Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR668874
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR668874/1
Regeling vervallen per 17-12-2022
Legesverordening 2022
Geldend van 25-12-2021 t/m 16-12-2022
Intitulé
Legesverordening 2022Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
‘dag’: de periode van 00.00 tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
‘maand’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;
- d.
‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
- a.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- 1.
het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
- 2.
een aanvraag om een bouwactiviteit voor een pand wat is geplaatst op de lijst van rijks- of gemeentelijke monumenten indien het een aanvraag betreft die, indien het bovenstaande niet van toepassing zou zijn (dus geen sprake van een plaatsing op de lijst), vergunningsvrij is op grond van het gesteld bij of krachtens de Wabo;
- 3.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- 4.
het in behandeling nemen van een evenementenaanvraag, van een organisator zonder enig winstoogmerk, met als doel een wezenlijke bijdrage te leveren aan de sociale cohesie binnen de gemeente, tenzij in de vorm van een subsidie een bijdrage is dan wel wordt verstrekt voor de betreffende activiteit.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van een schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
hoofdstuk 1 (Burgerlijke stand)
- 2.
hoofdstuk 2 (Reisdocumenten);
- 3.
hoofdstuk 3 (Rijbewijzen);
- 4.
hoofdstuk 8 (Overige Publiekszaken) een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
- 1.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De "Legesverordening 2021” van 17 december 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
-
3. De verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.
-
4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
-
5. Deze verordening wordt aangehaald als: "Legesverordening 2022".
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2021
B.S. van Ginkel-Schuur
griffier
voorzitter
Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij “Legesverordening 2022”
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in het door het gemeentebestuur aangewezen “Huis der Gemeente”, zijnde “Huize Scherpenzeel”: |
|
1.1.1.1 |
maandag tot en met vrijdag |
€ 610,05 |
1.1.1.2 |
op zaterdag |
€ 659,15 |
1.1.1.3 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in het door het gemeentebestuur aangewezen “Huis der Gemeente”, niet zijnde “Huize Scherpenzeel”: |
|
1.1.1.4 |
maandag tot en met vrijdag |
€ 258,85 |
1.1.1.5 |
op zaterdag |
€ 307,85 |
1.1.2 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek worden dezelfde tarieven geheven als onder 1.1.1 |
|
1.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek worden dezelfde tarieven geheven als onder 1.1.1 |
|
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
1.1.4.1 |
een trouwboekje of partnerschapboekje |
€ 30,30 |
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de |
|
|
registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed |
|
|
kwartier |
€ 23,05 |
1.1.6 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
1.1.6.1 |
Voor elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand |
€ 14,30 |
1.1.6.2. |
Voor elk uittreksel van een akte van geboorte, van huwelijk, van |
|
|
registratie van partnerschap, van omzetting van een huwelijk in |
|
|
een registratie van een partnerschap in een huwelijk of van |
|
|
overlijden |
€ 14,30 |
1.1.6.3 |
Voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in |
|
|
artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijke Wetboek |
€ 25,15 |
1.1.6.4 |
Voor een attestatie de vita als bedoeld in artikel 19k van Boek 1 |
|
|
van het Burgerlijk Wetboek |
€ 14,30 |
1.1.6.5 |
Voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke |
|
|
stand |
€ 14,30 |
1.1.6.6 |
Voor een meertalig modelformulier van een onder 1.1.6.1, |
|
|
1.1.6.2, 1.1.6.4 en 1.1.6.5 genoemd stuk |
€ 14,30 |
1.1.6.7 |
Voor een meertalig modelformulier van een onder 1.1.6.3 |
|
|
genoemd stuk |
€ 19,35 |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten
1.2. |
het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.2.1 |
van een nationaal paspoort |
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of |
|
|
ouder is |
€ 75,82 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd |
|
|
van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 57,34 |
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort zoals bedoeld in subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
|
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of |
|
|
ouder is |
€ 75,82 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd |
|
|
van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 57,34 |
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar |
|
|
op ouder is |
€ 75,82 |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd |
|
|
van 18 jaar nog niet heeft bereikt. |
€ 57,34 |
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument |
|
|
voor vreemdelingen |
€ 57,34 |
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of |
|
|
ouder is |
€ 68,53 |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd |
|
|
van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 36,98 |
1.2.6 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een person met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van die betrokken persoon |
€ 33,38 |
1.2.7 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met |
|
1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde |
|
|
|
leges vermeerderd met een bedrag van |
€ 51,62 |
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een |
|
|
aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een |
|
|
rijbewijs |
€ 41,60 |
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een |
|
|
spoedlevering vermeerderd met |
€ 34,10 |
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie persoonsgegevens
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van onderdeel 1.4.3, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 8,45 |
1.4.2.2 |
tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: |
|
1.4.2.2.1 |
voor 25 verstrekkingen |
€ 50,40 |
1.4.2.2.2 |
voor 100 verstrekkingen |
€ 202,25 |
1.4.2.2.3 |
voor 500 verstrekkingen |
€ 1.009,10 |
1.4.2.2.4 |
Tot het verstrekken van een meertalig modelformulier van een |
|
|
onder 1.4.2.1 genoemd stuk |
€ 8,45 |
1.4.3 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed halfuur.” Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed halfuur.” |
€ 45,95 |
Hoofdstuk 5 vervallen
Hoofdstuk 6 Bestuursstukken
1.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een |
|
|
aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.6.1.1 |
een afschrift van de programmabegroting van de gemeente |
€ 105,75 |
1.6.1.2 |
een afschrift van de programmarekening van de gemeente |
€ 105,75 |
1.6.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.6.2.1 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op de verslagen (besluitenlijst) van de raadsvergaderingen en op de overige stukken behorende bij de raadsvergaderingen uitgezonderd de hiervoor onder 1.6.1 genoemde stukken: |
|
1.6.2.1.1 |
thuis bezorgd |
€ 74,00 |
1.6.2.1.2 |
afgehaald ter secretarie |
€ 35,60 |
1.6.2.2 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op de verslagen van de commissievergaderingen en op de overige stukken behorende bij de commissievergaderingen: |
|
1.6.2.2.1 |
thuis bezorgd |
€ 74,00 |
1.6.2.2.2 |
afgehaald ter secretarie |
€ 35,60 |
1.6.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van, bedraagt het minimum tarief: |
€ 5,25 |
1.6.3.1 |
een afschrift van de bouwverordening per pagina:(met een |
|
|
minimum van € 5,00) |
€ 0,60 |
1.6.3.2 |
een afschrift van de toelichting op de bouwverordening per |
|
|
pagina: (met een minimum van € 5,00) |
€ 0,60 |
1.6.3.3 |
Een afschrift van nadere regelingen behorende bij de |
|
|
bouwverordening per pagina: (met een minimum van € 5,00) |
€ 0,60 |
1.6.3.4 |
een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) |
|
|
per pagina: (met een minimum van € 5,00) |
€ 0,60 |
1.6.3.5 |
een afschrift van een andere dan de onder 1.6.3 genoemde |
|
|
verordeningen van de gemeente, per pagina: (met een minimum |
|
|
van € 5,00) |
€ 0,60 |
Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie
1.7.1 |
aanvraag: |
|
1.7.1.1 |
tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoelt in hoofdstuk 6, structuurplan of stadsvernieuwingsplan: |
|
1.7.1.1.1 |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 3,45 |
1.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporingen in de geautomatiseerde kadastrale registers voor ieder daaraan |
|
|
besteed kwartier |
€ 27,95 |
1.7.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.7.3.1 |
het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid |
|
|
publiekrechtelijke beperkingen per uittreksel of per verklaring |
€ 13,45 |
1.7.3.2 |
Om informatie uit het Kadastrale register via Kadaster On- Line |
|
|
de door het kadaster in rekening gebrachte legeskosten + een toeslag van € 27,35 per kwartier voor het verstrekken van informatie uit en over de niet gemeentelijke beperkingen |
|
1.7.3.3 |
Om andere informatie dan de in de productencatalogus van SIM |
|
|
loket beschreven informatie, per kwartier |
€ 27,95 |
1.7.3.4 |
Om een toelichting op het ter inzage verleende dossier, per |
|
|
kwartier |
€ 27,95 |
Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken
1.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.8.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
€ 42,30 |
1.8.2 |
tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn |
€ 14,10 |
1.8.3 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ 14,10 |
Hoofdstuk 9 Gemeentearchief
1.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder |
|
|
daaraan besteed halfuur |
€ 42,70 |
1.9.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van, bedraagt het minimum tarief: |
€ 5,25 |
1.9.2.1 |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief |
|
|
berustend stuk, per pagina: (met een minimum van € 5,00) |
€ 0,60 |
Hoofdstuk 10 Huisvestingswet 2014
1.10 |
aanvraag: |
|
1.10.1 |
tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in |
|
|
artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 48,15 |
1.10.2 |
tot het inschrijven in een register van woningzoekenden als bedoeld in de Huisvestingswet 2014 |
|
1.10.2.0 |
tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 20 van |
|
|
de Huisvestigingsverordening |
€ 52,00 |
1.10.2.1 |
Inschrijving als woningzoekende |
€ 28,45 |
1.10.2.2 |
Jaarlijkse continuering als woningzoekende |
€ 11,45 |
Hoofdstuk 11 Kansspelen
1.11.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
1.11.1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat |
€ 57,75 |
1.11.1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer |
|
|
speelautomaten, voor de eerste speelautomaat |
€ 57,75 |
|
en voor iedere volgende speelautomaat |
€ 23,00 |
1.11.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een |
|
|
aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in |
|
|
artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 74,00 |
1.11.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning) |
€ 74,00 |
Hoofdstuk 12 Kabels en Leidingen
1.12.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden: |
|
1.12.2 |
indien het betreft tracés tot 250 m¹ |
€ 357,35 |
1.12.2.1 |
indien het betreft tracés vanaf 250 m1 tot 1500 m¹ |
€ 426,25 |
1.12.2.2 |
indien het betreft tracés vanaf 1500 m1 tot 5000 m¹ |
€ 495,15 |
1.12.2.3 |
indien het betreft tracés vanaf 5000 m1 en meer, per m1 tracé |
€ 0,10 |
1.12.2.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van |
|
|
uitvoering van werkzaamheden voor tracés vanaf 0 tot 25 m¹ |
€ 74,05 |
1.12.1.5 |
Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of |
|
|
andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in 1.17.1 |
|
|
genoemde bedrag per overleg verhoogd met |
€ 275,65 |
Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer
1.13 |
aanvraag: |
|
1.13.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 45,95 |
1.13.2 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 |
|
|
van de Regeling tot uitvoering de hoofdstukken III en VI van de |
|
|
Wegenverkeerswet 1994 (Regeling voertuigen) |
€ 91,00 |
1.13.3 |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als |
|
|
bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen |
|
|
betreffende het wegverkeer (BABW) |
€ 30,70 |
1.13.4 |
Tot het verkrijgen van een ontheffing voor één jaar voor de blauwe/ parkeerschijfzone voor particulieren, welke daarvoor in aanmerking komen in overeenstemming met het geldende beleid. |
|
1.13.4.1. |
Voor de eerste aanvraag van 1.13.4 (nieuwe aanvraag) |
€ 86,65 |
1.13.4.2 |
Voor een verlenging van de ontheffing gebaseerd op gegevens |
|
|
van 1.13.4.1 (eerste aanvraag) per jaar |
€ 50,80 |
1.13.5 |
Tot het verkrijgen van een ontheffing voor één jaar voor de blauwe/ parkeerschijfzone voor niet zijnde particulieren, welke daarvoor in aanmerking komen in overeenstemming met het geldende beleid. |
|
1.13.5.1. |
Voor de eerste aanvraag van 1.13.5 (nieuwe aanvraag) |
€ 270,95 |
1.13.5.2 |
Voor een verlenging van de ontheffing gebaseerd op gegevens |
|
|
van 1.13.5. |
€ 163,55 |
1.13.5.3 |
Voor een vervanging van de ontheffing gebaseerd op gegevens van 1.13.5 |
€ 18,30 |
1.13.6. |
Tot het verkrijgen van een ontheffing in de blauwe zone / |
|
|
parkeerschijfzone, voor één dag, voor bedrijven, welke daarvoor in aanmerking komen in overeenstemming met het geldende € 17,85 beleid. |
|
1.13.7 |
Tot het aanvragen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken |
|
|
- Eerste aanvraag gehandicaptenparkeerplaats |
|
|
- Het verplaatsen van een bestaande gehandicaptenparkeerplaats |
€ 91,95 |
Hoofdstuk 14 Algemene Plaatselijke Verordening
1.14.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.14.1.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning bedoeld in artikel |
|
|
2:28 van de APV (exploiteren horecabedrijf) |
€ 129,10 |
1.14.1.2 |
tot het verkrijgen van een vergunning bedoeld in artikel |
|
|
2:39 van de APV ((doen) exploiteren speelgelegenheid) |
€ 1.287,25 |
1.14.1.3 |
tot het verkrijgen van een vergunning bedoeld in artikel |
|
|
5:18 van de APV (standplaats innemen of hebben) |
€ 92,55 |
1.14.1.4 |
tot het verkrijgen van een vergunning bedoeld in artikel |
|
|
4:15 van de APV (Reclame borden plaatsen) |
€ 92,55 |
|
1.14.1.5 tot het verkrijgen van een ontheffing bedoeld in artikel 2:10 van de APV (Voorwerpen op of aan de weg) |
€ 92,55 |
Hoofdstuk 15 Diversen
1.15.1 |
aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.15.1.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor |
|
|
niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling |
|
|
een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 7,70 |
1.15.2.1 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere |
|
|
wettelijke regeling een tarief is opgenomen, bedraagt het |
|
|
minimum tarief: |
€ 5,25 |
1.15.2.1.1 |
per pagina op papier van A4-formaat (zwart/wit) (met een |
|
|
minimum van € 5,00) |
€ 0,65 |
1.15.2.1.2 |
per pagina op papier van A4-formaat (kleur)(met een |
|
|
minimum van € 5,00) |
€ 1,45 |
1.15.2.2 |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.15.1.1 en 1.15.2.1 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in |
|
|
een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk |
|
|
€ 6,05 vermeerderd met |
€ 3,45 |
|
voor elke 1.000 cm2 waarmee de oppervlakte van de kaart, tekening of lichtdruk de 1.000 cm2 te boven gaat; |
|
1.15.2.3 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet |
|
|
elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een |
|
|
tarief is opgenomen |
€ 91,95 |
1.15.2.4 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders |
|
|
in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief |
|
|
is opgenomen, per pagina |
€ 18,30 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
2.1.1.1 |
aanlegkosten: |
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; |
2.1.1.2 |
bouwkosten: |
|
het product van de normkosten voor het uit te voeren werk en de bruto inhoud van het bouwwerk conform het (online) rekenprogramma ‘Basisbedragen Gebouwen’ van het Nederlands Bouwkosten Instituut. Voor bouwwerken die niet passen binnen het regime van vaststelling van normatieve bouwkosten geldt de door het bevoegd gezag vastgestelde aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. |
|
Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; |
|
Om de hoogte van de bouwleges te bepalen, moeten de bouwkosten per bouwwerk berekend worden. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk met hergebruik van materialen plaatsvindt, wordt bij het bepalen van de bouwkosten uitgegaan van de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor nieuwe materialen. Voor het bepalen van de bouwkosten is de datum van indiening van de aanvraag leidend. |
2.1.1.3 |
sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; |
2.1.1.4 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
2.2.1 |
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie |
|
of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is |
€ 421,85 |
|
2.2.2 |
Een integrale afweging bij een strijdige situatie met de regels |
|
|
van het bestemmingsplan en vooruitlopend op een verzoek om vergunning op grond van de Wabo dan wel een herziening van het bestemmingsplan |
€ 1.299,85 |
2.2.3 |
om beoordeling van een conceptaanvraag om een |
|
|
omgevingsvergunning: |
25% |
|
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld. |
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
2.3 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en in overeenstemming met het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
2.3.1 |
|
Bouwactiviteiten (exclusief TARIEFREGELING GELDERS GENOOTSCHAP (welstand)) |
|
|
2.3.1.1 |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking |
|
|
|
|
heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, |
|
|
|
|
onder a, van de Wabo, bedraagt het minimum tarief: |
€ 172,45 |
|
2.3.1.1.1 |
|
indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen: |
3,50% |
|
|
|
Van de bouwkosten;(met een minimum van € 168,65) |
