Reglement voor functioneringsgesprekken 2009

1. Tenminste eenmaal per jaar vindt een functioneringsgesprek plaats tussen de medewerker en diens direct leidinggevende. Bij langdurige afwezigheid van de direct-leidinggevende kan diens horizontale vervanger of de naast-hogere leidinggevende het functioneringsgesprek voeren. Voor nieuwe medewerkers vindt binnen een half jaar na de indiensttreding een functioneringsgesprek plaats.

2. Op verzoek van de medewerker of de direct leidinggevende kan de naast-hogere leidinggevende, een directe collega, een coördinator van een betreffende cluster, een beleidsmedewerker P&O en/of een managementassistent het functioneringsgesprek bijwonen. Hierbij geldt als voorwaarde dat de andere gesprekspartner daarmee instemt.

3. Voor medewerkers van de buitendienst geldt dat de coördinator van de buitendienst samen met de voorman met hen het functioneringsgesprek voert. Op verzoek van de medewerker of de leidinggevende kan de naast-hogere leidinggevende, een beleidsmedewerker P&O en/of een managementassistent het functioneringsgesprek bijwonen. Ook hierbij geldt als voorwaarde dat de andere gesprekspartner daarmee instemt.

1. Het functioneringsgesprek heeft betrekking op het gewenste toekomstige functioneren van de medewerker, de werkomgeving en de rol van zijn direct leidinggevende daarbij. Hierbij wordt zoveel mogelijk de handleiding gevolgd.

2. De te maken duidelijke afspraken uit het functioneringsgesprek worden door of vanwege de leidinggevende in een verslag schriftelijk vastgelegd op een daartoe bestemd formulier, welke binnen 4 weken na het gesprek uitgereikt wordt aan de medewerker ter ondertekening voor akkoord. De direct leidinggevende ziet er op toe dat een getekend exemplaar zo spoedig mogelijk daarna in het personeelsdossier terecht komt.

3. Indien de medewerker het formulier niet wenst te ondertekenen dan dient hij/zij schriftelijk aan te geven waarom ondertekening niet heeft plaatsgevonden. Dit wordt in het personeelsdossier opgeborgen en ter kennisname aan de naast-hogere leidinggevende gebracht.

4. De afspraken die tijdens het functioneringsgesprek worden gemaakt met betrekking tot opleiding, vorming en training dienen te worden meegenomen bij de opstelling of actualisering van een persoonlijk ontwikkelingsplan van de medewerker.