Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR669397
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR669397/1
Regeling vervallen per 01-01-2023
Verordening op de heffing en invordering van de precariobelasting 2022
Geldend van 28-12-2021 t/m 31-12-2022
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van de precariobelasting 2022De raad van de gemeente Nieuwegein;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 november 2021;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van de precariobelasting 2022
Artikel 1. Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;
- b.
jaar: een kalenderjaar;
- c.
maand: een kalendermaand;
- d.
vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;
- e.
week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen.
Artikel 2. Belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3. Belastingplicht
-
1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
-
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 4. Vrijstellingen
De precariobelasting wordt niet geheven voor het hebben van
- a.
Voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden, een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen.
- b.
voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde.
- c.
Voorwerpen welke ter uitvoering van een aan een gemeentelijk orgaan opgedragen publiekrechtelijke taak, het openbaar belang dienende, zijn aangebracht dan wel aanwezig zijn gedurende de tijd die voor de uitvoering van die taak nodig is.
- d.
Voorwerpen die worden geplaatst ten behoeve van een evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6. Berekening van de precariobelasting
-
1. Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan aangemerkt als een volle eenheid.
-
2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.
-
3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.
-
4. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
-
5. In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:
- a.
Indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;
- b.
Indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand;
- a.
-
6. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.
-
7. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp alleen een jaartarief is opgenomen waarbij het belastingtijdvak een kortere periode omvat, wordt de belasting berekend volgens de formule (X : 12) * Y, waarin X voorstelt: het aantal kalendermaanden waarop het voorwerp is gehouden en Y voorstelt het tarief, waarbij een gedeelte van de kalendermaand voor een geheel wordt gerekend.
Artikel 7. Belastingtijdvak
-
1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
-
2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbare feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
Artikel 8. Wijze van heffing
-
1. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
-
2. In afwijking van het eerste lid kan, indien de heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk plaatsvindt, de precariobelasting worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen precariobelasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel 10. Termijnen van betaling
-
1. De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later voor zover het objecten van blijvende aard betreffen.
-
2. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, voor zover het objecten van tijdelijke aard betreffen.
-
3. De bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving geheven precariobelasting moet worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving dan wel toezending van de kennisgeving.
-
4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 11. Kwijtschelding
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12. Overgangsrecht
De ‘Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2021’ van 10 december 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 13. Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
Artikel 14. Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Precariobelasting verordening 2022’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2021
Jan Karens
griffier
Frans Backhuijs
Voorzitter
Bijlage 1: TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE PRECARIOVERORDENING 2022
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE PRECARIOVERORDENING 2022 |
|||
Alle bedragen in de tabel worden uitsluitend weergegeven in Euro’s. |
|||
|
|
|
|
Nummer |
Omschrijving |
Eenheid |
tarief |
|
|
|
2022 |
0 |
ALGEMEEN TARIEF |
|
|
00.00 |
Het tarief bedraagt, ongeacht het bepaalde in de volgende nummers, voor alle voorwerpen die zich bevinden op een parkeerplaats waarvoor betaald parkeren geldt ingevolge de parkeerbelasting- verordening, per parkeerplaats, het overeenkomstige tarief ingevolge de tabel van de parkeerbelastingverordening, |
|
|
00.01 |
per dag |
het dagtarief |
|
00.02 |
per week |
4,4 maal het dagtarief |
|
00.03 |
per maand |
3 maal het weektarief |
|
00.04 |
per kwartaal |
2,25 maal het maandtarief |
|
00.05 |
per jaar |
3 maal het kwartaaltarief |
|
00.10 |
Voorwerpen waarvoor onder de volgende nummers niet in een bijzonder tarief is voorzien |
per m² per jaar |
38,03 |
00.20 |
Als onder nummer 00.10 |
per m² per maand |
3,29 |
|
|
|
|
10 |
BOUWMATERIALEN |
|
|
10.01 |
Bouwmaterialen andere dan die welke zijn |
|
|
|
genoemd onder 10.3 |
per m² per maand |
3,29 |
10.02 |
Als onder 10.01 |
per m² per week |
1,14 |
10.03 |
Schuttingen en hekwerken |
per m¹ per maand |
3,29 |
10.04 |
Het machinaal lozen van water uit bouwputten op de riolering van de gemeente |
per lozingsput per dag |
38,03 |
|
|
|
|
20 |
BUIZEN EN KABELS |
|
|
20.01 |
Buizen en transportleidingen |
per m¹ per jaar |
3,81 |
20.02 |
Kabels |
per m¹ per jaar |
3,81 |
20.03 |
Gasbuizen met een werkdruk tot 10 bar |
per m¹ per jaar |
3,81 |
20.04 |
Waterleidingbuizen |
per m¹ per jaar |
3,81 |
|
|
|
|
30 |
UITSTALLEN |
|
|
30.01 |
Uitstallen van goederen |
per m² per jaar |
38,03 |
30.02 |
Als onder 30.01 |
per m² per maand |
3,29 |
|
|
|
|
40 |
AANKONDIGINGEN |
|
|
40.01 |
Reclame of andere aankondiging zonder of met kunstverlichting over de frontoppervlakte |
per 0,5 m² per jaar |
38,03 |
40.02 |
Als onder nummer 40.01 |
per 0,5 m² per maand |
3,29 |
|
|
|
|
50 |
DIVERSE VOORWERPEN |
|
|
50.01 |
Luifel, erkers, uitbouwen, overbouwingen en dergelijke onderdelen van gebouwde eigendommen |
per m² per jaar |
19,03 |
50.02 |
Spoorrails |
per m¹ per jaar |
7,60 |
50.03 |
Rolluiken, luidsprekers, ventilatiekasten |
per stuk per jaar |
38,03 |
50.04 |
Markiezen, zonneschermen van bedrijven, winkels, cafe's, horecagelegenheden, snackbars en andere gelegenheden voor bedrijfsmatige activiteiten |
per stuk per jaar |
38,03 |
50.05 |
Terras |
per m² per jaar |
22,97 |
50.06 |
Kramen, kiosken, wagens etc. voor verkoop van consumptiewaren, behalve voor het innemen van een standplaats op de marktterreinen |
per m² per jaar |
|
|
|
gedurende 7 dagen per week |
144,25 |
50.07 |
Als onder nummer 50.06 |
per m² per jaar |
|
|
|
gedurende 6 dagen per week |
135,25 |
50.08 |
Als onder nummer 50.06 |
per m² per jaar |
|
|
|
gedurende 5 dagen per week |
126,22 |
50.09 |
Als onder nummer 50.06 |
per m² per jaar |
|
|
|
gedurende 4 dagen per week |
117,21 |
50.10 |
Als onder nummer 50.06 |
per m² per jaar |
|
|
|
gedurende 3 dagen per week |
108,19 |
50.11 |
Als onder nummer 50.06 |
per m² per jaar |
|
|
|
gedurende 2 dagen per week |
99,17 |
50.12 |
Als onder nummer 50.06 |
per m² per jaar |
|
|
|
gedurende 1 dag per week |
90,15 |
50.13 |
Als onder nummer 50.06 |
per m² per week |
12,96 |
50.14 |
Als onder nummer 50.06 |
per m² per dag |
2,77 |
50.15 |
Spandoeken |
per m¹ per maand |
0,65 |
Behorende bij het raadsbesluit van 16 december 2021,
De raadsgriffier,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl