Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening van de raad van Woerden houdende regels voor de heffing en invordering van leges 2022 (Legesverordening 2022)

Geldend van 01-01-2022 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening van de raad van Woerden houdende regels voor de heffing en invordering van leges 2022 (Legesverordening 2022)

De raad van de gemeente Woerden;

gelezen het voorstel d.d. 23 november 2021 van:

- burgemeester en wethouders

gelet op de artikelen 156, eerste lid en tweede lid, aanhef en onderdeel h, 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

b e s l u i t:

vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van leges 2022”

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Dag :de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    Week :een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    Maand :het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    Jaar :het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    Kalenderjaar :de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 - Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 - Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 - Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in de onderdelen die voorzien zijn van de notatie (fv) van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard, waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers;

  • d.

    bewijzen van in leven zijn, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon, bezoldiging, gages of soldij;

  • e.

    een paracommerciële rechtspersoon, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal- culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf. Dit geldt voor onderwerpen die in de bij deze verordening behorende tarieventabel zijn voorzien van de notatie (ph).

Artikel 5 - Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 - Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 - Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 - Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 - Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 - Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

  • 1.

    hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

  • 2.

    hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

  • 3.

    onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

  • 4.

    onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

  • 5.

    hoofdstuk 16 (kansspelen); een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 - Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening 2021, van 16 december 2020, gewijzigd per 13 juli 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 - Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 3.

    De in onderdeel 2.1.1.2 van de tarieventabel genoemde NEN2580 en NEN2631 wordt bekendgemaakt door terinzagelegging in de bibliotheek van het Nederlands Normalisatie Instituut en het gemeentehuis van Woerden.

Artikel 13 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Legesverordening 2022”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woerden in zijn openbare vergadering, gehouden op 23 december 202

De griffier, De voorzitter,

drs. M.J.W. Tobeas V.J.H. Molkenboer

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2022

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

 
 
 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in: het stadhuis van Woerden; de Schulenburgh te Kamerik; de Milandhof te Zegveld, op:

 

1.1.1.1

maandag tot en met donderdag tussen 10.30 en 15.30 uur

€ 390,00;

1.1.1.2

vrijdag tussen 10.30 en 15.30 uur

€ 520,00;

1.1.1.3

zaterdag tussen 10.30 en 15.30 uur

€ 725,00;

1.1.1.4

buiten de onder 1.1.1.1 tot en met 1.1.1.3 genoemde uren, maar op dezelfde dag, bedraagt het tarief

€ 845,00;

1.1.1.5

zondag of een daarmee gelijk gestelde feestdag

€ 970,00.

1.1.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk; in het stadmuseum Woerden; Plein 7; het Klooster; het voormalige gemeentehuis van Kamerik; in het restaurant De Kloosterhoeve te Harmelen, op:

 

1.1.2.1

maandag tot en met donderdag tussen 10.30 en 15.30 uur

€ 715,00;

1.1.2.2

vrijdag tussen 10.30 en 15.30 uur

€ 845,00;

1.1.2.3

zaterdag tussen 10.30 en 15.30 uur

€ 1040,00

1.1.2.4

buiten de onder 1.1.2.1 tot en met 1.1.2.3 genoemde uren, maar op dezelfde dag

€ 1.150,00

1.1.2.5

zondag of een daarmee gelijk gestelde feestdag

€ 1.240,00

1.1.3

Het tarief bedraagt ter zaken van sluiting van een huwelijk in de trouwzaal van het stadhuis door een ambtenaar burgerlijke stand zonder persoonlijke toespraak op;

 

1.1.3.1

dinsdagochtend om 9.30 uur 

€ 190,00

1.1.4

Voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek, gelden de tarieven genoemd onder 1.1.1.1 tot en met 1.1.2.5 met een verhoging van

€ 245,00.

1.1.4.1

Voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een vaste vrije locatie, gelden de tarieven genoemd onder 1.1.1.1 tot en met 1.1.2.5 met een verhoging van

€ 245,00.

1.1.4.2

Voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een externe vrije (éénmalige) locatie gelden de tarieven genoemd onder 1.1.1.1 tot en met 1.1.2.5 met een verhoging van

€ 245,00.

1.1.5

Indien ten behoeve van een te sluiten huwelijk of geregistreerd partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk een Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand van buiten de gemeente moet worden benoemd wordt het ingevolge artikel 1.1.1.1 tot en met 1.1.2.5 geheven legesbedrag verhoogd met

€ 135,00;

1.1.5.1

Indien ten behoeve van een te sluiten huwelijk of geregistreerd partnerschap een Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand van buiten de gemeente moet worden benoemd en beëdigd wordt het ingevolge artikel 1.1.1.1 tot en met 1.1.2.5 geheven legesbedrag verhoogd met

€ 360,00.

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.6.1

een trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 24,00;

1.1.7

Voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen, bedragen de daarvoor verschuldigde leges per getuige

€ 42,00.

1.1.8

Indien een in de gemeente te sluiten huwelijk/geregistreerd partnerschap wordt geannuleerd nadat melding van voorgenomen huwelijk/geregistreerd partnerschap in de gemeente heeft plaatsgevonden, worden administratiekosten in rekening gebracht ter hoogte van

€ 97,00.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 75,80;

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 57,30;

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 75,80;

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 57,30;

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 75,80;

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 57,30;

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 57,30;

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 68,50;

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 36,95;

1.2.6

van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

€ 33,35

1.2.7

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen:

€ 51,60;

1.2.8

voor het bezorgen van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde bedragen:

€ 16,25.

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 43,80

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt:

 

1.3.2.1

bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

1.3.3

Voor het verstrekken van een formulier omtrent de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen worden de daarvoor door het CBR vastgestelde kosten verhoogd met

€ 6,00

1.3.4

Voor het bezorgen van een in het onderdeel 1.3.1 genoemd document, zijnde een toeslag op de in het onderdeel 1.3.1 genoemde bedrag:

€ 16,25

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 13,00;

1.4.2.2

Tot het verstrekken van een persoonslijst uit het BRP

€ 25,00;

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in basisregistratie personen.

 

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 13,00;

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 8,00;

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 28,50.

1.4.7

Vervallen

 

1.4.7.1

Vervallen

 

1.4.7.2

Vervallen

 

1.4.7.3

Vervallen

 

1.4.8

Het tarief bedraagt voor het afgeven van verklaringen, niet genoemd in dit hoofdstuk, welke in het bijzonder belang van betrokken personen worden opgemaakt, per verklaring

€ 22,75;

1.4.9

Voor een als zodanig door de verzoeker aangeduide spoedaanvraag om inlichtingen uit de BRP, ontvangen en per ommegaande te beantwoorden per fax of e-mail, wordt het conform artikel 1.4.2.1. tot en met 1.4.8. geheven bedrag verhoogd met

€ 24,50.

Hoofdstuk 5 (Vervallen)

Hoofdstuk 6 (Vervallen)

Hoofdstuk 7 (Vervallen)

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

1.8.1.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

€ 5,70;

1.8.1.2

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 5,70;

1.8.1.3

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet

€ 5,70;

1.8.1.4

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

€ 5,70;

1.8.1.5

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet

€ 35,90.

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35;

1.9.2

tot het legaliseren van een handtekening

€ 11,00.

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 27,60

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk;

 

1.10.2.1

op A4 formaat zwart/wit, per kopie

€ 1,10

1.10.2.2

op A4 formaat in kleur, per kopie

€ 2,20

1.10.2.3

op A3 formaat zwart/wit, per kopie

€ 1,60

1.10.2.4

op A3 formaat in kleur, per kopie

€ 3,35

1.10.2.5

op A2 formaat zwart/wit, per kopie

€ 3,60

1.10.2.6

op A3 formaat in kleur, per kopie

€ 4,70

1.10.2.7

op A1 formaat zwart/wit, per kopie

€ 4,65

1.10.2.8

op A1 formaat in kleur, per kopie

€ 6,40

1.10.2.9

op A0 formaat zwart/wit, per kopie

€ 10,00

1.10.2.10

op A0 formaat in kleur, per kopie

€ 12,00

1.10.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift, uittreksel en of reproductie van een in het Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC) berustend stuk:

 

1.10.3.1

voor een kopie of scan van het originele archiefstuk:

 

1.10.3.1.1

op A4-formaat, per kopie of scan:

€ 0,70

1.10.3.1.2

op A3-formaat, per kopie of scan:

€ 1,35

1.10.3.1.3

op A2-formaat of groter (vooral bouwtekeningen), per kopie of scan:

€ 10,50

1.10.3.1.4

op A4-formaat in kleur, per kopie:

€ 1,60

1.10.3.1.5

op A3-formaat in kleur, per kopie:

€ 3,00

1.10.3.2

voor een scan van een afbeelding van foto of document die op de website van het RHC staat:

€ 5,00

1.10.3.3

gebruiksrecht foto’s voor commerciële activiteiten, per eenheid:

€ 31,70

1.10.4

Het startarief voor het op schriftelijk verzoek in behandeling nemen van een aanvraag van een dienst genoemd onder 1.10.3.1 t/m 1.10.3.2 bedraagt, mits de zoektijd niet meer omvat dan een kwartier en alle zoekspecificaties zijn gegeven:

€ 8,45

1.10.5

Het tarief bedraagt voor het op schriftelijk verzoek verrichten van beperkt onderzoek in de archieven door personeel van het RHC, ongeacht het resultaat, voor elk kwartier of gedeelte daarvan:

€ 18,50

1.10.6

Op de onderdelen 1.10.3 tot en met 1.10.5 zijn de onder bijlage III van deze verordening vastgestelde leveringsvoorwaarden van toepassing.

 

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.1

tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 8,60;

1.11.2

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 150,00;

Hoofdstuk 12 (Vervallen)

Hoofdstuk 13 Kinderopvang

1.13.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

1.13.1.1

het in exploitatie nemen van een kindcentrum (dagopvang, buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet Kinderopvang.

€ 1350,00

1.13.1.2

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet op Kinderopvang

€ 480,00

1.13.2

Indien een aanvraag als bedoeld in 1.13.1.2 wordt afgewezen, bedraagt het tarief voor elke volgende aanvraag in hetzelfde kalenderjaar

€ 240,00

Hoofdstuk 14 (Vervallen)

Hoofdstuk 15 (Vervallen)

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50;

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50;

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 56,50.

Hoofdstuk 17 Kabels en Leidingen

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een vergunning of een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

 

1.17.1.1

indien het betreft tracés tot 250 m¹

€ 325,10;

1.17.1.2

indien het betreft tracés vanaf 250 m1 tot 1500 m¹

€ 430,30;

1.17.1.3

indien het betreft tracés vanaf 1500 m1 tot 5000 m¹

€ 513,05;

1.17.1.4

indien het betreft tracés vanaf 5000 m1 en meer, per m1 tracé

€ 0,15.

1.17.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 m¹

€ 90,55

1.17.3

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in 11.1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met

€ 428,50.

1.17.4

Bij projecten met meer dan 10.000 m1 tracélengte is het college, vanwege redenen van algemeen belang, bevoegd afwijkende tariefafspraken te maken

 

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 65,35;

1.18.2

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 65,35;

1.18.3

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 27,50;

1.18.4

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:8 van de APV Woerden

€ 217,95

1.18.5

tot het verstrekken van een verkeersbesluit voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats conform artikel 26 sub c van het RVV, inhoudende het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats

€ 163,45

1.18.5.1

conform onderdeel 1.18.5 geheven legesbedrag wordt verhoogd met de kosten van het realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats met dien verstande dat deze kosten vóóraf schriftelijk kenbaar zijn gemaakt aan de aanvrager tot een maximum van

€ 545,05

1.18.5.2

indien de behandeling van een aanvraag tot het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats leidt tot een afwijzend besluit of binnen zes weken door middel van een schriftelijk ingediend verzoek wordt afgezien van het gebruik van de vergunning wordt in afwijking van onderdeel 1.18.5. een legesbedrag geheven van

€ 81,70

1.18.6

(fv) voor het verlenen van een vergunning ten behoeve van een wegafsluiting:

 

1.18.6.1

(fv) waarbij sprake is van een enkele afsluiting en waarvoor geen verkeersplan noodzakelijk is

€ 65,35

1.18.6.2

(fv) voor overige wegafsluitingen die zich niet beperken tot de in 1.18.6.1 vermelde criteria

€ 92,65

1.18.7

tot het verstrekken van een ontheffing van de vastgestelde route voor het transport van gevaarlijke stoffen met een geldigheidstermijn van maximaal 3 maanden

€ 183,35

1.18.8

tot het verstrekken van een ontheffing van de vastgestelde route voor het transport van gevaarlijke stoffen met een geldigheidstermijn van maximaal 12 maanden

€ 274,95

1.18.9

tot het verlengen van de onder 1.18.8 verleende ontheffing per jaar:

€ 137,45

1.18.10

voor een zelfstandige bijzondere toestemming

€ 91,60

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.19.1.1

fv) tot het verlenen van een vergunning voor het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 178,85

1.19.1.2

(fv) tot het verlenen van een vergunning of een ontheffing op grond van het gestelde in de Algemene Plaatselijke Verordening en zover niet elders in deze tabel genoemd.

€ 178,85

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van;

 

1.19.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 8,75

1.19.2.2

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 22,35

1.19.2.3

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 11,15

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

Het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

2.1.1.2

bouwkosten:

 

De in dit hoofdstuk genoemde ‘bouwkosten’ worden afgeleid van de kubieke meters of oppervlakte berekend volgens NEN 2580 (oppervlakte- en inhoudsberekening bouwwerken) vermenigvuldigd met als uitgangspunt de kengetallen zoals opgenomen in de in bijlage I bij deze tarieventabel vermelde “kengetallenlijst toetsing bouwkosten gemeente Woerden”. De uitkomsten hiervan vormen richtlijnen waarvan burgemeester en wethouders kunnen afwijken.

Voor bouwwerken die niet in de “kengetallenlijst toetsing bouwkosten gemeente Woerden” zijn genoemd of hiervan in belangrijke mate afwijken, wordt als uitgangspunt voor de bouwkosten genomen: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

Als maatstaf voor de berekening van de leges wordt de opgave van de geraamde bouwkosten gebruikt, tenzij de opgegeven bouwkosten meer dan 10% afwijken van de berekening volgens het gestelde in 2.1.1.1 en/of 2.1.1.2. Indien de afwijking als voornoemd groter is dan 10%, of indien bij de aanvraag geen opgave van de geraamde bouwkosten wordt gedaan, wordt de aanvrager verzocht om een onderbouwde opgave van de bouwkosten. Dit wil zeggen dat de opgave dient te worden aangeleverd zoals beschreven in NEN 2631.

De termijn voor het aanleveren van een onderbouwing van de opgegeven bouwkosten bedraagt maximaal twee weken na verzending van een schriftelijk verzoek hiertoe.

Indien niet of niet tijdig wordt gereageerd op het verzoek om een onderbouwde opgave van de bouwkosten, worden de leges berekend op grond van het gestelde in 2.1.1.1 en/of 2.1.1.2 en bij de definitieve aanslag vastgesteld.

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1

tot een haalbaarheidsverzoek of concept-aanvraag omgevingsvergunning in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo dan wel Wro vergunbaar is

€ 530,00;

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 
 
 
 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.1.1.1.

indien de bouwkosten minder dan € 2.501,00 bedragen:

€ 353,00

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 2.501,00 tot en met € 5.000,00 bedragen:

€ 470,00

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 5.001,00 tot en met € 10.000,00 bedragen:

€ 770,00

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 10.001,00 tot en met € 50.000,00 bedragen, dan is verschuldigd de sommatie van:

  • 1.

    een basistarief van:

  • 1.

    een percentage over de volledige bouwsom van:

€ 431,00

3,36%

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten € 50.001,00 tot en met € 500.000,00 bedragen, dan is verschuldigd de sommatie van:

  • 1.

    een basistarief van:

  • 1.

    een percentage over het meerdere van de vastgestelde bouwsom boven € 50.000,00 van:

€ 2.705,00

2,84%

2.3.1.1.6

indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedragen, dan is verschuldigd de sommatie van:

  • 1.

    een basistarief van:

  • 1.

    een percentage over het meerdere van de vastgestelde bouwsom boven € 500.000,00 van:

€ 16.244,00

1,79%

2.3.1.1.7

Indien een aanvrager deelneemt aan een proefproject in het kader van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, en voldoet aan de gestelde eisen, wordt het bedrag dat verschuldigd is aan leges, die voortvloeien uit artikel 2.3.1.1, verlaagd.

De toepassing van dit artikel geldt voor maximaal 5 proefprojecten/aanvragen per jaar.

30%

 

Met een maximum van:

€ 10.000

2.3.1.2

Extra welstandstoets

 

2.3.1.2.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit waarvoor toetsing door en/of namens de commissie Ruimtelijke Kwaliteit en Erfgoed c.q. de commissie voor ruimtelijke kwaliteit MooiSticht plaatsvindt, dan worden kosten in rekening gebracht overeenkomstig de in bijlage II vermelde tarieventabel.

 

2.3.1.2.2

Indien voor de beoordeling om een haalbaarheidsverzoek als bedoeld in 2.2.1 toetsing aan welstandscriteria moet plaatsvinden en een schriftelijk advies van commissie Ruimtelijke Kwaliteit en Erfgoed wordt verkregen, wordt het overeenkomstig 2.2.1 berekende bedrag verhoogd met de advieskosten zoals opgenomen in de in bijlage II vermelde tarieventabel.

 
 
 
 
 

Verplicht advies agrarische commissie

 

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift dan wel bestemmingsplan voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 902,00.

 
 
 
 

Achteraf ingediende aanvraag

 

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

125%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 
 
 
 
 

Beoordeling aanvullende gegevens

 

2.3.1.5

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

€ 177,00.

 
 
 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, in samenhang met de provinciale wegenverordening of de Algemene Plaatselijke Verordening bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 240,00.

 

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de aanlegactiviteit:

125%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 
 
 
 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo in behandeling wordt genomen (binnenplanse afwijking):

€ 343,00;

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo in behandeling wordt genomen (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 364,00;

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo in behandeling wordt genomen (buitenplanse afwijking):

€ 4.832,00

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo in behandeling wordt genomen (afwijking van exploitatieplan):

€ 452,00;

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo in behandeling wordt genomen (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 452,00;

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo in behandeling wordt genomen (afwijking van nationale regelgeving):

€ 452,00;

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo in behandeling wordt genomen (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 452,00.

 
 
 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo in behandeling wordt genomen (binnenplanse afwijking):

€ 364,00;

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo in behandeling wordt genomen (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 364,00;

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo in behandeling wordt genomen (buitenplanse afwijking):

€ 4.832,00

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo in behandeling wordt genomen (afwijking van exploitatieplan):

€ 452,00;

2.3.4.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo in behandeling wordt genomen (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 452,00;

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de in behandeling wordt genomen (afwijking van nationale regelgeving):

€ 452,00;

2.3.4.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo in behandeling wordt genomen (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 452,00.

 
 
 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

2.3.5.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 329,00.

2.3.5.2

Het bedrag van het onder 2.3.5.1 bedoelde tarief wordt vermeerderd met het tarief dat hieronder is vermeld met betrekking tot het bij de aanvraag behorende aantal bruto vierkante meters:

 
 
  • 1.

    0 tot 100 m2

€ 352,00

 

b.100 tot 500 m2

€ 925,00

 

c. 500 tot 2000 m2

€ 1.412,00

 

d. 2000 tot 5000 m2

€ 1.765,00

 

e. 5000 m2 of meer

€ 2.119,00

 
 
 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 10 van de Erfgoedverordening Woerden 2015, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument en/of het gebruiken of laten gebruiken van een monument waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht, waarbij de bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wabo onlosmakelijk verbonden is:

€ 294,00;

2.3.6.1.2

voor het slopen, verstoren, verplaatsen, herstellen of in enig opzicht

wijzigen van een monument en/of het gebruiken of laten gebruiken van een monument waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht, waarbij de bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo niet onlosmakelijk verbonden is:

€ 647,00.

2.3.6.1.3

Het tarief genoemd onder 2.3.6.1.1. en 2.3.6.1.2 wordt vermeerderd met de kosten voor het verkrijgen van een advies van de commissie Ruimtelijke Kwaliteit en Erfgoed, zijnde per advies:

€ 63,00

2.3.6.1.4

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.6.1.2 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de aanlegactiviteit: 

125%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 

2.3.6.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: 

€ 294,00.

 
 
 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 294,00.

 
 
 

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 279,00.

 
 
 

2.3.9

Uitweg/inrit

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 279,00.

2.3.10

Kappen

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale bomenverordening of artikel 2, eerste lid van de Algemene Bomenverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 234,00.

 
 
 

2.3.11

Opslag van roerende zaken

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:

€ 176,00;

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 176,00.

 
 
 

2.3.12

Natura 2000-activiteiten

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 139,00.

 
 
 

2.3.13

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 234,00.

 
 
 

2.3.14

Andere activiteiten

 

2.3.14.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.14.1.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 75,00;

2.3.14.1.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 75,00;

2.3.14.2

Voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning voor de activiteit “bouwen” dat voorziet in de plaatsing c.q. realisatie van een reclameobject bedraagt het tarief:

€ 176,00;

2.3.14.3

Indien een omgevingsverordening wordt aangevraagd voor een reclame object waarvoor zowel de activiteiten “bouwen”, als “wijzigen monument” van toepassing zijn , is alleen het tarief dat behoort bij onderdeel 2.3.6.1.2 verschuldigd.

 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 
 

Vervallen

 
 
 
 

2.3.16

Beoordeling rapport

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport wordt beoordeeld:

 

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig rapport

€ 725,00;

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch rapport

€ 264,00.

2.3.16.3

voor de beoordeling van een akoestisch onderzoek

€ 725,00

2.3.16.4

voor de beoordeling van een verzoek tot het volgen van een procedure verkrijgen hogere grenswaarde

€ 2.109,00

2.3.16.5

voor de beoordeling van een geuremissierapport

n.v.t.

2.3.16.6

voor de beoordeling van een luchtkwaliteitsrapport

€ 725,00

2.3.16.7

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoek

€ 725,00

 
 
 

2.3.17

Advies

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 347,00;

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in subsubonderdeel 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 

2.3.19

Buiten behandeling laten van een aanvraag

 

2.3.19.1

Het tarief bedraagt voor een aanvraag die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet in behandeling wordt genomen:

€ 211,00

2.3.19.2

Indien binnen 8 weken een nieuwe omgevingsvergunning voor hetzelfde project, geheel of gedeeltelijk bestaand uit bouw-, aanleg-, of sloopactiveiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2 en 2.3.7 wordt ingediend kan, indien deze aanvraag leidt tot een omgevingsvergunning, teruggaaf van de geheven leges voor de betreffende onderdelen worden verleend.

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

2.5.1.1

Vervallen

 
 
 

2.5.1.2

Vervallen

 
 
 

2.5.1.3

Vervallen

 
 
 

2.5.1.4

Indien binnen 8 weken een nieuwe omgevingsvergunning voor hetzelfde project, geheel of gedeeltelijk bestaand uit bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.4 en 2.3.7 wordt ingediend kan, indien deze aanvraag leidt tot een omgevingsvergunning, teruggaaf van de geheven leges voor de betreffende onderdelen worden verleend.

 
 
 
 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 
 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

30%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 
 
 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

35%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

2.5.3.3

Indien binnen 8 weken een nieuwe omgevingsvergunning voor hetzelfde project, geheel of gedeeltelijk bestaand uit bouw-, aanleg-, of sloopactiveiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.4 en 2.3.7 wordt ingediend kan, indien deze aanvraag leidt tot een omgevingsvergunning, teruggaaf van de geheven leges voor de betreffende onderdelen worden verleend.

 
 
 
 

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

 
 

Een bedrag minder dan € 45 wordt niet teruggegeven.

 
 
 
 

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 
 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

 

Hoofdstuk 6 (Vervallen)

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 271,00.

Hoofdstuk 8 Bestemmingsplanwijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 5.369,00.

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 3.758,00.

Hoofdstuk 9 Rioolaansluitingen

2.9

Rioolaansluitingen worden door of namens de gemeente aangelegd. Het betreft hier het gedeelte gelegen in de openbare grond. Er wordt een verbinding gemaakt tussen de ontstoppingsput en de gemeentelijke riolering.

 

2.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een rioolaansluitingvergunning

€ 266,00.

2.9.2

Het tarief genoemd onder 2.9.1 wordt verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan de aanvrager medegedeelde kosten van derden welke op basis van een offerte aan de aanvrager worden medegedeeld.

 

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 148,00.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

3.1.1

(ph) een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 464,80;

3.1.2

(ph) een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 928,50;

3.1.3

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet ,

€ 130,10;

3.1.4

(ph) een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet

€ 107,40;

3.1.5

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet

€ 88,05

3.1.6

(ph) een aanvraag tot het wijzigen van de terrasvergunning van de exploitatievergunning voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 en artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening;

€ 110,55

3.2

Het tarief per markeerpunaise waarmee een terras op openbare grond wordt afgepind bedraagt:

€ 37,55

3.3

Als een aanvrager zijn aanvraag om een nieuwe dan wel gewijzigde exploitatievergunning en/of drank- en horecavergunning als bedoeld in de onderdelen 3.1.1, 3.1.2 en 3.1.7 intrekt, terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:

 

3.2.1.1

(fv) een klein evenement, gedefinieerd als een evenement waarbij standaard vergunningsvoorwaarden van toepassing zijn

€ 59,00;

3.2.1.2

(fv) een middelgroot evenement, gedefinieerd als een evenement waarvoor adviesaanvragen noodzakelijk zijn van de wijkopzichter en/of marktmeester en/of hulpdiensten en/of aanvullende voorwaarden in de vergunning worden opgenomen

€ 118,10;

3.2.1.3

(fv) een groot evenement, gedefinieerd als een evenement waarvoor adviesaanvragen noodzakelijk zijn van de wijkopzichter en/of marktmeester en/of hulpdiensten, aanvullende voorwaarden in de vergunning worden opgenomen en waarvoor overleg en toezicht is vereist

€ 235,20;

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 59,00;

Hoofdstuk 3 Seksbedrijven

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.3.1.1

tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening,

 

3.3.1.1.1

voor een escortbedrijf

€ 887,20;

3.3.1.1.2

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in subonderdeel 3.3.1.1.1

€ 887,20;

3.3.1.1.3

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de subonderdelen 3.3.1.1.1 en 3.1.1.1.2

€ 887,20;

3.3.1.2

tot het wijzigen van een in subonderdeel 3.3.1.1 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

 

3.3.1.2.1

de exploitant aan wie de vergunning is verleend

€ 272,60

3.3.1.2.2

de op de vergunning vermelde of te vermelden beheerder of beheerders

€ 272,60

Hoofdstuk 4 (Vervallen)

Hoofdstuk 5 Marktstandplaatsen

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van de Marktverordening Woerden 2017:

 

3.5.1.1

tot het verlenen van een vaste-standplaatsvergunning (artikel 3, eerste lid):

€ 59,60;

3.5.1.2

tot het verlenen van een dagplaatsvergunning (artikel 3, eerste lid), die leidt tot vergunningverlening:

€ 59,60;

3.5.1.3

tot het verlenen van een standwerkvergunning (artikel 3, vierde lid), die leidt tot vergunningverlening:

€ 59,60;

3.5.1.4

tot het verlenen van een bedienvergunning (artikel 3, vijfde lid):

€ 59,60;

3.5.1.5

tot het overschrijven van een vaste-standplaatsvergunning op naam van een ander (artikel 9):

€ 59,60;

3.5.1.6

tot het toestaan van vervanging van de vergunninghouder (artikel 11, tweede lid):

€ 59,60.

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.6.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 88,30;

3.6.2

tot het wijzigen van een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing

€ 58,80.

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking 

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 232,70.

Behorende bij het raadsbesluit met nummer 21/D/039523 van 23 december 2021,

De griffier van de gemeente Woerden.

Bijlage I

Kengetallenlijst toetsing bouwkosten

peildatum 1-1-2022

Soort bouwwerk

Per m2 vloeropp. minimaal

Per m2 vloeropp. maximaal

Per m3 minimaal

Per m3 maximaal

Hoe luxueuzer hoe hoger de prijs per eenheid; hoe groter hoe goedkoper per eenheid

Prijs in €

Prijs in €

Prijs in €

Prijs in €

Woningbouw

 
 
 
 

Twee onder een kap tot 100 m2 / 280 m3

820

850

290

305

Twee onder een kap v.a. 100 m2 / 280 m3

745

820

268

290

 
 
 
 
 

Vrijstaande woning tot 120 m2

885

900

320

325

Vrijstaande woning v.a. 120 m2 

815

885

290

320

 
 
 
 
 

Tussenwoning

715

745

250

270

 
 
 
 
 

Flatwoning

745

860

265

300

 
 
 
 
 

Villa / landhuis

955

1255

340

450

 
 
 
 
 

Aan- en uitbouw aan woning

 
 
 
 

tot 40 m2

1.150

1.350

400

455

v.a. 40 tot 60 m2

1.000

1.178

350

410

v.a. 60 m2

860

1.017

300

350

 
 
 
 
 

Dakopbouw op woning (ca. 25 m2)

750

815

275

310

 
 
 
 
 

Dakkapel

€ 675,- plus € 1.150,- per strekkende meter

 
 
 
 

Voorbeeld 2,5 meter breed

3.500

 
 
 

Voorbeeld 3,5 meter breed

4.915

 
 
 

Voorbeeld 5,0 meter breed

6.375

 
 
 
 
 
 
 
 

Garage / berging

metselwerk plat dak

metselwerk kap

hout plat dak

hout kap

500

475

325

300

635

600

490

445

200

190

135

125

250

240

190

175

Kelder

tot 10 m2 / 25 m3

v.a. 10 m2 tot 20 m2 / 25 m3 tot 50 m3

v.a. 20 m2 / 50 m3

925

815

760

1.000

900

850

415

365

340

450

405

380

 
 
 
 
 

Dakterras

300

330

 
 
 
 
 
 
 

Overkapping / carport

225

245

85

1000

 
 
 
 
 

Tuinhuisje plat dak

kap

190

210

210

230

80

90

90

100

 
 
 
 
 

Erfafscheiding / m1 hout

metselwerk

80

300

85

400

 
 
 
 
 
 
 

Agrarische stal: runderen

 
 
 
 

nok tot 5,5 m hoog

195

220

50

55

nok v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

260

295

45

50

nok v.a. 7,5 m hoog

325

360

40

45

 
 
 
 
 

Agrarische stal:

varkens / kippen / paarden

 
 
 
 

nok tot 5,5 m hoog

320

340

80

110

nok v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

460

475

70

90

nok v.a. 7,5 m hoog

540

560

60

80

 
 
 
 
 

Mestkelders onder stal

75

90

35

45

 
 
 
 
 

Sleufsilo

55

75

 
 
 
 
 
 
 

Werktuigberging / bedrijfsschuur

 
 
 
 

damwandprofiel eenvoudig

damwandplaatstaal geïsoleerd

135

200

155

240

25

50

30

60

metselwerk eenvoudig

metselwerk geïsoleerd

200

485

240

645

50

75

60

100

 
 
 
 
 

Productie-, magazijn-, opslag-, industriehal

ongeïsoleerd

 
 
 
 

nok tot 5,5 m hoog

235

320

60

80

nok v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

240

455

50

70

nok v.a. 7,5 m hoog

410

585

45

65

 
 
 
 
 

Productie-, magazijn-, opslag-, industriehal

geïsoleerd

 
 
 
 

nok tot 5,5 m hoog

265

360

65

90

nok v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

350

485

55

75

nok v.a. 7,5 m hoog

455

625

50

70

 
 
 
 
 

Bedrijfsruimten

 
 
 
 

15% kantoorfunctie tot 5,5 m hoog

v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

395

595

540

820

100

95

135

125

30% kantoorfunctie tot 5,5 m hoog

v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

475

715

650

985

120

110

165

155

40% kantoorfunctie tot 5,5 m hoog

v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

555

835

760

1150

140

130

190

180

60% kantoorfunctie tot 5,5 m hoog

v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

665

1010

915

1385

170

155

230

215

 
 
 
 
 

Kantoorruimten tot 100 m2

1350

1575

400

475

v.a. 100 m2 tot 300 m2

1210

1450

360

405

v.a. 300 m2

1165

1430

330

395

 
 
 
 
 

Schoolgebouw tot 100 m2

1100

1300

400

475

v.a. 100 m2 tot 300 m2

1000

1200

360

405

v.a. 300 m2

900

1050

330

395

 
 
 
 
 

Showroom, winkel, horeca tot 100 m2

850

1000

200

220

v.a. 100 m2 tot 300 m2

800

900

190

210

v.a. 300 m2

750

850

180

200

 
 
 
 
 

Terrein verharding, beton, onderheid

 
 
 
 

< 100m2

155

175

 
 

> 100m2

130

140

 
 
 
 
 
 
 

Terrein verharding, vloeistofdicht beton, onderheid

 
 
 
 

< 100m2

165

185

 
 

> 100m2

140

150

 
 
 
 
 
 
 

Monumentale gebouwen

 
 
 
 

Uitgebreid onderhoud +wijzigingen/aanvullingen

 
 

90

 

Groot onderhoud, incl. casco verbeteringen

 
 

210

 

Restauratie met 20% casco

 
 

500

 

Bijlage II

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage III

Leveringsvoorwaarden producten en

diensten Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)

Beperkingen in verband met materiële staat, openbaarheid en auteursrecht

Kopieën en scans worden alleen vervaardigd van openbare documenten en onder voorbehoud van de materiële staat van de bescheiden. In sommige gevallen maakt het formaat dan wel de slechte materiële staat van de stukken kopiëren of scannen niet mogelijk. Daarnaast worden er geen kopieën of scans verstrekt van foto’s waarop (mogelijk) auteursrecht berust, tenzij er aantoonbaar toestemming is van de rechthebbende. Daarnaast worden er in verband met de AVG, geen reproducties van foto’s en archiefstukken verstrekt waar mogelijk nog in leven zijnde personen op staan, met de eventuele uitzondering van publieke ambtsdragers.

Standaard leveringstijd

Kopieën of scans: dezelfde dag of de dag erna, uitgezonderd grote hoeveelheden, bij contante betaling. Scans van bouwtekeningen groter dan A3 kunnen worden opgestuurd, nadat contante betaling bij opdracht­verstrekking heeft plaatsgevonden. De levertijd van kopieën of scans bedraagt maximaal 10 werkdagen na ontvangst van de aanvraag.

De levering van scans en de behandeling van verzoeken om inlichtingen wordt eveneens binnen hooguit 10 werkdagen afgewikkeld. Indien dit niet mogelijk is, wordt de aanvrager hierover geïnformeerd.

Aanname opdrachten en verantwoordelijkheid

Voor alle opdrachten geldt dat de opdrachtgever verantwoordelijk is voor het juist en duidelijk aangeven van de productspecificaties (naam archief/collectie, beheersnummer, inventaris- of fotonummer, datum, folio/bladzijde, nummer/akte, formaat, bijzonderheden etc.). Het RHC is niet verantwoordelijk voor onjuist uitgevoerde opdrachten, die te wijten zijn aan onvolledige of onjuiste specificaties.

Uit bouwdossiers worden alleen kopieën of scans gemaakt nadat de aanvrager ter plekke in de studiezaal heeft aangegeven welke stukken hiervoor in aanmerking komen.

Voor het laten doen van archiefonderzoek geldt dat alleen beperkte onderzoeksvragen in behandeling kunnen worden genomen. De vraag dient duidelijk omschreven te zijn met de achtergrondinformatie die voor de beantwoording ervan relevant is. De medewerker van het RHC bepaalt of het onderzoeksverzoek aan deze voorwaarden voldoet. Aan het laten uitvoeren van archiefonderzoek zijn de in 1.10.5 genoemde legeskosten verbonden, ongeacht het zoekresultaat. Er kan maximaal een uur onderzoek worden gedaan. De aanvrager wordt vooraf op de hoogte gesteld als de onderzoeksduur naar inschatting meer dan een halfuur bedraagt.