Verordening op de heffing en invordering van leges 2022

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2022

De Raad van de gemeente Midden-Drenthe;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 september 2021;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet

besluit:

vast te stellen de

Verordening op de heffing en invordering van leges 2022

Artikel 1. Definities

Deze verordening verstaat onder:

a. ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

b. ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

c. ’maand’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

d. ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1) e dag in het volgende kalenderjaar;

e. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • 1.

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

  • een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

b. diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5. Tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet  bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of ander document, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

  • c.

    langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan, op het moment van de aanvraag.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die inwerking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 2.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 3.

      onderdeel 1.4.2.2 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      onderdeel 1.7.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      hoofdstuk 10 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12. Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening 2018 van 2 november 2017, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 24 augustus 2021 (10e wijziging), wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Legesverordening 2022.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van de raad,

gehouden op 4 november 2021.

de raadsgriffier, de voorzitter,

C.A.M. Bodewes M.F.V. Damsma

Tarieventabel leges

Tarieventabel, behorende bij de achtste wijziging Legesverordening 2022

tarieven per 1-1-2025.

Indeling:

Titel 1. Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1. Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2. Reisdocumenten

Hoofdstuk 3. Rijbewijzen

Hoofdstuk 4. Verstrekkingen uit basisadministratie personen

Hoofdstuk 5. Gereserveerd

Hoofdstuk 6. Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 7. Overige publiekszaken

Hoofdstuk 8. Gemeentearchief

Hoofdstuk 9. Gereserveerd

Hoofdstuk 10. Kansspelen

Hoofdstuk 11. Gereserveerd

Hoofdstuk 12. Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 13. Kabels en leidingen algemeen

Hoofdstuk 14. Diversen

Titel 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 2 Voorfase

Hoofdstuk 3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Hoofdstuk 4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed (gereserveerd)

Hoofdstuk 5 Milieubelastende activiteiten

Hoofdstuk 6 Lozingsactiviteiten

Hoofdstuk 7 Aanlegactiviteiten

Hoofdstuk 8 Overige activiteiten

Hoofdstuk 9 Maatwerkvoorschriften

Hoofdstuk 10 Gelijkwaardigheid

Hoofdstuk 11 Overige tarieven

Hoofdstuk 12 Modaliteiten

Hoofdstuk 13 Vermindering

Hoofdstuk 14 Teruggaaf

Titel 3. Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1. Horeca

Hoofdstuk 2. Organiseren evenementen

Hoofdstuk 3. Markten als bedoeld in de Marktverordening

Hoofdstuk 4. Standplaatsen als bedoeld in de Leefomgevingsverordening

Hoofdstuk 5. Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 6. Overig

Bijlage 1 bij de Legesverordening (definitie kleine omgevingsplanactiviteiten)

Hoofdstuk 1. Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk / het registreren van een partnerschap

 

1.1.1.1

maandag t/m vrijdag van 9.00 – 16.00 uur op de gemeentelijke trouwlocatie:

€ 509,00

1.1.1.2

maandag t/m donderdag van 9.00 – 16.00 uur met een maximum duur van 15 minuten (verkorte ceremonie) op de gemeentelijke trouwlocatie:

€ 123,90

1.1.1.3

op elk ander tijdstip, een en ander voor zover deze dagen of uren niet ingevolge artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand door de ambtenaar van de burgerlijke stand voor kosteloze huwelijksvoltrekking/ partnerschapsregistratie zijn aangewezen (maandag om 9.00 en 9.30 uur) op de gemeentelijke trouwlocatie:

€ 957,80

1.1.1.4

maandag t/m vrijdag van 9.00 – 16.00 uur op een locatie naar eigen keuze niet zijnde de gemeentelijke trouwlocatie:

€ 358,00

1.1.1.5

op elk ander tijdstip dan in 1.1.1.4 genoemd op een locatie naar eigen keuze niet zijnde de gemeentelijke trouwlocatie:

€ 358,00

1.1.1.6

Het tarief genoemd in 1.1.1.1, 1.1.1.2, 1.1.1.3, 1.1.1.4 en 1.1.1.5 wordt, indien het voltrekken van een huwelijk / het bevestigen van een geregistreerd partnerschap plaatsvindt door een buitengewone ambtenaar van de burgerlijke stand met een ééndaagse benoeming, verhoogd met:

€ 257,00

 
 
 

1.1.2

Het tarief voor de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk bedraagt:

Daarnaast is het bepaalde in de laatste alinea van 1.1.1.3 van overeenkomstige toepassing.

€ 73,10

1.1.2.1

Het tarief voor het annuleren van een huwelijk / partnerschapsregistratie binnen veertien dagen voor de huwelijksvoltrekking / partnerschapsregistratie bedraagt:

€ 60,90

 
 
 

1.1.3

Het tarief bedraagt voor:

 

1.1.3.1

het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering:

€ 14,90

1.1.3.2

het verstrekken van een duplicaattrouwboekje of -partnerschapboekje:

€ 35,70

 
 
 

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente toewijzen van getuigen, in verband met de voltrekking van een huwelijk dan wel de registratie van een partnerschap, welke in dienst zijn van de gemeente voor iedere getuige:

€ 35,30

 
 
 

1.1.5

Het tarief bedraagt voor rewedding (huwelijk of partnerschapsregistratie):

€ 509,50

 
 
 

1.1.6

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand (wettelijk vastgestelde tarieven). De tarieven zijn te raadplegen op de website van de gemeente www.overheid.nl via de zoekterm ‘Legesbesluit akten burgerlijke stand’.

 

Hoofdstuk 2. Reisdocumenten

1.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.2.1.

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (geldig voor 10 jaar):

€ 86,85

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (geldig voor 5 jaar):

€ 65,70

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zaken-paspoort):

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (geldig voor 10 jaar):

€ 86,85

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (geldig voor 5 jaar):

€ 65,70

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (geldig voor 10 jaar):

€ 86,85

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (geldig voor 5 jaar):

€ 65,70

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen (geldig voor 5 jaar):

€ 65,70

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (geldig voor 10 jaar);

€ 78,50

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (geldig voor 5 jaar):

€ 42,35

1.2.6

van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 38,25

1.2.7

Voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, worden de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van:

€ 59,10

1.2.8

Voor de bezorging binnen Nederland uitgezonderd de Waddeneilanden, van de in de onderdelen 1.2.1 tot 1.2.6 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met:

 

1.2.8.1

in geval van een enkel document op een adres:

€ 7,50

1.2.8.2

in geval van gelijktijdige bezorging van meerdere van de in artikel 1.2.8 benoemde documenten, mits gelijktijdig aangevraagd:

 

1.2.8.1.1

voor de eerste persoon:

€ 7.50

1.2.8.1.2

voor de volgende persoon op hetzelfde adres per persoon:

€ 5,50

 
 
 

Hoofdstuk 3. Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 52,10

 
 
 

1.3.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen:

€ 9,70

1.3.3

Voor het in behandeling nemen van een spoedaanvraag tot het afgeven van een rijbewijs worden de leges verhoogd met:

€ 39,65

Hoofdstuk 4. Verstrekkingen in het kader van basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.2 en 1.4.3, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 
 
 
 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens:

 

1.4.2.1.1

per verstrekking aan de balie van de gemeentewinkel:

€ 9,25

1.4.2.1.2

per verstrekking via de gemeentelijke webwinkel:

€ 6,50

 
 
 

1.4.2.2

tot schriftelijke gegevensverstrekking aan afnemers en bijzondere derden: per verstrekking (wettelijk vastgesteld maximum tarief):

€ 7,65

 
 
 

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan:

€ 29,00

Hoofdstuk 5. Gereserveerd

Hoofdstuk 6. Vastgoedinformatie

1.6.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van tekeningen of kaartmateriaal, zoals kadastrale kaarten, tekeningen en kaartmateriaal behorende bij een bouwplan, omgevingsplan, herinrichtingsplan, en dergelijke per kopie:

€ 19,20

 
 
 

1.6.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie uit de registers bedoeld in de Erfgoedwet:

€ 3,80

 
 
 

1.6.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift, beeldschermafdruk of fotokopie uit de gemeentelijke kadastrale registratie, bag of bgt (object- en/of subjectinformatie), per afschrift, beeldschermafdruk of fotokopie:

€ 5,90

Hoofdstuk 7. Overige

1.7.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.1.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag (max. wettelijk tarief):

€ 41,35

1.7.1.2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

 

1.7.1.2.1

aan de balie van de gemeentewinkel:

€ 9,25

1.7.1.2.2

via de gemeentelijke webwinkel:

€ 6,50

1.7.1.3

tot het afgeven van een bewijs van Nederlanderschap:

€ 9,25

1.7.1.4

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening:

€ 11,90

Hoofdstuk 8. Gemeentearchief

1.8.1

Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan:

€ 29,00

Hoofdstuk 9. Gereserveerd

Hoofdstuk 10. Kansspelen

1.10.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.10.1.1

tot het verkrijgen van een vergunning voor het mogen vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal zoals bedoeld in artikel 2 van de “Verordening speelautomatenhal Midden-Drenthe” bedraagt:

€ 1.613,00

1.10.1.2

voor de wijziging van een vergunning en een verlenging als bedoeld in artikel 2 van de “Verordening speelautomatenhal Midden-Drenthe” bedraagt:

€ 161,00

1.10.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen voor een periode van twaalf maanden bedraagt (NB: wettelijk vastgestelde tarieven op basis van speelautomatenbesluit):

 

1.10.2.1

voor één kansspelautomaat:

€ 56,50

1.10.2.2

voor twee of meer kansspelautomaten, een basisbedrag van:

€ 34,00

 

en voor elke automaat:

€ 22,50

1.10.2.3

voor een periode van meer dan vier jaren of voor onbepaalde tijd voor één speelautomaat:

€ 226,50

1.10.2.4

voor een periode van meer dan vier jaren of voor onbepaalde tijd, voor twee of meer speelautomaten, een basisbedrag van:

€ 136,00

1.10.2.5

en voor elke speelautomaat:

€ 90,50

 
 
 

1.10.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 27,55

Hoofdstuk 11. Gereserveerd

Hoofdstuk 12. Verkeer en vervoer

1.12.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten:

€ 45,80

1.12.1.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 anders dan bedoeld in onderdeel 1.12.1.1:

€ 41,20

1.12.1.3

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van het Voertuigenreglement:

€ 45,00

1.12.1.4

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 94,45

1.12.1.5

tot het verkrijgen van een inrijdontheffing voor het voetgangersgebied in het dorp Orvelte:

€ 40,95

1.12.1.6

tot het verkrijgen van een inrijdontheffing voor het voetgangersgebied Beilen als bedoeld in de “Beleidsregels toegang voetgangersgebied Beilen”:

€ 59,05

 
 
 

1.12.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een gehandicaptenparkeerplaats:

€ 60,20

1.12.2.1

Voor het aanbrengen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken op gemeentelijk terrein op een bestaande parkeerplaats wordt het bedrag bepaald in 1.12.2 verhoogd met:

€ 341,70

1.12.2.2

Voor het aanbrengen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken op gemeentelijk terrein niet zijnde een bestaande parkeerplaats wordt het bedrag bepaald in 1.12.2 verhoogd met € 341,70 en een verhoging met de werkelijke kosten die vooraf schriftelijk aan de aanvrager kenbaar wordt gemaakt met een begroting die terzake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

1.12.2.3

Voor het wijzigen van een kenteken op een bord bij een gehandicaptenparkeerplaats bedraagt het tarief:

€ 166,05

Hoofdstuk 13. Kabels en leidingen algemeen

1.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit of vergunning als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI) omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor:

 

1.13.1.1

- tracés tot 25 m¹:

€ 127,30

1.13.1.2

- tracés van 25 m¹ tot 250 m¹:

€ 566,10

1.13.1.3

- tracés van 250 m¹ tot 1.500 m¹:

€ 696,65

1.13.1.4

- tracés van 1.500 m¹ tot 5.000 m¹:

€ 946,60

1.13.1.5

- tracés van 5.000 m¹ en meer, per m¹:

€ 0,18

1.13.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden van niet-ingrijpende aard:

€ 127,30

Hoofdstuk 14. Diversen

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.14.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 1,00

1.14.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.14.2.1

per pagina op papier van A4-formaat:

€ 0,45

1.14.2.2

per pagina op papier van A3-formaat:

€ 0,60

1.14.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.14.1 en 1.14.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk:

€ 9,10

1.14.4

Het tarief voor de vervaardiging van kopieën van documenten voor informatieverzoeken op grond van de Wet open overheid (Woo) alsmede voor de vervaardiging van kopieën van reeds openbaar gemaakte documenten als bedoeld in artikel 4.5 tweede lid van de Woo, waarbij geldt dat bij een verzoek op grond van artikel 4.1 van de Woo de eerste honderd bedrukte zijden kostenloos zijn:

 

1.14.4.1

op papier van A4-formaat, per zijde:

€ 0,05

1.14.4.2

op papier van A4-formaat in kleur, per zijde:

€ 0,20

1.14.4.3

op papier van A3-formaat, per zijde:

€ 0,10

1.14.4.4

op papier van A3-formaat in kleur, per zijde:

€ 0,40

1.14.5

Als een andere gegevensdrager wordt gebruikt voor de verstrekking van informatie, bedraagt het tarief de redelijke kosten van die gegevensdrager.

 

1.14.6

Een gunstige beschikking op aanvragen van een vergunning of een ontheffing, dan wel van elk ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover deze stukken niet afzonderlijk en met name in de volgende artikelen van deze tarieventabel zijn genoemd, per beschikking of genoemd stuk:

€ 41,10

Titel 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

2.1.1

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op deze titel, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.1.3

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.3.1

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

2.1.3.2

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

2.1.3.3

buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor het omgevingsplan bepaalt dat een vergunning nodig is, maar het volgens de beoordelingsregels niet mogelijk is de vergunning te verlenen, dan wel een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan,

niet zijnde een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit zoals aangeduid in bijlage I van deze tarieventabel.

 

2.1.3.4

kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit zoals aangeduid in bijlage I van deze tarieventabel

 

2.1.3.5

geringe wijziging: een aanpassing waarbij slechts één van de volgende punten verandert: wijziging in de constructieve veiligheid; wijziging in de brandcompartimentering; wijziging in de bouwregelgeving; veranderingen die te maken hebben met welstand; aanpassing in het omgevingsplan. Indien twee of meer van deze punten veranderen, is er geen sprake van een geringe wijziging;

 

2.1.3.6

aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting niet inbegrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen.

Indien de opgave of raming niet deugdelijk wordt geacht, dient een gespecificeerde begroting te worden overgelegd.

Blijft de aanvrager in gebreke de aannemingssom in de aanvraag te vermelden of de gevraagde gespecificeerde begroting te overleggen, of kunnen burgemeester en wethouders zich met de opgegeven aanlegkosten niet verenigen, dan stellen burgemeester en wethouders het bedrag van de aanlegkosten vast.

 

2.1.3.7

bouwkosten: de som van de prijzen per eenheid exclusief 21% omzetbelasting, zoals die zijn opgenomen in de ROEB-lijst.

Voor zover deze ROEB-lijst niet voorziet in een passende hoofdcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt uitgegaan van de in de aanvraag opgenomen bouwkosten, met dien verstande dat dan onder bouwkosten worden verstaan: de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Staatscourant (Stcrt.) 2012, 1567) voor het uit te voeren werk, exclusief omzetbelasting. In dit laatste geval zullen de overgelegde gegevens worden getoetst aan hun wettelijke kaders.

 
 
 
 

2.1.4

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

2.1.4.1

een conceptverzoek;

 

2.1.4.2

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

2.1.4.3

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

2.1.4.4

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

2.1.4.5

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

2.1.4.6

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

2.1.4.7

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

2.1.4.8

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen 2.1.4.2 tot en met 2.1.4.7.

 
 
 
 

2.1.5

De in artikel 2.1.4 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende hoofdstukken van deze titel.

 

2.1.6

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

2.1.7

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in hoofdstuk 12.

 

2.1.8

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 13.

 

2.1.9

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

2.1.10

In afwijking van 2.1.6. en 2.1.7 kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Hoofdstuk 2. Voorfase

2.2.1

Als de aanvraag betrekking heeft op het indienen van een conceptverzoek voor een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

2.2.1.1

voor een vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Omgevingswet vergunbaar is:

€ 155,00

2.2.1.2

voor een intaketafel in verband met het toetsen van de wenselijkheid van een voorgenomen project:

€ 352,00

2.2.1.3

voor een omgevingstafel in verband met het breder beoordelen en toetsen van de haalbaarheid van een initiatief, per overleg:

€ 621,00

Hoofdstuk 3. Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Paragraaf 1. Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

2.3.1.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 15.000,00 bedragen:

0,94%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 116,50

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 15.000,00 tot € 50.000,00 bedragen:

€ 141,60

 

vermeerderd met:

0,86%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 15.000 te boven gaat;

 

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 50.000,00 tot € 200.000,00 bedragen:

€ 441,90

 

vermeerderd met:

0,82%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 50.000 te boven gaat;

 

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen:

€ 1.670,40

 

vermeerderd met:

0,78%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 200.000 te boven gaat;

 

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen:

€ 4.010,40

 

vermeerderd met:

0,74%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 500.000 te boven gaat;

 

2.3.1.1.6.

indien de bouwkosten € 1.000.000,00 of meer bedragen:

€ 7.715,40

 

vermeerderd met:

0,70%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 1.000.000 te boven gaat;

 

Paragraaf 2. Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijk deel)

2.3.2.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.2.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 15.000,00 bedragen:

2,08%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 145,60

2.3.2.1.2

indien de bouwkosten € 15.000,00 tot € 50.000,00 bedragen:

€ 312,20

 

vermeerderd met:

1,99%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 15.000 te boven gaat;

 

2.3.2.1.3

indien de bouwkosten € 50.000,00 tot € 200.000,00 bedragen:

€ 1.009,10

 

vermeerderd met:

1,90%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 50.000 te boven gaat;

 

2.3.2.1.4

indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen:

€ 3.859,80

 

vermeerderd met:

1,81%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 200.000 te boven gaat;

 

2.3.2.1.5

indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen:

€ 9.289,80

 

vermeerderd met:

1,72%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 500.000 te boven gaat;

 

2.3.2.1.6

indien de bouwkosten € 1.000.000,00 of meer bedragen:

€ 17.887,30

 

vermeerderd met:

1,63%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 1.000.000 te boven gaat;

 

Paragraaf 3. Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

2.3.3.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in hoofdstuk 4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 205,30

Hoofdstuk 4. Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

[Gereserveerd]

Hoofdstuk 5. Milieubelastende activiteiten

Paragraaf 1. Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten

2.5.1.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten:

 

2.5.1.1.1

voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit bruidsschat):

€ 4.403,00

2.5.1.1.2

voor een milieubelastende activiteit zoals bedoeld in voorgaand onderdeel, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure):

€ 7.140,00

2.5.1.2

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten:

 

2.5.1.2.1

voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving waarbij de reguliere procedure wordt gevolgd.

€ 4.403,00

2.5.1.2.2

voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure):

€ 7.140,00

Hoofdstuk 6. Lozingsactiviteiten

Paragraaf 1. Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

2.6.1.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 375,70

Paragraaf 2. Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

2.6.2.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 375,70

Hoofdstuk 7. Aanlegactiviteiten

Paragraaf 1. Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

(gereserveerd)

Paragraaf 2. Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselementen en aardkundige waarde

(gereserveerd)

Paragraaf 3. Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

(gereserveerd)

Paragraaf 4. Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

2.7.4.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 6:2 van de Verordening Leefomgeving Midden-Drenthe 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 205,30

Paragraaf 5. Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

2.7.5.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 6:3 van de Verordening Leefomgeving Midden-Drenthe 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 205,30

Paragraaf 6. Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

2.7.6.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 664,40

Hoofdstuk 8. Overige activiteiten

Paragraaf 1. Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

(gereserveerd)

Paragraaf 2. Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

2.8.2.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2:5 van de Verordening Leefomgeving Midden-Drenthe 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 101,50

Paragraaf 3. Omgevingsplanactiviteit: reclame

2.8.3.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 2:26 van de Verordening Leefomgeving Midden-Drenthe 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 368,40

Paragraaf 4. Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken

(gereserveerd)

Paragraaf 5. Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

(gereserveerd)

Paragraaf 6. Andere activiteiten

2.8.6.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in dit hoofdstuk en voorgaande hoofdstukken van deze titel:

€ 138,10

Hoofdstuk 9. Maatwerkvoorschriften

Paragraaf 1. Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

2.9.1.1

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

 

2.9.1.1.1

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 205,40

2.9.1.1.2

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel 2.9.1.1.1, per maatwerkvoorschrift:

€ 205,40

Paragraaf 2. Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

2.9.2.1

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

2.9.2.1.1

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 2.044,00

2.9.2.1.2

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in 2.9.2.1.1, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 2.044,00

Paragraaf 3. Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

2.9.3.1

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in 2.9.1.1 en 2.9.2.1, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 205,40

Hoofdstuk 10. Gelijkwaardigheid

Paragraaf 1. Gelijkwaardige maatregel

2.10.1.1

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

2.10.1.1.1

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 119,00

2.10.1.1.2

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 119,00

2.10.1.1.3

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 119,00

2.10.1.1.4

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen 2.10.1.1.1, 2.10.1.1.2 of 2.10.1.1.3, bedraagt het tarief, per uur:

€ 119,00

2.10.1.2

Het op grond van 2.10.1.1 verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Hoofdstuk 11. Overige tarieven

Paragraaf 1. Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

2.11.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 234,40

Paragraaf 2. Wijzigen omgevingsvergunning

2.11.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

2.11.2.1.1

een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 234,40

2.11.2.1.2

een aanvraag om andere wijzigingen van een omgevingsvergunning dan genoemd onder lid a is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

2.11.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 234,40

Paragraaf 3. Intrekken omgevingsvergunning bij milieubelastende activiteiten

(gereserveerd)

Paragraaf 4. Beoordeling aanvullende gegevens

(gereserveerd)

Paragraaf 5. Beoordeling onderzoeksrapporten

2.11.5.1

De in 2.12.4.1opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Paragraaf 6. Wijzigen van het omgevingsplan

2.11.6.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een wijziging omgevingsplan aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.

 

2.11.6.2.

Als een begroting als bedoeld in 2.11.6.1, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 7. Niet genoemd besluit op aanvraag

2.11.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in deze titel niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 346,70

Paragraaf 8. Beoordeling vergunningvrij bouwen

2.11.8.1

Het tarief bedraagt voor het beoordelen van een verzoek of een vergunning nodig is op grond van artikel 5.1 lid 1 onder a van de Omgevingswet of dat een uitzondering van toepassing is op grond van artikel 2.27 of paragraaf 2.3.3 van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL):

€ 362,20

Hoofdstuk 12. Modaliteiten

Paragraaf 1. Planologische strijdigheid met het omgevingsplan (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit)

2.12.1.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel bedraagt het tarief:

 

2.12.1.1.1

voor het beoordelen of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met de regels voor toepassing van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, wijzigingsbevoegdheid, of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan:

€ 375,70

2.12.1.1.2

voor het beoordelen of de omgevingsplanactiviteit, waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten, en of deze in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit):

€ 626,00

2.12.1.1.3

voor het beoordelen of de omgevingsplanactiviteit, waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten, en of deze in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit):

€ 2.246,00

Paragraaf 2. Achteraf ingediende aanvraag

2.12.2.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de hoofdstuk 3 tot en met hoofdstuk 8 verschuldigde leges verhoogd met:

10,00%

Paragraaf 3. Uitgebreide voorbereidingsprocedure

2.12.3.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

€ 626,00

2.12.3.2

Het eerste lid is niet van toepassing indien de gemeente zelf om deze procedure heeft verzocht of wanneer sprake is van een of meer milieubelastende activiteiten.

 

Paragraaf 4. Beoordeling onderzoeksrapporten

2.12.4.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

2.12.4.1.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 239,00

2.12.4.1.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 470,90

2.12.4.1.3

voor een vooronderzoek naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid:

€ 58,80

2.12.4.1.4

voor een verkennend onderzoek naar de bodemgesteldheid:

€ 117,70

2.12.4.1.5

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 2.587,00

2.12.4.1.6

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 239,00

Paragraaf 5. Advies en instemming

2.12.5.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

2.12.5.1.1.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 217,30

2.12.5.1.2

voor een advies van de adviescommissie voor Omgevingskwaliteit Drenthe als bedoeld in de Verordening op de Gemeentelijke Adviescommissie voor Omgevingskwaliteit Midden-Drenthe in andere gevallen dan redelijke eisen van welstand: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.12.5.1.3

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in 2.12.5.1.1 en 2.12.5.1.2: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.12.5.2

Als een begroting als bedoeld in 2.12.5.1.2. en 2.12.5.1.3 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.12.5.2

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.12.5.3

Het bedrag bedoeld in 2.15.5.2 wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Hoofdstuk 13. Vermindering

2.13.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in 2.1.4.2, en zoals nader omschreven in de hoofdstukken 3 tot en met 9, is voorafgegaan door een aanvraag voor een conceptverzoek als bedoeld in 2.1.4.1, en zoals nader omschreven in hoofdstuk 2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in 2.13.2genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100,00%

2.13.1.1

van de voor het conceptverzoek geheven leges.

 

2.13.2

Voor de toepassing van 2.13.1 wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het conceptverzoek betrekking had;

b. in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek; en

c. binnen 12 maanden na het laatste conceptverzoek of, als het conceptverzoek volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

Hoofdstuk 14. Teruggaaf

Paragraaf 1. Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

2.14.1.1

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Paragraaf 2. Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

2.14.2.1

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Paragraaf 3. Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

2.14.3.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat

 

2.14.3.1.1

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

2.14.3.1.2

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

2.14.3.1.3

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Paragraaf 4. Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

2.14.4.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat

 

2.14.4.1.1

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

75,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

2.14.4.1.2

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

2.14.4.1.3

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Paragraaf 5. Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

2.14.5.1

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

20,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Paragraaf 6. Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

2.14.6.1

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

20,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

2.14.6.2

Onder een weigering bedoeld in 2.14.6.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Paragraaf 7. Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

2.14.7.1

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in hoofdstuk 12. Artikel 2.11.8.1, betreffende de planologische strijdigheid met het omgevingsplan (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit), is echter uitgezonderd van deze bepaling. Voor aanvragen die onder artikel 2.12.1.1 vallen, geldt derhalve dat teruggaaf van het legesdeel wel mogelijk is.

 

Paragraaf 8. Minimumbedrag voor teruggaaf (gereserveerd)

Titel 3. Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1. Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Alcoholwet:

€ 679,30

3.1.2

Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet bedraagt het tarief:

€ 84,30

Hoofdstuk 2. Organiseren evenementen

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

3.2.1

het verkrijgen van een vergunning op grond van de Verordening Leefomgeving Midden-Drenthe:

€ 40,80

3.2.2

het tarief in 3.2.1 wordt bij het nemen van verkeerstechnische en/of brandveiligheidsmaatregelen, dan wel bij inzet van andere gemeentelijke diensten, verhoogd met:

€ 121,50

Hoofdstuk 3. Markten als bedoeld in de Marktverordening

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

3.3.1

het verkrijgen van een standplaatsvergunning voor een weekmarkt:

€ 42,53

3.3.2

het plaatsen op de wachtlijst:

€ 21,00

3.3.3

het verlengen van de plaatsing op de wachtlijst:

€ 13,90

Hoofdstuk 4. Standplaatsen als bedoeld in de Verordening Leefomgeving Midden-Drenthe 

3.4.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een commerciële standplaatsvergunning bedraagt:

€ 116,20

3.4.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een niet-commerciële standplaatsvergunning bedraagt:

€ 41,90

Hoofdstuk 5. Prostitutiebedrijven

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het exploiteren of wijzigen van een prostitutiebedrijf of escortbedrijf als bedoeld in hoofdstuk 3 van de APV

763,00

Hoofdstuk 6. Overig

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in deze titel een tarief is opgenomen

315,70

Bijlage 1 bij de legesverordening

definitie kleine omgevingsplanactiviteiten

1. Een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

a. niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf;

b. de oppervlakte niet meer dan 150 m2;

2. Een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening (nutsvoorzieningen, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-spoorweg-, water- of luchtverkeer) wanneer wordt voldaan aan de volgende eisen:

a. niet hoger dan 5m, en

b. de oppervlakte niet meer dan 50m2;

3. Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:

a. niet hoger dan 10m, en

b. de oppervlakte niet meer dan 50m2;

4. een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

5. een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 meter;

6. een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling (de gecombineerde opwekking van warmte en elektriciteit of mechanische energie door verstoking van een brandstof, waarvan de warmte nuttig gebruikt wordt, anders dan voor de productie van elektriciteit);

7. het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

8. het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;

9. het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:

  • a.

    de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de vigerende wet- en regelgeving aan een bestaande woning gestelde eisen;

  • b.

    de bewoning is niet in strijd met de regels gesteld in Omgevingswet;

  • c.

    de bewoner had op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik en bewoont deze sedertdien onafgebroken , en

  • d.

    de bewoner was op 31 oktober 2003 meerderjarig ;

10. ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 9 voor een termijn van ten hoogte 10 jaar;

11. het college kan ander gebruik en/of een activiteit aanwijzen als kleine omgevingsplanactiviteit:

  • a.

    wanneer er geen of weinig relatie is met de instructieregels van het Rijk en de provincie;

  • b.

    het een geringe impact heeft op de fysieke leefomgeving, en

  • c.

    niet of nauwelijks adviezen van buiten de organisatie noodzakelijk zijn.

Behorende bij het raadsbesluit van 12 december 2024;

de raadsgriffier,