Landsverordening van de 19de april 1977 ter regeling van het voldoen van belastingschulden voor het vertrek uit de Nederlandse Antillen

Geldend van 01-10-1997 t/m heden

Intitulé

Landsverordening van de 19de april 1977 ter regeling van het voldoen van belastingschulden voor het vertrek uit de Nederlandse Antillen

Artikel 1

Deze landsverordening verstaat onder:

  • a.

    ,,belastingplichtige’’: degene die krachtens enige fiscale heffingslandsverordening, zoals de Landsverordening op de Inkomstenbelasting 1943 en de Grondbelasting- verordening 1908, als zodanig is aangewezen;

  • b.

    ,,eilandsontvanger’’: de ontvanger van het eilandgebied waar de belastingplichtige zijn woonplaats heeft. Voor wat betreft het eilandgebied de Bovenwindse Eilanden de ontvanger van het eiland waar de belastingplichtige zijn woonplaats heeft.

Artikel 2

  • 1. Iedere belastingplichtige, die de Nederlandse Antillen wenst te verlaten, dient zich bij de belastingdienst in het eilandgebied waar hij woont aan te melden ter verkrijging van een verklaring inzake zijn belastingaanslagen.

  • 2. De eilandsontvanger verstrekt na aanzuivering of zekerheidsstelling een verklaring dat tegen het vertrek van de belastingplichtige op grond van deze landsverordening geen bezwaar bestaat.

  • 3. In afwijking van de leden 1 en 2 is de eilandsontvanger bevoegd in gevallen en onder voorwaarden geregeld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, een verklaring af te geven welke in plaats treedt van de verklaring bedoeld in het vorige lid.

Artikel 3

  • 1. De belastingplichtige is gehouden een der verklaringen als bedoeld in artikel 2 leden 2 en 3 aan de bevoegde autoriteit over te leggen.

  • 2. Door of namens de Minister van Justitie wordt het vertrek uit de Nederlandse Antillen, desnoods met de sterke arm, verhinderd van een belastingplichtige die een van deze verklaringen niet overlegt aan de bevoegde autoriteit.

Artikel 4

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen ambtenaren van de Belastingdienst. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in De Curaçaosche Courant.

  • 2. De krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen.

  • 3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren.

  • 4. Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.

Artikel 5

  • 1. De belastingplichtige die de Nederlandse Antillen verlaat, wetende dat hij zijn belastingschuld niet heeft voldaan of geen zekerheid ter zake heeft gesteld, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van ten hoogste honderdduizend gulden.

  • 2. De belastingplichtige die de Nederlandse Antillen verlaat zonder zijn belastingschulden te voldoen, dan wel zekerheid ter zake te stellen, wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden.

  • 3. Het in het eerste lid strafbaar gestelde feit is een misdrijf.

  • 4. Het in het tweede lid strafbaar gestelde feit is een overtreding.

Artikel 6

De Ministers van Justitie en Financiën stellen instructies vast ter uitvoering van deze landsverordening.

Artikel 7

  • 1. Deze landsverordening kan worden aangehaald als ,,Landsverordening vereffening belastingschulden bij vertrek” onder toevoeging van het jaartal van het publikatieblad waarin zij is geplaatst.

  • 2. Zij treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging.