Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR670701
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR670701/1
Regeling vervallen per 01-01-2023
Verordening reclamebelasting centrumgebied 2022
Geldend van 31-12-2021 t/m 31-12-2022
Intitulé
Verordening reclamebelasting centrumgebied 2022RAADSBESLUIT
Openbaar
Zaaknummer 331566
Onderwerp Gemeentelijke belastingverordeningen 2022
De raad van de gemeente Baarn
- gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2021
- behandeld in het debat in de raad d.d. 8 december 2021
b e s l u i t:
De volgende gemeentelijke belastingverordeningen en tarieven vast te stellen:
1. Verordening afvalstoffenheffing 2022
2a. Verordening begraafplaatsrechten 2022
2b. Tarieventabel begraafplaatsrechten 2022
3. Verordening forensenbelasting 2022
4 . Verordening hondenbelasting 2022
5a. Legesverordening 2022
5b. Tarieventabel legesverordening 2022
6. Verordening marktgelden 2022
7. Verordening onroerendezaakbelastingen 2022
8a. Verordening precariobelasting 2022
8b. Tarieventabel precariobelasting 2022
9. Verordening reclamebelasting Centrumgebied 2022
10. Verordening rioolheffing 2022
11. Verordening roerende zaakbelastingen 2022
12. Verordening toeristenbelasting 2022
Vastgesteld in de vergadering, op 22 december 2021
C. Heusingveld griffier,
M.A. Röell voorzitter
Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting centrumgebied 2022
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder een:
a. reclameobject: een openbare aankondiging in letters, cijfers, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;
b. vestiging: een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt;
c. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;
d. jaar: een kalenderjaar.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam reclamebelasting wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende bijlage I, een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.
- 2.
In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting voor een openbare aankondiging die is aangebracht door tussenkomst van een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar gestelde oppervlakken, geheven van die natuurlijk persoon of rechtspersoon.
Artikel 4 Vrijstellingen
De reclamebelasting wordt niet geheven voor een openbare aankondiging:
a. door publiekrechtelijke rechtspersonen gedaan in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak of die uitsluitend het algemeen belang dienen;
b. door kerkgenootschappen;
c. die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;
d. door politieke groeperingen ten tijde van verkiezingen of verkiezingscampagnes;
e. van niet-commerciële, culturele of maatschappelijke aard;
f. die ten doel hebben de verkoop of verhuur van een onroerende zaak of roerende zaak, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of de te verhuren zaak;
g. op bouwterreinen, voor zover de opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerken;
h. aangebracht op een voertuig of (lucht)vaartuig, tenzij deze kennelijk in hoofdzaak zijn bestemd voor openbare aankondigingen met een verkoop- of verhuur bevorderend karakter;
i. die alleen bestaan uit een Europese, Nederlandse, provinciale of gemeentelijke vlag;
j. die korter aanwezig zijn dan dertien weken, tenzij deze aankondigingen geplaatst zijn in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden geplaatst, die individueel korter dan dertien weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk dertien weken of meer aanwezig zijn.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag per vestiging waar één of meer openbare aankondigingen zijn aangebracht.
- 2.
Voor de toepassing van dit artikel worden, indien meerdere gebouwen of bouwwerken of gedeelten daarvan naast of tegenover elkaar zijn gelegen en tezamen door dezelfde belastingplichtige worden gebruikt als één geheel, aangemerkt als één vestiging.
- 3.
De belasting bedraagt per belastingjaar voor openbare aankondigingen die zijn aangebracht aan, in of bij vestigingen, per vestiging, gelegen in de zogenoemde:
a. kernstraten, zoals beschreven in bijlage I van deze verordening, € 400,00;
b. aanloopstraten, zoals beschreven in bijlage I bij deze verordening, € 200,00.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 7 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Wijze van heffing
De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Termijn van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
- 2.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
- 3.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.
Artikel 12 Overgangsrecht
De Verordening reclamebelasting centrumgebied 2021 van 16 december 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 13 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de Ie dag na die van bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is I januari 2022.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening reclamebelasting centrumgebied 2022.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare vergadering van 22 december 2021.
Namens deze,griffier, voorzitter
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl