Verordening rechtspositie Raads- en Commissieleden (fractievolger) West Maas en Waal 2022

Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Intitulé

Verordening rechtspositie Raads- en Commissieleden (fractievolger) West Maas en Waal 2022

De raad van de gemeente West Maas en Waal,

gelezen het voorstel van het presidium van de raad van 27 juli 2021;

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99, 147 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.1.9 eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4, eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening rechtspositie Raads- en Commissieleden (fractievolgers)

West Maas en Waal 2022

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet,

dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

b. griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

c. raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden (presentiegeld)

Besloten is om dit artikel niet toe te passen.

Artikel 3. Toelage raadslid onderzoekscommissie (en bijzondere commissie)

Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van

de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de

gemeente een toelage toegekend. De hoogte van de toelage wordt bij verordening bepaald.

Artikel 4. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen binnen de gemeente

1. Voor het bijwonen van vergaderingen van de gemeenteraad en commissies alsmede voor reizen binnen de gemeente, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden of wordt aan een raads- of commissielid op declaratiebasis vergoed:

a. de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

b. bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een

werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt .

2. Voor reizen binnen de gemeente, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden aan een raads- of commissielid bij gebruik van een eigen auto tevens de parkeerkosten vergoed.

3. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

4. Indien een raads- of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen voor woon- werkverkeer en voor reizen binnen de gemeente, gemaakt voor de uitoefening van de functie, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

5. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raads- of commissielid maakt in verband met reizen binnen de gemeente voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 5. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

1. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewetworden aan een raads- of commissielid op declaratiebasis vergoed:

a. de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

b. bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een

werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt .

2. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het

gemeentebestuur, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de

parkeer-, veer- en tolkosten vergoed;

3. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

4. Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als

bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of

ter beschikking gesteld.

5. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of

commissielid maakt in verband met reizen buitenhet grondgebied ter uitvoering van een beslissing

van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 6. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

1. Een raadslid wordt eenmaal per jaar, in de maand december of in de maand van beëindiging van het raadslidmaatschap, een bedrag toegekend ter hoogte van het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden voor één maand, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarmee het raadslid voorzieningen kan treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een raadslid dat is benoemd in een plaats die is

opengevallen als gevolg van tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of

ziekte, op grond van artikel X12 van de Kieswet.

Artikel 7. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

1. Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in

verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit

decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de

griffier.

2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een

kostenspecificatie.

3. De griffier beslist op de aanvraag op basis van de overgelegde stukken en legt hierover

verantwoording af in het Presidium.

Artikel 8. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

1. Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste

van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie ip-devices met

hoes/toetsenbord ter beschikking wordt gesteld.

2. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

3. Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking

gestelde ip-devices compleet in bij de griffie/gemeente.

Artikel 9. Betaling en declaratie van reis- en verblijfskosten

1. Behoudens andersluidende bepalingen in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke

ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers, vindt de betaling van

reis- en verblijfkosten plaats door betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een

declaratieformulier.

2. Een aanvraag om een vergoeding van de kosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een

declaratieformulier en bewijsstukken.

3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden per kwartaal ingediend:

a. Raads- en commissieleden, met uitzondering van fractievoorzitters, dienen het formulier in bij de

fractievoorzitter. Als de fractievoorzitter akkoord is stuurt hij het declaratieformulier naar de griffie,

waar doorzending plaatsvindt naar salarisadministratie;

b. Fractievoorzitters dienen hun eigen declaratieformulier in bij de griffier. Als de griffier akkoord is,

wordt het declaratieformulier doorgestuurd naar de salarisadministratie.

4. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of

commissieleden binnen 1 maand na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 10. Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente West Maas en Waal 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden (fractievolgers) West Maas en Waal 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente West Maas en Waal, 9 december 2021.

De griffier, De voorzitter,

K.M. Vons V.M. van Neerbos