Stimuleringsverordening voor nieuw ondernemerschap, bedrijfsverplaatsing en gevelrenovatie in het centrumgebied van Brunssum

Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Intitulé

Stimuleringsverordening voor nieuw ondernemerschap, bedrijfsverplaatsing en gevelrenovatie in het centrumgebied van Brunssum

Voorwoord

De stimuleringsverordening draagt als middel bij aan de ruimtelijke en economische structuurversterking van het centrumgebied, de kwaliteit van het verblijfsklimaat, het terugdringen van de leegstand en het levendig houden van het centrum. De verordening stimuleert de volgende activiteiten:

  • 1.

    het aantrekken van nieuw ondernemerschap of de verplaatsing van bestaande ondernemingen naar planologisch gewenste locaties;

  • 2.

    het concentreren van het traditionele winkelaanbod in het centrumconcentratiegebied en het transformeren van aanloopgebieden;

  • 3.

    de fysieke beeldkwaliteit van het vastgoed in het centrumgebied.

De stimuleringsverordening is onderverdeeld in drie delen:

afbeelding binnen de regeling

Deel 1: Algemeen deel

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Aanloopgebieden: een gebied binnen de gemeente Brunssum zoals aangeduid op de verbeelding uit Bijlage I van deze verordening.

  • 2.

    Adviescommissie: de door het college gemandateerde stadsbouwmeester en beleidsmedewerker economie van de gemeente Brunssum.

  • 3.

    Centrumconcentratiegebied: een gebied binnen de gemeente Brunssum zoals aangeduid op de verbeelding uit Bijlage I van deze verordening.

  • 4.

    Centrumgebied: een gebied binnen de gemeente Brunssum zoals aangeduid op de verbeelding uit Bijlage I van deze verordening.

  • 5.

    Commerciële dienstverlening: het bedrijfs- of beroepsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen wordt;

  • 6.

    Consumentverzorging: Het beroepsmatig uitoefenen van dienstverlenende bedrijvigheid gericht op consumentverzorging, niet zijnde een vrij beroep, zoals een kapsalon, tandarts, nagelstudio en daarmee gelijk te stellen beroepen.

  • 7.

    Detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die de goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

  • 8.

    Dienstverlening: commerciële en maatschappelijke dienstverlening;

  • 9.

    De-minimisverordening (zie bijlage III): verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L352), dan wel later daarvoor in de plaats tredende regelgeving;

  • 10.

    Gemachtigde: Degene die middels een schriftelijke volmacht handelt namens de rechthebbende;

  • 11.

    Gevel: de voor- en/of zijgevel van een winkel-, horecapand of ambachtelijke onderneming respectievelijk leegstaand pand welke binnen het centrumgebied gelegen is aan de openbare ruimte.

  • 12.

    Horeca: het bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, logies verstrekken, dranken schenken of rookwaren dan wel spijzen voor directe consumptie bereiden of verstrekken;

  • 13.

    Horecagebied Lindeplein: een gebied binnen de gemeente Brunssum zoals aangeduid op de verbeelding uit Bijlage I van deze verordening;

  • 14.

    Leisure: een publieksgerichte commerciële voorziening op het terrein van vermaak, cultuur en sport, waaronder in ieder geval wordt verstaan: bowling, lasergamecentrum, snookercentrum, amusementscentrum, kinderattractie, klimcentrum, wellness, sportactiviteiten, bijeenkomsten, evenementen en daaraan gelijk te stellen activiteiten;

  • 15.

    Leegstaand: het niet of niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht in gebruik zijn van een pand alsmede tijdelijk gebruik in de vorm van een ingebruikgeving inclusief of op korte termijn te verwachten leegstand.

  • 16.

    Maatschappelijke dienstverlening: het verlenen van diensten in de medische, sociale, educatieve, culturele, religieuze en administratieve sfeer en andere vormen van dienstverlening, die een min of meer openbaar karakter hebben;

  • 17.

    Onderhoud: het zorgen dat een gevel in goede toestand blijft, zoals het schilderen of gelijkwaardig vervangen van kozijnen of gevelreiniging.

  • 18.

    Ondernemer: de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft of gaat drijven;

  • 19.

    Onderneming: op winst gericht bedrijf dat duurzaam aan het handelsverkeer deelneemt;

  • 20.

    Pand: een gebouw met een verblijfsfunctie voor mensen, niet zijnde een woning;

  • 21.

    Pandeigenaar: de natuurlijke of rechtspersoon die op het tijdstip van realisatie van de voorzieningen eigenaar van het pand(gedeelte) is. Bij overdracht van eigendom is de bepaling omtrent het derdenbeding van toepassing.

  • 22.

    Rechthebbende:

    • 1.

      de natuurlijke of rechtspersoon die het recht van eigendom heeft op een pand;

    • 2.

      de opstalhouder van het pand;

    • 3.

      de vruchtgebruiker van het pand;

    • 4.

      de houder van het appartementsrecht als bedoeld in art. 5:106 van het Burgerlijk Wetboek;

    • 5.

      de huurder van een pand die van de eigenaar een schriftelijke toestemming verkrijgt voor herstel van de gevel van het pand dat hij huurt.

  • 23.

    Subsidie: de aanspraak op financiële middelen als bedoeld in art. 4:21 Algemene Wet Bestuursrecht.

  • 24.

    Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende het gemeentelijke begrotingsjaar ten hoogste beschikbaar is voor het verstrekken van subsidie op grond van deze verordening;

  • 25.

    Verfraaien van de gevel: Het kwalitatief verbeteren en/of reconstrueren van de gevel van het pand met hoogwaardige en/of duurzame materialen, gevelkunst of anderszins een naar oordeel van de adviescommissie zijnde kwaliteitsimpuls van de gevel van het pand, met als doel de uitstraling van het individuele pand alsmede het totale centrumgebied te versterken.

Indien nadere definiëring ontbreekt wordt verwezen naar definiëring in de Gemeentewet, Algemene wet bestuursrecht of Van Dale.

Artikel 2. Reikwijdte

Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college ten behoeve van:

  • 1. Het aantrekken van nieuw ondernemerschap in de vorm van detailhandel, horeca en leisure in het centrumconcentratiegebied;

  • 2. Het aantrekken van nieuw ondernemerschap in de vorm van dienstverlening en consumentverzorging in de aanloopgebieden;

  • 3. Het aantrekken van nieuw ondernemerschap in de vorm van horeca op het Lindeplein;

  • 4. Het verplaatsen van bestaande ondernemingen naar planologisch gewenste locaties in het centrumgebied;

  • 5. Gevelrenovatiesubsidie in het centrumgebied;

Artikel 3. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

Het subsidieplafond voor de in deel 2 van deze verordening beschreven regelingen wordt bepaald door de gemeenteraad.

Artikel 4. Subsidieregelingen

Het college kan bij subsidieregeling vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.

Artikel 5. Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidies vindt plaats op volgorde van ontvangst aanvragen, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn door middel van loting gerangschikt.

Artikel 6. Subsidieverlening

  • 1. Het college besluit binnen 8 weken na ontvangst van een complete aanvraag.

  • 2. Het college kan de besluitvorming eenmaal met maximaal 6 weken verdagen.

  • 3. Indien de beslissing een weigering tot het verlenen van subsidie inhoudt, worden de redenen daarvan vermeld.

  • 4. Indien (voorlopige) subsidieverlening plaatsvindt, wordt het geraamde subsidiebedrag gereserveerd door de behandelaar.

  • 5. Definitieve vaststelling van (de hoogte van) de subsidie en uitbetaling van de subsidie vindt plaats binnen 6 weken na gereed melding en controle van facturen en de staat van oplevering, tenzij bij regeling uit deel 2 anders is vermeld.

Artikel 7. Algemene verplichting van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger meldt het onverwijld schriftelijk aan het college als:

  • 1.

    het aannemelijk is dat de activiteit waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig, niet geheel en/of op een andere wijze zal worden verwezenlijkt;

  • 2.

    niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan;

  • 3.

    de subsidieontvanger als rechtspersoon wordt ontbonden dan wel gaat deelnemen in een andere rechtspersoon;

  • 4.

    faillissement, surseance van betaling van de subsidieontvanger en/of diens onderneming wordt uitgesproken dan wel ten aanzien van hem de Wet schuldsanering natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

Artikel 8. Intrekken subsidie

De subsidiebeschikking kan door het College geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken indien:

  • 1.

    blijkt dat niet is voldaan aan de voorwaarden bij of krachtens deze verordening of subsidiebeschikking;

  • 2.

    een subsidie op grond van deze verordening is toegekend of vastgesteld op grond van gegevens en gebleken is dat deze zodanig onjuist waren en dat, ware de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • 3.

    niet binnen 13 respectievelijk 52 weken na dagtekening van de subsidiebeschikking de uitvoering van de werkzaamheden is aangevangen respectievelijk afgerond;

  • 4.

    de subsidieverkrijger meldt dat de werkzaamheden geen doorgang zullen vinden;

  • 5.

    aanvrager op het moment van aanvraag dan wel op het moment waarop het College op de aanvraag beslist, in staat van faillissement of surseance van betaling verkeert.

Artikel 9. Derdenbeding

  • 1. Indien de eigenaar, alsmede de rechthebbende van een pand, waarvoor een subsidie is toegekend binnen de termijn waarin werkzaamheden worden verricht waarvoor de subsidie is verleend, het pand vervreemdt, dient hij in de overeenkomst een derdenbeding op te nemen dat de verplichtingen van de verkoper ten aanzien van de toegekende subsidie doet overgaan op de koper van het pand;

  • 2. Indien de rechthebbende, niet zijnde een eigenaar, van een pand waarvoor een subsidie is toegekend, binnen de termijn waarin werkzaamheden worden verricht waarvoor de subsidie is verleend, zijn recht overdraagt aan een ander, dient hij te garanderen dat de verplichtingen ten aanzien van de toegekende subsidie door degene aan wie hij zijn recht overdraagt worden overgenomen.

Artikel 10. Uitsluitingscriteria

De subsidie kan uitsluitend worden verleend indien:

  • 1.

    op het pand geen gemeentelijk voorkeursrecht op basis van de Wvg is gevestigd;

  • 2.

    het pand geen deel uitmaakt van een strategische (her)ontwikkellocatie.

Artikel 11. Beperking stapeling

  • 1. Het is niet mogelijk om subsidie aan te vragen voor meer dan één van de regelingen, behoudens de combinatie van regeling 1, 2, 3 of 4 met de gevelrenovatie subsidieregeling, waarbij een maximale stapeling geldt tot een hoogte van € 15.000,00 per ondernemer/ onderneming en pand.

  • 2. Bevoorschotting als bedoeld in de regelingen 1, 2 en 3 beperkt zich bij stapeling tot een maximumbedrag van €3000,00.

Artikel 12. Bibob

Gelet op het bepaalde in artikel 2.5 van de “Beleidslijn gemeente Brunssum voor de toepassing van de Wet Bibob” voert het bestuursorgaan een volledige Bibob-toets uit met betrekking tot een aanvraag voor dan wel de intrekking van een reeds verleende subsidie als bedoeld in deze gemeentelijke subsidieregeling, indien sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of vanuit het Openbaar Ministerie bedoeld in artikel 26 van de Wet Bibob (direct of als reactie op een door haar ontvangen signaal van het Bureau) en/of het Bureau, die aanleiding vormt om te vermoeden dat sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.

Deel 2: De stimuleringsregelingen

Regeling 1: Het aantrekken van nieuw ondernemerschap in de vorm van detailhandel, horeca en leisure in het centrumconcentratiegebied;

Regeling 2: Het aantrekken van nieuw ondernemerschap in de vorm van dienstverlening en consumentverzorging in de aanloopgebieden;

Regeling 3: Het aantrekken van nieuw ondernemerschap in de vorm van horeca op het Lindeplein;

Regeling 4: Het verplaatsen van bestaande ondernemingen naar planologisch gewenste locaties in het centrumgebied;

Regeling 5: Gevelrenovatiesubsidie in het centrumgebied;

Regeling 1: Het aantrekken van nieuw ondernemerschap in de vorm van detailhandel, horeca en leisure in het centrumconcentratiegebied.

Artikel 1 Activiteit

  • 1. Het college kan op aanvraag aan een ondernemer stimuleringssubsidie verstrekken ten behoeve van het vestigen van een onderneming in de vorm van detailhandel en horeca in het centrumconcentratiegebied, zoals aangeduid in de verbeelding in Bijlage I.

  • 2. Het college kan op aanvraag aan een ondernemer stimuleringssubsidie verstrekken ten behoeve van het vestigen van een onderneming in de vorm van detailhandel, horeca en leisure in het centrumconcentratiegebied de Parel, zoals aangeduid in de verbeelding in Bijlage I.

  • 3. De hoogte van de stimuleringssubsidie bedraagt maximaal € 6.000,- per ondernemer/onderneming.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1. Stimuleringssubsidie kan worden toegekend indien:

    • a.

      de onderneming wordt gevestigd in een leegstaand pand binnen het centrumconcentratiegebied;

    • b.

      de ondernemer die een onderneming in dat pand gaat vestigen een zakelijk of persoonlijk recht op dat pand heeft;

    • c.

      de leegstand met het vestigen van de onderneming vanaf de openbare ruimte zichtbaar wordt weggenomen en de onderneming op begane grondniveau wordt gevestigd;

    • d.

      de vestiging van de onderneming wordt onderbouwd met een ondernemersplan en een transparante begroting;

    • e.

      de ondernemer zich heeft laten begeleiden door stichting Streetwise;

    • f.

      de te vestigen onderneming voldoende toekomstperspectief heeft en financieel levensvatbaar is;

    • g.

      voor zover nodig voor de vestiging van de onderneming vergunning of ontheffing is verleend;

    • h.

      de vestiging van de onderneming in overeenstemming is met het vigerende bestemmingsplan (of vergund is door middel van een afwijkingsprocedure) en de centrumvisie en het beleid van de gemeente.

  • 2. De stimuleringssubsidie mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van het vestigen van de onderneming waarvoor de subsidie is verleend.

  • 3. Voor stimuleringssubsidie komen de redelijkerwijs te maken kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met het vestigen van de onderneming. Denk hierbij aan inrichtingskosten, marketing, aanschaf website, interne verbouwing, aanschaf inventaris, reclame etc.

  • 4. Alle rekeningen en betaalbewijzen dienen in (kopie van het) origineel te worden ingediend en gelden exclusief BTW.

  • 5. De onderneming dient te worden gevestigd binnen zes maanden na verlening van de stimuleringssubsidie.

  • 6. Het college kan op verzoek uitstel verlenen van de in het vijfde lid genoemde termijn, indien er naar het oordeel van het college sprake is van een deugdelijke reden.

Artikel 3 De aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor stimuleringssubsidie dient schriftelijk te worden ingediend bij het college middels het daarvoor bestemde aanvraagformulier (Bijlage II).

  • 2. Bij de aanvraag dienen de volgende bescheiden te worden ingediend:

    • a.

      Het inschrijfnummer van de Kamer van Koophandel;

    • b.

      een kopie van een geldig identiteitsbewijs van de ondernemer, of van de bestuurders indien de ondernemer een rechtspersoon betreft;

    • c.

      Een kopie van een ondertekende (concept) huur- dan wel koopovereenkomst van de nieuwe vestigingslocatie;

    • d.

      Een ondernemersplan en financieel plan, met offertes ten behoeve van onderbouwing van de investeringsbegroting en om aan te tonen waar het subsidiebedrag aan wordt besteed;

    • e.

      Indien van toepassing, een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de vestiging van de onderneming waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • f.

      Een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring, zie Bijlage III);

    • g.

      Indien de aanvrager daarover beschikt: een getekende financieringsofferte grootbanken.

  • 3. Indien er sprake is van een verplaatsing of het oprichten van een nevenvestiging van een onderneming dient de aanvraag, naast de in het vorige lid genoemde bescheiden, tevens te bevatten:

    • a.

      de schriftelijke motivering waarom de onderneming verplaatst wordt, of de ondernemer een nevenvestiging opricht;

    • b.

      indien noodzakelijk, de jaarcijfers van de reeds bestaande onderneming van de laatste (relevante) boekjaren.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35, van de Algemene wet bestuursrecht, kan stimuleringssubsidie worden geweigerd indien:

  • 1.

    geen sprake is van een activiteit als bedoeld in artikel 1 van deze regeling;

  • 2.

    niet wordt voldaan aan de in de artikel 2 van deze regeling genoemde voorwaarden;

  • 3.

    naar het oordeel van het college, na toetsing, twijfels bestaan over de levensvatbaarheid van de onderneming of de kredietwaardigheid van de aanvrager;

  • 4.

    het college eerder ten behoeve van dezelfde onderneming en/of aan dezelfde ondernemer subsidie op grond van deze verordening heeft verstrekt;

  • 5.

    de aanvraag betrekking heeft op de vestiging van een onderneming ten behoeve waarvan reeds van overheidswege een vergoeding of tegemoetkoming in welke vorm ook is verstrekt (de-minimissteunverklaring, zie Bijlage II);

  • 6.

    de aanvraag betrekking heeft op een onderneming waaraan in de periode van twee belastingjaren voorafgaand aan de aanvraag en het lopende belastingjaar reeds € 200.000,00 of meer aan overheidssteun verleend is (de-minimissteunverklaring, zie Bijlage III);

  • 7.

    Het subsidieplafond van het betreffende jaar is bereikt.

Artikel 5 Uitbetaling en vaststelling subsidie

  • 1. Bevoorschotting van 50% van het verleende subsidiebedrag vindt plaats binnen vier weken na de subsidieverlening zodra de onderneming is gestart met de intrekking en/of verbouwing en de subsidieontvanger het college hiervan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld;

  • 2. Eén jaar na het van start gaan van de onderneming dient de subsidieontvanger schriftelijk om vaststelling van de subsidie te verzoeken. Indien en voor zover uitbetaling van het resterend subsidiebedrag aan de orde is, vindt dit plaats binnen vier weken nadat het college tot vaststelling van de subsidie heeft besloten.

  • 3. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling toont de subsidieontvanger aan dat de gesubsidieerde activiteit gerealiseerd is, dat de subsidie ten goede gekomen is aan de gesubsidieerde activiteit en dat is voldaan aan de overige in de subsidieverlening opgenomen verplichtingen.

Regeling 2: Het aantrekken van nieuw ondernemerschap in de vorm van dienstverlening, en consumentverzorging in de aanloopgebieden.

Artikel 1 Activiteit

  • 1. Het college kan op aanvraag aan een ondernemer stimuleringssubsidie verstrekken ten behoeve van het vestigen van een onderneming in de vorm van

    • a.

      Dienstverlening en consumentverzorging met een baliefunctie in aanloopgebied 1

    • b.

      Dienstverlening en consumentverzorging in aanloopgebied 2

    in het centrumgebied, zoals aangemerkt in de verbeelding uit Bijlage I.

  • 2. De hoogte van de stimuleringssubsidie bedraagt maximaal € 6.000,- per ondernemer/onderneming.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1. Stimuleringssubsidie kan worden toegekend indien:

    • a.

      de onderneming wordt gevestigd in een leegstaand pand binnen de aangewezen aanloopgebieden;

    • b.

      de ondernemer die een onderneming in dat pand gaat vestigen een zakelijk of persoonlijk recht op dat pand heeft;

    • c.

      de leegstand met het vestigen van de onderneming vanaf de openbare ruimte zichtbaar wordt weggenomen en de onderneming op begane grondniveau wordt gevestigd;

    • d.

      de vestiging van de onderneming wordt onderbouwd met een ondernemersplan en een transparante begroting;

    • e.

      de ondernemer zich heeft laten begeleiden door stichting Streetwise;

    • f.

      de te vestigen onderneming voldoende toekomstperspectief heeft en financieel levensvatbaar is;

    • g.

      voor zover nodig voor de vestiging van de onderneming vergunning of ontheffing is verleend;

    • h.

      de vestiging van de onderneming in overeenstemming is met het vigerende bestemmingsplan (of vergund is door middel van een afwijkingsprocedure) en de visie en het beleid van de gemeente.

  • 2. De stimuleringssubsidie mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van het vestigen van de onderneming waarvoor de subsidie is verleend.

  • 3. Voor stimuleringssubsidie komen de redelijkerwijs te maken kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met het vestigen van de onderneming. Denk hierbij aan inrichtingskosten, marketing, aanschaf website, interne verbouwing, aanschaf inventaris, reclame etc.

  • 4. Alle rekeningen en betaalbewijzen dienen in (kopie van het) origineel te worden ingediend en gelden exclusief BTW.

  • 5. De onderneming dient te worden gevestigd binnen zes maanden na verlening van de stimuleringssubsidie.

  • 6. Het college kan op verzoek uitstel verlenen van de in het vijfde lid genoemde termijn, indien er naar het oordeel van het college sprake is van een deugdelijke reden.

Artikel 3 De aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor stimuleringssubsidie dient schriftelijk te worden ingediend bij het college middels het daarvoor bestemde aanvraagformulier (Bijlage II).

  • 2. Bij de aanvraag dienen de volgende bescheiden te worden ingediend:

    • a.

      Het inschrijfnummer van de Kamer van Koophandel;

    • b.

      een kopie van een geldig identiteitsbewijs van de ondernemer, of van de bestuurders indien de ondernemer een rechtspersoon betreft;

    • c.

      Een kopie van een ondertekende (concept) huur- dan wel koopovereenkomst van de nieuwe vestigingslocatie;

    • d.

      Een ondernemersplan en financieel plan, met offertes ten behoeve van onderbouwing van de investeringsbegroting en om aan te tonen waar het subsidiebedrag aan wordt besteed;

    • e.

      Indien van toepassing, een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de vestiging van de onderneming waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • f.

      Een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring, zie Bijlage III);

    • g.

      Indien de aanvrager daarover beschikt: een getekende financieringsofferte grootbanken.

  • 3. Indien er sprake is van een verplaatsing of het oprichten van een nevenvestiging van een onderneming dient de aanvraag, naast de in het vorige lid genoemde bescheiden, tevens te bevatten:

    • a.

      De schriftelijke motivering waarom de onderneming verplaatst wordt, of de ondernemer een nevenvestiging opricht;

    • b.

      Indien noodzakelijk, de jaarcijfers van de reeds bestaande onderneming van de laatste (relevante) boekjaren.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35, van de Algemene wet bestuursrecht, kan stimuleringssubsidie worden geweigerd indien:

  • 1.

    geen sprake is van een activiteit als bedoeld in artikel 1 van deze regeling;

  • 2.

    niet wordt voldaan aan de in de artikel 2 van deze regeling genoemde voorwaarden;

  • 3.

    naar het oordeel van het college, na toetsing, twijfels bestaan over de levensvatbaarheid van de onderneming of de kredietwaardigheid van de aanvrager;

  • 4.

    het college eerder ten behoeve van dezelfde onderneming en/of aan dezelfde ondernemer subsidie op grond van deze verordening heeft verstrekt;

  • 5.

    de aanvraag betrekking heeft op de vestiging van een onderneming ten behoeve waarvan reeds van overheidswege een vergoeding of tegemoetkoming in welke vorm ook is verstrekt (de-minimissteunverklaring, zie Bijlage II);

  • 6.

    de aanvraag betrekking heeft op een onderneming waaraan in de periode van twee belastingjaren voorafgaand aan de aanvraag en het lopende belastingjaar reeds € 200.000,-- of meer aan overheidssteun verleend is (de-minimissteunverklaring, zie Bijlage III);

  • 7.

    Het subsidieplafond van het betreffende jaar is bereikt.

Artikel 5 Uitbetaling en vaststelling subsidie

  • 1. Bevoorschotting van 50% van het verleende subsidiebedrag vindt plaats binnen vier weken na de subsidieverlening zodra de onderneming is gestart met de intrekking en/of verbouwing en de subsidieontvanger het college hiervan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld;

  • 2. Eén jaar na het van start gaan van de onderneming dient de subsidieontvanger schriftelijk om vaststelling van de subsidie te verzoeken. Indien en voor zover uitbetaling van het resterend subsidiebedrag aan de orde is, vindt dit plaats binnen vier weken nadat het college tot vaststelling van de subsidie heeft besloten.

  • 3. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling toont de subsidieontvanger aan dat de gesubsidieerde activiteit gerealiseerd is, dat de subsidie ten goede gekomen is aan de gesubsidieerde activiteit en dat is voldaan aan de overige in de subsidieverlening opgenomen verplichtingen.

Regeling 3: Het aantrekken van nieuw ondernemerschap in de vorm van horeca op het Lindeplein;

Artikel 1 Activiteit

  • 1. Het college kan op aanvraag aan een ondernemer stimuleringssubsidie verstrekken ten behoeve van het vestigen van een onderneming in de vorm van horeca op het Lindeplein (zie de verbeelding in bijlage I voor aanduiding Lindeplein).

  • 2. De hoogte van de stimuleringssubsidie bedraagt maximaal € 6.000,- per ondernemer/onderneming.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1. Stimuleringssubsidie kan worden toegekend indien:

    • a.

      de onderneming wordt gevestigd in een leegstaand pand binnen het gebied Lindeplein;

    • b.

      de ondernemer die een onderneming in dat pand gaat vestigen een zakelijk of persoonlijk recht op dat pand heeft;

    • c.

      de leegstand met het vestigen van de onderneming vanaf de openbare ruimte zichtbaar wordt weggenomen en de onderneming op begane grondniveau wordt gevestigd;

    • d.

      de vestiging van de onderneming wordt onderbouwd met een ondernemersplan en een transparante begroting;

    • e.

      de ondernemer zich heeft laten begeleiden door stichting Streetwise;

    • f.

      de te vestigen onderneming voldoende toekomstperspectief heeft en financieel levensvatbaar is;

    • g.

      voor zover nodig voor de vestiging van de onderneming vergunning of ontheffing is verleend;

    • h.

      de vestiging van de onderneming in overeenstemming is met het vigerende bestemmingsplan (of vergund is door middel van een afwijkingsprocedure) en de visie en het beleid van de gemeente.

  • 2. De stimuleringssubsidie mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van het vestigen van de onderneming waarvoor de subsidie is verleend.

  • 3. Voor stimuleringssubsidie komen de redelijkerwijs te maken kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met het vestigen van de onderneming. Denk hierbij aan inrichtingskosten, marketing, aanschaf website, interne verbouwing, aanschaf inventaris, reclame etc.

  • 4. Alle rekeningen en betaalbewijzen dienen in (kopie van het) origineel te worden ingediend en gelden exclusief BTW.

  • 5. De onderneming dient te worden gevestigd binnen zes maanden na verlening van de stimuleringssubsidie.

  • 6. Het college kan op verzoek uitstel verlenen van de in het vijfde lid genoemde termijn, indien er naar het oordeel van het college sprake is van een deugdelijke reden.

Artikel 3 De aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor stimuleringssubsidie dient schriftelijk te worden ingediend bij het college middels het daarvoor bestemde aanvraagformulier (Bijlage II).

  • 2. Bij de aanvraag dienen de volgende bescheiden te worden ingediend:

    • a.

      Het inschrijfnummer van de Kamer van Koophandel;

    • b.

      een kopie van een geldig identiteitsbewijs van de ondernemer, of van de bestuurders indien de ondernemer een rechtspersoon betreft;

    • c.

      Een kopie van een ondertekende (concept) huur- dan wel koopovereenkomst van de nieuwe vestigingslocatie;

    • d.

      Een ondernemersplan en financieel plan, met offertes ten behoeve van onderbouwing van de investeringsbegroting en om aan te tonen waar het subsidiebedrag aan wordt besteed;

    • e.

      Indien van toepassing, een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de vestiging van de onderneming waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • f.

      Een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring, zie Bijlage III);

    • g.

      Indien de aanvrager daarover beschikt: een getekende financieringsofferte grootbanken.

  • 3. Indien er sprake is van een verplaatsing of het oprichten van een nevenvestiging van een onderneming dient de aanvraag, naast de in het vorige lid genoemde bescheiden, tevens te bevatten:

    • a.

      De schriftelijke motivering waarom de onderneming verplaatst wordt, of de ondernemer een nevenvestiging opricht;

    • b.

      Indien noodzakelijk, de jaarcijfers van de reeds bestaande onderneming van de laatste (relevante) boekjaren.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35, van de Algemene wet bestuursrecht, kan stimuleringssubsidie worden geweigerd indien:

  • 1. geen sprake is van een activiteit als bedoeld in artikel 1 van deze regeling;

  • 2. niet wordt voldaan aan de in de artikel 2 van deze regeling genoemde voorwaarden;

  • 3. naar het oordeel van het college, na toetsing, twijfels bestaan over de levensvatbaarheid van de onderneming of de kredietwaardigheid van de aanvrager;

  • 4. het college eerder ten behoeve van dezelfde onderneming en/of aan dezelfde ondernemer subsidie op grond van deze verordening heeft verstrekt;

  • 5. de aanvraag betrekking heeft op de vestiging van een onderneming ten behoeve waarvan reeds van overheidswege een vergoeding of tegemoetkoming in welke vorm ook is verstrekt (de-minimissteunverklaring, zie Bijlage II);

  • 6. de aanvraag betrekking heeft op een onderneming waaraan in de periode van twee belastingjaren voorafgaand aan de aanvraag en het lopende belastingjaar reeds € 200.000,-- of meer aan overheidssteun verleend is (de-minimissteunverklaring, zie Bijlage III);

  • 7. Het subsidieplafond van het betreffende jaar is bereikt.

Artikel 5 Uitbetaling en vaststelling subsidie

  • 1. Bevoorschotting van 50% van het verleende subsidiebedrag vindt plaats binnen vier weken na de subsidieverlening zodra de onderneming is gestart met de intrekking en/of verbouwing en de subsidieontvanger het college hiervan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld;

  • 2. Eén jaar na het van start gaan van de onderneming dient de subsidieontvanger schriftelijk om vaststelling van de subsidie te verzoeken. Indien en voor zover uitbetaling van het resterend subsidiebedrag aan de orde is, vindt dit plaats binnen vier weken nadat het college tot vaststelling van de subsidie heeft besloten.

  • 3. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling toont de subsidieontvanger aan dat de gesubsidieerde activiteit gerealiseerd is, dat de subsidie ten goede gekomen is aan de gesubsidieerde activiteit en dat is voldaan aan de overige in de subsidieverlening opgenomen verplichtingen.

Regeling 4: Het verplaatsen van bestaande ondernemingen naar planologisch gewenste locaties in het centrumgebied;

Artikel 1 Activiteit

  • 1. Het college kan op aanvraag aan een ondernemer stimuleringssubsidie verstrekken ten behoeve van het verplaatsen van bestaande ondernemingen naar een planologisch gewenste locatie in het centrumgebied, zoals aangeduid op de verbeelding in Bijlage I.

  • 2. De hoogte van de stimuleringssubsidie bedraagt maximaal € 6.000,00 per ondernemer/ onderneming.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1. Stimuleringssubsidie kan worden toegekend indien:

    • a.

      de onderneming wordt gevestigd in een leegstaand pand;

    • b.

      de onderneming is gevestigd buiten een planologisch gewenste voorkeurslocatie.

    • c.

      de ondernemer die een onderneming in dat pand gaat vestigen een zakelijk of persoonlijk recht op dat pand heeft;

    • d.

      de leegstand met het vestigen van de onderneming vanaf de openbare ruimte zichtbaar wordt weggenomen en de onderneming op begane grondniveau wordt gevestigd;

    • e.

      de vestiging van de onderneming wordt onderbouwd met een ondernemersplan en een transparante begroting;

    • f.

      de ondernemer zich heeft laten begeleiden door stichting Streetwise;

    • g.

      de te vestigen onderneming voldoende toekomstperspectief heeft en financieel levensvatbaar is;

    • h.

      voor zover nodig voor de vestiging van de onderneming vergunning of ontheffing is verleend;

    • i.

      de vestiging van de onderneming in overeenstemming is met het vigerende bestemmingsplan (of vergund is door middel van een afwijkingsprocedure) en de visie en het beleid van de gemeente.

  • 2. De stimuleringssubsidie mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van het vestigen van de onderneming waarvoor de subsidie is verleend.

  • 3. Voor stimuleringssubsidie komen de redelijkerwijs te maken kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met het vestigen van de onderneming. Denk hierbij aan inrichtingskosten, marketing, aanschaf website, interne verbouwing, aanschaf inventaris, reclame etc.

  • 4. Alle rekeningen en betaalbewijzen dienen in (kopie van het) origineel te worden ingediend en gelden exclusief BTW.

  • 5. De onderneming dient te worden gevestigd binnen zes maanden na verlening van de stimuleringssubsidie.

  • 6. Het college kan op verzoek uitstel verlenen van de in het vijfde lid genoemde termijn, indien er naar het oordeel van het college sprake is van een deugdelijke reden.

Artikel 3 De aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor stimuleringssubsidie dient schriftelijk te worden ingediend bij het college middels het daarvoor bestemde aanvraagformulier (Bijlage II).

  • 2. Bij de aanvraag dienen de volgende bescheiden te worden ingediend:

    • a.

      Het inschrijfnummer van de Kamer van Koophandel;

    • b.

      een kopie van een geldig identiteitsbewijs van de ondernemer, of van de bestuurders indien de ondernemer een rechtspersoon betreft;

    • c.

      Een kopie van een ondertekende (concept) huur- dan wel koopovereenkomst van de nieuwe vestigingslocatie;

    • d.

      Een ondernemersplan en financieel plan, met offertes ten behoeve van onderbouwing van de investeringsbegroting en om aan te tonen waar het subsidiebedrag aan wordt besteed;

    • e.

      Indien van toepassing, een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de vestiging van de onderneming waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • f.

      Een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring, zie Bijlage III);

    • g.

      Indien de aanvrager daarover beschikt: een getekende financieringsofferte grootbanken.

  • 3. Indien er sprake is van een verplaatsing of het oprichten van een nevenvestiging van een onderneming dient de aanvraag, naast de in het vorige lid genoemde bescheiden, tevens te bevatten:

    • a.

      De schriftelijke motivering waarom de onderneming verplaatst wordt, of de ondernemer een nevenvestiging opricht;

    • b.

      Indien noodzakelijk, de jaarcijfers van de reeds bestaande onderneming van de laatste 3 (of anderszins naar het oordeel van het college relevante) boekjaren.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35, van de Algemene wet bestuursrecht, kan stimuleringssubsidie worden geweigerd indien:

  • 1. geen sprake is van een activiteit als bedoeld in artikel 1 van deze regeling;

  • 2. niet wordt voldaan aan een of meer van de in de artikel 2 van deze regeling genoemde voorwaarden;

  • 3. naar het oordeel van het college, na toetsing, twijfels bestaan over de levensvatbaarheid van de onderneming of de kredietwaardigheid van de aanvrager;

  • 4. het college eerder ten behoeve van dezelfde onderneming en/of aan dezelfde ondernemer subsidie op grond van deze verordening heeft verstrekt;

  • 5. de aanvraag betrekking heeft op de vestiging van een onderneming ten behoeve waarvan reeds van overheidswege een vergoeding of tegemoetkoming in welke vorm ook is verstrekt (de-minimissteunverklaring, zie Bijlage III);

  • 6. de aanvraag betrekking heeft op een onderneming waaraan in de periode van twee belastingjaren voorafgaand aan de aanvraag en het lopende belastingjaar reeds € 200.000,-- of meer aan overheidssteun verleend is (de-minimissteunverklaring, zie Bijlage III);

  • 7. Het subsidieplafond van het betreffende jaar is bereikt.

Artikel 5 Uitbetaling en vaststelling subsidie

  • 1. Bevoorschotting van 50% van het verleende subsidiebedrag vindt plaats binnen vier weken na de subsidieverlening zodra de onderneming is gestart met de intrekking en/of verbouwing en de subsidieontvanger het college hiervan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld;

  • 2. Eén jaar na het van start gaan van de onderneming dient de subsidieontvanger schriftelijk om vaststelling van de subsidie te verzoeken. Indien en voor zover uitbetaling van het resterend subsidiebedrag aan de orde is, vindt dit plaats binnen vier weken nadat het college tot vaststelling van de subsidie heeft besloten.

  • 3. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling toont de subsidieontvanger aan dat de gesubsidieerde activiteit gerealiseerd is, dat de subsidie ten goede gekomen is aan de gesubsidieerde activiteit en dat is voldaan aan de overige in de subsidieverlening opgenomen verplichtingen.

Regeling 5: Gevelrenovatiesubsidie in het centrumgebied

Artikel 1 Activiteit

  • 1. Het college kan op aanvraag van een ondernemer of pandeigenaar gevelrenovatiesubsidie verstrekken ten behoeve van:

    • a.

      Het onderhoud van de bestaande gevel of

    • b.

      Het verfraaien van de gevel van het betreffende pand gelegen,

    in het centrumgebied, zoals aangemerkt in de verbeelding uit Bijlage I.

  • 2. De hoogte van de gevelrenovatiesubsidie bedraagt maximaal 50% van de totaalsom van de gevelrenovatie met een maximum voor:

    • a.

      onderhoud van € 2000,00 per ondernemer/ onderneming en

    • b.

      het verfraaien van de kwaliteit van de gevel € 10.000,00 per ondernemer/onderneming en pand.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1. De volgende kosten worden als subsidiabel aangemerkt:

    • a.

      Kosten van ontwerp door een architect of persoon die naar het oordeel van de selectiecommissie aan de hand van gerealiseerd of ontworpen werk heeft bewezen over voldoende kwaliteiten op dit gebied te beschikken;

    • b.

      Kosten voor bouwtekeningen en –berekeningen;

    • c.

      Loon- en materiaalkosten van de uit te voeren werkzaamheden;

    • d.

      Eventueel noodzakelijke kosten van een adviseur;

    • e.

      Kosten van leges.

  • 2. Alle rekeningen en betaalbewijzen dienen in (kopie van het) origineel te worden ingediend en gelden exclusief BTW.

  • 3. Subsidie wordt slechts verleend onder de voorwaarde dat de voor de uit te voeren werkzaamheden eventueel noodzakelijke vergunningen en toestemmingen zijn verleend.

  • 4. De subsidie moet worden aangevraagd door diegene die de kosten draagt van de te treffen maatregelen in een voorkomend geval met schriftelijke volmacht van de eigenaar.

  • 5. Zonder toestemming van het college mag niet worden afgeweken van de ingediende aanvraag.

  • 6. Degene aan wie de subsidie is toegekend, dient een door het college aangewezen persoon of instantie de gelegenheid te geven de wijze waarop de werkzaamheden zijn of worden uitgevoerd te controleren.

Artikel 3. De aanvraag

  • 1. De aanvraag om subsidie moet worden ingediend bij het college middels het daarvoor bestemde aanvraagformulier (Bijlage II).

  • 2. Een aanvraag om gevelrenovatiesubsidie wordt besproken met/ komt tot stand in samenwerking met de adviescommissie met als doel minimaal de gewenste kwaliteit te waarborgen, maar vooral om daadwerkelijk een verfraaiing van de gevel tot stand te brengen.

  • 3. De aanvraag moet worden ingediend alvorens men een aanvang heeft gemaakt met de uitvoering van de werkzaamheden.

  • 4. De uitvoering mag niet eerder beginnen dan nadat het College de subsidiebeschikking, en voor zover voor de werkzaamheden een vergunning is vereist een vergunning, heeft afgegeven.

  • 5. Bij de aanvraag dienen de volgende bescheiden te worden ingediend:

    • a.

      Een gespecificeerde offerte ten behoeve van de uitvoering van de werkzaamheden ten behoeve van gevelrenovatie;

    • b.

      Een gedetailleerde werkomschrijving of bestek van het plan;

    • c.

      Tekeningen en foto’s van de bestaande en tekeningen en/of foto’s van de te realiseren nieuwe toestand van de gevel (geveltekeningen minimaal schaal 1:100 en detailtekeningen van vormbepalende details schaal 1:5);

    • d.

      Kleurenvoorstel en materialisatie voor de betreffende onderdelen van de renovatie;

    • e.

      Naam en adres van de architect en/of (onder)aannemers;

    • f.

      Schriftelijke volmacht indien men optreedt namens de pandeigenaar.

  • 6. Indien niet alle gegevens zijn ingediend of er andere bescheiden noodzakelijk worden geacht, stelt het College de aanvrager in de gelegenheid alsnog de ontbrekende gegevens binnen een termijn van 4 weken in te dienen.

Artikel 4. Beoordelingscriteria

De subsidieaanvragen worden door de adviescommissie beoordeeld op basis van onderstaande criteria:

  • 1.

    Tijdstip van binnenkomst

  • 2.

    De welstandsnota en beoordeling door de stadsbouwmeester

  • 3.

    Het Stedenbouwkundig kwaliteitskader centrumgebied.

  • 4.

    Reclamenota

Artikel 5. Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35, van de Algemene wet bestuursrecht, kan de aanvraag om gevelrenovatiesubsidie worden geweigerd indien:

  • 1.

    geen sprake is van een activiteit als bedoeld in artikel 1 van deze regeling;

  • 2.

    niet wordt voldaan aan de in de artikel 2 genoemde voorwaarden;

  • 3.

    naar het oordeel van het college, na toetsing, twijfels bestaan over de levensvatbaarheid van de onderneming of de kredietwaardigheid van de aanvrager;

  • 4.

    de aanvraag niet voldoet aan de beoordelingscriteria uit artikel 4 van deze regeling

  • 5.

    het college eerder ten behoeve van dezelfde onderneming en/of aan dezelfde ondernemer subsidie op grond van deze verordening heeft verstrekt;

  • 6.

    er sprake is van een herhaalde aanvraag waarop al besluitvorming heeft plaatsgevonden;

  • 7.

    de aanvraag betrekking heeft op een onderneming waaraan in de periode van twee belastingjaren voorafgaand aan de aanvraag en het lopende belastingjaar reeds € 200.000,00 of meer aan overheidssteun verleend is (de-minimissteunverklaring, zie Bijlage III);

  • 8.

    het subsidieplafond van het betreffende jaar is bereikt.

Artikel 6. Uitsluitingsgronden

Uitgesloten voor gevelrenovatiesubsidie zijn:

  • -

    Wintertuinen of overkappingen;

  • -

    Gelijkwaardige vervanging van gevelreclame als afzonderlijke aanpassing;

  • -

    De renovatie van een gevel met als doel een uitstraling in strijd met de ordeningsprincipes uit de centrumvisie een aanloopstraten, zoals bijvoorbeeld het realiseren van een retailgevel of horecagevel in een aanloopgebied.

Artikel 7. Uitkering subsidie

Subsidie wordt uitgekeerd na gereed melding en oplevering van de werkzaamheden, waarbij de adviescommissie, of een afvaardiging daarvan, constateert dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd conform subsidiebeschikking.

Deel 3: Slotbepalingen

Artikel 1. Algemene Wet Bestuursrecht

Op deze verordening is titel 4.2 van de Algemene Wet Bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2. Hardheidsclausule

Het college kan van deze verordening afwijken voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang dat deze beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 3. Inwerkingtreding en duur

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de algemene bekendmaking daarvan, onder gelijktijdige intrekking van de “Subsidieverordening gevelrenovatie van de gemeente Brunssum”.

  • 2. Deze verordening geldt tot 31 december 2026.

Artikel 4. Overgangsrecht

De Subsidieverordening “Subsidieverordening gevelrenovatie van de gemeente Brunssum” blijft van toepassing op subsidieaanvragen die zijn ingekomen en verstrekt vóór de inwerkingtreding van de “Stimuleringsverordening voor nieuw ondernemerschap, bedrijfsverplaatsing en gevelrenovatie in het centrumgebied van Brunssum”.

Artikel 5. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Stimuleringsverordening voor nieuw ondernemerschap, bedrijfsverplaatsing en gevelrenovatie in het centrumgebied van Brunssum

Ondertekening

Bijlage I

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling