Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR671071
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR671071/2
Legesverordening Noord-Brabant 2022
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2025
Intitulé
Legesverordening Noord-Brabant 2022Provinciale Staten van Noord-Brabant;
Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 5 oktober 2021, nr. 55/21 A;
Gelet op artikel 220 van de Provinciewet;
Overwegende dat Provinciale Staten op grond van artikel 223 van de Provinciewet rechten kunnen heffen ter zake van het genot van door of vanwege het provinciebestuur verstrekte diensten;
Overwegende dat Provinciale Staten daartoe op 21 september 2012 de Legesverordening Noord-Brabant 2012 hebben vastgesteld, laatstelijk gewijzigd op 5 november 2021;
Overwegende dat Provinciale Staten die verordening wensen te wijzigen, vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet;
Overwegende dat Provinciale Staten vanwege het grote aantal wijzigingen een geheel nieuwe verordening wensen vast te stellen;
Besluiten vast te stellen de volgende verordening:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder leges: rechten als bedoeld in artikel 223, eerste lid, onder b, van de Provinciewet.
Artikel 2 Belastingplichtig
Leges worden geheven van degene:
- a.
op wiens aanvraag een in de tarieventabel, opgenomen in bijlage 1 bij deze verordening, omschreven dienst wordt verricht;
- b.
ten behoeve van wie een in de tarieventabel, bedoeld onder a, omschreven dienst wordt verricht.
Artikel 3 Voorwerp van de belasting
Leges worden geheven ter zake van de categorieën, opgenomen in de tarieventabel, bedoeld in artikel 2, onder a.
Artikel 4 Belastbaar feit
Leges zijn verschuldigd voor het aanvragen van een dienst als bedoeld in artikel 223, eerste lid, onder b, van de Provinciewet.
Artikel 5 Heffingsmaatstaf en tarieven
Leges worden geheven naar de heffingsmaatstaven en de tarieven, opgenomen in de tarieventabel, bedoeld in artikel 2, onder a.
Artikel 6 Tijdstip ingang heffing
Leges zijn verschuldigd vanaf het moment van indiening van de aanvraag, bedoeld in artikel 4.
Artikel 7 Heffingswijze
Leges worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
Artikel 8 Wijze bekendmaking heffing
Kennisgeving van het gevorderde legesbedrag vindt plaats door middel van toezending van de kennisgeving, bedoeld in artikel 7, aan de belastingplichtige.
Artikel 9 Vrijstelling
Geen leges worden geheven voor drukwerk als bedoeld in categorie 1.3 van de tarieventabel, indien en voor zover de in rekening te brengen vergoeding minder bedraagt dan €100,--.
Artikel 10 Vermindering of teruggaaf
-
1. De belastingplichtige kan een aanvraag tot vermindering of teruggaaf van leges doen, indien de aanvraag om een vergunning, ontheffing, toestemming, vrijstelling of andere beschikking waarvoor leges worden geheven op grond van deze verordening:
- a.
ingevolge artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht niet in behandeling wordt genomen;
- b.
door de belastingplichtige ingetrokken wordt voordat op de aanvraag is beschikt;
- c.
wordt afgewezen of geweigerd.
- a.
-
2. De hoogte van de teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, onder a, bedraagt:
- a.
50% van het basistarief voor een aanvraag, indien sprake is van een basistarief, plus 100% van alle toeslagen en verhogingen;
- b.
50% van het volledige tarief voor een aanvraag, indien er geen sprake is van een basistarief.
- a.
-
3. De hoogte van de teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, onder b, bedraagt:
- a.
75% van de geheven leges, indien intrekking geschiedt door de aanvrager;
- b.
100% van de geheven leges, indien intrekking geschiedt op verzoek van Gedeputeerde Staten.
- a.
-
4. De hoogte van de teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, onder c, bedraagt 50% van de geheven leges.
-
5. In afwijking van het eerste lid vindt geen teruggaaf plaats als leges zijn geheven als gevolg van het bepaalde in de tarieventabel, bedoeld in artikel 2, onder a, in:
- a.
de paragrafen 2.2 en 2.3 van de tarieventabel;
- b.
categorie 2.6.1, onder vier, van de tarieventabel;
- c.
categorie 2.6.4 van de tarieventabel, indien er al een taxatie van de schade heeft plaatsgevonden.
- a.
-
6. In afwijking van het eerste lid vindt ambtshalve volledige teruggaaf van leges, geheven als gevolg van het bepaalde in categorie 2.6.4, van de tarieventabel, bedoeld in artikel 2, onder a, plaats in het geval:
- a.
de schade is aangericht door de wolf;
- b.
de schade is aangericht in een ganzenrustgebied gedurende de periode dat de schadeveroorzakende diersoort niet mag worden verontrust of gedood.
- a.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990.
Artikel 12 Hardheidsclausule
Door Gedeputeerde Staten kunnen in individuele gevallen bepalingen vastgesteld bij of krachtens deze verordening buiten toepassing worden gelaten of kan daarvan worden afgeweken, voor zover toepassing gelet op het belang van het doel van deze regeling zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 13 Intrekking
De Legesverordening Noord-Brabant 2012 wordt ingetrokken.
Artikel 14 Overgangsrecht
Voor aanvragen ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening blijft de Legesverordening Noord-Brabant 2012 zijn werking behouden.
Artikel 15 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt.
Artikel 16 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Noord-Brabant 2022.
Ondertekening
’s-Hertogenbosch, 12 november 2021
Provinciale Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de griffier,
mr. K.A.E. ten Cate
Bijlage 1. Tarieventabel als bedoeld in artikel 2, onder a, van de Legesverordening Noord-Brabant 2022
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1 Algemeen bestuur
1.1 Diverse beschikkingen |
|||
1. |
Een beschikking van Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten of de Commissaris van de Koning op een aanvraag om een vergunning, ontheffing, toestemming, vrijstelling of andere beschikking, voor zover in deze tarieventabel niet uitdrukkelijk genoemd: |
€ |
34,- |
2. |
In geval toepassing wordt gegeven aan artikel 4:7 of 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt op het onder 1 genoemde tarief een toeslag in rekening gebracht van: |
€ |
34,- |
3. |
In geval toepassing wordt gegeven aan afdeling 3:4 of 3:5 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt op het onder 1 genoemde tarief een toeslag in rekening gebracht van: |
€ |
227,- |
1.2 Gedoogbeschikkingen |
|||
|
Voor het verstrekken van een gedoogbeschikking op aanvraag wordt geheven: |
|
|
a. |
indien er sprake is van een basistarief, 100% van het basistarief voor een aanvraag; |
|
|
b. |
indien er geen sprake is van een basistarief, 50% van het volledige tarief voor een aanvraag. |
|
|
1.3 Drukwerken en dergelijke |
|||
|
De leges bedragen voor: |
|
|
a. |
één of meer op aanvraag gedrukte, gefotokopieerde of op andere wijze gereproduceerde exemplaren van een bij een provinciaal bestuursorgaan berustend document, voor zover niet vermeld onder b t/m d, per geheel of gedeeltelijk gedrukte bladzijde, met een minimum van € 2,50: |
€ |
0,15 |
b. |
gedrukte kaarten of tekeningen, per kaart of tekening: |
|
|
|
1°. één kleur: |
€ |
2,50 |
|
2°.meer kleuren: |
€ |
4,50 |
c. |
de afgifte van een fase-diagram van twee conflicterende richtingen van een verkeersregelinstallatie: |
€ |
105,- |
d. |
de afgifte van een bij het diagram, bedoeld onder c, behorende situatietekening: |
€ |
37,- |
HOOFDSTUK 2 OMGEVINGSRECHT
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
2.1.1 Begripsbepalingen |
|||
1. |
Tenzij in deze verordening of deze tarieventabel anders is bepaald, zijn op dit hoofdstuk de begripsbepalingen van toepassing die zijn opgenomen in: |
||
a. |
de bijlage, bedoeld in artikel 1.1 van de Omgevingswet; |
|
|
b. |
bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving; |
|
|
c. |
bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
|
d. |
bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving; |
|
|
e. |
bijlage I bij het Omgevingsbesluit; |
|
|
f. |
artikel 1.1 van de Omgevingsverordening Noord-Brabant; |
|
|
g. |
de bijlage bij het omgevingsplan. |
|
|
2. |
Tenzij in deze verordening of deze tarieventabel anders is bepaald, hebben de in dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste onderdeel bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
|
3. |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan: |
|
|
a. |
het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen; of |
|
|
b. |
voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen; of |
|
|
c. |
indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. |
|
|
Paragraaf 2.2 Omgevingsplanactiviteiten, bouwactiviteiten en rijksmonumentenactiviteiten
2.2.1 Omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een bouwwerk (ruimtelijk deel) |
|||
|
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, voor een omgevingsplanactiviteit die alleen betrekking heeft op een bouwwerk: |
€ |
810,- |
2.2.2 Bouwactiviteit (bouwtechnisch deel of combinatie) |
|||
1. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, voor een bouwactiviteit of een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onder a, van de Omgevingswet voor een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een bouwwerk gecombineerd met een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onder a, van de Omgevingswet voor een bouwactiviteit: |
|
|
a. |
indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 20.000,--: |
€ |
2.600,- |
b. |
indien de bouwkosten meer bedragen dan € 20.000,--, doch niet meer dan € 50.000,-: |
€ |
3.310,-1) |
1) verhoogd met 1,920% van de bouwkosten minus € 20.000,--; |
|||
c. |
indien de bouwkosten meer bedragen dan € 50.000,--, doch niet meer dan€ 100.000,-: |
€ |
4.019,-2) |
2) verhoogd met 4,222% van de bouwkosten minus € 50.000,--; |
|||
d. |
indien de bouwkosten meer bedragen dan € 100.000,--, doch niet meer dan € 400.000,-: |
€ |
6.619,-3) |
3) verhoogd met 1,631% van de bouwkosten minus € 100.000,--; |
|||
e. |
indien de bouwkosten meer bedragen dan € 400.000,--, doch niet meer dan € 1.000.000,-: |
€ |
12.648,-4) |
4) verhoogd met 1,727 % van de bouwkosten minus € 400.000,--; |
|||
f. |
indien de bouwkosten meer bedragen dan € 1.000.000,--, doch niet meer dan € 5.000.000,-: |
€ |
25.413,-5) |
5) verhoogd met 0,444% van de bouwkosten minus € 1.000.000,--; |
|||
g. |
indien de bouwkosten meer bedragen dan € 5.000.000,-, doch niet meer dan € 25.000.000,-: |
€ |
47.281,-6) |
6) verhoogd met 0,134% van de bouwkosten minus € 5.000.000,--; |
|||
h. |
indien de bouwkosten meer bedragen dan € 25.000.000,-: |
€ |
80.378,-7) |
7) verhoogd met 0,150% van de bouwkosten minus € 25.000.000,-- met een maximum van € 75.000,-: |
|||
2. |
Beoordeling bodemrapport |
|
|
|
Het tarief, in het eerste onderdeel, wordt, indien de aanvraag krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld indien: |
|
|
a. |
een milieukundig bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met: |
€ |
236,- |
b. |
een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met: |
€ |
236,- |
3. |
Beoordeling advies agrarische adviescommissie |
€ |
733,- |
|
Het tarief, in het eerste onderdeel, wordt, indien de aanvraag krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld indien een advies van de agrarische adviescommissie wordt beoordeeld, verhoogd met: |
€ |
733- |
2.2.3 Gebruik gronden |
|||
|
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, tot het gebruiken van gronden in strijd met: |
|
|
a. |
een omgevingsplan als bedoeld in artikel 5.21, tweede lid, onder b, van de Omgevingswet in samenhang met artikel 8.0a, tweede lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving: |
€ |
709,- |
b. |
de regels, bedoeld in artikel 4.15, tweede lid, van de Omgevingswet, gesteld bij de in het eerste lid van dat artikel genoemde omgevingsverordening: |
€ |
709,- |
c. |
een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 4.14 van de Omgevingswet: |
€ |
709,- |
d. |
een omgevingsplan indien de omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit voor een bepaalde termijn als bedoeld in de artikelen 5.36 en 5.36a van de Omgevingswet: |
€ |
709,- |
2.2.4 Gebruik bouwwerken |
|||
|
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, tot het gebruiken van bouwwerken in strijd met: |
|
|
a. |
een omgevingsplan als bedoeld in artikel 5.21, tweede lid, onder b, van de Omgevingswet in samenhang met artikel 8.0a, tweede lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving: |
€ |
709,- |
b. |
de regels, bedoeld in artikel 4.15, tweede lid, van de Omgevingswet, gesteld bij de Omgevingsverordening Noord-Brabant: |
€ |
709,- |
c. |
een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 4.14 van de Omgevingswet: |
€ |
709,- |
d. |
een omgevingsplan indien de omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit voor een bepaalde termijn als bedoeld in de artikelen 5.36 en 5.36a van de Omgevingswet: |
€ |
709,- |
2.2.5 Rijksmonumentenactiviteit/beschermd stads- of dorpsgezicht |
|||
|
Een omgevingsvergunning als bedoeld in: |
|
|
a. |
artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet voor een rijksmonumentenactiviteit: |
€ |
3.697,- |
b. |
artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht: |
€ |
1.891,- |
c. |
artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een krachtens provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen monument, of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken daarvan op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht: |
€ |
3.697,- |
d. |
artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor het slopen van een bouwwerk dat krachtens provinciale of gemeentelijke verordening is aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht: |
€ |
1.891,- |
2.2.6 Slopen van een bouwwerk |
|||
|
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een omgevingsplan of voorbereidingsbesluit is bepaald, dan wel voor het slopen van een bouwwerk voor zover daarvoor krachtens de Omgevingsverordening Noord-Brabant een omgevingsvergunning is vereist: |
€ |
1.891,- |
2.2.7 Kappen |
|||
|
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor het vellen of doen vellen van een houtopstand: |
€ |
591,- |
2.2.8 Handelsreclame |
|||
|
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in: |
|
|
a. |
artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats: |
€ |
709,- |
b. |
artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor het als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat op of aan die onroerende zaak handelsreclame wordt gemaakt of gevoerd met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats: |
€ |
709,- |
2.2.9 Activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (Natura 2000-activiteiten) |
|||
1. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet in combinatie met een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Omgevingswet: |
€ |
3.048,- |
2. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, niet zijnde een milieubelastende activiteit als bedoeld in afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, in combinatie met een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Omgevingswet: |
€ |
3.048,- |
3. |
Een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, niet zijnde een milieubelastende activiteit als bedoeld in afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, in combinatie met een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Omgevingswet: |
|
3.048,- |
2.2.10 Activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (flora- en fauna-activiteiten) |
|||
1. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet in combinatie met een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g, van de Omgevingswet: |
€ |
6.023,- |
2. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, niet zijnde een milieubelastende activiteit als bedoeld in afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, in combinatie met een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g, van de Omgevingswet: |
€ |
6.023,- |
2.2.11 Geringe wijziging |
|||
|
Wijziging van een omgevingsvergunning als bedoeld in deze paragraaf die al is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
5 % van de leges die verschul-digd zijn voor het in behandeling nemen van de onder-liggende vergunning waarop de te wijzigen aanvraag ziet met een minimum van € 330,- |
|
2.2.12 Gelijkwaardige maatregel bij bouwactiviteiten |
|||
1. |
Bij een aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet indien deze betrekking heeft op een bouwactiviteit: |
€ |
2.160,- |
2. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop de gelijkwaardige maatregel betrekking heeft onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
2.2.13 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|||
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ |
1.080,- |
Paragraaf 2.3 Milieubelastende activiteiten
Paragraaf 2.3.1 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen
2.3.1 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving ) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten genoemd in afdeling 3.2, met uitzondering van paragraaf 3.2.6, van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ |
4.050,- |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten: |
€ |
7.425,- |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten: |
€ |
10.125,- |
Paragraaf 2.3.2 Complexe milieubelastende activiteiten
2.3.2 Seveso-inrichting (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.1 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het basistarief, voor het exploiteren van een Seveso-inrichting: |
€ |
27.001,- |
a. |
vermeerderd met een toeslag voor een hoge drempel-inrichting, als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving van: |
€ |
6.750,- |
b. |
vermeerderd met een toeslag voor een combinatie van een activiteit vallend onder de aanhef of onderdeel a met een ippc-installatie die niet in afdeling 3.3 Bal genoemd van: |
€ |
6.750,- |
2.3.3 Grootschalige energieopwekking (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het stoken, bedoeld in categorie 1.1 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
|
|
a. |
bij een nominaal thermisch vermogen van minder dan 300MW: |
€ |
20.251,- |
b. |
bij een nominaal thermisch vermogen van 300MW of meer: |
€ |
47.252,- |
2.3.4 Raffinaderij (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.3 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het raffineren van aardolie en gas, bedoeld in categorie 1.2 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
|
|
a. |
bij een verwerkingscapaciteit van minder dan 2 miljoen ton per jaar: |
€ |
33.751,- |
b. |
bij een verwerkingscapaciteit van 2 miljoen ton per jaar of meer: |
€ |
40.502,- |
2.3.5 Maken van cokes (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van cokes, bedoeld in categorie 1.3 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
33.751,- |
2.3.6 Vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen, bedoeld in categorie 1.4 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
40.502,- |
b. |
voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen: |
€ |
33.751,- |
c. |
voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het briketteren of walsen van steenkool of bruinkool: |
€ |
27.001,- |
d. |
voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het maken van steenkoolproducten of vaste rookvrije brandstof: |
€ |
27.001,- |
2.3.7 Basismetaal (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het roosten of sinteren van ertsen, bedoeld in categorie 2.1 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
47.252,- |
b. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van ijzer of staal, bedoeld in categorie 2.2 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
47.252,- |
c. |
voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het maken van ijzer of staal: |
€ |
33.751,- |
d. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het verwerken van ferrometalen door warmwalsen, smeden met hamers of het aanbrengen van deklagen van gesmolten metaal, bedoeld in categorie 2.3 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
33.751.- |
e. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het smelten of gieten van ferrometalen, bedoeld in categorie 2.4 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
33.751,- |
f. |
voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het smelten of gieten van ferrometalen: |
€ |
27.001,- |
g. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het winnen van ruwe non-ferrometalen uit erts, concentraat of secundaire grondstoffen, het smelten, met inbegrip van het legeren, en het gieten van non-ferrometalen, bedoeld in categorie 2.5 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
33.751,- |
2.3.8 Complexe minerale industrie (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van cement, cementklinkers, ongebluste kalk en magnesiumoxide, bedoeld in categorie 3.1 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
40.502,- |
b. |
voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het maken van cement, cementklinkers, ongebluste kalk en magnesiumoxide: |
€ |
33.751,- |
c. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het winnen van asbest of het maken van asbestproducten, bedoeld in categorie 3.2 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
40.502,- |
d. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van glas, met inbegrip van het maken van glasvezels, bedoeld in categorie 3.3 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
40.502,- |
e. |
voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het maken van glas, met inbegrip van het maken van glasvezels: |
€ |
33.751,- |
f. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het smelten van minerale stoffen, en het maken van mineraalvezels, glazuren of emailles, bedoeld in categorie 3.4 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
40.502,- |
g. |
voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het smelten van minerale stoffen, en het maken van mineraalvezels, glazuren of emailles: |
€ |
33.751,- |
h. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van koolstof of elektrografiet door verbranding of grafitisering, bedoeld in categorie 6.8 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
40.502,- |
2.3.9 Basischemie (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van organisch-chemische producten, bedoeld in categorie 4.1 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
40.502,- |
b. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van anorganisch-chemische producten, bedoeld in categorie 4.2 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
40.502,- |
c. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van fosfaathoudende, stikstofhoudende of kaliumhoudende meststoffen, bedoeld in categorie 4.3 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
40.502,- |
d. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van producten voor gewasbescherming of van biociden, bedoeld in categorie 4.4 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
40.502,- |
e. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van farmaceutische producten, bedoeld in categorie 4.5 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
40.502,- |
f. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van explosieven, bedoeld in categorie 4.6 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
40.502,- |
2.3.10 Complexe papierindustrie, houtindustrie en textielindustrie (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van papierpulp, papier, karton, of oriented strand board, spaanplaat of vezelplaat van hout, bedoeld in categorie 6.1 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
33.751,- |
b. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het voorbehandelen of het verven van textielvezels of textiel, bedoeld in categorie 6.2 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
47.252,- |
2.3.11 Afvalbeheer ippc-installaties (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.10 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het verwijderen of nuttig toepassen van gevaarlijke afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.1 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
40.502,- |
b. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het verwijderen en/of nuttig toepassen van ongevaarlijke afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.3 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
33.751,- |
c. |
1°. voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het tijdelijk opslaan van gevaarlijke afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.5 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
33.751,- |
2°. indien de in dit artikel bedoelde activiteit onder c 1°. is gecombineerd met de milieubelastende activiteit milieustraat, bedoeld in paragraaf 3.5.6 van het Besluit activiteiten leefomgeving: |
€ |
20.251,- |
|
d. |
het exploiteren van een ippc-installatie voor het ondergronds opslaan van gevaarlijke afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.6 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
33.751,- |
2.3.12 Kadavers of dierlijk afval (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.11 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, voor het exploiteren van een ippc-installatie voor de destructie of het verwerken van kadavers of dierlijk afval, bedoeld in categorie 6.5 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
33.751,- |
2.3.13 Stortplaats of winningsafvalvoorziening (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.12 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het storten van afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.4 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
27.001,- |
b. |
voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het storten van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen op een stortplaats: |
€ |
20.251,- |
c. |
voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het storten of verzamelen van winningsafvalstoffen in een winningsafvalvoorziening: |
€ |
20.251,- |
2.3.14 Verbranden van afvalstoffen in een ippc-installatie (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.13 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het verwijderen of het nuttig toepassen van afvalstoffen in een afvalverbrandingsinstallatie of afvalmeeverbrandingsinstallatie als bedoeld in categorie 5.2 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies: |
€ |
47.252,- |
2.3.15 Grootschalige mestverwerking (afdeling 3.3. Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.14 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het behandelen van meer dan 25.000 m3 dierlijke meststoffen per jaar op een andere locatie dan de locatie van productie: |
€ |
27.001,- |
Paragraaf 2.3.3 Nutssector en industrie
2.3.16 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten genoemd in afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ |
4.050,- |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten: |
€ |
3.191,- |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten: |
€ |
2.700,- |
Paragraaf 2.3.4 Afvalbeheer
2.3.17 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten genoemd in afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ |
4.050,- |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten : |
€ |
3.191,- |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten: |
€ |
2.700,- |
Paragraaf 2.3.5 Agrarische sector
2.3.18 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten genoemd in afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief,: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ |
4.050,- |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten: |
€ |
3.191,- |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten: |
€ |
2.700,- |
Paragraaf 2.3.6 Dienstverlening, onderwijs en zorg
2.3.19 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten genoemd in afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit: |
€ |
4.050,- |
Paragraaf 2.3.7 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan
2.3.20 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten genoemd in afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ |
4.050,- |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten: |
€ |
3.191,- |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten: |
€ |
2.700,- |
Paragraaf 2.3.8 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten
2.3.21 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op één of meerdere omgevingsplanactiviteiten bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief: |
€ |
2.700,- |
Paragraaf 2.3.9 Maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
2.3.22 Maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|||
1. |
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of een vergunningvoorschrift krachtens artikel 4.5 van de Omgevingswet bedraagt het tarief bij: |
|
|
a. |
maatwerkvoorschrift(-en) of vergunningvoorschrift(-en) voor één milieuaspect: |
€ |
2.700,- |
b. |
maatwerkvoorschriften vergunningvoorschriften voor twee of meerdere milieuaspecten, de som van het tarief onder a en per extra milieuaspect: |
€ |
1.350,- |
2. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om een vergunningvoorschrift is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift of het vergunningvoorschrift betrekking heeft onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
2.3.23 Wijziging maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften |
|||
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet: |
€ |
2.700,- |
Paragraaf 2.3.10 Gelijkwaardige maatregel bij milieubelastende activiteiten
2.3.24 Gelijkwaardige maatregel bij milieubelastende activiteiten |
|||
1. |
Bij een aanvraag om toestemming voor één of meerdere gelijkwaardige maatregelen als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet indien deze betrekking hebben op een milieubelastende activiteit bedraagt het tarief: |
€ |
2.700,- |
2. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop de gelijkwaardige maatregel betrekking heeft onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
Paragraaf 2.3.11 Eén of meerdere (complexe) milieubelastende activiteiten
2.3.25 Omgevingsvergunning die betrekking heeft op de cumulatie van complexe milieubelastende activiteiten en de combinatie van complexe met overige milieubelastende activiteiten |
|||
1. |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meerdere complexe milieubelastende activiteiten uit de afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving wordt het tarief opgebouwd uit de complexe milieubelastende activiteit met het hoogste tarief vermeerderd met 15% van het tarief dat verschuldigd is op grond van de andere complexe milieubelastende activiteiten uit pararaaf 2.3.2 van deze legestabel. |
|
|
2. |
In afwijking van het eerste onderdeel worden er geen leges geheven over milieubelastende activiteiten als bedoeld in de paragrafen 2.3.1 en 2.3.3 tot en met 2.3.8, indien deze gelijktijdig met één of meerdere complexe milieubelastende activiteiten als bedoeld in afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden aangevraagd. |
|
|
Paragraaf 2.3.12 Uitgebreide voorbereidingsprocedure bij milieubelastende activiteiten
2.3.26 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|||
|
Bij een aanvraag waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht op de voorbereiding van het besluit van toepassing is wordt het tarief van een milieubelastende activiteit als bedoeld in de paragrafen 2.3.1, 2.3.3 tot en met 2.3.8 van deze verordening vermeerderd met een toeslag van: |
€ |
3.375,- |
Paragraaf 2.3.13 Wijzigen omgevingsvergunning bij milieubelastende activiteiten
2.3.27 Wijzigen omgevingsvergunning met de uitgebreide voorbereidingsprocedure bij complexe milieubelastende activiteiten |
|||
1. |
Bij een aanvraag om wijziging van één vergunde complexe milieubelastende activiteit, uit afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waarop de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, is 60% van het tarief verschuldigd, voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit, waarop de wijziging betrekking heeft. |
|
|
2. |
Bij een aanvraag om wijziging van meerdere vergunde complexe milieubelastende activiteiten, uit afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waarop de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, wordt het tarief berekend op basis van categorie 2.3.25, eerste onderdeel, en is 60% verschuldigd over de uitkomst daarvan. Hierbij is het laagste tarief uit die berekening verschuldigd. |
|
|
2.3.28 Wijzigen omgevingsvergunning met de reguliere voorbereidingsprocedure bij complexe milieubelastende activiteiten |
|||
1. |
Bij een aanvraag om wijziging van één vergunde complexe milieubelastende activiteit, uit afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waarop de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is, is 30% van het tarief verschuldigd, voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit, waarop de wijziging betrekking heeft. |
|
|
2. |
Bij een aanvraag om wijziging van meerdere vergunde complexe milieubelastende activiteiten, uit afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waarop de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is, wordt het tarief berekend op basis van categorie 2.3.25, eerste onderdeel, en is 30% verschuldigd over de uitkomst daarvan. Hierbij is het laagste tarief uit die berekening verschuldigd. |
|
|
2.3.29 Wijzigen omgevingsvergunning bij complexe milieubelastende activiteiten |
|||
a. |
In afwijking van de artikelen 2.3.27 en 2.3.28 van deze legestabel is bij een aanvraag om wijziging van één of meerdere complexe milieubelastende activiteiten, uit afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waarop de uitgebreide of de reguliere procedure van toepassing is, en de wijziging betrekking heeft op één of meerdere activiteiten in paragraaf 2.3.1, 2.3.3 t/m 2.3.8, het tarief dat bij die paragraaf vermeld staat van toepassing. |
|
|
b. |
In afwijking van de artikelen 2.3.27 en 2.3.28 van deze legestabel is bij een aanvraag om wijziging van één of meerdere complexe milieubelastende activiteiten, uit afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waarop de uitgebreide of de reguliere procedure van toepassing is, en de wijziging betrekking heeft op een functioneel ondersteunende activiteit die niet aangewezen is in het Besluit activiteiten leefomgeving bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ |
4.050,- |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten: |
€ |
7.425,- |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten: |
€ |
10.125,- |
2.3.30 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|||
|
Een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, niet zijnde een vergunningvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet: |
€ |
2.700,- |
Paragraaf 2.3.14 Milieueffectrapportage
2.3.31 Beoordeling onderzoeksrapporten |
||||
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld, voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ |
10.800,- |
|
2.3.32 Advies Commissie voor de milieueffectrapportage |
||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet, voor een advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage: het bedrag dat deze commissie in rekening brengt op grond van de door de minister van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde tariefstelling. |
Paragraaf 2.4 Water
2.4.1 Wateronttrekkingsactiviteit |
|||
1. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder d, van de Omgevingswet in samenhang met de artikelen 16.4 en 16.3, onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van industriële toepassingen en de openbare drinkwatervoorziening tot en met een hoeveelheid van 500.000 m3 per jaar, als basistarief: |
€ |
5.185,- |
a. |
vermeerderd met een toeslag voor het onttrekken van tussen de 500.000 m3 en 1.000.000 m3 grondwater per jaar van: |
€ |
10.371,- |
b. |
vermeerderd met een toeslag voor het onttrekken van meer dan 1.000.000 m3 grondwater per jaar van: |
€ |
34.569,- |
2. |
Een wijziging van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder d, van de Omgevingswet in samenhang met de artikelen 16.4 en 16.3, onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving: |
|
|
a. |
voor een onttrekking als bedoeld in het eerste onderdeel, waarbij een uitbreiding van de maximum hoeveelheid te onttrekken grondwater wordt aangevraagd, gelden de tarieven als genoemd in het eerste onderdeel voor uitbreiding van de maximum hoeveelheid; |
|
|
b. |
anders dan bedoeld onder a, geldt het in het eerste onderdeel genoemde basistarief. |
|
|
3. |
Het tweede onderdeel is niet van toepassing op een aanvraag tot wijziging van een vergunning die betrekking heeft op een wijziging van de tenaamstelling of een wijziging van de kadastrale gegevens. |
|
|
2.4.2 Het aanleggen of gebruiken van een open bodemenergiesysteem |
|||
1. |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet in samenhang met artikel 3.19 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bestaande uit het onttrekken van grondwater ten behoeve van het aanleggen of gebruiken van een open bodemenergiesysteem tot en met een hoeveelheid van 200.000 m3 per jaar, bedraagt het basistarief: |
€ |
6.790,- |
a. |
vermeerderd met een toeslag voor het onttrekken van tussen de 200.000 m3 en 500.000 m3 grondwater per jaar van: |
€ |
8.889,- |
b. |
vermeerderd met een toeslag voor het onttrekken van meer dan 500.000 m3 grondwater per jaar van: |
€ |
11.111,- |
2. |
Voor een wijziging van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet in samenhang met artikel 3.19 van het Besluit activiteiten leefomgeving: |
|
|
a. |
bestaande uit een onttrekking als bedoeld in het eerste onderdeel, waarbij een uitbreiding van de maximum hoeveelheid te onttrekken grondwater wordt aangevraagd, gelden de tarieven als genoemd in het eerste onderdeel, voor uitbreiding van de maximum hoeveelheid; |
|
|
b. |
anders dan bedoeld onder a, geldt het in het eerste onderdeel, genoemde basistarief. |
|
|
3. |
Het tweede onderdeel is niet van toepassing op een aanvraag tot wijziging van een vergunning die betrekking heeft op een wijziging van de tenaamstelling of een wijziging van de kadastrale gegevens. |
|
|
Paragraaf 2.5 Ontgronding
2.5.1 Ontgrondingsactiviteit |
|||
1. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Omgevingswet gelden, afhankelijk van de hoeveelheid te winnen verhandelbare en onverhandelbare specie, gemeten in profiel van ontgraving, de volgende tarieven: |
|
|
a. |
voor aanvragen ≤ 10.000 m3: |
€ |
3.331,- |
b. |
voor aanvragen > 10.000 m3 en ≤ 25.000 m3: |
€ |
5.246,- |
c. |
voor aanvragen > 25.000 m3 en ≤ 50.000 m3: |
€ |
10.491,- |
d. |
voor aanvragen > 50.000 m3 en ≤ 100.000 m3: |
€ |
20.982,- |
e. |
voor aanvragen > 100.000 m3 en ≤ 500.000 m3: |
€ |
31.557,- |
f. |
voor aanvragen > 500.000 m3: |
€ |
50.791,- |
2. |
Een aanvraag om wijziging of verlenging van een omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Omgevingswet: |
€ |
3.331,- |
3. |
Indien als gevolg van de wijziging, bedoeld in het tweede onderdeel, de hoeveelheid te winnen specie toeneemt, geldt het tarief in het eerste onderdeel, berekend over de extra hoeveelheid te winnen verhandelbare en onverhandelbare specie, gemeten in profiel van ontgraving. |
|
|
4. |
Een aanvraag om intrekking van een omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Omgevingswet: |
€ |
3.247,- |
5. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Omgevingswet, die uitsluitend plaatsvindt ten behoeve van cultuurtechnische verbetering, waarbij per saldo geen specie van de locatie wordt afgevoerd: |
€ |
3.247,- |
6. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Omgevingswet, die uitsluitend plaatsvindt ten behoeve van een natuurproject, waarbij geen specie van de locatie wordt afgevoerd: |
€ |
3.247,- |
Paragraaf 2.6 Natuur
2.6.1 Natura 2000-activiteit |
|||
1. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onder e, van de Omgevingswet, waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is: |
€ |
6.326 |
2. |
Een verzoek om (gedeeltelijke) intrekking van een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onder e, van de Omgevingswet: |
€ |
2.562 |
3. |
Het verzoek om een PAS-melding om te zetten naar een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onder e, van de Omgevingswet (legalisering PAS-melding): |
€ |
1.600,- |
2.6.2 Flora- en fauna-activiteit |
|||
1. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onder g, van de Omgevingswet ten behoeve van schadebestrijding, overlastbestrijding en populatiebeheer: |
€ |
2.717,- |
2. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onder g, van de Omgevingswet ten behoeve van onderzoek en onderwijs of opvang van beschermde inheemse vogels en zoogdieren: |
€ |
173,- |
3. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onder g, van de Omgevingswet ten behoeve van het realiseren of wijzigen van infrastructurele werken, het realiseren of wijzigen van windmolens of ruimtelijke ontwikkeling waarbij meer dan 50 woningen worden gesloopt, gerealiseerd of gerenoveerd: |
€ |
9.031,- |
4. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onder g, van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in het tweede en derde onderdeel, die niet uitsluitend ziet op het belang van één particuliere aanvrager: |
€ |
6.285,- |
5. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in het vierde lid, die uitsluitend ziet op het belang van één particuliere aanvrager: |
€ |
2.416,- |
2.6.3 Herplantplicht |
|
||
1. |
Een aanvraag om een maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5, van de Omgevingswet ten behoeve van herbeplanting op andere grond (compensatie herplantplicht): |
€ |
1.611,- |
2. |
Een aanvraag om een maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5, van de Omgevingswet ten behoeve van de in artikel 11.129 van het Besluit activiteiten leefomgeving genoemde plicht tot herbeplanting (maatwerkvoorschrift herplantplicht): |
€ |
1.666,- |
3. |
Een aanvraag om een maatwerkvoorschrift als bedoeld in het tweede onderdeel, die uitsluitend betrekking heeft op uitstel van de herplanttermijn, bedoeld in artikel 11.129, tweede lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving (maatwerkvoorschrift herplanttermijn): |
€ |
1.191,- |
4. |
Een aanvraag om een maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 3.95 van de Omgevingsverordening Noord-Brabant, voor het afwijken van het in artikel 11.126, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving genoemde verbod om een houtopstand geheel of gedeeltelijk te vellen zonder dit ten minste vier weken voor het begin daarvan te melden (maatwerkvoorschrift wachttermijn): |
€ |
862,- |
5. |
Een aanvraag om een maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 3.95 van de Omgevingsverordening Noord-Brabant, voor het afwijken van het in artikel 11.126, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving genoemde verbod om een houtopstand geheel of gedeeltelijk te vellen zonder dit niet eerder dan één jaar voor het begin daarvan te melden (maatwerkvoorschrift vellingstermijn): |
|
|
2.6.4 Tegemoetkoming geleden schade |
|
||
|
Een aanvraag voor een tegemoetkoming in geleden schade, aangericht door natuurlijk in het wild levende beschermde dieren als bedoeld in artikel 15.53 van de Omgevingswet: |
€ |
300,- |
2.6.5 Diverse beschikkingen natuur |
|||
|
Een aanvraag om een vergunning, ontheffing, toestemming of andere beschikking, voor zover in deze paragraaf niet uitdrukkelijk genoemd: |
€ |
340,- |
|
|||
2.6.6 Advies met instemming |
|||
1. |
Advies met instemming |
€ |
5.691,- |
Als een ander bestuursorgaan bij de behandeling en de beoordeling van een bij haar ingediende aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet waarvoor ingevolge artikel 16.16 van de Omgevingswet aan Gedeputeerde Staten om advies met instemming wordt gevraagd, brengen GS voor het geven van advies met instemming de volgende geldsommen in rekening. |
|||
Als Gedeputeerde Staten bij de behandeling en de beoordeling van een aanvraag voor een besluit op grond van de Omgevingswet aan een ander bestuursorgaan ingevolge artikel 16.16 van de Omgevingswet om advies met instemming vragen, wordt het tarief dat GS bij de aanvrager in rekening brengen verhoogd het tarief dat het andere bestuursorgaan voor het geven van advies en instemming bij GS in rekening brengt. |
|||
2. |
Ontheffingverlening soortenbescherming tbv infrastructurele werken, windmolenparken, GAN, ruimtelijke ontwikkeling >50 woningen art.3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 |
€ |
8.086,- |
3. |
Ontheffingverlening soortenbescherming overige aanvragen art.3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 |
€ |
6.285,- |
4. |
Ontheffingverlening soortenbescherming betrekking hebbend op het belang van één particuliere aanvrager |
€ |
2.416,- |
Paragraaf 2.7 Zwemmen en baden
2.7.1 Gelegenheid bieden tot zwemmen of baden |
|||
1. |
Een aanvraag om een maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 15.7 in samenhang met artikel 15.3, onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving: |
|
nihil |
2. |
Een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen als bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, van de Omgevingswet in samenhang met artikel 15.3, onder c, van het Besluit activiteiten leefomgeving: |
|
nihil |
Paragraaf 2.8 Andere activiteiten of overige omgevingsvergunningen
2.8.1 Andere activiteiten |
|||
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit behoort tot een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen categorie activiteiten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
827,- |
2.8.2 Overige omgevingsvergunningen |
|||
|
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet, voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen: |
€ |
827,- |
HOOFDSTUK 3 VERKEER EN VERVOER
Paragraaf 3.1 Wegenverkeerswet (WVW) – Regeling voertuigen (RV)
3.1 Wegenverkeerswet (WVW) – Regeling voertuigen (RV) |
|||
1. |
Een aanvraag om een ontheffing op grond van artikel 148 WVW voor het houden van een wedstrijd op de weg in meerdere gemeenten als bedoeld in artikel 10, eerste lid, WVW in samenhang met artikel 7.11 van de Omgevingsverordening Noord-Brabant: |
€ |
250.- |
2. |
Een aanvraag om een verklaring van geen bezwaar op grond van artikel 148 WVW voor het houden van een wedstrijd op de weg binnen één gemeente als bedoeld in artikel 10, eerste lid, WVW in samenhang met artikel 7.11 van de Omgevingsverordening Noord-Brabant: |
€ |
250,- |
3. |
Een aanvraag om een incidentele ontheffing op grond van artikel 149 WVW, in samenhang met artikel 9.1 RV voor een voertuig of een voertuigcombinatie met uitzondering van de voertuigen, genoemd in hoofdstuk 5, afdeling 7, 8, 10 en 11 RV: |
€ |
16,- |
4. |
Een aanvraag om een ontheffing op grond van artikel 149 WVW, in samenhang met artikel 9.1 RV voor een voertuig of een voertuigcombinatie, genoemd in hoofdstuk 5, afdeling 7, 8, 10 en 11 RV: |
€ |
250,- |
5. |
Een aanvraag om een ontheffing op grond van artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ |
310,- |
Paragraaf 3.2 Omgevingsverordening Noord-Brabant
3.2 Wettelijke verplichtingen |
|||
|
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder a, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het verrichten van activiteiten in het kader van een wettelijke verplichting van een andere overheid: |
€ |
370,- |
3.3 Zijwegaansluitingen |
|||
1. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder b, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het aanleggen, instandhouden of wijzigen van een zijwegaansluiting: |
€ |
525,- |
2. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder b, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het verwijderen van een zijwegaansluiting: |
€ |
265,- |
3.4 Uitwegen |
|||
1. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder c, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het aanleggen of wijzigen van een uitweg: |
€ |
525,- |
a. |
vermeerderd met een toeslag voor het aanleggen of wijzigen van een uitweg binnen de bebouwde kom, per m2: |
€ |
210,- |
b. |
vermeerderd met een toeslag voor het aanleggen of wijzigen van een uitweg buiten de bebouwde kom, per m2: |
€ |
150,- |
c. |
vermeerderd met een toeslag voor een doorsteek: |
€ |
210,- |
2. |
Indien op grond van de vergunningvoorschriften voor het aanleggen of wijzigen van een uitweg een duiker noodzakelijk is, wordt het tarief, bedoeld in het eerste onderdeel, aanhef, vermeerderd met een toeslag van: |
€ |
1.900,- |
3. |
Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn met gebruik van een verkeersregelinstallatie of een verkeersregelaar, wordt het tarief, bedoeld in het eerste onderdeel, aanhef, vermeerderd met een toeslag van: |
€ |
2.300,- |
4. |
Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn zonder gebruik van een verkeersregelinstallatie of een verkeersregelaar, wordt het tarief, bedoeld in het eerste onderdeel, aanhef, vermeerderd met een toeslag van: |
€ |
750 |
5. |
De leges voor de kosten van voorbereiding en verwerking van de aanvraag, bedoeld in het eerste onderdeel, bedragen: |
€ |
1.700,- |
6. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder c, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het verwijderen van een uitweg: |
€ |
260,- |
a. |
vermeerderd met een toeslag voor het verwijderen van een uitweg, per m2: |
€ |
35,- |
b. |
vermeerderd met een toeslag voor een doorsteek: |
€ |
255,- |
7. |
Indien een duiker verwijderd moet worden, wordt het tarief, bedoeld in het zesde onderdeel, aanhef, vermeerderd met een toeslag van: |
€ |
315,- |
8. |
Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn met gebruik van een verkeersregelinstallatie of verkeersregelaar, wordt het tarief, bedoeld in het zesde onderdeel, aanhef, vermeerderd met een toeslag van: |
€ |
2.300,- |
9. |
Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn zonder gebruik van een verkeersregelinstallatie of verkeersregelaar, wordt het tarief, bedoeld in het zesde onderdeel, aanhef, vermeerderd met een toeslag van: |
€ |
750,- |
10. |
De leges voor de kosten van voorbereiding en verwerking van de aanvraag, bedoeld in het zesde onderdeel, bedragen: |
€ |
420,- |
3.5 Kabels of leidingen |
|||
1. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder d, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het aanleggen, instandhouden of wijzigen van kabels of leidingen: |
€ |
500,- |
2. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder d, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het verwijderen van kabels of leidingen: |
€ |
500,- |
3.6 Lozen hemelwater op een oppervlaktewaterlichaam |
|||
1. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder e, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het aanleggen, instandhouden of wijzigen van een leiding voor het lozen van hemelwater op een oppervlaktewaterlichaam dat behoort tot de provinciale weg: |
€ |
500,- |
2. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder e, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het verwijderen van een leiding voor het lozen van hemelwater op een oppervlaktewaterlichaam dat behoort tot de provinciale weg: |
€ |
500,- |
3.7 Aanduidingen |
|||
|
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder f, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het plaatsen of bevestigen van een aanduiding: |
€ |
265,- |
3.8 Kunstobjecten |
|||
1. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder g, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het plaatsen, instandhouden of wijzigen van een kunstobject: |
€ |
375,- |
2. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder g, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het verwijderen van een kunstobject: |
€ |
375,- |
3. |
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder h, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het beschilderen van een kunstwerk: |
€ |
375,- |
3.9 Voorwerpen |
|||
|
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder h, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het plaatsen van een voorwerp in verband met activiteiten buiten de provinciale weg: |
€ |
55,- |
3.10 Evenementen en wedstrijden zonder voertuigen |
|||
|
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder j, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het gebruiken van de weg voor: |
|
|
a. |
evenementen, niet zijnde een optocht: |
€ |
120,- |
b. |
evenementen, zijnde optochten: |
€ |
55,- |
c. |
overige activiteiten zoals wedstrijd zonder voertuigen, voorwerpen, stoffen: |
€ |
265,- |
3.11 Verkeersmaatregelen voor activiteiten buiten de provinciale weg |
|||
|
Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.112, onder k, van de Omgevingsverordening Noord-Brabant voor het plaatsen van een verkeersmaatregel vanwege activiteiten die buiten de provinciale weg plaatsvinden: |
€ |
410,- |
Paragraaf 3.3 Wet personenvervoer 2000
3.12 Ontheffing |
|||
1. |
Een ontheffing als bedoeld in artikel 29, eerste lid van de Wet personenvervoer 2000: |
€ |
1.150 |
2. |
Indien voor de beoordeling van een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het eerste onderdeel, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten een advies van een externe deskundige noodzakelijk is, wordt het tarief, bedoeld in het eerste onderdeel vermeerderd met een toeslag van: |
€ |
3.750,- |
Hoofdstuk 4 Luchtvaart
4.1 Wet luchtvaart |
|||
1. |
Een aanvraag om een luchthavenbesluit als bedoeld in artikel 8.43, eerste lid, van de Wet luchtvaart: |
|
nihil |
2. |
Een aanvraag om een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 8.47, tweede lid, in samenhang met artikel 8.9, van de Wet luchtvaart: |
|
nihil |
3. |
Een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 8.47, tweede lid, in samenhang met artikel 8.12 van de Wet luchtvaart (tijdelijke ontheffing van hoogtebeperking): |
|
nihil |
4. |
Een aanvraag om een luchthavenregeling als bedoeld in artikel 8.64, eerste lid, van de Wet luchtvaart: |
|
nihil |
5. |
Een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart (tijdelijk en uitzonderlijk gebruik): |
|
nihil |
Hoofdstuk 5 Welzijn
5.1 Wet ambulancevervoer |
|||
1. |
Een aanvraag om een vergunning, dan wel een wijziging daarvan als bedoeld in of krachtens de Wet ambulancevervoer: |
|
nihil |
2. |
Aanhangsels en andere handelingen niet vallende onder het eerste lid: |
|
nihil |
Hoofstuk 6 Vuurwerk
6.1 Vuurwerk |
|||
|
Een aanvraag om een ontbrandingstoestemming als bedoeld in artikel 3B.1, derde lid, onder a, en 3B.3a, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit: |
|
nihil |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl