Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening op de heffing en invordering van leges fysieke leefomgeving & omgevingsvergunning 2022 (legesverordening fysieke leefomgeving & omgevingsvergunning 2022)

Geldend van 28-12-2021 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges fysieke leefomgeving & omgevingsvergunning 2022 (legesverordening fysieke leefomgeving & omgevingsvergunning 2022)

Zaaknummer: 1905038

De Raad van de gemeente Hoorn;

  • gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 16 november 2021;

  • gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van leges fysieke leefomgeving & omgevingsvergunning 2022 (legesverordening fysieke leefomgeving & omgevingsvergunning 2022)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder: vaststelling van een bestemmingsplan: vaststelling van een nieuw bestemmingsplan, herziening of gedeeltelijke aanpassing van een geldend bestemmingsplan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de aannemingssom wordt het bedrag afgerond op eenheden van € 1.000.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van aanslag of door middel van een schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van de aanslag of kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

  • 1.

    Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2.

    Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen van zuiver redactionele aard zijn.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Legesverordening 2021" wordt ingetrokken met ingang 1 januari 2022, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan en voor zover de Legesverordening Fysieke leefomgeving & Omgevingsvergunning 2022 geen rechtskracht krijgt.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als " Legesverordening Fysieke leefomgeving & Omgevingsvergunning 2022 ".

Artikel 11 Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het gemeenteblad.

Hoorn, 14 december 2021

de griffier,                                de voorzitter,

Bekendmaking:

  • via www.officielebekendmakingen.nl

  • door opname in het Gemeenteblad

TARIEVENTABEL

BEHORENDE BIJ DE LEGESVERORDENING FYSIEKE LEEFOMGEVING & OMGEVINGSVERGUNNING 2022

Indeling tarieventabel

Titel 1

Fysieke omgeving

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2

Schetsplan/beoordelen conceptaanvraag

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4

Teruggaaf

Hoofdstuk 5

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 6

In deze titel niet benoemde aanvraag of afgifte

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2022

Tarief

1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

1.1.1

aannemingssom:

Het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen en/of aan te leggen en/of te slopen (de aannemingssom, exclusief omzetbelasting) of voor zover deze ontbreekt, een raming van kosten exclusief omzetbelasting die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder aannemingssom verstaan: de prijs exclusief omzetbelasting die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

1.1.2

Wabo:

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Schetsplan/beoordeling conceptaanvraag/indicatie vergunningvrij

2.1

Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag:

2.1.1

voor een schetsplan in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is of om een beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: 25% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld met een maximum bedrag van € 450,00.

2.2.1.1

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een op basis van het schetsplan uitgewerkt project of waarvoor een conceptaanvraag beoordeeld is, in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor eerder geheven leges met deze leges verrekend.

2.2.1.2

Indien blijkt dat het project geheel vergunningsvrij is bedraagt het tarief:

€ 48,14

2.2

Het tarief bedraagt voor een aanvraag voor het afgeven van een indicatie vergunningvrij bouw(werk):

€ 25,35

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

3.1

Meerdere activiteiten

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze tarieventabel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

3.2

Bouwactiviteiten

3.2.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, met een aannemingssom:

3.2.1.1

tot en met € 1.499,99

€ 128,37

3.2.1.2

van € 1.500,00 tot en met 4.499,99:

€ 353,22

3.2.1.3

van € 4.500,00 tot en met € 8.999,99:

€ 423,87

3.2.1.4

van € 9.000,00 tot en met 16.999,99:

€ 565,16

3.2.1.5

van €17.000,00 tot en met € 22.499,99:

€ 989,03

3.2.1.6

van € 22.500,00 tot en met € 40.499,99:

€ 1.130,32

3.2.1.7

van € 40.500,00 tot en met € 79.999,99

€ 1.521,58

3.2.1.8

van € 80.000,00 tot en met € 199.999,99:

1,95%*

3.2.1.9

van € 200.000,00 tot en met € 999.999,99:

2,04%*

3.2.1.10

van € 1.000.000 tot en met € 2.749.999,99:

2,07%*

3.2.1.11

meer dan € 2.750.000,00:

2,09%*

* van de aannemingssom zoals benoemd in 1.1.1

3.3

(Extra) Welstandstoets

3.3.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.2.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan voor elke nieuwe welstandstoets:

€ 91,26

3.3.2

Het tarief voor het voorleggen van een project als bedoeld in art. 2.1 en 2.2 van de Wabo aan de commissie voor monumenten en welstand als: het project niet aan de ambtelijke toetsingscriteria van het vigerende beleid ambtelijke welstandstoets Hoorn 2013 voldoet of wanneer er sprake is van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat aan de toepasbaarheid van deze criteria (of als de aanvrager hierom heeft gevraagd):

3.3.2.1

waarbij de aannemingssom van een project minder bedragen dan € 20.000:

€ 50,70

3.3.2.2

waarbij de aannemingssom van een project minder bedragen dan € 40.500:

€ 121,68

3.4

Achteraf ingediende aanvraag

3.4.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.2.1 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit met 100% verhoogd.

3.5

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

3.5.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en ook sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, wordt naast het bedrag dat wordt berekend op grond van onderdeel 3.2.1 een extra bedrag berekend. Het bedrag bedraagt minimaal € 264,00. Het percentage van de aannemingssom of tarief bedraagt:

3.5.1.1

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

1,64%*

3.5.1.2

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

1,64%*

3.5.1.3

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

1,64%*

3.5.1.3

Indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

1,64%*

* van de aannemingssom zoals benoemd in 1.1.1

3.5.1.4

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 343,43

3.5.1.5

Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 343,43

3.5.1.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 343,43

3.5.1.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 343,43

3.6

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

3.6.1.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 343,43

3.6.1.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 343,43

3.6.1.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 4121,16

3.6.1.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 343,43

3.6.1.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 343,43

3.6.1.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 343,43

3.6.1.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 343,43

3.6.1.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 343,43

3.7

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

3.7.1

Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo met oppervlakte van:

3.7.1.1

minder dan 100 m2

€ 202,80

3.7.1.2

van 100 m2 tot 499 m2

€ 608,40

3.7.1.3

500 m2 of meer

€ 3.853,20

3.8

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

3.8.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de vigerende Erfgoedverordening van de Gemeente Hoorn aangewezen monument, waarvoor op grond van voornoemde verordeningen een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief met een aannemingssom:

3.8.1.1

tot en met € 8.999,99

€ 126,73

3.8.1.2

van € 9.000,00 tot en met € 40.499,99

€ 190,12

3.8.1.3

van € 40.500,00 tot en met € 199.999,99

0,85%*

3.8.1.4

van € 200.000,00 tot en met € 999.999,99

0,88%*

3.8.1.5

van € 1.000.000,00 tot en met € 2.749.999,99

0,97%*

3.8.1.6

meer dan € 2.750.000,00

1,05%*

* van de aannemingssom zoals benoemd in 1.1.1

3.9

Aanleggen of veranderen weg

3.9.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

3.9.1.1

voor een natuurlijk persoon:

€ 302,72

3.9.1.2

voor een niet natuurlijk persoon:

€ 443,04

3.10

Uitweg/inrit

3.10.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

3.10.1.1

voor een natuurlijk persoon:

€ 248,15

3.10.1.1

voor een niet natuurlijk persoon:

€ 359,97

3.11

Kappen

3.11.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of aritkel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

3.11.1.1

voor een natuurlijk persoon:

€ 248,15

3.11.1.2

voor een niet natuurlijk persoon:

€ 359,97

3.12

Reclame

3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanbrengen van een reclameaanduiding, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.15 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief:

3.12.1.1

voor een natuurlijk persoon:

€ 248,15

3.12.1.2

voor een niet natuurlijk persoon:

€ 359,97

3.12.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning ook betrekking heeft op het aanbrengen van een reclameaanduiding alsmede om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo (bouwactiviteit), bedraagt het tarief voor de activiteit reclame:

€ 0,00

3.13

Sloop activiteit met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

3.13.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, sub f Wabo (rijksmonument), artikel 2.2, eerste lid, sub b Wabo (gemeentelijk / provinciaal monument) en artikel 2.1, eerste lid, sub h Wabo (Beschermd stads- of dorpsgezicht) , bedraagt het tarief:

3.13.1.1

voor een natuurlijk persoon:

€ 248,15

3.13.1.2

voor een niet natuurlijk persoon:

€ 359,97

3.14

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

3.14.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 is het tarief overeenkomstig het in rekening gebrachte tarief door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of de provincie.

3.14.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 is het tarief overeenkomstig het in rekening gebrachte tarief door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of de provincie.

3.15

Handelingen in het kader van de Flora- en faunawet

3.15.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en faunawet ontheffing nodig is, is het tarief overeenkomstig het in rekening gebrachte tarief door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of de provincie.

3.16

Andere activiteiten

3.16.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

3.16.1.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 168,28

3.16.1.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 168,28

3.16.1.3

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

€ 168,28

3.16.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

3.17

Omgevingsvergunning in twee fasen

3.17.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

3.17.1.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

3.17.1.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

3.18

Beoordeling bodemrapport

3.18.1

Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem, als bedoeld in artikel 2.1.5 van de vigerende bouwverordening

€ 208,97

3.19

Advies

3.19.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, met uitzondering van de welstandscommissie zoals vastgelegd in artikel 3.2.1, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld

3.19.2

Indien een begroting als bedoeld in 3.17.1.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

3.20

Verklaring van geen bedenkingen

3.20.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

3.20.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 165,79

3.20.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

3.20.2

Indien een begroting als bedoeld in 3.17.1.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 4 Teruggaaf

4.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, reclame-, uitweg-, monumenten-, aanleggen of veranderen van een weg-, kap- of sloopactiviteiten, zoals bedoeld in de onderdelen 3.2, 3.8 tot en met 3.14, intrekt, terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

4.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van een maand na in behandeling name danwel vergunningsvrij kan worden uitgevoerd:

75,00%

4.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na een maand na het in behandeling nemen ervan maar voor het verlenen van de vergunning:

50,00%

4.1.3

indien een aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van een maand of na in behandeling name blijkt dat de activiteit vergunningsvrij kan worden uitgevoerd worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verlaagd, met dien verstande dat zij nimmer minder dan € 45,00 zullen bedragen.

4.2

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, reclame-, uitweg-, monumenten-, aanleggen of veranderen van een weg-, kap- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 3.2, 3.8 tot en met 3.14 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50,00%

4.3

Als de gemeente een aangevraagde omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, reclame-, uitweg-, monumenten-, aanleggen of veranderen van een weg-, kap- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 3.2, 3.8 tot en met 3.14, weigert of niet in behandeling neemt wegens onvolledigheid, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges:

50,00%

4.4

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.4.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

4.5

Het verschuldigde bedrag voor de aanvraag van de oorspronkelijke vergunning geheven leges zal nimmer minder dan € 76,50 bedragen. Met uitzondering voor een omgevingsvergunning die alleen betrekking heeft op onderdeel 3.10.1 of 3.11.1 zal de geheven leges nimmer minder dan € 45,00 bedragen

4.6

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 3.15 en 3.16 wordt geen teruggaaf verleend.

4.7

Indien binnen zeven dagen na ontvangst van een schetsplan in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is, of om een beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning dan wel een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning, doch voor het verlenen van de vergunning deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt op aanvraag teruggaaf van 100% van de geheven leges verleend.

Hoofdstuk 5 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

5.1

Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 90,15

5.2

Indien de wijziging van het project tot gevolg heeft dat de aannemingssom als bedoeld in 1.1.1 vermeerderd ten opzichte van het oorspronkelijke plan worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is op basis van artikel 3.2.1

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde aanvraag

6.1

aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen voor elke 15 minuten of gedeelte daarvan van de behandelduur van de aanvraag

€ 23,15

6.2

de afgifte van gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,72

6.3

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,72

Ondertekening