Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2022 (Legesverordening Montfoort 2022)

Geldend van 01-01-2022 t/m 24-07-2022

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2022 (Legesverordening Montfoort 2022)

De raad van de gemeente Montfoort;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 november 2021, zaaknummer 1056040;

Gelet op de artikelen 149, 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2022

(Legesverordening Montfoort 2022)

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

het in behandeling nemen van aanvragen van verklaring omtrent inkomen en vermogen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel

2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet

3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

1. van zuiver redactionele aard zijn;

b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

1. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

2. hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

3. onderdeel 1.4.3 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

4. onderdeel 1.9.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);

5. hoofdstuk 16 (kansspelen);

Artikel 11 Inwerkingtreding

1. De Legesverordening Montfoort 2021, vastgesteld bij raadsbesluit van 7 december 2020 en gewijzigd bij collegebesluit van 13 juli 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van inwerkingtreding van deze verordening, met dien verstande dat de Legesverordening Montfoort 2021 van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

4. De in titel 2 “Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunningen” genoemde normbladen NEN, UAV en Referentielijst Bouwkosten worden bekendgemaakt door terinzagelegging op stadskantoor Montfoort, Kasteelplein 5 te Montfoort.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening 2022.

Bijlage Tarieventabel behorend bij de Legesverordening 2021 Montfoort

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

 

 

1.1.1

Het tarief bedraagt terzake van de voltrekking van een huwelijk of terzake van de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

 

1.1.1.1

Op werkdagen tussen 09.00 uur en 17.00 uur

€ 408,80

1.1.1.2

Op enig ander moment dan genoemd in 1.1.1.1

€ 467,85

1.1.1.3

met dien verstande dat geen leges worden geheven indien de voltrekking van het huwelijk of de registratie van een partnerschap plaats heeft op maandag om 9.00 uur of om 9.30 uur in het stadhuis en één van de partners ingezetene is van de gemeente, en indien de omzetting van een partnerschap in een huwelijk zonder enig ceremonieel plaats vindt op het stadhuis.

 

1.1.2

gereserveerd

 

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

 

1.1.3.1

Op werkdagen tussen 09.00 uur en 17.00 uur

€ 408,80

1.1.3.2

Op enig ander moment dan genoemd in 1.1.3.1

€ 467,85

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1.4.1

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering

€ 27,50

1.1.4.2

gereserveerd

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 23,95

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het afgeven van verklaringen van huwelijksbevoegdheid

€ *

* Dit is het wettelijk tarief vanaf 1 januari 2022. Bedragen zijn afgerond op € 0,05 naar beneden.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 wettelijk

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ *

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ *

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ *

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ *

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ *

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ *

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ *

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ *

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ *

1.2.6

van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

€ *

1.2.7

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

€ *

1.2.8

gereserveerd

* Dit is het wettelijk maximumtarief vanaf 1 januari 2022. Bedragen zijn afgerond op € 0,05 naar beneden.

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ *

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt:

1.3.2.1

bij een spoedlevering vermeerderd met het genoemde bedrag in de geldende “Regeling afdracht vergoedingen afgifte rijbewijzen”.

€ *

1.3.2.2

Vanaf de invoering Wet digitale overheid medio 2019 verhoogd met:

€ *

1.3.3

Voor het afgeven van een gezondheidsverklaring ten behoeve van het Centraal Bureau Rijbewijzen bedraagt het tarief:

€ *

* Dit is het wettelijk maximumtarief vanaf 1 januari 2022. Bedragen zijn afgerond op 0,05 naar beneden.

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 11,20

1.4.2.2

voor het op verzoek doornemen van de Basisregistratie personen (BRP), voor ieder daaraan besteedt kwartier:

€ 23,95

1.4.2.3

voor het op verzoek verstrekken van een persoonslijst

€ 11,20

1.4.2.4

voor het verstrekken van informatie op basis van selecties uit het BRP-bestand, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 23,95

1.4.2.5

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200)

€ *

1.4.3

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ *

* Dit is het wettelijk maximumtarief vanaf 1 januari 2022. Bedragen zijn afgerond op 0,05 naar beneden.

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het kiezersregister (vervallen)

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens (vervallen)

Met ingang van 25 mei 2018 is deze wet vervallen en vervangen door de Europese verordening gegevensbescherming (AVG)

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 54,50

1.7.1.2

een afschrift van een gemeentelijk jaarverslag

€ 54,50

1.7.1.3

een exemplaar van een verordening van de gemeente, de toelichting daaronder begrepen,

€ 27,25

1.7.1.3.1

vermeerderd met

€ 0,50

per geheel of gedeeltelijk bedrukte bladzijde

1.7.1.4

een afschrift van een mandaatbesluit

€ 27,25

1.7.1.5

een afschrift van een delegatiebesluit

€ 27,25

1.7.1.6

elk hier niet genoemd document

€ 0,50

per geheel of gedeeltelijk bedrukte bladzijde

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8

Vervallen

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

het bedrag dat is vastgesteld op grond van de Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 28 maart 2013, nr. 365293, tot vaststelling van de vergoeding voor de afgifte van een verklaring omtrent het gedrag en een gedragsverklaring aanbesteden (Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden), of de regeling die deze regeling vervangt.*

1.9.1.2

Tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn

€ 11,20

1.9.1.3

Tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap

€ 11,20

1.9.1.4

tot het legaliseren van een handtekening

€ 11,20

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.

Vervallen

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

1.11

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag bedraagt:

1.11.1

voor het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 18,45

1.11.1.1

voor een verklaring omtrent de zuiverheid van gebouwen, woning en huisraad bedraagt

€ 44,65

1.11.1.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag inzake het verkrijgen van een urgentie verbonden aan de toewijzing van een woning op grond van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019-Gemeente Montfoort.

€ 150,00 *

1.11.2

Indien de aanvraag om een vergunning betrekking heeft op een splitsing, samenvoeging of onttrekking in het kader van de Huisvestingswet, bedraagt het tarief

€ 123,30

* Dit is het maximumtarief.

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

Handelingen in het kader van de Leegstandswet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 123,30

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

1.13

Vervallen

 

Hoofdstuk 14 Markten

1.14

Gereserveerd

 

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet

€ 87,60

1.15.2

 tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing 

€ 87,60

 1.15.3

 Tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 87,60

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50*

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50*

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00*

1.16.2

De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 27,10 *

  * Dit is het maximumtarief op basis van het Speelautomatenbesluit 2000.

Hoofdstuk 17 Kabels en leidingen

1.17.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, 1e lid van de Telecommunicatiewet:

€ 274,30

1.17.2

Het tarief, ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning op grond van artikel 2:11 APV voor het leggen van kabels en leidingen, bedraagt

€ 274,30

1.17.3

Het bedrag genoemd in artikel 1.17.1 en 1.17.2 wordt, bij aaneengesloten graafwerkzaamheden over een lengte van 25 meter of meer, voor het uitvoeren van coördinatie en toezicht met een toeslag over de bemeten tracélengte per strekkende meter tracé verhoogd met:

€ 1,30

1.17.4

Het bedrag genoemd in artikel 1.17.1 wordt, indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met:

€ 91,45

per uur, welk bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager wordt meegedeeld.

1.17.5

Indien met betrekking tot het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in 1.17.2 coördinatie van gemeentewege dient plaats te vinden, wordt het bedrag bedoeld in 1.17.2 verhoogd met:

€ 91,45

per uur, welk bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager wordt meegedeeld.

1.17.6

Indien met betrekking tot een melding als genoemd in 1.17.1 onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het bedrag als genoemd in 1.17.1 verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een kostenraming die ter zake door burgemeester en wethouders is opgesteld.

Volgens offerte

1.17.7

Indien een begroting als bedoeld in artikel 1.17.4 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

1.17.8

In afwijking van het genoemde in artikel 1.17.1 en 1.17.2 kan het college voor grote projecten een vast bedrag in rekening brengen.

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.1.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 48,60

1.18.1.2

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€72,25

1.18.1.3

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart (1e aanvraag inclusief keuring) als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 167,00

1.18.1.4

tot het verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, indien geen geneeskundig onderzoek is vereist

€ 52,00

1.18.1.5

Indien voor het verlengen van een gehandicaptenkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) een medische keuring, herkeuring of anderszins een keuring vereist is

€ 120,75

1.18.1.6

Indien de vergunning als bedoeld in 1.18.1.3 niet wordt verleend, dan bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

€ 27,25

1.18.1.7

Indien de medische keuring of herkeuring bij verlenging uitsluitend heeft bestaan uit dossieronderzoek en de keuringsinstantie dit verklaart, wordt het tarief onder 1.18.1.4 verhoogd met:

€ 61,00

1.18.1.8

Indien er door de keuringsarts van de keuringsinstantie een huisbezoek moet worden afgelegd wordt het tarief onder 1.18.1.3 en 1.18.1.4 verhoogd met:

€ 193,20

1.18.2

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.2.1

tot het verkrijgen van een eenmalige ontheffing, als bedoeld in

artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 171,55

1.18.2.2

tot het verkrijgen van een ontheffing voor de duur van een jaar,

als bedoeld in artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 256,15

1.18.2.3

tot het verlengen van een ontheffing voor de duur van een jaar,

als bedoeld in artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 128,65

1.18.2.4

tot het verkrijgen van een bijzondere toestemming laden en

lossen, als bedoeld in bijlage 1 van het ADR-verdrag

€ 84,65

1.18.3

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.3.1

tot het verkrijgen van een verkeersbesluit op kenteken conform artikel 26 sub c van het RVV, inhoudende het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats

€ 172,60

1.18.3.2

het overeenkomstig artikel 1.18.3.1 geheven bedrag wordt verhoogd met de kosten van het realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats, indien de parkeerplaats wordt aangelegd op een bestaande parkeerplaats

€ 241,50

1.18.3.3

het overeenkomstig artikel 1.18.3.1 geheven bedrag wordt verhoogd met de kosten van het realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats, indien er sprake is van een nieuw aan te leggen parkeerplaats

€ 1.151,25

1.18.3.4

het bedrag genoemd in 1.18.3.3 wordt verhoogd met 50% van het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde meerkosten, blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; indien een begroting als hiervoor genoemd is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken; indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

1.18.3.5

tot het verplaatsen van een gehandicaptenparkeerplaats als gevolg van een binnengemeentelijke verhuizing van begunstigde

€ 172,60

1.18.4

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

€ 46,00

1.18.4.1

tot het verkrijgen van een ontheffing blauwe zone

€ 115,10

1.18.4.2

Indien de aanvraag betrekking heeft op een tweede aanvraag op het zelfde adres, dan bedraagt het tarief

€ 172,60

1.18.5

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing voor het plaatsen van een laadpaal voor het opladen van elektrische voertuigen aan de openbare weg bedraagt

€ 45,15

1.18.5.1

Het overeenkomstig artikel 1.18.5 geheven bedrag wordt verhoogd met de kosten van het realiseren van de parkeerplaats inclusief laadpaal, indien de parkeerplaats wordt aangelegd op een bestaande parkeerplaats

€ 241,50

1.18.5.2

Het overeenkomstig artikel 1.18.5 geheven bedrag wordt verhoogd met de kosten van het realiseren van de parkeerplaats inclusief laadpaal, indien er sprake is van een nieuw aan te leggen parkeerplaats

€ 1.151,25

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1

vervallen

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.19.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 6,75

1.19.2.2

fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.19.2.2.1

in formaat A4 of kleiner, zwart-wit, per bladzijde

€ 0,50

1.19.2.2.2

in formaat A3, zwart-wit, per bladzijde

€ 0,70

1.19.2.2.3

in formaat A4 of kleiner, kleur, per bladzijde

€ 1,55

1.19.2.2.4

in formaat A3, kleur, per bladzijde

€ 2,45

1.19.2.2.5

In formaat A2

€ 18,70

1.19.2.2.6

in formaat A1

€ 19,90

1.19.2.2.7

in formaat A0

€ 21,00

1.19.2.2.8

In digitale vorm:

1.19.2.2.8.1

In formaat A3 of kleiner, per bladzijde

€ 0,25

1.19.2.2.8.2

In formaat groter dan A3, per bladzijde

€ 4,85

1.19.2.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 45,15

1.19.2.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 6,75

1.19.3

Tarieven ter uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur:

1.19.3.1

De vergoeding die in rekening wordt gebracht voor het kopiëren en het verstrekken van schriftelijke stukken op grond van artikel 7, eerste lid, onder a, van de Wet openbaarheid van bestuur bedraagt:

a. tot 6 pagina's A4-formaat enkelzijdig

b. voor 6 tot en met 13 pagina’s A4-formaat enkelzijdig

€ 4,55

c. voor 14 of meer pagina’s A4-formaat enkelzijdig, per pagina

€ 0,35

1.19.3.2

d. per pagina op papier van een ander formaat enkelzijdig

€ 0,90

Indien een vergoeding in rekening wordt gebracht voor het verstrekken van kopieën van ander materiaal dat gegevens bevat, bedraagt deze niet meer dan de kostprijs

Hoofdstuk 20 Algemene Plaatselijke verordening (APV)

1.20.1

Het tarief, ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in de APV van de gemeente Montfoort, voor zover daarvoor niet in deze tabel onder de titels 1, 2 of 3 of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, bedraagt

€ 54,65

1.20.2

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een standplaatsvergunning zoals bedoeld in artikel 5:18 van de APV, bedraagt

€ 167,00

1.20.3

Het overeenkomstig 1.20.2 geheven bedrag wordt vermeerderd met het hiernaast vermelde bedrag per dag, berekend naar het aantal dagen waarvoor de in 1.20.2 bedoelde vergunning wordt verleend:

€ 0,40

1.20.4

Voor het waarmerken van een door de handelaar verplicht bij te houden register op grond van artikel 2:67 van de APV wordt geheven

€ 19,45

1.20.5

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het inzamelen van geld of goederen (collecte) zoals bedoeld in artikel 5:13 APV bedraagt:*

€ 45,15

1.20.6

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het doen van een aanwijzing zoals bedoeld in artikel 2 van de afvalstoffenverordening bedraagt

€ 45,15

1.20.7

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag (ontheffing) voor het plaatsen van sandwichborden overeenkomstig het gestelde in artikel 2:10 van de APV, bedraagt

€ 45,15

1.20.8

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het in gebruik nemen van gemeenteterrein op grond van artikel 2:10 van de APV, bedraagt*

€ 45,15

1.20.9

Wanneer sprake is van het plaatsen van meer dan één object, wordt voor het tweede en elke volgend object het tarief van 1.20.8 verhoogd met*

€ 7,05

1.20.10

Indien de vergunning voor langer dan één week wordt verleend, wordt het tarief van 1.20.8 per 2 maanden verhoogd met*

€ 14,10

1.20.11

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning inzake ontheffing van het verbod op grond van artikel 5:34 van de APV (verbod stoken van vuur), bedraagt:

€ 45,15

* Indien de aanvraag voldoet aan de voorwaarden als gesteld onder “Bijzondere subsidieregelingen” in het Subsidiebeleid gemeente Montfoort geldt de vergunning tevens als een beschikking “subsidie bijzondere regeling” ten bedrage van de verschuldigde leges.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, exclusief omzetbelasting. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2017, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. De opgegeven aannemingssom of raming wordt getoetst aan de Referentielijst bouwkosten 2021. De bedoelde Referentielijst is een bijlage bij deze legesverordening, die bij de gemeente ter inzage ligt, conform het bepaalde in artikel 139, lid 3 van de Gemeentewet. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting inbegrepen. Deze prijs wordt getoetst aan de Referentielijst bouwkosten 2021.

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

2.1.4

In behandeling nemen: het indienen van een aanvraag bij de gemeente.

2.1.5

Vooroverleg: verzoeken waarbij het gaat om de vraag of een bouwplan planologisch passend is, met eventueel de toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 1 (binnenplanse afwijking) of sub 2 (buitenplanse afwijking op basis van het Besluit omgevingsrecht) van de Wabo mogelijk is, en naar een onderzoek of het college van burgemeester en wethouders aan het plan wil meewerken. Onder vooroverleg wordt mede verstaan een schetsplan en een conceptaanvraag.

2.1.6

Principeverzoek: beoordeling van een verzoek om medewerking voor een bepaalde activiteit, bouwplan of anderszins, dat niet passend is binnen het ter plaatse geldende bestemmingsplan c.q. beheersverordening en waaraan niet met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 1 of sub 2 van de Wabo medewerking kan worden verleend (waaronder verzoeken om een bestemmingsplanherziening, een wijzigingsplan, een uitwerkingsplan, een omgevingsver-gunning ex artikel 2.12, eerste lid onder a, sub 3 van de Wabo.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

Vooroverleg

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1.1

tot het houden van vooroverleg of principeverzoek in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is, bestaande de beoordeling van twee bouwstenen/toetsingscomponenten als bedoeld in 2.2.1.2

€ 760,00

2.2.1.2

Indien aan de beoordeling van het vooroverleg of principeverzoek als bedoeld in 2.2.1.1 één van onderstaande extra bouwstenen wordt toegevoegd aan het vooroverleg of principeverzoek, bedraagt het tarief per extra bouwsteen

€ 386,10

Ruimtelijke ordening (toets bestemmingsplan en ruimtelijk beleid)

Stedenbouw (ruimtelijke inpassing)

Bodem

Volkshuisvesting

Verkeer en parkeren

Economische zaken

Welstand/monumentencommissie

Cultuurhistorie (o.a. archeologie, bouwhistorie, cultuurlandschap)

Milieu (o.a. bedrijven en milieuzonering, luchtkwaliteit)

Recreatie en toerisme

Duurzaamheid

Landschap en water (o.a. flora en fauna, stikstofdepositie)

Grondzaken

Inrichting en beheer openbare ruimte

Sport, welzijn, zorg, onderwijs

Omgevingszaken (welke procedure)

Overige niet benoemde onderdelen

2.2.1.3

Als naar aanleiding van de toetsing van het vooroverleg of principeverzoek een aangepast plan voor het vooroverleg of het principeverzoek ter beoordeling wordt ingediend, bedraagt het tarief naast genoemd percentage van de eerder in rekening gebrachte leges van de betreffende bouwstenen/toetsingscomponenten, mits er geen sprake is van een wezenlijk ander plan.

50%

2.2.2

Tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:

50%

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, naast genoemd percentage van de bouwkosten:

4,75%

met een minimum van

€ 482,60

2.3.1.2

Welstandstoets

2.3.1.2.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd en toetsing aan welstandscriteria van de welstandsnota moet plaatsvinden wordt:

2.3.1.2.1.1

Indien voor bouwplannen met bouwkosten tot € 225.000 het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

(((bouwkosten/1.000)*

1,92) + € 67,50)

2.3.1.2.1.2

Indien voor bouwplannen met bouwkosten van € 225.001 tot € 450.000 het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

(((bouwkosten - 225.000)/1.000) * 1,5) + € 499,50)

2.3.1.2.1.3

Indien voor bouwplannen met bouwkosten van € 450.001 tot € 2.250.000 het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

((((bouwkosten - 450.000)/1.000) * 0,44) + € 837,00)

2.3.1.2.1.4

Indien voor bouwplannen met bouwkosten hoger € 2.500.001 het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1. berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

((((bouwkosten - 2.250.000)/1.000) * 0,11) + € 1.629,00)

met een minimumbedrag van:

€ 114,30

2.3.1.2.2

Indien de aanvraag betrekking heeft op een principeverzoek of handhavingsadvies, per beoordeling

€ 114,30

2.3.1.2.3

Extra welstandstoets

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

€ 114,30

2.3.1.3

Verplicht advies Agrarische beoordelingscommissie

2.3.1.3.1

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Agrarische beoordelingscommissie nodig is en wordt beoordeeld, het bedrag dat de Agrarische beoordelingscommissie de gemeente ter zake in rekening brengt.

2.3.1.3.2

vervallen

2.3.1.3.3

vervallen

2.3.1.3.4

vervallen

2.3.1.3.5

vervallen

2.3.1.3.5.1

vervallen

vervallen

2.3.1.3.6

vervallen

2.3.1.3.7

vervallen

2.3.1.4

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4.1

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges:

125%

2.3.1.5

Procedure hogere waarde geluidshinder

2.3.1.5.1

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag hogere waarden geluidhinder ingevolge artikel 83 Wet geluidhinder, bedraagt

€ 1.447,80

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

4,75%

van de aanlegkosten, met een minimum van:

€ 289,55

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast, (binnenplanse afwijking):

€ 482,60

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast, (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 603,25

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast, (buitenplanse afwijking) in de vorm van een omgevingsvergunning:

€ 9.500,00

2.3.3.3.1

vervallen

2.3.3.3.2

vervallen

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 2.895,60

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

1,5%

Van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

1,5%

van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 627,65

2.3.3.8

indien de aanvraag een project van nationaal belang (of provinciaal belang betreft, zie nr. 2.3.3.5 en 2.3.3.6), de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1 of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale of provinciale regelgeving) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Offerte basis

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast, (binnenplanse afwijking):

€ 530,85

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast, (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 627,40

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) in de vorm van een omgevingsvergunning:

€ 9.500,00

2.3.4.3.1

vervallen

2.3.4.3.2

vervallen

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast

€ 578,60

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

€ 2.895,60

2.3.4.6

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 627,40

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale of provinciale regelgeving), het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Offerte

2.3.4.8

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1 of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale of provinciale regelgeving), het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Offerte basis

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, wordt het hiernaast genoemde bedrag vermeerderd met een bedrag voor een inrichting met een vloeroppervlak binnen de constructie van de gebouwfunctie van

€ 200,45

2.3.5.1.1

0 tot en met 100 m2

€ 386,70

2.3.5.1.2

101 tot en met 250 m2

€ 579,40

2.3.5.1.3

251 tot en met 750 m2

€ 773,00

2.3.5.1.4

751 tot en met 1.500 m2

€ 1.159,65

2.3.5.1.5

1.501 tot en met 2.500 m2

€ 1.738,75

2.3.5.1.6

2.501 tot en met 5.000 m2

€ 2.512,55

2.3.5.1.7

5.001 tot en met 10.000 m2

€ 3.477,75

2.3.5.1.8

10.001 m2 en meer

€ 4.638,65

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen monument een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief naast het in 2.3.1.1 genoemd bedrag

€ 96,50

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een rijks- of gemeentelijk beschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet of de Monumentenverordening wordt het bedrag uit 2.3.6.1 verhoogd met het hier naast genoemde percentage van de bouwkosten:

2.3.6.1.1.1

Indien voor bouwplannen met bouwkosten tot € 225.000 het advies van de Monumentencommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

(((bouwkosten/1.000)*1,92) + € 67,50)

2.3.6.1.1.2

Indien voor bouwplannen met bouwkosten van € 225.001 tot € 450.000 het advies van de Monumentencommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

(((bouwkosten – 225.000)/1.000) * 1,5) + 499,50)

2.3.6.1.1.3

Indien voor bouwplannen met bouwkosten van € 450.001 tot € 2.250.000 het advies van de Monumentencommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

((((bouwkosten - 450.000)/1.000) * 0,44) + 837,00)

2.3.6.1.1.4

Indien voor bouwplannen met bouwkosten hoger € 2.500.001 het advies van de Monumentencommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

((((bouwkosten - 2.250.000)/1.000) * 0,11) + 1.629,00)

met een minimumbedrag van:

€ 114,30

2.3.1.2.2

Indien de aanvraag betrekking heeft op een principeverzoek of handhavingsadvies, per beoordeling

€ 114,30

2.3.6.1.2

Archeologievergunning

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een archeologievergunning in het kader van de Gemeentelijke monumentenvergunning bedraagt

€ 289,55

2.3.7

Natura 2000-activiteiten

2.3.7

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, naast het in 2.3.1.1 genoemde bedrag

€ 482,60

2.3.8

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 482,60

2.3.9

Andere activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.9.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 193,05

2.3.9.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of Waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 193,05

2.3.9.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

€ 193,05

2.3.9.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Offerte basis

2.3.10

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.10.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.10.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.10.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde omgevingsvergunning eerste fase:

€ 193,05

2.3.11

Milieu-planologische rapportages

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.11.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 482,60

2.3.11.2

Voor de beoordeling van een archeologisch rapport:

2.3.11.2.1

voor de beoordeling van het onderdeel archeologie bij een aanvraag omgevingsvergunning zonder bodemrapport

€ 193,05

2.3.11.2.2

Voor de beoordeling van rapportages die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek (Erfgoedwet art. 9.1.1a; ex Monumentenwet art. 39 tweede lid, art. 40 eerste lid en art. 41)

€ 482,60

2.3.11.2.3

Voor de beoordeling van een plan van aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek volgens de protocollen van de meeste actuele Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie

€ 193,05

2.3.11.2.4

Voor de beoordeling van een programma van eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek volgens de protocollen van de meeste actuele Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie

€ 482,60

2.3.11.3

voor de beoordeling van een akoestisch onderzoek

€ 482,60

2.3.11.5

voor de beoordeling van de luchtkwaliteit onderzoek

€ 482,60

2.3.11.6

voor de beoordeling van geurhinder en veehouderij onderzoek

€ 482,60

2.3.11.7

voor de beoordeling van een explosievenonderzoek

€ 482,60

2.3.11.8

voor de beoordeling van een aangeleverd programma van eisen inzake (voor)onderzoek naar conventionele explosieven

€ 482,60

2.3.11.9

voor de beoordeling van een aangeleverd plan van aanpak inzake (voor)onderzoek naar conventionele explosieven

€ 482,60

2.3.11.10

voor het beoordelen of opstellen van een landschapsadvies

€ 482,60

2.3.11.11

voor het opstellen van ruimtelijke en/of stedenbouwkundige randvoorwaarden

€ 482,60

2.3.11.12

voor de beoordeling van een extern veiligheidsonderzoek

€ 482,60

2.3.11.13

voor de beoordeling van een ander rapport of onderzoek niet met name genoemd maar wel noodzakelijk voor de beoordeling van de aanvraag

€ 482,60

2.3.12

Advies

 

2.3.12.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Offerte basis

2.3.12.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.12.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.13

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.13.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.13.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 1.544,30

2.3.13.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Offerte basis

2.3.13.2

Indien een begroting als bedoeld in subsubonderdeel 2.3.13.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.15

Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 289,55

2.3.16

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 289,55

2.3.17

Kappen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 3 van de Bomenverordening gemeente Montfoort een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 289,55

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning binnen één jaar is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, wordt naast genoemd percentage

70%

van de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

2.4.2

Korting bij integrale indiening

2.4.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan één activiteit, worden leges met naast genoemd percentage verminderd. Dit met uitzondering van het legesdeel voor de onderdelen 2.3.1.2, 2.3.1.3, 2.3.1.4, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10.2 en 2.3.12

25%

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen twee jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt het naast genoemde percentage

25%

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning zoals bedoeld in hoofdstuk 3 of een verzoek tot beoordeling van een conceptaanvraag zoals bedoeld in hoofdstuk 2 buiten behandeling wordt gelaten in verband met niet-voldoen aan de indieningvereisten zoals vermeld in het Besluit omgevingsrecht, bestaat aanspraak op teruggaaf van naast genoemd percentage van de geheven leges.

50%

2.5.5

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.1.2, 2.3.1.3, 2.3.1.4, 2.3.7, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10, 2.3.11 of 2.3.12 wordt geen teruggaaf verleend.

2.5.6

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 40,00 wordt niet teruggegeven.

2.5.7

Er vindt geen legesteruggaaf plaats als gevolg van het lager zijn van de daadwerkelijke bouw- en aanlegkosten, dan waarvan bij de indiening van de aanvraag is uitgegaan.

2.5.8

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

2.5.9

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.14, 2.3.15 en 2.3.16 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

€ 125,50

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7.1

Ingeval en voor zover geen sprake is van bouwen:

5%

van de oorspronkelijk geheven leges met een minimum van € 47,50 en een maximum van € 4.927,00.

2.7.2

Ingeval en voor zover sprake is van bouwen en het gewijzigd plan niet leidt tot een verhoging van de bouwkosten van het oorspronkelijke plan:

5%

van de oorspronkelijk geheven leges (berekend op de wijze zoals in onderdeel 2.3.1 bepaald) met een minimum van € 40,00 en een maximum van € 4.927,00;

2.7.3

indien de aanvraag voor het bouwen in afwijking van een eerder ingediend plan als hiervoor bedoeld wel leidt tot een verhoging van de bouwkosten, dan wordt het normale tarief, berekend op de wijze als in onderdeel 2.1.1 bepaald, toegepast over die meerkosten, zulks echter met inachtneming van het minimum en maximum zoals hiervoor onder 2.7.1.1 is bepaald:

2.7.4

Indien de vergunning eerder is geweigerd en deze aanvraag niet leidt tot een verhoging van de bouwkosten:

55%

van de leges berekend op de wijze zoals in onderdeel 2.1.1.2 bepaald.

2.7.5

Het vorenstaande als verwoord in 2.7.1, 2.7.2, 2.7.3 en 2.7.4 vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw plan sprake is.

2.7.6

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning bedraagt

€ 72,40

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 11.582,40

2.8.1.1

Het overeenkomstig 2.8.1 berekende bedrag wordt verhoogd met het met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; indien een begroting als hiervoor genoemd is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken; indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

2.8.2

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan:

2.8.2.1

artikel 3.5 lid 3 van de Wabo wordt toegepast, verhoogd met

€ 434,35

2.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 9.500,00

2.8.3.1

Het overeenkomstig 2.8.3 berekende bedrag wordt verhoogd met het met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; indien een begroting als hiervoor genoemd is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken; indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

2.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 386,10

2.9.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, slopen of aanleggen:

€ 72,40

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Alcoholwet bedraagt:

€ 617,30

3.1.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een wijziging van een Drank- en Horecavergunning vanwege een wijziging van de inrichting (artikel 30 Alcoholwet) bedraagt:

€ 344,05

3.1.3

Het tarief met betrekking tot melding van bijschrijving of doorhaling van een leidinggevende ingevolge artikel 30A van de Alcoholwet, bedraagt per leidinggevende:

€ 59,95

3.1.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet bedraagt:

€ 59,95

3.1.5

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf overeenkomstig hetgeen bepaald is in artikel 2:28 van de APV, bedraagt:

€ 195,90

3.1.6

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing sluitingstijd zoals bedoeld in artikel 2:29 APV bedraagt:

€ 97,75

3.1.7

Het tarief genoemd in artikel 3.1.5 wordt, indien de exploitatievergunning ook geldt voor een bij het horecabedrijf behorend terras, verhoogd met:

€ 158,25

3.1.8

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een wijziging van de exploitatievergunning in verband met de exploitatie van een niet eerder in de exploitatievergunning opgenomen terras, bedraagt:

€ 158,25

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de verkrijging van een evenementenvergunning op grond van artikel 2:25 APV (juncto Evenementenbeleid 2018 -2024) is, indien het gaat om:

3.2.1.1

een kleinschalig evenement *

€ 77,90

3.2.1.2.

een grootschalig ééndaags evenement*

€ 514,45

3.2.1.3

een grootschalig meerdaags evenement*

€ 649,65

3.2.2

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van artikel 4:6 van de APV (overige geluidshinder), is*

€ 77,90

* Indien de aanvraag voldoet aan de voorwaarden als gesteld onder “Bijzondere subsidieregelingen” in het Subsidiebeleid gemeente Montfoort geldt de vergunning tevens als een beschikking “subsidie bijzondere regeling” ten bedrage van de verschuldigde leges.

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3.1

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het exploiteren van een seksinrichting of een escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.6 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Montfoort

€ 889,95

3.3.2

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestaande vergunning

€ 148,95

3.3.3

Indien een bestaande vergunning dermate wordt gewijzigd dat er naar de omstandigheden beoordeeld sprake is van een nieuwe vergunning, dan is het in 3.3.1 genoemde bedrag van toepassing; zulks doet zich in ieder geval voor als de vergunning op meer dan twee punten wordt gewijzigd.

Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening (vervallen)

Hoofdstuk 5 Kinderopvang

3.5 

 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

3.5.1

het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang, buitenschoolse opvang of peuterspeelzaal) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 1.679,70

3.5.2

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 457,20

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.6 

 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

3.6.1

tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 123,20

3.6.2

Indien de tijdsbesteding meer bedraagt dan 30 minuten, wordt het overeenkomstig 3.6.1 berekende bedrag verhoogd met € 20,00 per ieder daaraan besteed kwartier boven de 30 minuten met een maximum van € 290,55.

Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Montfoort 13 december 2021;

De griffier, De burgemeester,

Drs. M. Lucassen mr. P. J. van Hartskamp-de Jong

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Montfoort, gehouden op 13 december 2021.

De griffier, De voorzitter,

Drs. M. Lucassen mr. P. J. van Hartskamp-de Jong