Verordening fractieondersteuning 2022

Geldend van 14-07-2022 t/m 17-08-2023

Intitulé

Verordening fractieondersteuning 2022

De Raad van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van het Presidium van 9 december 2021 (raadsvoorstel nr. 21bb015481); raadsstuk 21bb016076;

gelet op artikel 33 lid 3 van de Gemeentewet;

besluit:

  • 1.

    De hiernavolgende Verordening fractieondersteuning 2022 vast te stellen.

  • 2.

    De Verordening fractieondersteuning 2018 tegelijkertijd in te trekken.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    fractie:

    elke groepering in de raad die bij aanvang van een nieuwe zittingsperiode van de raad is geregistreerd in overeenstemming met artikel G3 van de Kieswet of die is gevormd naar aanleiding van een mededeling van een lid van de raad in overeenstemming met het betreffende artikel in het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de Gemeenteraad;

  • b.

    tegemoetkoming:

    de tegemoetkoming bedoeld in artikel 2, eerste lid;

  • c.

    voorschot:

    1/12 deel van de jaarlijkse tegemoetkoming;

  • d.

    verantwoording:

    de balans, de staat van baten en lasten, de toelichting hierop en het verslag van de kascontrolecommissie;

  • e.

    egalisatiereserve:

    reserve met als doel kosten gelijkmatig over de raadsperiode te spreiden;

  • f.

    gemengde kosten:

    kosten die zowel het fractiebelang als het partijbelang dienen;

  • g.

    accountant: de accountant die is belast met de controle van de uitgaven die gedaan zijn op grond van deze verordening;

  • h.

    presidium:

    het Presidium van Rotterdam ingesteld volgens het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad;

  • i.

    griffier:

    Conform het mandaatbesluit van de raad aan de griffier is de griffier belast met de uitvoering van de bevoegdheid ingevolge de artikelen 8 en 10 van de Verordening fractieondersteuning;

  • j.

    groepering:

    één of meer raadsleden die onder dezelfde naam zitting hebben in de gemeenteraad;

  • k.

    verrekenen:

    middels het in specifieke gevallen aanpassen van de hoogte van het maandelijkse voorschot wegens af te wikkelen vorderingen op de tegemoetkoming.

Artikel 2 Tegemoetkoming en bevoorschotting

  • 1. De tegemoetkoming is een subsidie die gedurende een raadsperiode jaarlijks wordt verstrekt aan de fracties, op basis van hoofdstuk 4.2 van de algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Van gemeentewege kan aan het begin van iedere raadsperiode op aanvraag een voorschot op de tegemoetkoming worden vastgesteld voor de kosten die de fractie maakt voor ondersteuning bij de werkzaamheden ter vervulling van haar volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol.

  • 3. De raad verstrekt het in lid 2 bedoelde voorschot op de tegemoetkoming in maandelijkse termijnen.

  • 4. Uitbetaling van de voorschotten ten gunste van de fractie vindt plaats door overschrijving op de bankrekening van de stichting die, volgens de statuten, de ondersteuning van de desbetreffende fractie ten doel heeft.

Artikel 2a Overige voorzieningen

In aanvulling op de financiële tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt aan elke fractie een kamer in het stadhuis ter beschikking gesteld. Aan fracties kunnen daarnaast ICT-voorzieningen en facilitaire voorzieningen worden verstrekt.

Artikel 3 Ten laste van tegemoetkoming te brengen uitgaven

  • 1.

    • a.

      90% van de tegemoetkoming dient aangewend te worden ter bekostiging van personele, materiële of andere kosten die verband houden met ondersteuning van de fractie ten behoeve van het raadswerk en ter bevordering van standpuntbepaling van fracties voor besluitvorming in de gemeenteraad. De volgende begrotings- categorieën zijn hierop van toepassing:

      • Personeelskosten en overige arbeidsgerelateerde kosten (lonen en salarissen, sociale lasten, opleidingskosten, overige personele kosten)

      • ICT-kosten, automatisering, telefonie

      • Stichtingskosten, administratiekosten

      • Kantoorkosten

      • Verzekeringen (o.a. bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering)

      • Abonnementen

    • b.

      Maximaal 10% van de tegemoetkoming is vrij besteedbaar, mits dit rechtmatig wordt uitgegeven conform deze verordening.

    • c.

      Kosten die onder de 10% regeling vallen worden in de administratie apart geregistreerd.

  • 2. De tegemoetkoming wordt niet aangewend voor:

    • a.

      uitgaven in strijd met wettelijke bepalingen;

    • b.

      bijdragen aan politieke partijen, hieraan verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van een prestatie (goederen en/of diensten) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde declaratie;

    • c.

      uitgaven aan raadsleden die bekostigd dienen te worden uit de vergoedingen die raadsleden bij of krachtens de Gemeentewet ontvangen;

    • d.

      het doen van giften en sponsoring;

    • e.

      uitgaven ten behoeve van buitenlandse reizen;

    • f.

      uitgaven ten behoeve van de verkiezing of herverkiezing van raadsleden;

    • g.

      uitgaven die geheel of gedeeltelijk in het belang zijn of worden geacht van politieke partijen dan wel daaraan verbonden instellingen of natuurlijke personen;

    • h.

      directe of indirecte bevoordeling van derden ten nadele van de gemeente;

    • i.

      kosten voor kantoorruimte buiten het stadhuis, met uitzondering van huur van vergaderzalen buiten het stadhuis.

  • 3. Voor alle uitgaven geldt, dat deze afdoende worden verantwoord door onderliggende bescheiden, zijnde gespecificeerde declaraties waarbij de functionele aanleiding is aangegeven.

Artikel 4 Opbouw tegemoetkoming

  • 1. In het begrotingsvoorstel van het college wordt op voorstel van het presidium een bedrag voor fractieondersteuning opgenomen.

  • 2. Dit bedrag is ten minste het bedrag van de tegemoetkoming in het lopende jaar. Eens in de vier jaar vindt er een prijscorrectie plaats.

  • 3. De tegemoetkoming bestaat uit een vaste component en een variabele component. De vaste component bedraagt € 60.000,-- per raadsfractie. De variabele component bedraagt € 30.000,-- voor ieder lid dat de fractie telt. De verdeling vindt plaats op basis van de laatst gehouden verkiezingen voor de leden van de raad en de politieke groeperingen die zijn geregistreerd in overeenstemming met artikel G3 van de Kieswet of die zijn gevormd door het samengaan van fracties danwel door het overstappen van een raadslid naar een andere bestaande fractie.

[Artikel 4 lid 3 treedt in werking op 24 maart 2022]

Artikel 5 Egalisatiereserve

  • 1. De fractie kan een egalisatiereserve opbouwen en aanhouden. Het bestedingsdoel van de reserve is in overeenstemming met artikel 3 lid 1- a van deze verordening.

  • 2. De omvang van de egalisatiereserve is in 2022 en 2023 gemaximeerd op 75% van de jaarlijkse tegemoetkoming en in 2024 en verder op 50% van de jaarlijkse tegemoetkoming.

  • 3. De omvang van de egalisatiereserve wordt jaarlijks door de accountant beoordeeld en vastgesteld. Indien bij de vaststelling de reserve groter is dan het gestelde maximum, vindt verrekening van het verschil plaats door inhouding op de eerstvolgende periodieke betaling(en), danwel door terugstorting van het verschil in de gemeentekas.

Artikel 6 Splitsing van fracties of overstap van een raadslid naar een andere fractie

  • 1. Bij splitsing van een fractie tijdens een zittingsperiode kan voor de ondersteuning van de bij de splitsing betrokken fractie en nieuwe groepering samen geen hogere bijdrage worden verleend dan het voor de oorspronkelijke fractie geldende maximumbedrag.

  • 2. Bij splitsing kan de nieuwgevormde groepering aanspraak maken op maximaal de variabele component als bedoeld in het derde lid van artikel 4 voor elk lid van de nieuwe groepering. Op een vaste component kan door een nieuwgevormde groepering op geen enkele wijze aanspraak gemaakt worden.

  • 3. De nieuwe groepering kan geen aanspraak maken op de door de fractie in de oude samenstelling opgebouwde egalisatiereserve.

  • 4. De nieuwe groepering voldoet binnen zes weken na het ontstaan van de nieuwe groepering aan al het in deze verordening gestelde. Alle regels uit deze verordening zijn overeenkomstig van toepassing op een nieuwe groepering.

  • 5. De nieuwe groepering kan aanspraak maken op de overige voorzieningen, bedoeld in artikel 3.

Artikel 7 Administratieve verplichtingen

  • 1. De fractie voert een financiële administratie op basis van het stelsel van baten en lasten en conform de in artikel 3 lid 1-a voorgeschreven begrotingscategorieën. Deze administratie wordt op een zodanige wijze gevoerd dat deze steeds een volledig en juist inzicht geeft in alle bezittingen en schulden, verplichtingen, egalisatiereserves, baten en lasten, alsmede overige gegevens die voor de financiële verantwoording van belang zijn.

  • 2. Andere inkomensbronnen dan de tegemoetkoming die op basis van deze verordening wordt verstrekt, dienen afzonderlijk te worden geadministreerd.

  • 3. De administratie wordt zodanig ingericht dat op eerste aanvraag van de accountant nadere informatie kan worden gegeven en bescheiden of bewijsstukken met betrekking tot de uitgaven kunnen worden overgelegd.

  • 4. Bij uitgaven tot € 500,-- geldt dat er achteraf verantwoording door twee personen kan worden afgelegd. Autorisatie kan geschieden door fractiemedewerkers, fractieleden en bestuursleden.

  • 5. Bij uitgaven vanaf € 500,-- geldt dat de onderliggende bescheiden vooraf door twee personen worden geautoriseerd. Autorisatie kan geschieden door fractiemedewerkers, fractieleden en bestuursleden.

Artikel 8 Verantwoording

  • 1. De fractie dient jaarlijks voor 1 april van het jaar volgend op dat waarvoor de voorschotten werden verstrekt de verantwoording in bij de raad ter attentie van het presidium.

  • 2. Als de verantwoording niet voor 1 mei ingediend is, wordt de bevoorschotting gestaakt, tot het moment dat de verantwoording ingediend is.

  • 3. De fractie is verantwoordelijk voor een rechtmatige besteding van de ontvangen tegemoetkoming en het voldoen aan de verplichtingen zoals gesteld in deze verordening.

  • 4. De accountant controleert jaarlijks de verantwoordingen en de gevoerde administraties. De bepalingen op grond van de controleverordening gemeente Rotterdam zijn overeenkomstig van toepassing. Jaarlijks wordt, voorafgaande aan de controle, de controleopdracht vastgelegd via de opdrachtverstrekking aan de accountant. Na onderzoek door de accountant stelt de raad de definitieve tegemoetkoming vast.

  • 5. Indien de resultaten van het onderzoek door de accountant daartoe aanleiding geven, kan de raad aan een fractie nadere voorwaarden stellen, die in lijn zijn met het onderzoek van de accountant.

  • 6. Te veel ontvangen voorschotten worden verrekend na de vaststelling van de tegemoetkoming voor het jaar waarover verantwoording wordt afgelegd.

  • 7. Bij vermoedens van fraude staakt de bevoorschotting direct. Hierbij wordt artikel 4:56 van de algemene wet bestuursrecht gevolgd en vooraf het presidium geïnformeerd.

  • 8. Het rapport van bevindingen van de accountant over de verantwoording wordt actief openbaar gemaakt via het raadsinformatiesysteem, nadat de verantwoording in het presidium besproken is.

  • 9. Nadat de verantwoording in het presidium besproken is, wordt de definitieve beschikking vastgesteld.

Artikel 9 Einde raadsperiode

  • 1. Indien een fractie als gevolg van verkiezingen uit de raad verdwijnt, houdt de tegemoetkoming op met ingang van de datum dat de raad in de nieuwe samenstelling aantreedt.

  • 2. De egalisatiereserve die een in het eerste lid bedoelde fractie heeft opgebouwd wordt teruggestort in de gemeentekas, met uitzondering van het gedeelte van de egalisatiereserve dat moet worden aangewend voor de afhandeling van personele - en overige juridische verplichtingen. Het stichtingsbestuur is ervoor verantwoordelijk dat de resterende egalisatiereserve voor 1 juni van het jaar waarin de gemeenteraadsverkiezingen hebben plaatsgevonden, wordt teruggestort in de gemeentekas.

  • 3. Het stichtingsbestuur van fracties die na de verkiezingen uit de raad verdwijnen, dient voor 1 juni de verantwoording in van de voormalige fractie.

  • 4. Bij verlies van zetels na de gemeenteraadsverkiezingen blijft de fractievergoeding gedurende een halfjaar gehandhaafd op de hoogte van de fractievergoeding van voor de verkiezingen, ten behoeve van het afscheid nemen van medewerkers.

  • 5. Fracties die na de verkiezingen in de raad vertegenwoordigd blijven, dienen één verantwoording over het verkiezingsjaar in. De fractievergoeding is de optelsom van de tegemoetkoming tot aan de verkiezingen - en de tegemoetkoming na de verkiezingen.

  • 6. Aan de fractie of groepering verstrekte voorzieningen als bedoeld in artikel 3 blijven in de kamer achter indien een fractie of groepering ophoudt te bestaan.

Artikel 10 Terugvordering, verrekening, opschorting

  • 1. Indien in strijd wordt gehandeld met het bepaalde in deze verordening, is de raad bevoegd de in het geding zijnde uitgaven terug te vorderen dan wel te verrekenen met de tegemoetkoming voor het volgende jaar en kan de bevoorschotting worden opgeschort als de fractie de verplichtingen op basis van deze verordening niet tijdig of volledig nakomt.

  • 2. Het herstel van een onrechtmatigheid geschiedt door terugstorting van het betreffende bedrag in de fractiekas ten laste van een andere financieringsbron dan de tegemoetkoming zelf.

  • 3. Indien de raad voornemens is over te gaan tot terugvordering of verrekening geldt daarbij dat:

    • a.

      indien een onrechtmatigheid in de uitgaven is vastgesteld, deze uitgave door een derde persoon/organisatie dient te worden gecompenseerd. Compensatie vindt plaats ten gunste van het fractievermogen;

    • b.

      indien de onrechtmatigheid in de uitgaven niet kan worden gecompenseerd, wordt de betreffende onrechtmatigheid in mindering gebracht op het in de (voorlopige) beschikking vastgestelde bedrag;

    • c.

      indien een fractie hierbij in gebreke blijft, de raad kan overgaan tot dwangincasso bij de stichting zoals bedoeld in artikel 2 lid 4, bij de fractie en bij individuele in de fractie zitting hebbende raadsleden of voormalige raads- en fractieleden.

Artikel 11 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voldoende eenduidig is, respectievelijk niet voorziet, beslist het presidium.

Artikel 12 Stichting tot ondersteuning

  • 1. De fracties dienen gebruik te maken van een stichting zoals bedoeld in artikel 2 voor het in dienst nemen van medewerkers.

  • 2. De statuten van de stichting worden aan het begin van iedere raadsperiode aan de raad ter attentie van de griffier toegezonden.

Artikel 13 Nadere regels

  • 1. De raad kan nadere regels stellen over de registratie van fractiemedewerkers en de wijze waarop in fractieondersteuning wordt voorzien.

  • 2. Het bestuur van de stichting wordt gevormd door ten minste drie personen waarvan er tenminste één lid is van de fractie die door de stichting wordt ondersteund. Dit wordt aan het begin van iedere raadsperiode gecontroleerd door de griffier. Ten behoeve van voornoemde controle dient direct na de verkiezingen een afschrift van de oprichtingsakte en een uittreksel van de Kamer van Koophandel aan de griffier te worden overgelegd. Tevens dient een wijziging in de stichtingsakte dan wel in de inschrijving van de Kamer van Koophandel te allen tijde per omgaande aan de griffier te worden overgelegd in de vorm van een afschrift van de stichtingsakte en een (nieuw) uittreksel van de Kamer van Koophandel.

  • 3. Bestuursleden van de in artikel 2 bedoelde stichtingen overleggen direct na aantreden een verklaring omtrent het gedrag aan de griffier.

  • 4. Bestuursleden van de in artikel 2 bedoelde stichtingen worden geacht kennis te hebben van de inhoud van deze verordening - en op de hoogte te zijn van hun bestuurdersaansprakelijkheid.

  • 5. De raad hanteert per raadsperiode een driemaandenregeling voor de periode van drie maanden die eindigt met de dag van de gemeenteraadsverkiezingen. In deze periode komen kosten, die verband houden met uitingen van, voor en door een fractie, niet in aanmerking voor bekostiging vanuit de tegemoetkoming fractiekosten.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Met uitzondering van artikel 4 lid 3 treedt de verordening fractieondersteuning 2022 in werking op 1 januari 2022.

  • 2. Artikel 4 lid 3 treedt in werking op 24 maart 2022.

Artikel 15 Titel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening fractieondersteuning 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2021.

De griffier,

I.C.M. Broeders

De voorzitter,

A. Aboutaleb

Bijlage 1

Gemengde kosten, bijvoorbeeld afdelingsblad of doorbelaste kosten

Gemengde kosten kunnen volledig worden bekostigd uit de tegemoetkoming, indien het fractieaandeel in deze kosten 80% of meer bedraagt. In het geval het fractieaandeel lager is dan deze grens, wordt het partijaandeel verrekend.

Onder gemengde kosten wordt verstaan kosten die zowel het fractie- als partij belang dienen. Een voorbeeld is het opzetten van een website of de organisatie van een congres. Indien bijvoorbeeld in een afdelingsblad ook een "bon" zit om lid te worden van de vereniging/partij dan telt deze mee bij het partijaandeel.

Fractieaandeel in gemengde kosten

Partijaandeel in gemengde kosten

Minder dan 80%

21% of meer

Verrekening van partijdeel

80% of meer

20% of minder

Geen verdere verrekening

Hierbij wordt bezien onder wiens beheer, gezag of initiatief de uiting of activiteit tot stand is gekomen, toegangsbeleid bij activiteiten, adressering van facturen, aard van de uiting of activiteit en verwijzing daarbij naar de fractie en de kwaliteit en vormvereisten van (gespecificeerde) declaraties. Dit is ook van toepassing bij doorbelaste kosten door derden (bijvoorbeeld een politieke partij).

In een beperkt aantal gevallen kan de verdeling tussen het fractie-aandeel en het partijdeel niet anders vastgesteld worden dan op basis van 50% vs. 50%. Hieronder valt in ieder geval de nieuwjaarsreceptie.

In geval van twijfel over de toelaatbaarheid van gemengde kosten is het raadzaam om de accountant te consulteren, voordat verplichtingen worden aangegaan.

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 22 december 2021 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Toelichting behorende bij de Verordening fractieondersteuning

Artikel 1

Geen nadere toelichting.

Artikel 2

In artikel 33 van de Gemeentewet is vastgelegd dat de in de raad vertegenwoordigde groeperingen recht hebben op ondersteuning.

De ondersteuning is primair bedoeld om raadsfracties te helpen bij het komen tot standpuntbepaling over raadsbesluiten.

De tegemoetkoming is een subsidie die jaarlijks wordt verstrekt aan de fracties. Deze tegemoetkoming is een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Derhalve zijn ook de bepalingen uit titel 4.2 over subsidies van de Awb van toepassing op tegemoetkoming in de fractiekosten. De tegemoetkoming wordt jaarlijks als beschikking vastgesteld en aangeboden. Het aanvraagformulier voor de tegemoetkoming wordt door de griffier aan de stichtingen toezonden aan het begin van iedere nieuwe raadsperiode.

Uitbetaling van de voorschotten geschiedt door overmaking aan de stichting tot ondersteuning van de fractie. De stichting treedt slechts op als ontvanger en beheerder van de tegemoetkoming, onverlet de eigen verantwoordelijkheid van de fractie voor een rechtmatige besteding en het voldoen aan het gestelde in deze verordening. De voorschotten worden ten gunste van de fractie uitbetaald.

Uitgaven aan raadsleden die bekostigd dienen te worden uit de vergoedingen die raadsleden bij of krachtens de Gemeentewet ontvangen, mogen niet vanuit de fractiegelden bekostigd worden (zie ook: Verordening gemeenteraad Rotterdam houdende regels omtrent de rechtspositie van raads- en commissieleden).

Artikel 3 lid 1-a

Voor alle kosten die hieronder vallen, geldt dat het om kosten moet gaan die door de fractie ten behoeve van het raadswerk gemaakt worden en die dienen ter bevordering van standpuntbepaling van fracties voor besluitvorming in de gemeenteraad.

Daaronder worden verstaan kosten die verband houden met het voorbereiden, uitvoeren en uitdragen van het fractiebeleid.

De tegemoetkoming is in ieder geval bestemd voor de uitgaven die samenhangen met 1 fte administratieve ondersteuning per fractie en 0,4 fte beleidsondersteuning per raadslid en bijhorende bureaukosten. Voor beleidsondersteuning wordt indicatief uitgegaan van functieschaal 9 t/m 11.

De tegemoetkoming zal in hoofdzaak gebruikt worden voor de navolgende kosten (niet limitatief):

  • Personeelskosten en overige arbeidsgerelateerde kosten (lonen en salarissen, sociale lasten, opleidingskosten, overige personele kosten); het betreft zowel de kosten van medewerkers die op basis van een arbeidscontract alsook de kosten van medewerkers die op basis van een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten voor de fractie werken. Het gaat primair om de (secundaire) arbeidsvoorwaarden van de betreffende medewerkers, alsook om de kosten van personeelsbeheer en personeelsadministratie.

  • Bureau- en kantoorkosten (ICT-kosten, automatisering, telefonie). Het betreft kosten die verband houden met inrichting van een kantoorwerkplek, voor zover niet reeds ter beschikking gesteld door de gemeente Rotterdam, en de kosten van kantoorbehoeften die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het werk.

    • Stichtingskosten, administratiekosten: kosten die verband houden met het oprichten en het in stand houden van de stichting (met uitzondering van een vergoeding voor de bestuursleden van de stichting, dat is nadrukkelijk niet toegestaan).

    • Verzekeringen (o.a. bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering).

    • Abonnementen.

In geval van twijfel over de rechtmatigheid van specifieke uitgaven of reserveringen is het raadzaam om de accountant te consulteren of dit voor te leggen aan het presidium, voordat verplichtingen worden aangegaan. Het eindoordeel over de mate waarin aan voorwaarden is voldaan is voorbehouden aan de raad.

Artikel 3 lid 1-b

Maximaal 10% van de tegemoetkoming is “vrij” besteedbaar.

Deze bestedingen dienen apart in de administratie geregistreerd te worden.

Voor wat betreft de inhoudelijke besteding van dit deel van de fractieondersteuning worden de fracties daar grotendeels de vrijheid gelaten. Verder is in artikel 3 lid 2 een aantal doelen genoemd waarvoor de bijdrage niet gebruikt mag worden. Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd en dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk (vastgelegd in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, dat zijn grondslag vindt in de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet) aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning. Algemene opleidingen voor raads- en commissieleden die meestal worden georganiseerd door de griffie(r) dienen bekostigd te worden uit de gemeentelijke bedrijfsvoering en dientengevolge ook niet uit de bijdrage voor fractieondersteuning.

Deze cursussen worden veelal verzorgd door politiek neutrale instituten. Politiek georiënteerde cursussen zijn een aangelegenheid van de fracties zelf en kunnen daarom voor fractiemedewerkers bekostigd worden uit de fractieondersteuning.

Artikel 3 lid 2

  • a.

    Op grond van de Gemeentewet (rechtspositiebesluit) is het niet toegestaan ten laste van de tegemoetkoming vergoedingen aan raads- of commissieleden te verstrekken. Ook niet in geval zij als beleidsmedewerker of anderszins werkzaamheden voor een fractie hebben verricht.

  • b.

