn, worden bijgezet.

  • 6. In een urnennis mogen twee asbussen, met of zonder urn, worden bijgezet.

  • 7. Het plaatsen van asbussen, al of niet vervat in urnen, op particuliere graven is niet mogelijk, tenzij het college van burgemeester en wethouders hiervoor in bijzondere gevallen toestemming verlenen.

Artikel 3.3 Verstrooiing van as

  • 1. Op een daartoe aangewezen strooiveld op een begraafplaats mag de as van gecremeerde lijken worden verstrooid.

  • 2. In plaats van een lijkkist mogen in graven de as van maximaal zes lijken worden verstrooid.

  • 3. De uitstrooiing gebeurt door of in opdracht van de beheerder.

Artikel 3.4 Samenvoegen van overledenen in een graf

  • 1. Het samenvoegen van de stoffelijke resten op de onderste laag in een graf, om daarmee ruimte te maken voor een nieuwe overledene, is mogelijk indien:

    • -

      de wettelijke grafrusttermijn van tenminste tien jaar wordt gerespecteerd;

    • -

      de resterende graftermijn nog minimaal tien jaar bedraagt;

    • -

      begraven op meer dan één laag mogelijk is;

    • -

      het samenvoegen technisch uitvoerbaar is.

  • 2. De samenvoeging gebeurt uitsluitend op verzoek van de rechthebbende van het graf.

  • 3. De samenvoeging gebeurt alleen direct voorafgaand aan een nieuwe begraving.

  • 4. Degene die zorgdraagt voor het delven van een grafruimte, is tevens belast met het samenvoegen.

Paragraaf 4 Eisen voor gedenktekens

Artikel 4.1 Aan grafbedekking te stellen eisen

  • 1. De grafbedekking, constructie-elementen, bevestigingsmiddelen enz. dienen van goede kwaliteit, bestendig materiaal en vakkundig bewerkt te zijn.

  • 2. Het is verboden een gedenkteken, een omranding of grind, marmergruis e.d. op een algemeen graf of een algemeen urnengraf aan te brengen. Beplanting is evenmin toegestaan. Bij constatering wordt dit zonder meer verwijderd zonder dat de gemeente daarvoor tot enige schadevergoeding verplicht kan worden.

  • 3. De lengte en de breedte van het gedenkteken op een graf of een urnengraf mogen de afmetingen van het graf niet overschrijden.

  • 4. Omrandingen: natuursteenbanden moeten worden gesteld op een betonfundatie.

  • 5. Liggende monumenten (zerken): zerken op graven worden geplaatst op een roef van natuursteen of beton, waarvan lengte en breedte 10 centimeter minder dan de afmetingen van de zerk moeten zijn. De roef moet minimaal 10 centimeter dik zijn. Een natuurstenen roef wordt gesteld op een betonnen roefraam. De natuurstenen roefdelen moeten zodanig aan elkaar worden bevestigd dat omvallen uitgesloten is.

  • 6. Gedenktekens mogen, zulks ter beoordeling aan burgemeester en wethouders, geen afbeeldingen en/of teksten bevatten die aanstootgevend, ontsierend of kwetsend kunnen zijn voor anderen. Ook mogen, zulks ter beoordeling aan burgemeester en wethouders, gedenktekens of voorwerpen daarop geen licht-, geluid- of anderszins hinder veroorzaken.

  • 7. Er mogen geen gedenktekens, voorwerpen of vaste beplanting op de verstrooiingsplaatsen worden geplaatst.

Artikel 4.2 Maatvoeringen

  • 1. Specifieke eisen t.b.v. graven en urnengraven.

    • -

      Grootte: er dient, ter beoordeling door of namens burgemeester en wethouders, een esthetische verhouding te bestaan tussen het te plaatsen monument, de voor het monument beschikbare oppervlakte en de omgeving.

    • -

      Materiaal: voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen, glas of duurzaam hout (bij gebruik van houten gedenktekens dient het hout te behoren tot kwaliteitsklasse A, kwaliteitseisen voor hout KVH 1995: NEN 5466) en voorzien van FSC keurmerk.

    • -

      Dikte:

      • a.

        voor natuursteen plaatmateriaal gelden de volgende richtlijnen:

        • de minimale dikte 30 millimeter.

        • de maximale dikte 120 millimeter.

      • b.

        voor glazen gedenktekens gelden de volgende specifieke eisen:

        • de vrije ruimte tussen liggende gedenktekens en maaiveld of andere onderdelen van het monument dient over de gehele oppervlakte minimaal 150 millimeter te zijn.

        • staande en liggende gedenktekens moeten zijn gefabriceerd van gehard glas met een minimale dikte van 12 millimeter.

        • ondersteuningen en of bevestigingen moeten zijn gemaakt van roestvrij staal of ander duurzaam materiaal.

        • verticaal opgesteld omrandingen moeten minimaal 12 millimeter dik zijn en mogen maximaal 50 millimeter boven het maaiveld uitsteken.

  • 2. Specifieke eisen t.b.v. afdekplaten voor urnennissen.

    • -

      Grootte: de afmeting van de afdekplaat is afhankelijk van de nisopening (breedte x hoogte x dikte). Dit is ± 330mm x 370mm x 30mm.

Artikel 4.3 Losse voorwerpen op graven

  • 1. Het is niet toegestaan losse voorwerpen van glas of ander breekbaar materiaal op een graf te leggen anders dan bedoeld voor bloemen of niet blijvende beplanting.

  • 2. Losse bloemen, planten, kransen, vazen, bloembakken en dergelijke kunnen, wanneer zij zijn verwelkt of in een verwaarloosde staat verkeren, door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op enige vergoeding.

  • 3. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden 13 weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe van tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 4.4 Bijzondere bepalingen

  • 1. Gebreken, ontstaan ten gevolge van onvakkundig gebruik of plaatsing, behoren op een eerste aanzegging daartoe te worden hersteld.

  • 2. Reclame-uitingen, in welke vorm dan ook, mogen niet op grafbedekkingen worden aangebracht.

  • 3. Schade ontstaan als gevolg van het gebruik van transportmiddelen en of hulpmiddelen wordt hersteld door of voor rekening van de veroorzaker.

  • 4. Het is verboden grind, tegels, beplanting en dergelijke voor of achter de vastgestelde oppervlaktemaat van het graf te plaatsen. Deze worden verwijderd zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op vergoeding.

  • 5. Beplantingen die op graven of urnengraven staan mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden. Zij moeten door snoeien binnen die oppervlakte gehouden worden. Tevens mag de beplanting op de graven niet hoger worden dan 1,50 meter.

  • 6. Op een graf of urnengraf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen en eenjarige planten te planten.

Paragraaf 5 Slotbepalingen en citeertitel

Artikel 5.1 Intrekken oude nadere regels

De navolgende nadere regels worden ingetrokken:

  • -

    Nadere regels openingstijden van 27 september 2011

  • -

    Nadere regels grafbedekkingen van 27 september 2011

  • -

    Nadere regels graven en asbezorging van 27 september 2011

  • -

    Nadere regels voor het schudden van graven van 27 september 2011

Artikel 5.2 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van de op de voorgeschreven wijze van bekendmaking.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als “Besluit nadere regels op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst 2021”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst van 2 november 2021

de secretaris,

B. Drewes

de burgemeester,

M. Besselink