Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Bloemendaal 2022

Geldend van 31-12-2021 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Bloemendaal 2022

De raad van de gemeente Bloemendaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 november 2021;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening zone E9 Bloemendaal 2006;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Bloemendaal 2022

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    parkeren:

    het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    motorvoertuigen:

    hetgeen daaronder wordt verstaan in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;

  • c.

    houder:

    degene op wiens naam het motorrijtuig ten tijde van het parkeren in het kentekenregister, bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, was ingeschreven;

  • d.

    parkeerapparatuur:

    parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computers, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • e.

    centrale computer:

    computer van het bedrijf waarmee de gemeente Bloemendaal een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden:

      de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

      • -

        als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

      • -

        als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat, uitsluitend op schriftelijk verzoek, aanspraak op ontheffing voor de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend. Als de vergunning wordt toegezonden moet de belasting worden voldaan binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 4. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 66,50.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening parkeerbelastingen Bloemendaal 2021’, vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening parkeerbelastingen Bloemendaal 2022’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Bloemendaal gehouden op 16 december 2021.

voorzitter,

griffier,

TARIEVENTABEL

behorende bij de Verordening parkeerbelastingen Bloemendaal 2022.

  • 1.

    Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a bedraagt:

    • 1.1.

      Voor het parkeren bij parkeerapparatuur van 1 januari t/m 31 december op maandag t/m zaterdag van 09.00 uur tot 18.00 uur in het gebied:

      • a.

        Bloemendaalseweg (tussen Mollaan en Kerkplein)

      • b.

        Zomerzorgerlaan (tussen de ingang van Zomerzorgerlaan 50 en de Bloemendaalseweg)

      • c.

        Kerkplein (westzijde)

      • d.

        Donkerelaan (tussen Kerkplein en de inrit van Wildhoef)

    • € 1,60 per 60 minuten bij parkeerapparatuur geschikt voor een parkeertijd van 2 uur.

    • 1.2

      Voor het parkeren bij parkeerapparatuur van 1 januari t/m 29 februari en 1 november t/m 31 december op maandag t/m zondag van 10.00 uur tot 18.00 uur in het gebied Kop Zeeweg (Bloemendaal aan Zee) € 0,65 per 60 minuten, waarbij het maximaal te betalen dagtarief € 5,20 is.

    • 1.3

      Voor het parkeren bij parkeerapparatuur van 1 maart t/m 30 april en 1 september t/m 31 oktober op maandag t/m zondag van 08.00 uur tot 18.00 uur in het gebied Kop Zeeweg (Bloemendaal aan Zee) € 3,45 per 60 minuten, waarbij het maximaal te betalen dagtarief € 17,25 is.

    • 1.4

      Voor het parkeren bij parkeerapparatuur van 1 mei t/m 31 augustus op maandag t/m zondag van 08.00 t/m 22.00 uur in het gebied Kop Zeeweg (Bloemendaal aan Zee) € 3,45 per 60 minuten, waarbij het maximaal te betalen dagtarief € 24,15 is.

  • 2.

    Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

    • a.

      voor een vergunning tot het parkeren in een bepaald gedeelte van de gemeente € 87,00 per kalenderjaar;

    • b.

      voor een vergunning voor het parkeren in het gebied Kop Zeeweg (Bloemendaal aan Zee) ten behoeve van strandtenthouders en leden van de kampeervereniging € 266,20 per kalenderjaar.

Behorende bij raadsbesluit van 16 december 2021.

De griffier van de gemeente Bloemendaal.