    Op grond van de Wet Subsidiering politieke partijen is het niet toegestaan dat ten gunste van (landelijke) politieke partijen, daarmee verbonden instellingen of natuurlijke personen uitgaven worden gedaan ten laste van de tegemoetkoming voor fractiekosten, tenzij facturen kunnen worden onderbouwd met aantoonbaar geleverde prestaties ten behoeve van de lokale fractieondersteuning. Dit ter voorkoming dat lokale partijen betalen voor ondersteuning vanuit de landelijke partij.

  • c.

    Er mogen geen uitgaven vanuit fractiebudget gedaan worden die bij of krachtens de Gemeentewet worden ontvangen. De wettelijke grondslag voor de rechtspositie van raads- en commissieleden zijn de artikelen 95, 97, 98 en 99 van de Gemeentewet. Het rechtspositiebesluit bevat een limitatief stelsel voor vergoedingen en onkosten voor raadsleden. De tegemoetkoming is niet bedoeld voor uitgaven die raadsleden geacht worden te voldoen uit hun inkomsten ex artikel 95 van de Gemeentewet. Ingevolge artikel 95 van de Gemeentewet ontvangen de raadsleden namelijk een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in hun kosten. Uit dit bedrag moeten de raadsleden hun individuele kosten zoals parkeergelden, lunches, diners, overnachtingen, telefoongesprekken, portokosten, rechtsbijstand en representatie voldoen. Kosten die worden geacht te zijn vergoed uit de raadsvergoeding die op basis van het rechtspositiebesluit wordt verstrekt kunnen derhalve niet ten laste van de tegemoetkoming voor fractieondersteuning worden gebracht.

    Op grond van de Verordening regels omtrent de rechtspositie raads– en commissieleden, worden raadsleden desgevraagd in de gelegenheid gesteld om op kosten van de gemeente deel te nemen aan cursussen en congressen die noodzakelijk zijn in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap. De raad stelt hiervoor jaarlijks in de begroting een budget per raadslid vast. Dergelijke uitgaven worden dus reeds van gemeentewege verstrekt en kunnen derhalve niet ten laste van de fractietegemoetkoming worden gebracht.

    Een raadslid kan geen vergoeding ontvangen voor werkzaamheden die hij/zij voor de fractie verricht.

  • d.

    Giften of leningen aan maatschappelijke organisaties, goede doelen of anderszins stroken niet met de in de gemeentewet beoogde doelstelling van fractieondersteuning en zijn derhalve niet toegestaan.

  • e.

    Fractiewerk en –ondersteuning wordt geacht binnen het Nederlandse grondgebied plaats te vinden.

  • f.

    (Her)verkiezing van raadsleden. Partijpolitieke uitgaven mogen niet ten laste van de tegemoetkoming gebracht worden. Als grens wordt gehanteerd het geven van publieke bekendheid aan de bijdrage van de fractie aan (de totstandkoming van) het gemeentebeleid en het algemeen informeren over het fractiebeleid.

    Uitingen, direct of indirect, gericht op (her)verkiezing van (kandidaat) raadsleden mogen niet ten laste worden gebracht van de tegemoetkoming.

Artikel 3 lid 3

Gemengde kosten (kosten die voor een deel de fractie – en voor een deel de partij betreffen) kunnen volledig worden bekostigd uit de tegemoetkoming, voor zover het fractieaandeel in deze kosten 80% of meer bedraagt. Verrekening van het resterende aandeel in de kosten wordt boven deze grens niet zinvol geacht. Ingeval het fractieaandeel lager is dan deze grens, dient het partijaandeel te worden verrekend.

De accountant is belast met de controle van de fractieverantwoordingen. Hij geeft daarbij ook een oordeel over de mate waarin aan bovengenoemd criterium is voldaan. De accountant let daarbij onder andere op onder wiens beheer, gezag of initiatief de uiting of activiteit tot stand is gekomen, toegangsbeleid bij activiteiten, adressering van facturen, aard van de uiting of activiteit en verwijzing daarbij naar de fractie en de kwaliteit en vormvereisten van (gespecificeerde) declaraties, etc.

Het fractieaandeel in de gemengde kosten dient te allen tijde helder verantwoord te worden. Dit met het oog op een eenduidige (en eenvoudige) wijze van beoordeling van deze kosten. Hiervoor is het ten minste noodzakelijk dat de kosten op basis van een gespecificeerde declaratie door de fractie worden overgelegd. Het fractieaandeel dient daaruit te blijken. Dit geldt ook voor eventueel doorbelaste kosten door derden, bijvoorbeeld een politieke partij. Indien declaraties waaruit het fractieaandeel moet blijken niet kunnen worden overgelegd of als het fractieaandeel niet eenduidig is af te leiden, komen de gemengde kosten in het geheel niet voor vergoeding in aanmerking. In het algemeen geldt dat de onderbouwing van gemaakte kosten c.q. het overleggen van relevante declaraties behoort tot de verantwoordelijkheid van de fractie.

Artikel 4

De tegemoetkoming bestaat uit een vaste component per fractie en een variabele component per raadslid. De vaste component wordt toebedeeld aan fracties die zijn gevormd op basis van de uitslag van de laatst gehouden verkiezingen. Hieruit volgt dat bij splitsing van een fractie tijdens de zittingsperiode, de nieuwe groepering maximaal aanspraak kan maken op de variabele component.

Artikel 5

Het is fracties toegestaan om een batig exploitatieresultaat toe te voegen aan een egalisatiereserve. Onttrekkingen aan de egalisatiereserve worden door de accountant getoetst op rechtmatigheid.

Omdat de fractievergoeding verhoogd is en omdat fracties die er na de gemeenteraadsverkiezingen in zetelaantal op achteruit gaan nog tot zes maanden na de verkiezingen de oude vergoeding doorbetaald krijgen, wordt de egalisatiereserve verlaagd. Voor de jaren 2022 en 2023 geldt een maximale egalisatiereserve van 75%. Vanaf 2024 geldt een maximale egalisatiereserve van 50%. De omvang van de egalisatiereserve wordt jaarlijks beoordeeld en vastgesteld. Als de omvang van de egalisatiereserve op dat moment hoger is dan is toegestaan, dan dient het batig saldo te worden teruggestort in de gemeentekas.

De egalisatiereserve is onder andere bedoeld voor voorzieningen voor de financiële afwikkeling van personele verplichtingen die ontstaan als gevolg van de verkiezingen. Bij de toetsing door de accountant, zal de hoogte van de verstrekte transitievergoeding in het kader van personele verplichtingen op redelijkheid worden getoetst.

Artikel 6

Het is denkbaar dat de samenstelling van een fractie tijdens een zittingsperiode van de raad wijzigt. Gemeenteraadsleden kunnen bijvoorbeeld uit hun fractie treden en zelfstandig verder gaan of zich aansluiten bij een andere fractie of groepering in de gemeenteraad.

Voor die situaties is in artikel 6 geregeld dat die raadsleden slechts aanspraak kunnen maken op de variabele component voor de ondersteuning bij hun raadswerkzaamheden. De door de fractie in de oorspronkelijke samenstelling opgebouwde egalisatiereserve komt bij splitsing niet voor verdeling in aanmerking.

Artikel 7

De administratie dient zodanig te zijn ingericht dat op eerste aanvraag van de accountant nadere informatie kan worden verschaft en bescheiden of bewijsstukken met betrekking tot de uitgaven kunnen worden overgelegd. Er dient sprake te zijn van een deugdelijke verantwoording en administratie. Daaronder dient te worden verstaan dat per grootboekrekening (voor afzonderlijke kosten en opbrengsten) een onderbouwing direct beschikbaar is. Dit geldt ook voor eenmansfracties.

Daarbij zijn onderliggende declaraties gespecificeerd, duidelijk gemarkeerd als boekingsstuk en zijn de afzonderlijke boekingsstukken op logische wijze geordend. Indien sprake is van andere opbrengsten dan de tegemoetkoming die van gemeentewege wordt verstrekt, worden deze opbrengsten en daaraan gerelateerde kosten gescheiden geadministreerd. Autorisatie voor en verantwoording van uitgaven kan geschieden door fractiemedewerkers, fractieleden en bestuursleden.

Artikel 8

Het rapport van bevindingen van de accountant is openbaar, conform artikel 8 van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB). Genoemd stuk wordt via het raadsinformatiesysteem openbaar gemaakt, nadat het in het presidium besproken is. Fracties zijn zelf verantwoordelijk voor het openbaar maken van hun verantwoording.

De fractie is primair verantwoordelijk voor een rechtmatige besteding van de ontvangen tegemoetkoming en het voldoen aan de verplichtingen zoals gesteld in deze verordening. Het gebruik van een stichting voor onder meer het beheer van de ontvangen tegemoetkoming ontslaat een fractie niet van deze verantwoordelijkheid.

De accountant stelt bij de afzonderlijke fractieverantwoording een rapport van bevindingen op. De inhoud van dit rapport wordt besproken met de desbetreffende fractie, alvorens het rapport aan het presidium wordt gezonden. De bevindingen van de accountant krijgen hun weerslag in een integrale rapportage die aan het presidium beschikbaar wordt gesteld voor besluitvorming. Het niet of niet tijdig indienen van de verantwoording kan leiden tot een gescheiden behandeling in het presidium onder opgaaf van redenen voor de vertraging.

Overschrijding van de indieningstermijn kan gepaard gaan met het (tijdelijk) stopzetten van de bevoorschotting of korting op de bevoorschotting.

De verantwoording over het achterliggende jaar dient voor 1 april ingediend te worden. Als de verantwoording niet voor 1 mei is ingediend, wordt de bevoorschotting gestaakt. De bevoorschotting wordt pas hervat nadat de verantwoording ontvangen is en hierin geen onrechtmatigheden geconstateerd zijn.

Fracties ontvangen eerst een voorlopige beschikking, na de controle door de accountant en bespreking in het presidium ontvangen ze een definitieve beschikking. Er kan verschil zitten tussen de voorlopige en de definitieve beschikking. De griffier is gemandateerd tot het afgeven van de beschikkingen.

Artikel 9

Na de verkiezingen blijft de egalisatiereserve beschikbaar voor fracties die onder dezelfde naam terugkeren in de raad. Indien een fractie of groepering na de verkiezingen niet terugkeert in de raad, kan geen aanspraak worden gemaakt op de opgebouwde egalisatiereserve.

Deze moet teruggestort worden in de gemeentekas. Hiervan is dus ook sprake indien een fractie doorgaat of terugkeert onder een nieuwe of andere naam.

Voor de fractie of groepering die ten gevolge van verkiezingen uit de gemeenteraad verdwijnt, houdt de tegemoetkoming voor ondersteuning bij haar raadswerkzaamheden op met ingang van de datum dat de raad in de nieuwe samenstelling voor het eerst bij elkaar komt. In lid 2 is expliciet aangegeven dat de opgebouwde egalisatiereserves teruggestort moeten worden in de gemeentekas, behoudens het bedrag dat nodig is voor de financiële afwikkeling van de personele lasten.

Omdat bij jaarrekening 2021 nog een egalisatiereserve van 100% aangehouden mag worden, zou dit voldoende moeten zijn voor de afwikkeling van alle juridische verplichtingen van de stichting.

Op gemotiveerd verzoek van het stichtingsbestuur aan de griffier kan in uitzonderlijke gevallen gekeken worden naar financieel maatwerk.

Bij de toetsing door de accountant, zal de redelijkheid van de hoogte van de verstrekte uitkering ingevolge personele verplichtingen worden getoetst aan de transitievergoeding.

Artikel 10

Het herstel van de onrechtmatigheid kan op één manier, te weten door terugstorting van het betreffende bedrag in de fractiekas ten laste van een andere financieringsbron dan de tegemoetkoming zelf.

Lid 3a

Van terugstorting in de fractiekas zal veelal sprake zijn indien het voordeel dat met de uitgave ten laste van de fractievergoeding samenhangt, duidelijk ten deel valt aan één of meerdere fractieleden, zoals bijvoorbeeld verstrekking van een abonnement voor openbaar vervoer of bijvoorbeeld betaling van een hotelovernachting van een raadslid.

Lid 3b

Dit betekent dat in het jaar, volgend op het jaar waarin de onrechtmatige uitgave werd gedaan, de uitkering van de fractievergoeding via de beschikking wordt gekort en verrekend voor het gelijke bedrag.

Daarnaast verplicht de fractie zich tot het nemen van maatregelen om de opgetreden onrechtmatigheid in de toekomst te voorkomen.

Na vaststelling van de beschikking volgt in geval van lagere vaststelling een verrekening met de maandelijkse tegemoetkoming. Het initiatief en de bewaking ligt bij de gemeente.

De fractie kan de terugbetaling verantwoorden als lagere inkomsten of rechtstreeks muteren op de reserve.

Artikel 11

Geen nadere toelichting.

Artikel 12

Uitbetaling van de tegemoetkoming geschiedt middels overschrijving aan een stichting. Dit ter voorkoming dat de tegemoetkoming gefiscaliseerd wordt voor de vermogensrendementsheffing. Voorts geldt de eis van een stichting voor het in dienst nemen van personeel. Met deze bepaling is de rechtszekerheid van de fractiemedewerkers beter geregeld.

Artikel 13

  • 1.

    Er bestaat een lijst met geregistreerde fractiemedewerkers bij de griffier. Fracties dienen nieuwe medewerkers altijd aan te melden voor deze lijst.

  • 2.

    Geen nadere toelichting.

  • 3.

    De verantwoordelijkheid om aan dit punt te voldoen ligt te allen tijde bij de fracties.

  • 4.

    De verantwoordelijkheid om aan dit punt te voldoen ligt te allen tijde bij de fracties.

  • 5.

    Geen nadere toelichting.

  • 6.

    In de Driemaandenregeling (zie art. 13 lid 6) wordt ervan uitgegaan dat alle uitingen in de periode van drie maanden voorafgaande aan de gemeenteraadsverkiezingen politiek geënt zijn. Indien hiervan wordt afgeweken is het risico dat de kosten achteraf als politiek worden beoordeeld. Gelet op partijbelangen moeten reguliere kostenposten voor de uitvoering van het fractiewerk gescheiden blijven van inspanningen en uitgaven voor de verkiezingen. Dit houdt ook in dat fractiemedewerkers geacht worden niet tijdens werktijd campagne te voeren.

    De Driemaandenregeling is bedoeld om een gelijk speelveld te creëren tussen partijen die wel – en partijen die niet in de gemeenteraad vertegenwoordigd zijn.

  • 7.

    Onder de kosten van uitingen worden hier niet verstaan de jaarlijkse, reguliere kosten voor het hebben en beheren van de website van de fractie.

Artikel 14

Geen nadere toelichting.

Artikel 15

Geen nadere toelichting.