Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR670483
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR670483/2
Regeling vervallen per 01-01-2023
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2022
Geldend van 19-02-2022 t/m 31-12-2022
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2022De raad van de gemeente Wormerland;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2021,
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2022
(Verordening afvalstoffenheffing 2022)
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
-
1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
-
2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven terzake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
-
3. De afvalstoffenheffing bestaat uit:
- a.
een vast bedrag per jaar;
- b.
vermeerderd met een gedifferentieerd bedrag per keer dat afvalstoffen ter inzameling worden aangeboden.
- a.
Artikel 3 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 5 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.
-
2. Per belastbaar feit kan afzonderlijk worden geheven.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel, is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of, zo dit eerder is, bij de beëindiging van de belastingplicht.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1. van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de, in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel genoemde, voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven.
-
5. Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.
-
6. De financiële tegemoetkoming, bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieven tabel is een vergoeding die na afloop van het belastingjaar, na rato van het aantal volle maanden dat de tegemoetkoming is toegekend, aan bewoners met een erkende medische indicatie wordt uitgekeerd.
Artikel 8 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. In afwijking van het eerste lid geldt, dat in geval het totaalbedrag van een of meerdere aanslagen op één aanslagbiljet meer is dan € 100 en minder is dan € 5.000 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
-
3. Voor belastingbedragen tot € 10 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.
-
4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2021’ van 15 december 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
-
4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing 2022”.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering
van de Raad van de gemeente Wormerland,
gehouden op 21 december 2021,
de griffier,
I. Vrolijk
de voorzitter,
A.J. Michel-de Jong
Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2022.
Algemeen
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
|
HOOFDSTUK 1 MAATSTAVEN EN JAARLIJKSE TARIEVEN AFVALSTOFFENHEFFING |
|
|
|
|
1.1 |
De belasting wordt per perceel berekend naar een vast tarief, verhoogd met één of meer gedifferentieerde tarieven |
|
1.1.1 |
Het vaste belastingtarief bedraagt per perceel per belastingjaar: |
|
1.1.2 |
indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door één persoon |
€ 278,56 |
1.1.3 |
indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indiende belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door twee personen of meer |
€ 278,56 |
1.2. |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 bedraagt het gedifferentieerde belastingtarief: |
|
1.2.1 |
voor de aanbieding van een minicontainer van 140 liter bestemd voor restafval, per aanbieding |
€ 5,66 |
1.2.2 |
voor de aanbieding van een minicontainer van 240 liter bestemd voor restafval, per aanbieding |
€ 8,70 |
1.2.3 |
voor de ontgrendeling van de (ondergrondse) container voor restafval |
€ 2,18 |
Aldus besloten in de openbare vergadering
van de Raad van de gemeente Wormerland,
gehouden op 21 december 2021,
de griffier,
I. Vrolijk
de voorzitter,
A.J. Michel-de Jong
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl