Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen Zuid-Holland 2022

Geldend van 16-02-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen Zuid-Holland 2022

Provinciale staten van Zuid-Holland;

Gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 2 november 2021, PZH-2021-788486751;

Gelet op artikel 15.44 van de Wet milieubeheer;

Overwegende dat het wenselijk is de Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 2014 te actualiseren;

Overwegende dat het wenselijk is, gezien de omvangrijke wijziging als gevolg van genoemde actualisatie, de voornoemde verordening in te trekken en te vervangen door een nieuwe verordening;

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen Zuid-Holland 2022

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    ALM: asset-liability management

  • -

    doelvermogen: het voor de eeuwigdurende nazorg benodigde vermogen, dat op het moment van aanvang van de nazorg in het fonds aanwezig dient te zijn;

  • -

    fonds: provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland;

  • -

    gecalculeerd doelvermogen: het contant gemaakte doelvermogen, op basis van de geldende rekenrente naar een bepaald moment;

  • -

    gedeputeerden: gedeputeerde belast met de provinciale financiën en de gedeputeerde belast met de nazorg, dan wel, in het geval deze portefeuilles bij één persoon berusten, een door gedeputeerde staten aan te wijzen tweede gedeputeerde;

  • -

    gesloten stortplaats: hetgeen hier op grond van artikel 8.47 van de wet onder wordt verstaan;

  • -

    nazorg: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 8.49, lid 1, van de wet;

  • -

    nazorgheffing: directe provinciale belasting waarbij een heffing wordt geheven ter bestrijding van de kosten gemoeid met (a) de in artikel 8.49, eerste lid, van de wet bedoelde zorg voor de in de provincie Zuid- Holland gelegen stortplaatsen of (b) de dekking van de aansprakelijkheid, bedoeld in artikel 6:176, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek;

  • -

    rekenrente: door het bestuur van het provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland vastgestelde rekenrente waarbij de besluitvorming over de rekenrente door het bestuur wordt ondersteund door de resultaten van een ALM-studie;

  • -

    sluitingsverklaring: verklaring als bedoeld in artikel 8.47, derde lid, van de wet;

  • -

    stortplaats: hetgeen hier op grond van artikel 8.47 van de wet onder wordt verstaan;

  • -

    storten van afvalstoffen: op of in de bodem brengen van afvalstoffen, al dan niet in verpakking, om deze stoffen daar te laten;

  • -

    tarieventabel: in de bijlage behorende bij deze verordening opgenomen tarieventabel;

  • -

    uitvoeringsorganisatie: de rechtspersoon of instantie waaraan op grond van artikel 8.50, lid 2, van de wet door gedeputeerde staten van de provincie de zorg voor de uitvoering van de nazorgwerkzaamheden, zoals aangegeven in lid 1 van dat artikel, is opgedragen;

  • -

    werkelijk opgebouwd doelvermogen: het doelvermogen dat op een bepaalde datum werkelijk in het fonds is opgebouwd, berekend met de opgelegde heffingen, de beleggingsresultaten en de daaraan gerelateerde (uitvoerings)kosten;

  • -

    wet: Wet milieubeheer.

Artikel 2 Belastingplicht

De nazorgheffing wordt geheven van de exploitant die een stortplaats drijft en wordt geheven per stortplaats.

Artikel 3 Vrijstellingen

De nazorgheffing wordt niet geheven op baggerspeciestortplaatsen, die worden gedreven of mede worden gedreven door de minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Artikel 4 Maatstaf van de heffing

De nazorgheffing is gebaseerd op het doelvermogen waarbij de bepaling van het doelvermogen plaatsvindt op het door gedeputeerde staten van Zuid-Holland vastgestelde beleid.

Artikel 5 Tarieven

  • 1. De nazorgheffing wordt zodanig vastgesteld dat uit de opbrengst van de heffing en de daarover verkregen rentebaten en beleggingsresultaten de kosten kunnen worden bestreden, die naar verwachting gemoeid zullen zijn met de uitvoering van het in artikel 8.49, derde en vierde lid van de wet bedoelde nazorgplan en de daarop afgegeven beschikking waarmee gedeputeerde staten hebben ingestemd, of indien geen nazorgplan geldt, de in artikel 8.49 eerste en tweede lid van de wet bedoelde zorg voor die stortplaats.

  • 2. De nazorgheffing wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de tarieventabel.

  • 3. In het jaar dat de sluitingsverklaring wordt afgegeven is het tarief van de heffing gelijk aan het verschil tussen (i) het doelvermogen zoals dat op het moment van afgifte van de sluitingsverklaring kan worden bepaald en (ii) het werkelijk opgebouwd vermogen ten behoeve van de nazorg van de stortplaats zoals die blijkt uit de jaarrekening van dat fonds welke is vastgesteld voorafgaand aan het jaar van afgifte van de sluitingsverklaring. In het jaar van de sluiting is artikel 5 lid 4 en 5 van deze verordening niet van toepassing.

  • 4. Als het werkelijk opgebouwd doelvermogen in enig kalenderjaar minder bedraagt dan 95% van het gecalculeerd doelvermogen in dat kalenderjaar, wordt de nazorgheffing in dat kalenderjaar zodanig vastgesteld dat het werkelijk opgebouwd doelvermogen in dat kalenderjaar 100% bedraagt van het gecalculeerd doelvermogen in dat kalenderjaar.

  • 5. Als het werkelijk opgebouwd doelvermogen in enig kalenderjaar meer bedraagt dan 105% van het gecalculeerd doelvermogen in dat kalenderjaar, wordt de nazorgheffing in dat kalenderjaar zodanig vastgesteld dat het werkelijk opgebouwd doelvermogen in dat kalenderjaar 100% bedraagt van het gecalculeerd doelvermogen in dat kalenderjaar.

  • 6. Over het werkelijk opgebouwd doelvermogen in enig kalenderjaar tussen de 95% en 105% wordt niet geheven, tenzij er sprake is van de definitieve aanslag van het definitieve doelvermogen op het moment van sluiting van een stortplaats.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is een kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De nazorgheffing wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Tijdstip van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de nazorgheffingen worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de aanslag.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

  • 3. Op verzoek van een exploitant kan uitstel van betaling worden aangevraagd.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de nazorgheffing wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Voorlopige aanslag

  • 1. Na aanvang van het belastingtijdvak kan de in artikel 227a, tweede lid, lid b van de Provinciewet bedoelde provincieambtenaar aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag opleggen tot ten hoogste het bedrag, waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

  • 2. Een voorlopige aanslag kan met inachtneming van het vorige lid, door één of meer voorlopige aanslagen worden aangevuld.

  • 3. De voorlopige aanslagen worden met de definitieve aanslag verrekend.

Artikel 11 Intrekking

De Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 2022.

Ondertekening

Den Haag, 15 december 2021

Provinciale staten van Zuid-Holland

B.S.M. Sepers, griffier

drs. J. Smit, voorzitter

Bijlage Tarieventabel behorende bij artikel 5 van de Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 2022

Locatie

Aanvang nazorg

Storten beëindigd?

(J/N)

Te bereiken doelvermogen

(in € 1.000)

Heffing 2023

(in €)

1. Crayestein-West

2045

J

8.448

-/- 164.684

2. Mineralz Maasvlakte

2052

N

19.358

-/- 324.084

3. Derde Merwedehaven

2024

J

15.193

0