Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR669298
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR669298/7
Verordening op de heffing en invordering van leges 2022
Geldend van 04-01-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van leges 2022De Raad van de gemeente Midden-Drenthe;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 september 2021;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet
besluit:
vast te stellen de
Verordening op de heffing en invordering van leges 2022
Artikel 1. Definities
Deze verordening verstaat onder:
a. ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
b. ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
c. ’maand’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
d. ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1) e dag in het volgende kalenderjaar;
e. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2. Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- 1.
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
- a.
-
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
- 2.
Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Artikel 3. Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4. Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
b. diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5. Tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
- 3.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6. Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of ander document, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
Artikel 7. Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan, op het moment van de aanvraag.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8. Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9. Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die inwerking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 2.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 3.
onderdeel 1.4.2.2 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
onderdeel 1.7.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
hoofdstuk 10 (kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12. Overgangsrecht
- 1.
De Legesverordening 2018 van 2 november 2017, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 24 augustus 2021 (10e wijziging), wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 13. Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
Artikel 14. Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: Legesverordening 2022.
Ondertekening
Besloten in de openbare vergadering van de raad,
gehouden op 4 november 2021.
de raadsgriffier, de voorzitter,
C.A.M. Bodewes M.F.V. Damsma
Tarieventabel leges
Tarieventabel, behorende bij de zesde wijziging Legesverordening 2022
tarieven per 1-1-2024.
Indeling:
Titel 1. Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1. Burgerlijke stand
Hoofdstuk 2. Reisdocumenten
Hoofdstuk 3. Rijbewijzen
Hoofdstuk 4. Verstrekkingen uit basisadministratie personen
Hoofdstuk 5. Gereserveerd
Hoofdstuk 6. Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 7. Overige publiekszaken
Hoofdstuk 8. Gemeentearchief
Hoofdstuk 9. Gereserveerd
Hoofdstuk 10. Kansspelen
Hoofdstuk 11. Gereserveerd
Hoofdstuk 12. Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 13. Kabels en leidingen algemeen
Hoofdstuk 14. Diversen
Titel 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed (gereserveerd)
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Paragraaf 2.9 Maatwerkactiviteiten
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Paragraaf 2.13 Vermindering
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Titel 3. Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1. Horeca
Hoofdstuk 2. Organiseren evenementen
Hoofdstuk 3. Markten als bedoeld in de Marktverordening
Hoofdstuk 4. Standplaatsen als bedoeld in de Leefomgevingsverordening
Hoofdstuk 5. Prostitutiebedrijven
Hoofdstuk 6. Overig
Bijlage 1 bij de Legesverordening (definitie kleine omgevingsplanactiviteiten)
Titel 1. Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1. Burgerlijke stand
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk / het registreren van een partnerschap |
|
|
1.1.1.1 |
Maandag t/m vrijdag van 9.00 – 16.00 uur op de gemeentelijke trouwlocatie |
€ |
499,00 |
1.1.1.2 |
Maandag t/m donderdag van 9.00 – 16.00 uur met een maximum duur van 15 minuten (verkorte ceremonie) op de gemeentelijke trouwlocatie |
€ |
121,40 |
1.1.1.3 |
Op elk ander tijdstip, een en ander voor zover deze dagen of uren niet ingevolge artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand door de ambtenaar van de burgerlijke stand voor kosteloze huwelijksvoltrekking/ partnerschapsregistratie zijn aangewezen (maandag om 9.00 en 9.30 uur) op de gemeentelijke trouwlocatie |
€ |
939,00 |
1.1.1.4 |
Maandag t/m vrijdag van 9.00 – 16.00 uur op een locatie naar eigen keuze niet zijnde de gemeentelijke trouwlocatie |
€ |
351,00 |
1.1.1.5 |
Op elk ander tijdstip dan in 1.1.1.4 genoemd op een locatie naar eigen keuze niet zijnde de gemeentelijke trouwlocatie |
€ |
351,00 |
1.1.1.6 |
Het tarief genoemd in 1.1.1.1, 1.1.1.2, 1.1.1.3, 1.1.1.4 en 1.1.1.5 wordt, indien het voltrekken van een huwelijk / het bevestigen van een geregistreerd partnerschap plaatsvindt door een buitengewone ambtenaar van de burgerlijke stand met een ééndaagse benoeming, verhoogd met |
€ |
252,00 |
|
|
|
|
1.1.2 |
Het tarief voor de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk bedraagt: Daarnaast is het bepaalde in de laatste alinea van 1.1.1.3 is van overeenkomstige toepassing. |
€ |
71,70 |
1.1.2.1 |
De kosten van het annuleren van een huwelijk / partnerschaps-registratie binnen veertien dagen voor de huwelijksvoltrekking / partnerschapsregistratie bedraagt |
€ |
59,75 |
|
|
|
|
1.1.3 |
Het tarief bedraagt voor: |
|
|
1.1.3.1 |
het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering |
€ |
14,60 |
1.1.3.2 |
het verstrekken van een duplicaattrouwboekje of -partnerschap-boekje |
€ |
35,00 |
|
|
|
|
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente toewijzen van getuigen, in verband met de voltrekking van een huwelijk dan wel de registratie van een partnerschap, welke in dienst zijn van de gemeente voor iedere getuige |
€ |
34,60 |
|
|
|
|
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor rewedding (huwelijk of partnerschapsregistratie) |
€ |
499,50 |
|
|
|
|
1.1.6 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand (wettelijk vastgestelde tarieven). De tarieven zijn te raadplegen op de website van de gemeente www.middendrenthe.nl via de zoekterm ‘Legesbesluit akten burgerlijke stand’. |
|
|
Hoofdstuk 2. Reisdocumenten
1.2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.2.1. |
van een nationaal paspoort: |
|
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (geldig voor 10 jaar) |
€ |
83,85 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (geldig voor 5 jaar) |
€ |
63,40 |
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zaken-paspoort) |
|
|
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (geldig voor 10 jaar) |
€ |
83,85 |
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (geldig voor 5 jaar) |
€ |
63,40 |
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (geldig voor 10 jaar) |
€ |
83,85 |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (geldig voor 5 jaar) |
€ |
63,40 |
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen (geldig voor 5 jaar) |
€ |
63,40 |
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (geldig voor 10 jaar) |
€ |
75,80 |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (geldig voor 5 jaar) |
€ |
40,90 |
1.2.6 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
€ |
36,90 |
1.2.7 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ |
57,05 |
Hoofdstuk 3. Rijbewijzen
1.3.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ |
51,10 |
|
|
|
|
1.3.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen |
€ |
9,70 |
1.3.3 |
Voor het in behandeling nemen van een spoedaanvraag tot het afgeven van een rijbewijs worden de leges verhoogd met |
€ |
39,65 |
Hoofdstuk 4. Verstrekkingen in het kader van basisregistratie personen
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.2 en 1.4.3, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd. |
|
|
|
|
|
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.4.2.1 |
Tot het verstrekken van gegevens: |
|
|
1.4.2.1.1 |
|
€ |
9,05 |
1.4.2.1.2 |
|
€ |
6,40 |
|
|
|
|
1.4.2.2 |
Tot schriftelijke gegevensverstrekking aan afnemers en bijzondere derden: per verstrekking (wettelijk vastgesteld maximum tarief) |
€ |
7,50 |
|
|
|
|
1.4.3 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan |
€ |
28,40 |
Hoofdstuk 5. Gereserveerd
Hoofdstuk 6. Vastgoedinformatie
1.6.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van tekeningen of kaartmateriaal, zoals kadastrale kaarten, tekeningen en kaartmateriaal behorende bij bouwplannen, voorbereidings-besluiten, bestemmingsplannen, structuurplannen, herinrichtingsplannen, en dergelijke per kopie: |
€ |
18,80 |
|
|
|
|
1.6.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie uit de registers bedoeld in de Erfgoedwet |
€ |
3,70 |
|
|
|
|
1.6.3 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift, beeldschermafdruk of fotokopie uit de gemeentelijke kadastrale registratie (object- en/of subjectinformatie), per afschrift, beeldschermafdruk of fotokopie |
€ |
5,80 |
Hoofdstuk 7. Overige
1.7.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.7.1.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag (max. wettelijk tarief) |
€ |
41,35 |
1.7.1.2 |
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn |
|
|
1.7.1.2.1 |
|
€ |
9,05 |
1.7.1.2.2 |
|
€ |
6,40 |
1.7.1.3 |
tot het afgeven van een bewijs van Nederlanderschap |
€ |
9,05 |
1.7.1.4 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ |
11,70 |
Hoofdstuk 8. Gemeentearchief
1.8.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan |
€ |
28,40 |
Hoofdstuk 9. Gereserveerd
Hoofdstuk 10. Kansspelen
1.10.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.10.1.1 |
Tot het verkrijgen van een vergunning voor het mogen vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal zoals bedoeld in artikel 2 van de “Verordening speelautomatenhal Midden-Drenthe” bedraagt: |
€ |
1.581,00 |
1.10.1.2 |
Voor de wijziging van een vergunning en een verlenging als bedoeld in artikel 2 van de “Verordening speelautomatenhal Midden-Drenthe” bedraagt |
€ |
157,60 |
1.10.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen voor een periode van twaalf maanden bedraagt (NB: wettelijk vastgestelde tarieven op basis van speelautomatenbesluit): |
|
|
1.10.2.1 |
Voor één kansspelautomaat |
€ |
56,50 |
1.10.2.2 |
Voor twee of meer kansspelautomaten, een basisbedrag van: |
€ |
34,00 |
|
en voor elke automaat |
€ |
22,50 |
1.10.2.3 |
Voor een periode van meer dan vier jaren of voor onbepaalde tijd voor één speelautomaat |
€ |
226,50 |
1.10.2.4 |
Voor een periode van meer dan vier jaren of voor onbepaalde tijd, voor twee of meer speelautomaten, een basisbedrag van |
€ |
136,00 |
1.10.2.5 |
en voor elke speelautomaat |
€ |
90,50 |
|
|
|
|
1.10.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ |
27,00 |
Hoofdstuk 11. Gereserveerd
Hoofdstuk 12. Verkeer en vervoer
1.12.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.12.1.1 |
Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten |
€ |
44,90 |
1.12.1.2 |
Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 anders dan bedoeld in onderdeel 1.12.1.1 |
€ |
40,40 |
1.12.1.3 |
Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van het Voertuigenreglement |
€ |
44,15 |
1.12.1.4 |
Tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ |
92,60 |
1.12.1.5 |
Tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de Wet personenvervoer |
€ |
33,20 |
1.12.1.6 |
Tot het verkrijgen van een inrijdontheffing voor het voetgangersgebied in het dorp Orvelte |
€ |
40,15 |
1.12.1.7 |
Tot het verkrijgen van een inrijdontheffing voor het voetgangersgebied Beilen als bedoeld in de “Beleidsregels toegang voetgangersgebied Beilen” |
€ |
57,90 |
|
|
|
|
1.12.2 |
Tot het verkrijgen van een vergunning voor een gehandicaptenparkeerplaats |
€ |
59,00 |
1.12.2.1 |
Voor het aanbrengen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken op gemeentelijk terrein bij een bepaalde parkeerplaats wordt het bedrag bepaald in 1.12.2 verhoogd met |
€ |
335,00 |
1.12.2.2 |
Voor het aanbrengen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken op gemeentelijk terrein van een nieuwe parkeerplaats wordt het bedrag bepaald in 1.12.2 verhoogd met € 335,00 en een verhoging met de werkelijke kosten die vooraf schriftelijk aan de aanvrager kenbaar wordt gemaakt met een begroting die terzake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld |
|
|
1.12.2.3 |
Voor het niet schriftelijk melden aan het college van burgemeester en wethouders van het opheffen van een gehandicaptenparkeer-plaats binnen 4 weken na opheffing, geldt een tarief van |
€ |
60,15 |
1.12.2.4 |
Voor het wijzigen van een kenteken op een bord bij een gehandicaptenparkeerplaats bedraagt het tarief |
€ |
162,80 |
Hoofdstuk 13. Kabels en leidingen algemeen
1.13.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI) omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor: |
|
|
1.13.1.1 |
- tracés tot 25 m¹ |
€ |
124,80 |
1.13.1.2 |
- tracés van 25 m¹ tot 250 m¹ |
€ |
555,00 |
1.13.1.3 |
- tracés van 250 m¹ tot 1.500 m¹ |
€ |
683,00 |
1.13.1.4 |
- tracés van 1.500 m¹ tot 5.000 m¹ |
€ |
928,00 |
1.13.1.5 |
- tracés van 5.000 m¹ en meer, per m¹ |
€ |
0,18 |
Hoofdstuk 14. Diversen
1.14 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
1.14.1 |
Gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ |
1,00 |
1.14.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
1.14.2.1 |
per pagina op papier van A4-formaat |
€ |
0,40 |
1.14.2.2 |
per pagina op papier van A3-formaat |
€ |
0,60 |
1.14.3 |
Kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.14.1 en 1.14.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk |
€ |
8,90 |
1.14.4 |
het tarief voor de vervaardiging van kopieën van documenten voor informatieverzoeken op grond van de Wet open overheid (Woo) alsmede voor de vervaardiging van kopieën van reeds openbaar gemaakte documenten als bedoeld in artikel 4.5 tweede lid van de Woo, waarbij geldt dat bij een verzoek op grond van artikel 4.1 van de Woo de eerste honderd bedrukte zijden kostenloos zijn: |
|
|
1.14.4.1 |
op papier van A4-formaat, per zijde |
€ |
0,05 |
1.14.4.2 |
op papier van A4-formaat in kleur, per zijde |
€ |
0,20 |
1.14.4.3 |
op papier van A3-formaat, per zijde |
€ |
0,10 |
1.14.4.4 |
op papier van A3-formaat in kleur, per zijde |
€ |
0,40 |
1.14.4.5 |
als een andere gegevensdrager wordt gebruikt voor de verstrekking van informatie, bedraagt het tarief de redelijke kosten van die gegevensdrager |
|
|
1.14.5 |
Een gunstige beschikking op aanvragen van een vergunning of een ontheffing, dan wel van elk ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover deze stukken niet afzonderlijk en met name in de volgende artikelen van deze tarieventabel zijn genoemd, per beschikking of genoemd stuk |
€ |
40,30 |
Titel 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
Paragraaf 2.1 |
Algemene bepalingen |
|
|
|
||||
Artikel 2.1 |
Definities |
|
|
|
||||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
|
||||
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
|
||||
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
|||||
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
|
|||||
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
|
|||||
|
kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit: zie bijlage 1 van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2022. |
€ |
605,00 |
|||||
|
kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit: Met uitzondering van bijlage 1 |
€ |
2.170,00 |
|||||
4. |
Aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting niet inbegrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de opgave of raming niet deugdelijk wordt geacht, dient een gespecificeerde begroting te worden overgelegd. Blijft de aanvrager in gebreke de aannemingssom in de aanvraag te vermelden of de gevraagde gespecificeerde begroting te overleggen, of kunnen burgemeester en wethouders zich met de opgegeven aanlegkosten niet verenigen, dan stellen zij het bedrag van de aanlegkosten vast. |
|
|
|||||
5. |
Bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting niet inbegrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de opgave of raming niet deugdelijk wordt geacht, dient een gespecificeerde begroting te worden overgelegd. Blijft de aanvrager in gebreke de aannemingssom in de aanvraag te vermelden of de gevraagde gespecificeerde begroting te overleggen, of kunnen burgemeester en wethouders zich met de opgegeven bouwkosten niet verenigen, dan stellen zij het bedrag van de bouwkosten vast. De bouwkosten worden bepaald aan de hand van de laatste versie ‘Basisbedragen Gebouwen Nederlands Bouwkosten Instituut’. Een pdf-versie is te raadplegen op de website van de gemeente onder ‘Basisbedragen Drenthe’ via de zoekterm ‘Bouwkosten’. Aan de hand van deze opgave stellen burgemeester en wethouders het bedrag van de bouwkosten vast ter zake waarvan de leges als bedoeld in 2.3.1 worden geheven. |
|
|
|||||
Artikel 2.2 |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
|
|||||
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
|||||
a. |
Conceptverzoek; |
|
|
|||||
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
|
|||||
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
|
|||||
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
|
|||||
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
|
|||||
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
|
|||||
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
|
|||||
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
|
|||||
Artikel 2.3 |
Bepalen tarief |
|
|
|||||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
|
|||||
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
|
|||||
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
|
|||||
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
|
|||||
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
|||||
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
|||||
|
|
|
|
|||||
Paragraaf 2.2 |
Voorfase |
|
|
|||||
Artikel 2.4 |
Conceptverzoek |
|
|
|||||
|
Als de aanvraag betrekking heeft op een conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
|||||
a. |
voor een informatie-overleg: |
€ |
162,80 |
|||||
b. |
voor een intaketafel: |
€ |
162,80 |
|||||
c. |
voor een omgevingstafel: |
€ |
326,50 |
|||||
|
|
|
|
|||||
Paragraaf 2.3 |
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|
|
|||||
Artikel 2.5 |
Bouwactiviteit (bouwtechnisch deel) |
|
|
|||||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|||||
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 15.000,00 bedragen: |
€ |
116,50 |
|||||
b. |
indien de bouwkosten € 15.000,00 tot € 50.000,00 bedragen: |
|
0,78% |
|||||
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
116,50 |
|||||
c. |
indien de bouwkosten € 50.000,00 tot € 200.000,00 bedragen: |
|
0,78% |
|||||
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
388,50 |
|||||
d. |
indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen: |
|
0,78% |
|||||
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
1.554,00 |
|||||
e. |
indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen: |
|
0,78% |
|||||
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
3.885,00 |
|||||
f. |
indien de bouwkosten € 1.000.000,00 of meer bedragen: |
|
0,78% |
|||||
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
7.770,00 |
|||||
|
|
|
|
|||||
Artikel 2.6 |
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel) |
|
|
|||||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|||||
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 15.000,00 bedragen: |
|
1,81% |
|||||
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
145,60 |
|||||
b. |
indien de bouwkosten € 15.000,00 tot € 50.000,00 bedragen: |
|
1,81% |
|||||
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
271,50 |
|||||
c. |
indien de bouwkosten € 50.000,00 tot € 200.000,00 bedragen: |
|
1,81% |
|||||
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
906,00 |
|||||
d. |
indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen: |
|
1,81% |
|||||
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
3.626,00 |
|||||
e. |
indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen: |
|
1,81% |
|||||
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
9.065,00 |
|||||
f. |
indien de bouwkosten € 1.000.000,00 of meer bedragen: |
|
1,81% |
|||||
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
18.130,00 |
|||||
Artikel 2.7 |
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
|||||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
198,40 |
|||||
|
|
|
|
|||||
Paragraaf 2.4 |
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed [gereserveerd] |
|
|
|||||
|
|
|
|
|||||
Paragraaf 2.5 |
Milieubelastende activiteiten |
|
|
|||||
Artikel 2.12 |
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten |
|
|
|||||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten: |
|
|
|||||
a. |
voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit bruidsschat): |
€ |
4.255,00 |
|||||
b. |
voor een milieubelastende activiteit zoals bedoeld in voorgaand onderdeel, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure): |
€ |
6.900,00 |
|||||
Artikel 2.12a |
Besluit activiteiten leefomgeving (BAL): milieubelastende activiteiten |
|
|
|||||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten: |
|
|
|||||
a. |
voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving waarbij de reguliere procedure wordt gevolgd. |
€ |
4.255,00 |
|||||
b. |
voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure): |
€ |
6.900,00 |
|||||
Artikel 2.13 t/m 2.20 |
[gereserveerd] |
|
|
|||||
|
|
|
|
|||||
Paragraaf 2.6 |
Lozingsactiviteiten |
|
|
|||||
Artikel 2.21 |
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
|||||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
363,00 |
|||||
Artikel 2.22 |
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
|||||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
363,00 |
|||||
|
|
|
|
|||||
Paragraaf 2.7 |
Aanlegactiviteiten |
|
|
|||||
Artikel 2.23 |
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven [gereserveerd] |
|
|
|||||
Artikel 2.24 |
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde [gereserveerd] |
|
|
|||||
Artikel 2.25 |
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg [gereserveerd] |
|
|
|||||
Artikel 2.26 |
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
|||||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 6:2 van de Verordening Leefomgeving Midden-Drenthe 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
198,40 |
|||||
Artikel 2.27 |
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
|||||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 6:3 van de Verordening Leefomgeving Midden-Drenthe 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
198,40 |
|||||
Artikel 2.28 |
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
|||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
2,59% |
|||||
|
met een minimumbedrag van: |
|
642,00 |
|||||
2. |
In afwijking van het eerste lid wordt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor aanlegactiviteiten, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor een grond gebonden zonnepanelenpark berekend aan de hand van de volgende formules: |
|
|
|||||
a. |
voor de eerste hectare: 1 gedeeld door A vermenigvuldigd met 2,43% van B, en |
|
2,43% |
|||||
b. |
voor de volgende hectares: A minus 1 gedeeld door A vermenigvuldigd met 1,175 % van B, |
|
1,18% |
|
||||
|
waarbij: 1. A staat voor het totaal aantal hectares bebouwde oppervlakte; 2. B staat voor de totale bouwsom van de bouwactiviteit, met dien verstande dat het totaal bedrag maximaal € 71.764,- bedraagt. |
€ |
71.764,00 |
|
||||
|
|
|
|
|
||||
Paragraaf 2.8 |
Overige activiteiten |
|
|
|
||||
Artikel 2.29 |
Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie [gereserveerd] |
|
|
|
||||
Artikel 2.30 |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
|
||||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2:5 van de Verordening Leefomgeving Midden-Drenthe in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
98,05 |
|
||||
Artikel 2.31 |
Omgevingsplanactiviteit: reclame [gereserveerd] |
|
|
|
||||
Artikel 2.32 |
Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken [gereserveerd] |
|
|
|
||||
Artikel 2.33 |
Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen [gereserveerd] |
|
|
|
||||
Artikel 2.34 |
Andere activiteiten |
|
|
|
||||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk: |
€ |
133,50 |
|
||||
|
|
|
|
|
||||
Paragraaf 2.9 |
Maatwerkvoorschriften |
|
|
|
||||
Artikel 2.35 |
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
|
|
||||
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
|
|
||||
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift: |
€ |
198,40 |
|
||||
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ |
198,40 |
|
||||
Artikel 2.36 |
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
|
|
||||
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|
|
|
||||
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ |
1.975,00 |
|
||||
b. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ |
1.975,00 |
|
||||
Artikel 2.37 |
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
|
||||
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ |
198,40 |
|
||||
|
|
|
|
|
||||
Paragraaf 2.10 |
Gelijkwaardigheid |
|
|
|
||||
Artikel 2.38 |
Gelijkwaardige maatregel |
|
|
|
||||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
|
|
||||
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
||||
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
||||
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
||||
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
||||
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
||||
Paragraaf 2.11 |
Overige tarieven |
|
|
|
||||
Artikel 2.39 |
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
|
|
||||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ |
226,50 |
|
||||
Artikel 2.40 |
Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
|
||||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
|
||||
a. |
een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ |
226,50 |
|
||||
b. |
een aanvraag om andere wijzigingen van een omgevingsvergunning dan genoemd onder lid a is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
|
|
||||
Artikel 2.41 |
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
|
|
||||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ |
226,50 |
|
||||
Artikel 2.42 |
Intrekken omgevingsvergunning |
|
|
|
||||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ |
226,50 |
|
||||
Artikel 2.43 |
Beoordeling aanvullende gegevens [gereserveerd] |
|
|
|
||||
Artikel 2.44 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
|
||||
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|
|
|
||||
Artikel 2.45 |
Wijzigen van het omgevingsplan |
|
|
|
||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
||||
2. |
Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen. |
|
|
|
||||
3. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
||||
Artikel 2.46 |
Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
|
||||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ |
335,00 |
|
||||
|
|
|
|
|
||||
Paragraaf 2.12 |
Modaliteiten |
|
|
|
||||
Artikel 2.46a |
Planologische strijdigheid met het omgevingsplan (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit) |
|
|
|
||||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief: |
|
|
|
||||
a. |
Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet: |
€ |
363,00 |
|
||||
b. |
Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit): |
€ |
605,00 |
|
||||
c. |
Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit): |
€ |
2.170,00 |
|
||||
Artikel 2.47 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
|
||||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
|
10,00% |
|
||||
Artikel 2.48 |
Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
|
||||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
|
|
||||
a. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
605,00 |
|
||||
b. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ |
605,00 |
|
||||
2. |
Het eerste lid is niet van toepassing wanneer sprake is van een of meer milieubelastende activiteiten. |
|
|
|
||||
Artikel 2.49 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
|
||||
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
|
|
||||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ |
230,90 |
|
||||
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ |
455,00 |
|
||||
c. |
voor een vooronderzoek naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid: |
€ |
56,80 |
|
||||
d. |
voor een verkennend onderzoek naar de bodemgesteldheid: |
€ |
113,70 |
|
||||
e. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ |
2.500,00 |
|
||||
f. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ |
230,90 |
|
||||
Artikel 2.50 |
Advies |
|
|
|
||||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
|
|
||||
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ |
209,90 |
|
||||
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Leefomgeving dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
||||
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Leefomgeving in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
||||
d. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
||||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b t/m d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
||||
Artikel 2.51 |
Instemming |
|
|
|
||||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
|
||||
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
|
|
||||
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
||||
Paragraaf 2.13 |
Vermindering |
|
|
|
||||
Artikel 2.52 |
Vermindering na conceptverzoek |
|
|
|
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.9, is voorafgegaan door een aanvraag voor een conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
|
100,00% |
|
||||
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; b. in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek; en c. binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
|
|
||||
Artikel 2.53 |
Vermindering bij meervoudige aanvraag [gereserveerd] |
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
||||
Paragraaf 2.14 |
Teruggaaf |
|
|
|
||||
Artikel 2.54 |
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
|
||||
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
85,00% |
|
||||
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
|
||||
Artikel 2.55 |
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
|
||||
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
|
85,00% |
|
||||
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
|
||||
Artikel 2.56 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
|
||||
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat |
|
|
|
||||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
|
75,00% |
|
||||
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
|
||||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: |
|
50,00% |
|
||||
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
|
||||
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: |
|
25,00% |
|
||||
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
|
||||
Artikel 2.57 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
|
||||
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat |
|
|
|
||||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
|
75,00% |
|
||||
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
|
||||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
|
50,00% |
|
||||
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
|
||||
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
|
25,00% |
|
||||
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
|
||||
Artikel 2.58 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
20,00% |
|
||||
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
|
||||
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
|
||||
Artikel 2.59 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
|
||||
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
20,00% |
|
||||
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
|
|
||||
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
|
|
||||
Artikel 2.60 |
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
|
||||
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
|
|
||||
Artikel 2.61 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
|
||||
|
Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven. |
|
|
|
Titel 3. Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1. Horeca
3.1.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Alcoholwet |
€ |
666,00 |
3.1.2 |
Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet bedraagt het tarief |
€ |
82,65 |
Hoofdstuk 2. Organiseren evenementen
3.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
|
3.2.1 |
Het verkrijgen van een vergunning op grond van de Verordening Leefomgeving Midden-Drenthe |
€ |
40,00 |
3.2.2 |
Het tarief in 3.2.1 wordt:
verhoogd met |
€ |
119,10 |
Hoofdstuk 3. Markten als bedoeld in de Marktverordening
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
|
3.3.1 |
Het verkrijgen van een standplaatsvergunning voor een weekmarkt |
€ |
41,70 |
3.3.2 |
Het plaatsen op de wachtlijst |
€ |
20,60 |
3.3.3 |
Het verlengen van de plaatsing op de wachtlijst |
€ |
13,65 |
Hoofdstuk 4. Standplaatsen als bedoeld in de Verordening Leefomgeving Midden-Drenthe
3.4.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een commerciële standplaatsvergunning bedraagt: |
€ |
113,90 |
3.4.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een niet-commerciële standplaatsvergunning bedraagt: |
€ |
41,10 |
Hoofdstuk 5. Prostitutiebedrijven
3.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het exploiteren of wijzigen van een prostitutiebedrijf of escortbedrijf als bedoeld in hoofdstuk 3 van de APV |
€ |
748,00 |
Hoofdstuk 6. Overig
3.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in deze titel een tarief is opgenomen |
€ |
309,50 |
Bijlage 1 bij de legesverordening
definitie kleine omgevingsplanactiviteiten
1. Een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen: a. niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf; b. de oppervlakte niet meer dan 150 m2 |
2. Een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening (nutsvoorzieningen, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-spoorweg-, water- of luchtverkeer) wanneer wordt voldaan aan de volgende eisen: a. niet hoger dan 5m, en b. de oppervlakte niet meer dan 50m2; |
3. Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits voldaan wordt aan de volgende eisen: a. niet hoger dan 10m, en b. de oppervlakte niet meer dan 50m2; |
4. een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ongeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw; |
5. een antenne-installatie, mist niet hoger dan 40 meter; |
6. een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling (de gecombineerde opwekking van warmte en elektriciteit of mechanische energie door verstoking van een brandstof, waarvan de warmte nuttig gebruikt wordt, anders dan voor de productie van elektriciteit); |
7. het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied; |
8. het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen; |
9. het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:
|
10. ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10 voor een termijn van ten hoogte 10 jaar; |
11. het college van B&W kan ander gebruik en/of een activiteit aanwijzen als kleine omgevingsplanactiviteit:
|
Behorende bij het raadsbesluit van 14 december 2023;
de raadsgriffier,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl