Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR669298
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR669298/2
Verordening op de heffing en invordering van leges 2022
Geldend van 01-01-2022 t/m 21-12-2022
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van leges 2022De Raad van de gemeente Midden-Drenthe;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 september 2021;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet
besluit:
vast te stellen de
Verordening op de heffing en invordering van leges 2022
Artikel 1. Definities
Deze verordening verstaat onder:
a. ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
b. ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
c. ’maand’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
d. ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1) e dag in het volgende kalenderjaar;
e. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2. Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- 1.
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
- a.
-
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
- 2.
Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Artikel 3. Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4. Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
b. diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5. Tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
- 3.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6. Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of ander document, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
Artikel 7. Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan, op het moment van de aanvraag.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8. Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9. Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die inwerking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 2.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 3.
onderdeel 1.4.2.2 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
onderdeel 1.7.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
hoofdstuk 10 (kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12. Overgangsrecht
- 1.
De Legesverordening 2018 van 2 november 2017, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 24 augustus 2021 (10e wijziging), wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 13. Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
Artikel 14. Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: Legesverordening 2022.
Ondertekening
Besloten in de openbare vergadering van de raad,
gehouden op 4 november 2021.
de raadsgriffier, de voorzitter,
C.A.M. Bodewes M.F.V. Damsma
Tarieventabel leges
Tarieventabel, behorende Legesverordening 2022 / tarieven per 1-1-2022.
Indeling:
Titel 1. Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1. Burgerlijke stand
Hoofdstuk 2. Reisdocumenten
Hoofdstuk 3. Rijbewijzen
Hoofdstuk 4. Verstrekkingen uit basisadministratie personen
Hoofdstuk 5. Gereserveerd
Hoofdstuk 6. Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 7. Overige publiekszaken
Hoofdstuk 8. Gemeentearchief
Hoofdstuk 9. Gereserveerd
Hoofdstuk 10. Kansspelen
Hoofdstuk 11. Gereserveerd
Hoofdstuk 12. Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 13. Kabels en leidingen algemeen
Hoofdstuk 14. Diversen
Titel 2. Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2. Vooroverleg (schetsplan) / principeverzoek
Hoofdstuk 3. Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 4. Vermindering
Hoofdstuk 5. Teruggaaf
Hoofdstuk 6. Intrekking omgevingsvergunning
Hoofdstuk 7. Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Hoofdstuk 8. Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Hoofdstuk 9. Waarborgsommen
Hoofdstuk 10. Informatieverzoeken onroerende zaken
Hoofdstuk 11. Kleinschalig kamperen
Hoofdstuk 12. Niet benoemde beschikking
Titel 3. Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1. Horeca
Hoofdstuk 2. Organiseren evenementen
Hoofdstuk 3. Markten als bedoeld in de Marktverordening
Hoofdstuk 4. Standplaatsen als bedoeld in de Leefomgevingsverordening
Hoofdstuk 5. Prostitutiebedrijven
Hoofdstuk 6. Overig
Titel 1. Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1. Burgerlijke stand
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk / het registreren van een partnerschap |
||
1.1.1.1 |
Maandag t/m vrijdag van 9.00 – 16.00 uur op de gemeentelijke trouwlocatie |
€ |
480,50 |
1.1.1.2 |
Maandag t/m donderdag van 9.00 – 16.00 uur met een maximum duur van 15 minuten (verkorte ceremonie) op de gemeentelijke trouwlocatie |
€ |
116,80 |
1.1.1.3 |
Op elk ander tijdstip, een en ander voor zover deze dagen of uren niet ingevolge artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand door de ambtenaar van de burgerlijke stand voor kosteloze huwelijksvoltrekking/ partnerschapsregistratie zijn aangewezen (maandag om 9.00 en 9.30 uur) op de gemeentelijke trouwlocatie |
€ |
903,00 |
1.1.1.4 |
Maandag t/m vrijdag van 9.00 – 16.00 uur op een locatie naar eigen keuze niet zijnde de gemeentelijke trouwlocatie |
€ |
338,00 |
1.1.1.5 |
Op elk ander tijdstip dan in 1.1.1.4 genoemd op een locatie naar eigen keuze niet zijnde de gemeentelijke trouwlocatie |
€ |
338,00 |
1.1.1.6 |
Het tarief genoemd in 1.1.1.1, 1.1.1.2, 1.1.1.3, 1.1.1.4 en 1.1.1.5 wordt, indien het voltrekken van een huwelijk / het bevestigen van een geregistreerd partnerschap plaatsvindt door een buitengewone ambtenaar van de burgerlijke stand met een ééndaagse benoeming, verhoogd met |
€ |
242,60 |
1.1.2 |
Het tarief voor de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk bedraagt: Daarnaast is het bepaalde in de laatste alinea van 1.1.1.3 is van overeenkomstige toepassing. |
€ |
68,95 |
1.1.2.1 |
De kosten van het annuleren van een huwelijk / partnerschaps-registratie binnen veertien dagen voor de huwelijksvoltrekking / partnerschapsregistratie bedraagt |
€ |
57,45 |
1.1.3 |
Het tarief bedraagt voor: |
||
1.1.3.1 |
het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering |
€ |
14,10 |
1.1.3.2 |
het verstrekken van een duplicaattrouwboekje of -partnerschap-boekje |
€ |
33,70 |
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente toewijzen van getuigen, in verband met de voltrekking van een huwelijk dan wel de registratie van een partnerschap, welke in dienst zijn van de gemeente voor iedere getuige |
€ |
33,30 |
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor rewedding (huwelijk of partnerschapsregistratie) |
€ |
480,50 |
1.1.6 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand (wettelijk vastgestelde tarieven). De tarieven zijn te raadplegen op de website van de gemeente www.middendrenthe.nl via de zoekterm ‘Legesbesluit akten burgerlijke stand’. |
Hoofdstuk 2. Reisdocumenten
1.2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.2.1. |
van een nationaal paspoort: |
||
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (geldig voor 10 jaar) |
€ |
75,80 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (geldig voor 5 jaar) |
€ |
57,30 |
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zaken-paspoort) |
||
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (geldig voor 10 jaar) |
€ |
75,80 |
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (geldig voor 5 jaar) |
€ |
57,30 |
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
||
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (geldig voor 10 jaar) |
€ |
75,80 |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (geldig voor 5 jaar) |
€ |
57,30 |
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen (geldig voor 5 jaar) |
€ |
57,30 |
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
||
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (geldig voor 10 jaar) |
€ |
68,50 |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (geldig voor 5 jaar) |
€ |
36,95 |
1.2.6 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
€ |
33,35 |
1.2.7 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ |
51,60 |
Hoofdstuk 3. Rijbewijzen
1.3.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ |
41,60 |
1.3.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen |
€ |
9,70 |
1.3.3 |
Voor het in behandeling nemen van een spoedaanvraag tot het afgeven van een rijbewijs worden de leges verhoogd met |
€ |
34,10 |
Hoofdstuk 4. Verstrekkingen in het kader van basisregistratie personen
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.2 en 1.4.3, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd. |
||
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.4.2.1 |
Tot het verstrekken van gegevens: |
||
1.4.2.1.1 |
per verstrekking aan de balie van de gemeentewinkel |
€ |
8,75 |
1.4.2.1.2 |
per verstrekking via de gemeentelijke webwinkel |
€ |
6,20 |
1.4.2.2 |
Tot schriftelijke gegevensverstrekking aan afnemers en bijzondere derden: per verstrekking (wettelijk vastgesteld maximum tarief) |
€ |
7,50 |
1.4.3 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan |
€ |
27,30 |
Hoofdstuk 5. Gereserveerd
Hoofdstuk 6. Vastgoedinformatie
1.6.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van tekeningen of kaartmateriaal, zoals kadastrale kaarten, tekeningen en kaartmateriaal behorende bij bouwplannen, voorbereidingsbesluiten, bestemmingsplannen, structuurplannen, herinrichtingsplannen, en dergelijke per kopie: |
€ |
18,10 |
1.6.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie uit de registers bedoeld in de Erfgoedwet |
€ |
3,60 |
1.6.3 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift, beeldschermafdruk of fotokopie uit de gemeentelijke kadastrale registratie (object- en/of subjectinformatie), per afschrift, beeldschermafdruk of fotokopie |
€ |
5,60 |
Hoofdstuk 7. Overige
1.7.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.7.1.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag (max. wettelijk tarief) |
€ |
41,35 |
1.7.1.2 |
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn |
||
1.7.1.2.1 |
aan de balie van de gemeentewinkel |
€ |
8,75 |
1.7.1.2.2 |
via de gemeentelijke webwinkel |
€ |
6,20 |
1.7.1.3 |
tot het afgeven van een bewijs van Nederlanderschap |
€ |
8,75 |
1.7.1.4 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ |
11,30 |
Hoofdstuk 8. Gemeentearchief
1.8.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan |
€ |
27,30 |
Hoofdstuk 9. Gereserveerd
Hoofdstuk 10. Kansspelen
1.10.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.10.1.1 |
Tot het verkrijgen van een vergunning voor het mogen vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal zoals bedoeld in artikel 2 van de “Verordening speelautomatenhal Midden-Drenthe” bedraagt: |
€ |
1.520,00 |
1.10.1.2 |
Voor de wijziging van een vergunning en een verlenging als bedoeld in artikel 2 van de “Verordening speelautomatenhal Midden-Drenthe” bedraagt |
€ |
151,60 |
1.10.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen voor een periode van twaalf maanden bedraagt (NB: wettelijk vastgestelde tarieven op basis van speelautomatenbesluit): |
||
1.10.2.1 |
Voor één kansspelautomaat |
€ |
58,75 |
1.10.2.2 |
Voor twee of meer kansspelautomaten, een basisbedrag van: |
€ |
35,30 |
en voor elke automaat |
€ |
23,40 |
|
1.10.2.3 |
Voor een periode van meer dan vier jaren of voor onbepaalde tijd voor één speelautomaat |
€ |
235,50 |
1.10.2.4 |
Voor een periode van meer dan vier jaren of voor onbepaalde tijd, voor twee of meer speelautomaten, een basisbedrag van |
€ |
141,00 |
1.10.2.5 |
en voor elke speelautomaat |
€ |
94,15 |
1.10.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ |
26,50 |
1.10.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning) |
€ |
26,50 |
Hoofdstuk 11. Gereserveerd
Hoofdstuk 12. Verkeer en vervoer
1.12.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.12.1.1 |
Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten |
€ |
43,20 |
1.12.1.2 |
Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 anders dan bedoeld in onderdeel 1.12.1.1 |
€ |
38,90 |
1.12.1.3 |
Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van het Voertuigenreglement |
€ |
42,45 |
1.12.1.4 |
Tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ |
89,05 |
1.12.1.5 |
Tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de Wet personenvervoer |
€ |
31,95 |
1.12.1.6 |
Tot het verkrijgen van een inrijdontheffing voor het voetgangersgebied in het dorp Orvelte |
€ |
38,65 |
1.12.1.7 |
Tot het verkrijgen van een inrijdontheffing voor het voetgangersgebied Beilen als bedoeld in de “Beleidsregels toegang voetgangersgebied Beilen” |
€ |
55,70 |
1.12.2 |
Tot het verkrijgen van een vergunning voor een gehandicaptenparkeerplaats |
€ |
56,75 |
1.12.2.1 |
Voor het aanbrengen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken op gemeentelijk terrein bij een bepaalde parkeerplaats wordt het bedrag bepaald in 1.12.2 verhoogd met |
€ |
322,50 |
1.12.2.2 |
Voor het aanbrengen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken op gemeentelijk terrein van een nieuwe parkeerplaats wordt het bedrag bepaald in 1.12.2 verhoogd met € 310,50 en een verhoging met de werkelijke kosten die vooraf schriftelijk aan de aanvrager kenbaar wordt gemaakt met een begroting die terzake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld |
||
1.12.2.3 |
Voor het niet schriftelijk melden aan het college van burgemeester en wethouders van het opheffen van een gehandicaptenparkeer-plaats binnen 4 weken na opheffing, geldt een tarief van |
€ |
57,85 |
1.12.2.4 |
Voor het wijzigen van een kenteken op een bord bij een gehandicaptenparkeerplaats bedraagt het tarief |
€ |
156,60 |
Hoofdstuk 13. Kabels en leidingen algemeen
1.13.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI) omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor: |
||
1.13.1.1 |
- tracés tot 25 m¹ |
€ |
120,00 |
1.13.1.2 |
- tracés van 25 m¹ tot 250 m¹ |
€ |
535,00 |
1.13.1.3 |
- tracés van 250 m¹ tot 1.500 m¹ |
€ |
657,00 |
1.13.1.4 |
- tracés van 1.500 m¹ tot 5.000 m¹ |
€ |
893,00 |
1.13.1.5 |
- tracés van 5.000 m¹ en meer, per m¹ |
€ |
0,18 |
Hoofdstuk 14. Diversen
1.14.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
1.14.1 |
Gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ |
1,00 |
1.14.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
||
1.14.2.1 |
per pagina op papier van A4-formaat |
€ |
0,40 |
1.14.2.2 |
per pagina op papier van A3-formaat |
€ |
0,60 |
1.14.2.3 |
In afwijking van het bepaalde in 1.14.2.1 is het tarief voor informatieverzoeken, waaronder verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) nihil, tenzij voor de te verstrekken informatie meer dan 100 pagina’s worden gekopieerd. In dat laatste geval bedraagt het tarief € 0,40 per pagina |
||
1.14.3 |
Kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.14.1 en 1.14.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk |
€ |
8,60 |
1.14.4 |
Een gunstige beschikking op aanvragen van een vergunning of een ontheffing, dan wel van elk ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover deze stukken niet afzonderlijk en met name in de volgende artikelen van deze tarieventabel zijn genoemd, per beschikking of genoemd stuk |
€ |
38,80 |
Titel 2. Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
||
2.1.1.1 |
Aanlegkosten: |
||
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting niet inbegrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de opgave of raming niet deugdelijk wordt geacht, dient een gespecificeerde begroting te worden overgelegd. Blijft de aanvrager in gebreke de aannemingssom in de aanvraag te vermelden of de gevraagde gespecificeerde begroting te overleggen, of kunnen burgemeester en wethouders zich met de opgegeven aanlegkosten niet verenigen, dan stellen zij het bedrag van de aanlegkosten vast. |
|||
2.1.1.2 |
Bouwkosten: |
||
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting niet inbegrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de opgave of raming niet deugdelijk wordt geacht, dient een gespecificeerde begroting te worden overgelegd. Blijft de aanvrager in gebreke de aannemingssom in de aanvraag te vermelden of de gevraagde gespecificeerde begroting te overleggen, of kunnen burgemeester en wethouders zich met de opgegeven bouwkosten niet verenigen, dan stellen zij het bedrag van de bouwkosten vast. De bouwkosten worden bepaald aan de hand van de laatste versie ‘Basisbedragen Gebouwen Nederlands Bouwkosten Instituut’. Een pdf-versie is te raadplegen op de website van de gemeente onder ‘Basisbedragen Drenthe’ via de zoekterm ‘Bouwkosten’. Aan de hand van deze opgave stellen burgemeester en wethouders het bedrag van de bouwkosten vast ter zake waarvan de leges als bedoeld in 2.3.1 worden geheven. |
|||
2.1.1.3 |
Sloopkosten: |
||
Voor leges sloop wordt een vast tarief geheven |
|||
2.1.1.4 |
Wabo: |
||
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht |
|||
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
||
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
Hoofdstuk 2. Vooroverleg (schetsplan) / principeverzoek
2.2 |
Voordat een bouwplan tot in detail wordt getekend en berekend, is het mogelijk om op basis van eenvoudige/globale tekeningen en gegevens een "beoordeling schetsplan" te vragen. Aan de hand van een schetsplan onderzoeken de teams Omgeving en Veiligheid en Ruimtelijke beleid en Projecten de haalbaarheid van het bouwplan. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
2.2.1.1 |
Om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is: |
€ |
156,60 |
2.2.1.2 |
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een op basis van het schetsplan uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, en dit schetsplan niet is verworpen, worden de daarvoor geheven leges met deze leges verrekend. |
||
2.2.2.1 |
Voordat een activiteit inhoudende het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan of het uitvoeren van een werk wordt uitgevoerd of hier kosten voor worden gemaakt, is het mogelijk om op basis van een globale omschrijving van het gebruik en een bijbehorende situatieschets een principeverzoek aan te vragen. Het tarief voor het in behandeling nemen van een principeverzoek bedraagt: |
€ |
314,50 |
2.2.2.2 |
Indien op een principeverzoek positieve reactie wordt gegeven en dit verzoek wordt gevolgd door een procedure in het kader van de Wro of de Wabo, dan wordt het geheven bedrag in mindering gebracht op het legesbedrag dat volgens de legestabel wordt geheven voor die te volgen procedure in het kader van de Wro of de WABO. |
||
2.2.3 |
Indien het principeverzoek afgedaan kan worden zonder integraal overleg bedraagt het tarief: |
€ |
156,70 |
Hoofdstuk 3. Omgevingsvergunning
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
||||
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
||||
2.3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten: een percentage over de bouwkosten van: |
2,54% |
|||
met een minimumbedrag van: |
€ |
165,40 |
|||
2.3.1.1.1 |
In afwijking van 2.3.1.1 wordt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten voor een grond gebonden zonnepanelenpark berekend aan de hand van de volgende formules: voor de eerste hectare: 1 gedeeld door A vermenigvuldigd met 2,43% van B, en voor de volgende hectares: A minus 1 gedeeld door A vermenigvuldigd met 1,175 % van B, waarbij: A staat voor het totaal aantal hectares bebouwde oppervlakte; B staat voor de totale bouwsom van de bouwactiviteit, met dien verstande dat het totaal bedrag maximaal € 70.357,00 bedraagt. |
||||
Verordening leefomgeving(reclameobjecten) |
|||||
2.3.1.2 |
Voor advieskosten voor reclameobjecten per aanvraag |
€ |
343,00 |
||
2.3.1.3 |
Achteraf ingediende aanvraag Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. |
122% |
|||
2.3.2 |
Aanlegactiviteiten |
||||
2.3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor aanlegactiviteiten als bedoel in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo: een percentage over de aanlegkosten van: |
2,54% |
|||
2.3.2.2 |
met een minimumbedrag van |
€ |
630,00 |
||
|
In afwijking van 2.3.2.1 wordt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor aanlegactiviteiten als bedoel in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo voor een grond gebonden zonnepanelenpark berekend aan de hand van de volgende formules: voor de eerste hectare: 1 gedeeld door A vermenigvuldigd met 2,43% van B, en voor de volgende hectares: A minus 1 gedeeld door A vermenigvuldigd met 1,175 % van B, waarbij: A staat voor het totaal aantal hectares bebouwde oppervlakte; B staat voor de totale bouwsom van de bouwactiviteit, met dien verstande dat het totaal bedrag maximaal € 70.357,00 bedraagt. |
||||
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en al dan niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1. en 2.3.2: |
||||
2.3.3.1.1 |
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): (vergroten bouwblok of intensieve neventak) |
€ |
986,00 |
||
2.3.3.1.2 |
Voor overigebinnenplanse afwijking: |
€ |
349,50 |
||
2.3.3.2 |
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ |
583,00 |
||
2.3.3.3 |
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): (WABO vrijstelling) |
€ |
2.087,00 |
||
2.3.3.4 |
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ |
340,00 |
||
2.3.3.5 |
Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ |
340,00 |
||
2.3.3.6 |
Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ |
340,00 |
||
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ |
340,00 |
||
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: deze rubriek is geïntegreerd in rubriek 2.3.3 |
||||
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ |
327,00 |
||
Indien de omgevingsvergunning de hierna genoemde bouwwerken of inrichtingen betreft, wordt het onder 2.3.5 genoemde bedrag verhoogd met de bij elk van die bouwwerken of inrichtingen aangegeven bedragen: |
|||||
2.3.5.1 |
Met een bruto vloeroppervlakte: |
||||
2.3.5.1.1 |
tot 100 m² |
€ |
159,90 |
||
2.3.5.1.2 |
van 100 tot 500 m² per m² |
€ |
1,60 |
||
2.3.5.1.3 |
van 500 tot 2.000 m² |
€ |
485,00 |
||
vermeerderd per m² met |
€ |
0,63 |
|||
|
van 2.000 tot 5.000 m² |
€ |
1.393,00 |
||
vermeerderd per m² met |
€ |
0,16 |
|||
2.3.5.1.5 |
van 5.000 tot en met 50.000 m² |
€ |
2.176,00 |
||
vermeerderd per m² met |
€ |
0,02 |
|||
2.3.5.1.6 |
boven 50.000 m² |
€ |
2.849,00 |
||
vermeerderd per m² met |
€ |
0,01 |
|||
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten. Over deze activiteit wordt geen leges geheven. |
||||
2.3.7 |
Sloopactiviteiten als bedoel in artikel 2.1 lid 1g Wabo (anders dan bij monumenten of in beschermd stads- en dorpsgezicht) |
||||
2.3.7.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief voor: |
||||
2.3.7.1.1 |
Woningen: |
||||
o.a. sloop van één woongebouw en/of bijgebouw(en) of delen hiervan |
€ |
109,40 |
|||
projectmatig slopen van (complexen) woningen en/of bijgebouwen |
€ |
438,50 |
|||
2.3.7.1.2 |
Agrarische objecten: o.a. sloop van bedrijfswoning en/of –gebouw(en) |
€ |
327,50 |
||
2.3.7.1.3 |
Bedrijven: o.a. sloop van bedrijfsgebouw(en), kantoren, en aanverwante bouwwerken |
€ |
438,50 |
||
2.3.7.1.4 |
Overige bouwwerken: o.a. sloop van bouwwerken, geen gebouw zijnde |
€ |
218,40 |
||
2.3.8 |
Aanleggen of veranderen weg Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d van de Wabo in samenhang met artikel 2:6 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
190,80 |
||
2.3.9 |
Kappen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 3 van de Bomenverordening 2016 Gemeente Midden-Drenthe bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
94,30 |
||
2.3.10 |
Natura 2000-activiteiten |
||||
2.3.10.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
162,60 |
||
2.3.11 |
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) |
||||
2.3.11.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteiten) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||||
2.3.11.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.11.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||||
2.3.12 |
Andere activiteiten (overige aanhakende toestemmingen) Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
|||
2.3.12.1 |
Behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ |
136,10 |
|
2.3.12.2 |
Behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|||
2.3.12.2.1 |
Als het een gemeentelijke verordening betreft |
€ |
136,10 |
|
2.3.12.2.2 |
Als het een provinciale of waterschapsverordening betreft |
€ |
136,10 |
|
2.3.13 |
Omgevingsvergunning in twee fasen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|||
2.3.13.1 |
Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|||
2.3.13.2 |
Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|||
2.3.14 |
Beoordeling bodemrapport Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
|||
2.3.14.1 |
Voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
€ |
222,00 |
|
2.3.14.2 |
Voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport |
€ |
438,00 |
|
2.3.14.3 |
Vooronderzoek naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid |
€ |
54,65 |
|
2.3.14.4 |
Voor verkennend onderzoek naar de bodemgesteldheid |
€ |
109,40 |
|
2.3.14.5 |
Akoestisch/bouwfysisch onderzoek |
|||
2.3.14.5.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een akoestisch bouwfysisch onderzoek, uitgevoerd in het kader van het Bouwbesluit en de Wet Geluidhinder bedraagt: |
€ |
217,80 |
|
2.3.14.5.2 |
Het tarief voor een aanvullend onderzoek bedraagt: |
€ |
421,50 |
|
2.3.14.5.3 |
Het tarief voor een ontheffing hogere grenswaarde bedraagt: |
€ |
327,50 |
|
2.3.15 |
Advies |
|||
2.3.15.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
2.3.15.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.15.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij die aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
2.3.16 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|||
2.3.16.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|||
2.3.16.1.1 |
Indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven op verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Drenthe: |
Nihil |
||
2.3.16.1.2 |
Indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven op verzoek van een ander bestuursorgaan dan genoemd in 2.3.16.1.1 |
€ |
201,80 |
|
2.3.16.1.3 |
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven bedraagt het tarief het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders wordt opgesteld. |
|||
2.3.16.1.4 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1.3 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Hoofdstuk 4. Vermindering
2.4.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een vooroverleg(schetsplan)/ principeverzoek, als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg(schetsplan)/ principeverzoek geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. |
Hoofdstuk 5. Teruggaaf
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.5, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||
2.5.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
75% |
|
2.5.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het in behandeling nemen, maar vóór het nemen van de beschikking: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges: |
50% |
|
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, of sloopactiviteiten of het uitvoeren van werken: als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
25% |
|
2.5.2.1 |
In afwijking van het bepaalde in onderdeel 2.5.2 geldt voor teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, en/of aanlegactiviteiten als bedoeld in 2.3.1.1.1 en 2.3.2.3 (grond gebonden zonepanelenpark) het volgende: als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, en/of aanleg activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2.3, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
25% |
|
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten: |
||
2.5.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
25% |
|
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
||
2.5.4 |
Minimumbedrag voor teruggaaf: een bedrag van minder dan € 50,- wordt niet teruggegeven. |
||
2.5.5 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen: Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16 wordt geen teruggaaf verleend. |
Hoofdstuk 6. Intrekking omgevingsvergunning
2.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 en/of 2.5.2.1 van toepassing is: |
Nvt |
Hoofdstuk 7. Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
2.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ |
217,80 |
Hoofdstuk 8. Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
2.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
2.8.1.1 |
tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening |
€ |
2.637,00 |
2.8.1.2 |
Tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening |
€ |
1.535,00 |
2.8.2 |
Bij verplichte publicatie in de Staatscourant worden de bedragen per publicatie verhoogd met: |
€ |
33,85 |
Hoofdstuk 9. Waarborgsommen
2.9 |
Verhoging en teruggaaf start bouw en gereed bouw De bedragen van de artikelen 2.3.1.1., 2.3.7.1 en 2.3.13.2 worden verhoogd met : |
€ |
100,00 |
Start bouw Als minimaal twee dagen voor de aanvang van de bouwactiviteiten een melding is ontvangen wordt terugbetaald |
€ |
50,00 |
|
Gereed bouw Als minimaal een dag voor de voltooiing van de bouwactiviteiten een melding is ontvangen wordt terugbetaald: |
€ |
50,00 |
Hoofdstuk 10. Informatieverzoeken onroerende zaken
2.10 |
Het tarief voor vragen om informatie: over status van bestemmingsplannen en de bestemmingen; over milieuvergunningen; uit bodemonderzoeken; overige zaken in verband met aan- en verkoopopdrachten of voor taxaties; bedraagt voor de totale beantwoording op basis van het formulier informatieaanvraag: |
€ |
119,00 |
Het tarief voor vragen om informatie |
|||
2.10.1 |
onderdeel BOUW / RO: |
€ |
36,40 |
2.10.2 |
onderdeel MILIEU: |
€ |
36,40 |
Hoofdstuk 11. Kleinschalig kamperen
2.11 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoel in artikel 4.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), bedraagt |
€ |
405,00 |
Hoofdstuk 12. In deze titel niet benoemde beschikking
2.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking die betrekking heeft op de fysieke leefomgeving |
€ |
322,50 |
Titel 3. Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1. Horeca
3.1.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Alcoholwet |
€ |
641,00 |
3.1.2 |
Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet bedraagt het tarief |
€ |
79,50 |
Hoofdstuk 2. Organiseren evenementen
3.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
||
3.2.1 |
Het verkrijgen van een vergunning op grond van de festiviteiten- en evenementenverordening |
€ |
38,50 |
3.2.2 |
Het tarief in 3.2.1 wordt: bij het nemen van verkeerstechnische en/of brandveiligheidsmaatregelen bij inzet van andere gemeentelijke diensten verhoogd met |
€ |
114,60 |
Hoofdstuk 3. Markten als bedoeld in de Marktverordening
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
||
3.3.1 |
Het verkrijgen van een standplaatsvergunning voor een weekmarkt |
€ |
40,10 |
3.3.2 |
Het plaatsen op de wachtlijst |
€ |
19,80 |
3.3.3 |
Het verlengen van de plaatsing op de wachtlijst |
€ |
13,15 |
Hoofdstuk 4. Standplaatsen als bedoeld in de Leefomgevingsverordening
3.4.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een commerciële standplaatsvergunning bedraagt: |
€ |
109,60 |
3.4.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een niet-commerciële standplaatsvergunning bedraagt: |
€ |
39,55 |
Hoofdstuk 5. Prostitutiebedrijven
3.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het exploiteren of wijzigen van een prostitutiebedrijf of escortbedrijf als bedoeld in hoofdstuk 3 van de APV |
€ |
720,00 |
Hoofdstuk 6. Overig
3.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in deze titel een tarief is opgenomen |
€ |
298,00 |
Behorende bij het raadsbesluit van 4 november 2021;
de raadsgriffier,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl