Gedragscode integriteit gemeenteraad Peel en Maas 2022

Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Intitulé

Gedragscode integriteit gemeenteraad Peel en Maas 2022

DE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS

Gelet op raadsvoorstel 2021-091

Gelet op het bepaalde in artikel 15 lid 3 van de Gemeentewet

Gehoord de beraadslagingen

BESLUIT

Vast te stellen de

Gedragscode integriteit gemeenteraad Peel en Maas 2022

Introductie

Inwoners van Peel en Maas moeten kunnen vertrouwen op een betrouwbaar, eerlijk en transparant gemeentebestuur. Als gemeenteraadsleden van Peel en Maas hechten wij dan ook sterk aan integriteit. Wij verstaan onder integer handelen het adequaat en zorgvuldig uitoefenen van ons raadslidmaatschap. Dat houdt onder andere in dat wij besluiten nemen in het algemeen belang van de gemeente, zonder dat persoonlijke of zakelijke belangen daarbij een rol spelen. Maar ook dat wij eerlijk handelen en transparant zijn daar waar dat kan. Wet- en regelgeving vormen de basis van ons handelen. Maar soms ontbreken regels of zijn zij niet duidelijk. Dan handelen we op ons morele kompas. Daarom hechten wij sterk aan zelfbewustzijn. We nemen verantwoordelijkheid voor ons gedrag, zijn daarop aanspreekbaar en we spreken elkaar hierop aan.

Wat is integriteit?

Integriteit laat zich zien in iemands handelen en de intentie waarmee wordt gehandeld. Het betekent dat een persoon eerlijk en oprecht is en niet omkoopbaar. Zeggen wat hij/zij doet en doen wat hij/zij zegt is hier onlosmakelijk mee verbonden. Integriteit vraagt betrouwbaarheid. Er is geen verborgen agenda en ’doen alsof’.

Het begrip ‘integriteit’ is gemakkelijk politiek te maken, door het te gebruiken als stellingname tegen besluitvorming waar je het niet mee eens bent, een misplaatste opmerking of het verspreiden van geruchten. Als gemeenteraadsleden waken we daarvoor en spreken we ons hier tegen uit. Het verbleekt immers het gesprek over de echte integriteitsdilemma’s.

Deze gedragscode biedt handvatten om integer te handelen. Het geeft ons houvast in het maken van onze afwegingen. Ook biedt het ons een gezamenlijke visie, die ons helpt om integriteit onderdeel van gesprek te laten zijn en blijven.

De gedragscode is zowel van toepassing op raadsleden, als ook op burgercommissieleden. Daar waar we spreken over ‘raadslid’ is dus ook ‘burgercommissielid’ te lezen.

Belangenverstrengeling

In het werk als raadslid staat het belang van Peel en Maas altijd voorop. We voorkomen, zoals de Gemeentewet ons ook voorschrijft, dat dit algemene gemeentelijke belang vermengd wordt met ons persoonlijk belang. Een persoonlijk belang kan een belang zijn vanuit een (neven)functie, maar kan ook een belang zijn van bijvoorbeeld vrienden, familie, bedrijven of organisaties waar we als privépersoon banden mee hebben.

Ook tegenover anderen willen we helder maken dat we onze persoonlijke belangen niet mee laten wegen in de besluiten die we nemen. Op die manier voorkomen we dat de schijn ontstaat van belangenverstrengeling. Dat doen we onder andere door:

  • Transparant te zijn over eventuele financiële belangen in ondernemingen en organisaties, waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. Deze financiële belangen melden we bij de griffier. Die opgave is openbaar en door derden te raadplegen door deze op te vragen bij de griffier.

  • Zelf na te gaan of we een zuiver en objectief besluit kunnen nemen in het algemene gemeentelijke belang. Daarbij bedenken we ook hoe een buitenstaander naar ons en ons handelen zou kunnen kijken en of onze keuze goed uit te leggen is.

  • Open en transparant te zijn over persoonlijke belangen bij dossiers. Zodra hiervan sprake is, ook als er nog geen sprake is van (voorbereiding op) besluitvorming door de gemeenteraad, meldt een raadslid persoonlijke belangen in de fractie en bij de griffier.

  • Niet het woord te voeren of mee te stemmen over besluiten waar we een persoonlijk belang bij hebben. We maken dat duidelijk en zichtbaar door dit voorafgaand aan de vergadering te melden aan de griffier en de voorzitter van de gemeenteraad. Tijdens het betreffende agendapunt gaat het raadslid in op de publieke tribune zitten of verlaat deze de zaal.

  • Niet op te treden als woordvoerder of vertegenwoordiger van inwoners en organisaties richting de gemeente. Hiermee voorkomen we dat het algemene belang van de gemeente en het specifieke belang van de betreffende inwoners of organisaties, verstrengeld raken.

Ook na het raadslidmaatschap willen we de schijn van belangenverstrengeling voorkomen. Daarom verrichten oud-raadsleden in het eerste jaar na beëindiging van het raadslidmaatschap geen werkzaamheden voor de gemeente tegen beloning, tenzij zij in dienst treden bij de gemeente.

Voorbeeld

Als raadslid en inwoner van de gemeente Peel en Maas nemen we regelmatig beslissingen over zaken die ons zelf ook aan gaan. Denk bijvoorbeeld aan het vaststellen van de hoogte van de onroerende-zaakbelasting (OZB). Zo’n besluit gaat elk raadslid aan die huiseigenaar is. Moeten al die raadsleden zich dan onthouden van stemming? Nee, want een raadslid heeft het mandaat van de kiezer gekregen om besluiten te nemen en het besluit geldt voor huiseigenaren in het algemeen, niet in het bijzonder alleen voor één specifiek persoon. Alleen als een persoonlijk belang te direct is, onthoudt een raadslid zich van stemming.

Afwegingen die een raadslid kan maken bij het bepalen of er een persoonlijk belang is en dus de keuze om wel of niet deel te nemen aan de beraadslagingen en stemming zijn:

  • Hoe specifiek is een besluit? Bij ‘bulkbesluiten’ is minder snel sprake van belangenverstrengeling dan bij specifieke besluiten. Denk aan: een bestuurslid van een culturele vereniging kan wel deelnemen aan beraadslaging en stemming over subsidiebeleid in het algemeen of de gemeentelijke cultuurvisie, maar niet over een besluit om in het bijzonder de eigen vereniging een extra subsidie toe te kennen.

  • Hoe nauw is de betrokkenheid bij het dossier buiten het raadslidmaatschap om? Ergens in dienst zijn of ergens wonen zorgt nog niet direct voor betrokkenheid. Zelf aan een dossier werken of daar actief in mengen wel. Dat betekent dat bij besluitvorming over het aanleggen van meer groen in een specifieke buurt een raadslid dat daar woont in principe kan deelnemen aan de beraadslaging en stemming daarover. Tenzij dat raadslid zich als bewoner stevig verzet tegen de plannen en bijvoorbeeld bezwaar indient bij de gemeente.

  • Is er sprake van ( beleids )bepalende invloed? Een voorbeeld hiervan is dat een lid van een energiecoöperatie mee kan praten en stemmen over een initiatief om meer ruimte te bieden aan het opwekken van zonne-energie in de gemeente, maar dat dit voor de directeur van deze energiecoöperatie minder verstandig is.

Nevenfuncties

Raadsleden staan middenin de samenleving en combineren hun raadswerk met werk- en privéactiviteiten. Het uitvoeren van nevenfuncties hoort daarbij. Over onze nevenfuncties en mogelijke vergoeding daarvoor zijn we vooraf transparant: deze worden gepubliceerd onder ons profiel op de gemeentelijke website. Raadsleden zorgen er zelf voor dat dit overzicht actueel blijft door wijzigingen zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen een maand na aanvaarding van de nevenfunctie, te melden bij de griffier. Eenmaal per jaar worden de raadsleden actief gevraagd door de griffier om hun nevenfuncties te controleren en te actualiseren.

Overigens is niet elke nevenfunctie passend bij het raadslidmaatschap. Een aantal functies zijn wettelijk onverenigbaar. Daarnaast brengen bepaalde functies een grote kans op belangenverstrengeling met zich mee. De functies waarbij dit het geval is, zijn niet limitatief op te sommen. Het uitgangspunt voor de beoordeling of sprake is van onverenigbaarheid is dat de nevenfuncties het belang van de gemeente niet mogen schaden of daarmee in strijd mogen zijn en dat ze een goede uitoefening van het raadslidmaatschap niet in de weg staan. Daarvan kan sprake zijn bij functies die de gemeente in een negatief daglicht zetten en bij functies die veel raakvlakken hebben met het ambt van raadslid, bijvoorbeeld omdat er veel contact met de gemeente nodig is.

Wanneer het vermoeden ontstaat, bij onszelf of bij een van onze collega’s in de raad, dat een (aanstaande) nevenfunctie het functioneren als raadslid mogelijk in de weg staat, zullen we:

  • Kritisch bij onszelf te rade gaan of we de nevenfunctie wel kunnen aanvaarden of behouden. Daarbij maken we de afweging hoe wenselijk het is om de nevenfunctie te combineren met het raadslidmaatschap. Want als een raadslid zich bijvoorbeeld heel vaak moet onthouden van stemming of beraadslaging, kan diegene plichten die horen bij het ambt van raadslid dan nog wel waarmaken? Ook gaan we na of er zaken zijn die we juist vanuit de nevenfunctie moeten regelen of nalaten, om te voorkomen dat onze activiteiten vanuit de nevenfunctie raken aan het raadslidmaatschap.

  • Overleggen met de voorzitter van de raad en de griffier. Daarbij kunnen afspraken worden gemaakt over de manier waarop de nevenfunctie gecombineerd wordt met het raadslidmaatschap. Bijvoorbeeld over het onthouden van stemmen of niet deelnemen aan beraadslagingen op bepaalde onderwerpen. Zulke afspraken worden door de griffier vastgelegd en gedeeld met het presidium.

Voorbeeld I

Een raadslid is betrokken bij een dorpsoverleg in een van de kernen van de gemeente. Het dorpsoverleg heeft vooral tot doel om het gesprek over de leefbaarheid in de kern op gang te brengen en houden. In dit kader is er vanuit het dorpsoverleg soms contact met de gemeente over kwesties die de kern raken. Hierbij past de vraag hoe betrokkenheid bij een dorpsoverleg zich verhoudt tot het raadslidmaatschap.

Enige betrokkenheid bij een dorpsoverleg is niet per definitie onverenigbaar met het raadslidmaatschap. Vanwege de vele raakvlakken met het raadslidmaatschap is een bestuurslidmaatschap van een dorpsoverleg ten zeerste te ontraden. Op een andere wijze inzetten voor het dorpsoverleg kan mogelijk wel, mits het niet ingaat tegen de hierboven beschreven uitgangspunten. Denk aan het helpen bij het organiseren van een activiteit. Hierbij kunnen zich alsnog op incidentele basis situaties voordoen waarbij (de schijn van) belangenverstrengeling kan ontstaan, bijvoorbeeld bij het verkrijgen van een subsidie van de gemeente. In die situaties kan het raadslid niet optreden als woordvoerder namens het dorpsoverleg, noch het woord voeren over het onderwerp in de raad of meestemmen als dat aan de orde is.

Voorbeeld II

Een raadslid is voorzitter van de barcommissie van een sportclub. De vraag dringt zich op of het raadslid wel voorzitter van de barcommissie kan zijn en wat dat eventueel betekent voor wat het raadslid moet doen of juist laten.

De functie is niet per definitie onverenigbaar met het raadslidmaatschap. Het gaat om een interne functie waarbij in principe geen direct contact is met de gemeente (daar is immers het bestuur van de vereniging voor verantwoordelijk). Het raadslid geeft in ieder geval deze functie op als nevenfunctie en vermeldt daarbij wat de relatie met de gemeente is en of er betaling tegenover staat.

Wel kunnen zich situaties voordoen waarbij er sprake kan zijn van (de schijn van) belangenverstrengeling. Wanneer bijvoorbeeld in de gemeenteraad gesproken wordt over de regels met betrekking tot drank in sportkantines kan het raadslid niet optreden als woordvoerder namens deze sportclub. Dat leidt immers tot vermenging van rollen. Evenmin mag het raadslid het woord voeren over dit onderwerp in de raad.

Of het raadslid zich ook moet onthouden van stemming over de nieuwe regels hangt af van de vraag of het alleen gaat om de regels in de kantine van deze sportclub, of dat het een besluit betreft voor alle sportkantines. In het eerste geval moet het raadslid zich onthouden, maar wanneer het een breed besluit betreft kan het raadslid meestemmen.

Omgaan met vertrouwelijke en geheime informatie

Om goede besluiten te kunnen nemen, krijgen raadsleden veel informatie. Soms ook onder geheimhouding. Met de informatie die we vanuit ons ambt als raadslid krijgen gaan we zorgvuldig om: we bewaren de informatie veilig en gebruiken dit alleen voor de uitoefening van ons werk. Dat betekent dat we informatie die we vanuit ons ambt hebben nooit gebruiken om daar zelf voordeel uit te halen, of anderen een voordeel mee te geven. Dit geldt ook voor informatie die op zichzelf niet geheim is, maar op het moment van verkrijging en gebruik nog niet kenbaar is voor anderen. Inwoners en organisaties in Peel en Maas hebben immers recht op een gelijke informatiepositie.

Aan de omgang met geheime informatie stellen we extra eisen. Afspraken daarover leggen we vast in een protocol, waarin onder meer onze werkwijze met betrekking tot geheimhouding is uitgewerkt. Vanzelfsprekend houden wij ons aan deze afspraken. Informatie die geheim is delen we niet met anderen. Ook zijn we wettelijk verplicht om informatie waarvan wij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden geheim te houden.

Voorbeeld I

De gemeente is bezig met de ontwikkeling van een centrumplan. Er is veel verzet tegen de beoogde locatie van een supermarkt. Een van de raadsleden is het niet eens met de beoogde locatie en weet dat er alternatieve locaties in beeld zijn. Voor de onderhandelingspositie van de gemeente is het van belang dat informatie over alternatieve locaties geheim blijft en er is dan ook geheimhouding opgelegd. De meerderheid van de raad is voorstander van de voorgestelde locatie. Mag het raadslid de informatie over de alternatieve locaties delen met anderen buiten het gemeentebestuur?

Het antwoord op deze vraag is nee. Informatie over onderhandelingsposities is geheime informatie. Mocht geheimhouding niet expliciet zijn opgelegd, maar als er wel in die termen over wordt gesproken, dan geldt dat het raadslid vanwege de belangen die meespelen het vertrouwelijke karakter van de informatie redelijkerwijs kon vermoeden en daardoor de informatie niet mag delen. Dit betekent ook dat een raadslid met deze informatie in het achterhoofd een familielid of vriend niet mag adviseren om bijvoorbeeld af te zien van een woning in de directe omgeving van de voorgestelde locatie. Dat zou immers betekenen dat het raadslid niet-openbare informatie gebruikt ten bate van anderen.

Voorbeeld II

Een familielid van een raadslid is op zoek naar een geschikte woning in de gemeente. Eerder is in de gemeenteraad een besluit genomen over potentiële nieuwbouwlocaties en recent is de raad geïnformeerd door het college over concrete projecten die binnenkort starten. Mag het raadslid het familielid tippen over deze projecten?

Als de informatie over de concrete projecten die binnenkort starten openbaar en publiek kenbaar is kan het raadslid deze tip geven aan het familielid, bijvoorbeeld door te verwijzen naar de gemeentelijke pagina met meer informatie over de projecten of naar de website van een specifieke bouwer of project.

Geschenken, giften en uitnodigingen

Als raadslid is het van belang om onafhankelijk en onpartijdig te kunnen oordelen. We nemen dan ook geen giften en geschenken aan die dit in gevaar kunnen brengen. Uitnodigingen nemen we alleen aan wanneer die ons helpen om ons werk goed uit te kunnen voeren. De bedoeling van de gever en timing van de gift zijn belangrijke voorwaarden om uitnodigingen, geschenken en giften wel of niet aan te nemen. Ook of de gift proportioneel is gezien de reden voor het aanbieden ervan is een criterium. Door scherp te zijn op mogelijke voordelen voor de andere partij, voorkomen we dat er tegenprestaties verwacht worden voor de gift, of dat de schijn hiervan kan ontstaan. Van giften en geschenken die we als raadslid ontvangen doen we melding bij de griffier.

Het aannemen van geld is nooit acceptabel en we ontvangen in geen geval uitnodigingen, geschenken en giften op ons huisadres. Indien dit toch gebeurt doen we daarvan melding bij de griffier en sturen we het terug aan de gever. Als terugsturen niet mogelijk is leveren we het in bij de griffier en wordt er een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

Voorbeeld

Een raadslid wordt uitgenodigd door een stichting om aan een paneldiscussie deel te nemen over de toekomst van de intensieve veehouderij. Aan het eind van de avond krijgt het raadslid een fles wijn. Het raadslid kan dit bedankje aannemen omdat het proportioneel is, past bij het normale omgangsverkeer en het niet te verwachten is dat er tegenprestaties worden verwacht. Indien het raadslid de fles wijn echter zou ontvangen voorafgaand aan een belangrijk debat over intensieve veehouderij, dan doet het raadslid er verstandig aan om de fles wijn terug te sturen. Daarmee wordt de schijn voorkomen dat er tegenprestaties worden verwacht.

Omgangsvormen

Raadsleden zijn vertegenwoordigers van de gemeente en hebben een voorbeeldfunctie. Hier zijn we ons altijd van bewust, ook als we niet ‘in functie’ zijn. Daarom gaan wij respectvol om met inwoners, organisaties, collegeleden, ambtenaren en elkaar. We letten hierop in al onze uitingen, zowel offline als online. De vuistregel hierbij is dat we de ander behandelen zoals we zelf behandeld willen worden. Hierop zijn we aanspreekbaar, zowel binnen de raad als daarbuiten.

Evaluatie en verantwoordelijkheden

Integriteit gaat om zelfbewustzijn en eigen verantwoordelijkheid, maar is ook een gedeelde verantwoordelijkheid van de hele gemeenteraad. Om dit levendig te houden, is integriteit doorlopend onderwerp van gesprek in de raad. Bij aanvang van het raadslidmaatschap doorlopen raadsleden een risicoscan integriteit om mogelijke risico’s in beeld te brengen. Deze worden besproken met het raadslid zelf en met de burgemeester en griffier. Daarnaast zijn er zijn jaarlijkse bijeenkomsten rondom het thema integriteit, om elkaar scherp te houden op dit onderwerp. Tevens wordt een klankbordgroep integriteit ingesteld die het onderwerp integriteit bespreekbaar maakt en houdt, bijvoorbeeld door mee te denken over de invulling van de jaarlijkse bijeenkomst op het gebied van integriteit of door te reflecteren op integriteitsdilemma's die raadsleden zijn tegengekomen in hun werk.

De gedragscode kan niet in alle dilemma’s voorzien. Daarom is het belangrijk om open te zijn en het gesprek met elkaar te blijven voeren. Als een raadslid twijfelt over de juistheid van handelen van zichzelf of de ander, kan hij of zij het onderwerp bespreken 1) binnen de eigen fractie; 2) met de fractievoorzitters of 3) met de burgemeester en/of de griffier.

Als er vermoedens zijn van een integriteitsschending door een raadslid en deze niet (meer) besproken kunnen worden met het raadslid, wordt er een melding gemaakt bij de burgemeester. De burgemeester zal opvolging geven aan de melding.

Voorbeeld

De gedragscode kan niet in alle dilemma’s voorzien. Zo kan de vraag voorkomen of een politieke partij hun fractiekamer in het gemeentehuis mag gebruiken voor het voorbereiden van de verkiezingscampagne, bijvoorbeeld om in de fractiekamer een informatieavond te organiseren om nieuwe leden te werven. Wanneer je dit als een partijbelang beschouwd, is het gemeentehuis hiervoor niet bedoeld. Maar wanneer je deze bijeenkomst ziet in het licht van de lokale democratie en versterken van de gemeenteraad zou je ook kunnen zeggen dat het wel kan. In dit soort gevallen is het verstandig om de vraag voor te leggen aan de burgemeester of de griffier.

Zij kunnen helpen in de oordeelsvorming of besluiten dat het onderwerp zich leent om afspraken met alle partijen over te maken. In dat geval kan het bijvoorbeeld geagendeerd worden in het presidium.

Ondertekening

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 21 december 2021

De raad van de gemeente Peel en Maas,

de raadsgriffier, de voorzitter,

drs. E.J.C. Apeldoorn-Feijts W.J.G. Delissen-van Tongerlo