Verordening bedrijveninvesteringszone Doorn (Verordening BIZ Doorn 2022)

Geldend van 29-12-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening bedrijveninvesteringszone Doorn (Verordening BIZ Doorn 2022)

De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;

gelet op:

  • -

    gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 juli 2021

  • -

    gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

  • -

    gezien de uitvoeringsovereenkomst van 21 juli 2021 gesloten met de VerenigingOndernemersCentrumDoorn (VOCD, BIZ Doorn)

BESLUIT

Vast te stellen de volgende verordening:

Verordening bedrijveninvesteringszone Doorn (Verordening BIZ Doorn 2022)

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    bedrijveninvesteringszone: het op de bij deze verordening behorende kaart aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven.

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • -

    uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente Utrechtse Heuvelrug en de VOCD op 21 juli 2021 gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;

  • -

    wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3 Voorwerp van de belasting

  • 1. Voorwerp van de belasting is een onroerende zaak.

  • 2. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van:

  • de gebruiker, zijnde degene die per begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaak gebruikt.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die onroerende zaak ter beschikking is gesteld;

  • 3. De BIZ-bijdrage wordt per onroerende zaak geheven. Als één onderneming in meerdere doorgebroken (aaneengeschakelde) panden is gevestigd, is de ondernemer 1 keer heffingsplichtig. Als een gebruiker meerdere – van elkaar gescheiden – panden bezit zal er voor alle panden een bijdrage betaald moeten worden.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De BIZ-bijdrage wordt geheven naar een vast bedrag per onroerende zaak.

Artikel 6 Vrijstellingen

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt niet geheven van:

    • a.

      onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond voor de land- of bosbouw, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

    • b.

      onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als glasopstanden die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

    • c.

      onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning bestaan uit delen die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

    • d.

      ongebouwde onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928;

    • e.

      onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die worden beheerd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stelt;

    • f.

      onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

    • g.

      onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

    • h.

      onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als werken voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

    • i.

      onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

    • j.

      onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, zendmasten,verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

    • k.

      onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht;

    • l.

      onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria;

    • m.

      onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;

    • n.

      onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor club- en buurthuiswerk, de beoefening van sport, kunst of cultuur, en andere activiteiten van sociale of culturele aard en die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft;

    • o.

      onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.

    • p.

      onroerende zaken die vanuit de WOZ-administratie zijn aangemerkt als verpleegtehuis, verzorgingstehuis, bejaardentehuis (woon/zorg functies)

Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage

De BIZ-bijdrage bedraagt per onroerende zaak:

2022

€ 495,-

2023

€ 505,-

2024

€ 525,-

2025

€ 535,-

2026

€ 545,-

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede één maand later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 11 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening gemeente Utrechtse Heuvelrug 2014 niet van toepassing.

Artikel 12 Aanwijzing

De VOCD (BIZ Doorn) wordt aangewezen als de vereniging als bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.

Artikel 13 Subsidievaststelling

  • 1. De subsidie wordt in termijnen door het college verleend aan de VOCD voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

  • 2. De subsidie wordt verleend op basis van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

  • 3. De subsidie wordt bepaald op de jaarlijks ontvangen BIZ-bijdragen, verminderd met de perceptiekosten voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen zoals opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 14 Wijze van betalen

De subsidie wordt jaarlijks aan de VOCD betaald in drie termijnen. Per 1 april wordt 25 % van de geraamde opbrengst verstrekt, per 1 juli 50% en het restant wordt verstrekt per 1 oktober, na ontvangst van de BIZ-bijdragen.

Artikel 15 Melding van relevante wijzigingen

De vereniging OCD (BIZ Doorn) stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:

  • -

    meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie

  • -

    een wijziging van de statuten

  • -

    verandering of beëindiging van activiteiten

Artikel 16 Bij de aanvraag te overleggen gegevens

Artikel 4:75 Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 17 Intrekken oude verordening en overgangsrecht

De Verordening bedrijveninvesteringszone (centrum) Doorn (Verordening BIZ Doorn 2017) wordt ingetrokken op de datum van ingang van de heffing, bedoeld in artikel 18, tweede lid, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 01 januari 2022.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bedrijveninvesteringszone Doorn 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 september 2021.

De raad voornoemd,

de griffier,

W. Hooghiemstra

de voorzitter,

G.F. Naafs

Toelichting:

Deze verordening is gebaseerd op de VNG modelverordening (en bijbehorende toelichting) bedrijveninvesteringszone.

Bij artikel 6, 1 p is een extra ontheffing toegevoegd. De wens is om bejaarden- of verzorgingstehuizen als ontheffing op te nemen in de BI-zone. Om te voorkomen dat er onduidelijkheid is over het grensvlak wonen of zorg, of het grensvlak van wel of niet commercieel. De aard van dergelijke onroerende zaak is onderscheidend t.o.v. de onroerende zaken waarvan de BIZ-bijdrage wel wordt geheven. De activiteiten van de BIZ Doorn zijn met name gericht op het bevorderen van de economische ontwikkeling, van met name het (winkel) centrum. Bejaarden- of verzorgingstehuizen zijn meer gericht op publieke zorg en nagenoeg niet op de economische activiteit.

Bijlage 1

Als aangewezen gebied, bedoeld in artikel 1 van de Verordening bedrijveninvesteringszone Doorn 2022 geldt het op onderstaande kaart omlijnde gedeelte.

afbeelding binnen de regeling