|
|
2.3.1.1.2 |
|
indien de bouwkosten € 200.000 of meer, maar minder dan |
|
|
|
|
€ 500.000: € 7.000,00 vermeerderd met: |
3,25% |
|
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten € 200.000 te boven gaan |
|
|
2.3.1.1.3 |
|
indien de bouwkosten meer dan € 500.000 bedragen: € 16.750,00 vermeerderd met: |
3,00% |
|
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten € 500.000 te boven gaan |
|
|
2.3.1.1.4 |
|
indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 bedragen: € 31.750,00 vermeerderd met: |
2,75% |
|
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten € 1.00.000 te boven gaan |
|
|
2.3.1.1.5 |
|
indien de bouwkosten meer dan € 2.000.000 bedragen: |
€ 59.250,00 |
|
|
|
Vermeerderd met: |
2,50% |
|
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten € 2.000.000 te boven gaan |
|
|
2.3.1.1.6 |
|
Indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000 bedragen: |
€ 134.250,00 |
|
|
|
Vermeerderd met: |
2,25% |
|
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten € 5.000.000 te boven gaan |
|
|
|
|
|
|
|
2.3.1.2 |
|
Welstandstoets |
|
|
|
|
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1 wordt in verband met een toetsing aan welstandscriteria, indien: |
|
|
2.3.1.2.1 |
|
hierover niet het advies van een externe welstandcommissie (Gelders Genootschap) behoeft te worden ingewonnen, verhoogd |
|
|
|
|
met |
€ 49,10 |
|
2.3.1.2.2 |
|
Hierover het advies van de externe welstandcommissie (Gelders Genootschap) moet worden ingewonnen, verhoogd met het vervolgens de bij deze tarieventabel behorende bijlage |
|
|
|
|
“Legeskosten Gelders Genootschap” |
|
|
2.3.1.2A |
|
Extra Welstandstoets |
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: |
zie bijlage tariefregeling Gelders Genootschap |
|
|
|
|
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
2.3.1.4 |
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: |
|
|
|
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. |
50% |
|
2.3.2 |
|
Aanlegactiviteiten |
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking |
|
|
|
|
heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste |
|
|
|
|
lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 570,20 |
|
2.3.3 |
|
Planologisch strijdig gebruik |
|
|
2.3.3.1 |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: |
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo |
|
|
|
|
wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ 518,00 |
|
2.3.3.2 |
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
|
|
|
a. |
Indien de kosten voor het bouwen of verbouwen € 100.000 |
|
|
|
|
of minder bedragen |
€ 518,00 |
|
|
b. |
Indien de kosten voor het bouwen of verbouwen meer dan |
|
|
|
|
€ 100.000 bedragen |
€ 931,10 |
|
2.3.3.3 |
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (projectafwijkingsbesluit) wordt het verschuldigde bedrag vermeerderd met: |
|
|
|
a. |
indien de kosten van het bouwen of verbouwen € 500.000,00 |
|
|
|
|
of minder bedragen: |
€ 9.746,15 |
|
|
b. |
indien de kosten van het bouwen of verbouwen meer dan |
|
|
|
|
€ 500.000,00 bedragen: |
€ 19.492,35 |
|
2.3.3.4 |
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast |
|
|
|
|
(tijdelijke afwijking): |
€ 2.615,45 |
|
2.3.3.5 |
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt |
|
|
|
|
toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 270,55 |
|
2.3.3.6 |
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en |
|
|
|
|
artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast |
|
|
|
|
(afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 225,55 |
|
2.3.3.7 |
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en |
|
|
|
|
artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast |
|
|
|
|
(afwijking van nationale regelgeving): |
€ 225,55 |
|
2.3.3.8 |
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt |
|
|
|
|
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 270,55 |
|
2.3.5 |
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
|
2.3.5.1 |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking |
|
|
|
|
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder |
|
|
|
|
d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 168,90 |
|
|
|
vermeerderd met een toeslag als hieronder aangegeven voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte: |
|
|
|
|
Categorie |
Aantal m² |
Toeslag |
|
|
1 |
0 t/m 100 |
€ 225,65 |
|
|
2 |
101 t/m 500 |
€ 96,05 + € 1,31 per m² |
|
|
3 |
501 t/m 2.000 |
€ 496,20 + € 0,50 per m² |
|
|
4 |
2.001 t/m 5.000 |
€ 1.231,50 + € 0,14 per m² |
|
|
5 |
5.001 t/m 50.000 |
€ 1.749,85 + € 0,03 per m² |
|
|
6 |
meer dan 50.001 |
€ 2.786,55 + € 0,01 per m² |
2.3.6 |
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten |
|
|
2.3.6.1 |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, |
|
|
|
|
of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens |
|
|
|
|
Erfgoedverordening Gemeente Scherpenzeel 2018 aangewezen monument, |
|
|
|
|
waarvoor op grond van die artikel 10, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.6.1.1 |
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht |
|
|
|
|
wijzigen van een monument: |
€ 0,00 |
|
2.3.6.1.2 |
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een |
|
|
|
|
monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in |
|
|
|
|
gevaar gebracht: |
€ 0,00 |
|
2.3.7 |
|
vervallen |
|
|
2.3.8 |
|
Aanleggen of veranderen weg |
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld |
|
|
|
|
in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, |
|
|
|
|
bedraagt het tarief: |
€ 570,20 |
|
2.3.9 |
|
Kappen |
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in artikel 2 van de Bomenverordening Gemeente Scherpenzeel een vergunning of ontheffing is vereist, |
|
|
|
|
als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de |
|
|
|
|
Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 71,25 |
|
2.3.9.A |
|
Handelsreclame |
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, zichtbaar is vanaf de voor het publiek toegankelijke plaats, waardoor als gevolg van een bepaling in artikel 4:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing vereist, en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.9.A.1 |
|
indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die |
|
|
|
|
handelsreclame bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, |
|
|
|
|
onder h, van de Wabo: |
€ 265,30 |
|
2.3.9.A.2 |
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame aan de onroerende zaak wordt |
|
|
|
|
gemaakt of gevoerd, bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, |
|
|
|
|
onder i, van de Wabo: |
€ 265,30 |
|
2.3.10 |
|
Vervallen |
|
|
2.3.10.1 |
|
Vervallen |
|
|
2.3.10.2 |
|
vervallen |
|
|
2.3.11 |
|
Handelingen in het kader van de Wet Natuurbescherming |
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit |
|
|
|
|
hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen |
|
|
|
|
bedoelde activiteiten: |
€ 71,25 |
|
2.3.12 |
|
Andere activiteiten |
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
|
|
2.3.12.1 |
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op |
|
|
|
|
de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, |
|
|
|
|
onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 180,40 |
|
2.3.12.2 |
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.12.2.1 |
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel |
|
|
|
|
geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning |
|
|
|
|
bedraagt het tarief: |
€ 180,40 |
|
2.3.12.2.2 |
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
2.3.13 |
|
Omgevingsvergunning in twee fasen |
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.13.1 |
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|
|
2.3.13.2 |
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|
|
2.3.14 |
|
Beoordeling bodemrapport |
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
|
|
2.3.14.1 |
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
€ 270,55 |
|
2.3.14.2 |
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport |
€ 432,40 |
|
2.3.15 |
|
Advies |
|
|
2.3.15.1 |
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
2.3.16 |
|
Verklaring van geen bedenkingen |
|
|
2.3.16.1 |
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
|
2.3.16.1.1 |
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen |
|
|
|
|
moet afgeven: |
€ 496,20 |
|
2.3.16.1.2 |
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
2.3.16.2 |
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
2.4.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft en de aanvraag binnen een jaar na vooroverleg of beoordeling van ween conceptaanvraag wordt ingediend, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag betaalde leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. |
|
2.4.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoelt in het onderdeel 2.3.16. De vermindering bedraagt: |
|
2.4.2.1 |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
5% van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
2.4.2.2 |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
10% van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
2.4.2.3 |
bij 15 of meer activiteiten: |
15% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 en 2.3.6, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
2.5.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van |
|
|
vier (4) weken na het in behandeling nemen ervan |
50% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
|
2.5.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na vier (4) weken en |
|
|
binnen zes (6) weken na het in behandeling nemen ervan |
25% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
|
2.5.1.3 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na zes (6) weken en |
|
|
binnen acht (8) weken na het in behandeling nemen ervan |
10% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 en 2.3.6, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes (6) maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. |
|
|
De teruggaaf bedraagt: |
10% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
2.5.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoelt in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 of 2.3.6 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van |
|
|
de leges. De teruggaaf bedraagt: |
10% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
2.5.4 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 50,00 wordt niet teruggegeven. |
|
2.5.5 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 wordt geen teruggaaf verleend. |
|
Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
2.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging |
|
|
in het project: |
€ 90,10 |
Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen
2.7.1 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een (gedeeltelijke) herziening van een geldend bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening: |
|
a |
indien de kosten van het bouwen of verbouwen € 500.000,00 |
||
|
|
of minder bedragen: |
€ 12.060,25 |
b |
indien de kosten van het bouwen of verbouwen meer dan € 500.000,00 bedragen: |
||
c |
wanneer er geen kosten van bouwen of verbouwen zijn geldt |
||
|
|
het bedrag onder a. |
€ 24.120,50 |
2.7.2 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening : |
|
|
|
van het tarief genoemd onder 2.7.1: |
75% |
2.7.3 |
|
Indien volgend op vooroverleg als bedoeld in artikel 2.2.1 en/of een principeverzoek als bedoeld in artikel 2.2.2, binnen een jaar voor hetzelfde plan, een aanvraag tot het verkrijgen van een (gedeeltelijke) herziening, wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan in behandeling wordt genomen, worden de in artikel 2.7.1 of artikel 2.7.2 genoemde bedragen verrekend met het op grond van artikel 2.2.1 en/of artikel 2.2.2 betaalde bedrag. |
|
2.7.4 |
|
Voor teruggaaf zijn de bepalingen van hoofdstuk 5 van toepassing. |
|
2.7.5 |
|
vervallen |
|
Hoofdstuk 8 Rioolaansluiting
2.8 |
Rioolaansluitingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een rioolaansluitingsvergunning |
€ 405,95 |
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking
2.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde |
|
|
beschikking: |
€ 180,40 |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een |
|
|
aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van |
|
|
artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 129,10 |
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ 129,10 |
3.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een |
|
|
aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in |
|
|
artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 64,55 |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft: |
|
3.2.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als |
|
|
bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke |
|
|
Verordening: |
€ 110,55 |
3.2.1.2 |
een klein evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2:25, tweede lid, van de Algemene plaatselijke |
|
|
verordening |
€ 110,55 |
3.2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een |
|
|
vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als |
|
|
bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke |
|
|
verordening |
€ 45,95 |
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
3.3.1 |
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
3.3.1.1 |
voor een seksinrichting |
€ 1.287,30 |
3.3.1.2 |
voor een escortbedrijf |
€ 1.287,30 |
Hoofdstuk 4 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
3.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde |
|
|
vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 91,95 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl