Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR668088
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR668088/1
Regeling vervallen per 01-01-2023
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2022
Geldend van 23-12-2021 t/m 31-12-2022
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2022De Raad van de gemeente Uden;
gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 2 november 2021
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 12, vijfde lid, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming,
b e s l u i t
vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2022
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: kalendermaand;
- d.
jaar: kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2. Belastbaar feit
-
1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
- c.
het in behandeling nemen van de aanvraag in de zin van artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
- a.
-
2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Artikel 3. Belastingsplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4. Vrijstellingen
-
1. De leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- b.
nasporingen en werkzaamheden als omschreven in hoofdstuk 7 van titel 1 van bijbehorende tarieventabel, die in het openbaar belang worden verricht;
- c.
de stukken, genoemd in hoofdstuk 1 van titel 1, onder 1.6.1.1 tot en met 1.6.1.2 en onder 1.6.2.1 van bijbehorende tarieventabel, te verstrekken aan dag- en weekbladen voor zover deze verstrekking in het belang van de gemeente is;
- d.
stukken, nodig voor het in ontvangst kunnen nemen van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, lonen, bezoldiging en andere dergelijke periodieke uitkeringen;
- e.
beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;
- f.
de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekking hebbend op enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;
- g.
de aan de belanghebbenden uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissingen op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;
- h.
collectevergunningen;
- i.
verklaringen betreffende de zuiverheid van gebouwen en/of huisraad;
- j.
ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning/ontheffing genoemd in hoofdstuk 13 van titel 1 onder 1.13.1.1., hoofdstuk 16 van titel 1 onder 1.16.1.3., hoofdstuk 1 van titel 3 onder 3.1.1 t/m 3.1.4, 3.1.6 en 3.1.7, hoofdstuk 2 van titel 3, onder 3.2.1. en 3.2.2., indien deze aanvraag betreft voor een instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard, waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.
- k.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- l.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht.
- a.
-
2. Het bepaalde in hoofdstuk 6 van titel 1, onder 1.6.2.3 van bijbehorende tarieventabel is niet van toepassing op het verstrekken bij wijze van abonnement van stukken, welke in de vergadering van de Raad zullen worden behandeld, indien deze worden gevraagd door politieke groeperingen, die aan de laatste verkiezingen van de Raad hebben deelgenomen, met dien verstande, dat het aantal gratis abonnementen niet meer bedraagt dan twee per politieke groepering, vermeerderd met de helft van het getal der leden van de Raad van die politieke groepering die in de Raad vertegenwoordigd is. De berekeningen worden naar boven op een geheel getal afgerond.
Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6. Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending (elektronische toezending daaronder begrepen) of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7. Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijke wordt gedaan; op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8. Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9. Vermindering of teruggaaf
-
1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
-
2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde en vijfde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- 1.
van zuiver redactionele aard zijn;
- 2.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- a)
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- b)
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- c)
hoofdstuk 4, onderdeel 1.4.5 t/m 1.4.7 (verstrekking uit basisregistratie personen);
- d)
hoofdstuk 5 (verstrekkingen op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming of AVG-e);
- e)
onderdeel 1.8.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- f)
hoofdstuk 13 (kansspelen).
- a)
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11. Nadere regels door het College van burgemeester en wethouders
Het College van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De Legesverordening Uden 2021 van 17 december 2020, laatstelijk gewijzigd bij collegebesluit van 20 juli 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
-
4. In het geval de Algemeen Plaatselijke Verordening Gemeente Maashorst in werking is getreden, worden de volgende artikelen over de ‘Algemene plaatselijke verordening Uden’ vervangen ter vaststelling van maatstaven en tarieven door artikelen uit de “Algemeen plaatselijke verordening Maashorst” die hetzelfde onderwerp regelen, te weten:
- -
in artikel 3.1.7.1 van de Tarieventabel wordt ‘artikel 2:30c Algemeen plaatselijke verordening’ vervangen door: artikel 2:28 Algemeen plaatselijke verordening.
- -
in artikel 3.1.7.2 van de Tarieventabel wordt ‘artikel 2:30c Algemeen plaatselijke verordening’ vervangen door: artikel 2:28 Algemeen plaatselijke verordening.
- -
in artikel 3.1.8.1 van de Tarieventabel wordt ‘artikel 2:80 Algemeen plaatselijke verordening’ vervangen door: artikel 2:40a Algemeen plaatselijke verordening.
- -
in artikel 3.1.8.2 van de Tarieventabel wordt ‘artikel 2:80 Algemeen plaatselijke verordening’ vervangen door: artikel 2:40a Algemeen plaatselijke verordening.
- -
in artikel 3.3.1.1 van de Tarieventabel wordt ‘artikel 3:4, eerste lid Algemene plaatselijke verordening vervangen door: artikel 3:3, eerste lid, Algemeen plaatselijke verordening
- -
-
5. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Legesverordening Uden 2022'.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2021.
De Raad voornoemd
de griffier
drs. G.J. de Graaf
de burgemeester
drs. H.A.G. Hellegers
Bijlage 1: Tarieventabel leges
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening van 16 december 2021
Indeling tarieventabel
Titel 1 |
Algemene dienstverlening |
Hoofdstuk 1 |
Burgerlijke stand |
Hoofdstuk 2 |
Reisdocumenten |
Hoofdstuk 3 |
Rijbewijzen |
Hoofdstuk 4 |
Verstrekkingen uit de basisregistratie personen |
Hoofdstuk 5 |
Verstrekkingen op grond van Algemene Verordening Gegevensbescherming of AVG |
Hoofdstuk 6 |
Bestuursstukken |
Hoofdstuk 7 |
Overige publiekszaken |
Hoofdstuk 8 |
Gemeentearchief |
Hoofdstuk 9 |
Leegstandswet |
Hoofdstuk 10 |
Kansspelen |
Hoofdstuk 11 |
Ondergrondse infrastructuren |
Hoofdstuk 12 |
Verkeer en vervoer |
Hoofdstuk 13 |
Diversen |
Titel 2 |
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning |
Hoofdstuk 1 |
Begripsomschrijvingen |
Hoofdstuk 2 |
Vooroverleg/principeverzoek |
Hoofdstuk 3 |
Omgevingsvergunning |
Hoofdstuk 4 |
Vermindering |
Hoofdstuk 5 |
Wijziging omgevingsvergunning |
Hoofdstuk 6 |
Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
Hoofdstuk 7 |
In deze titel niet benoemde beschikking |
Titel 3 |
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
Hoofdstuk 1 |
Horeca |
Hoofdstuk 2 |
Organiseren evenementen of markten |
Hoofdstuk 3 |
Prostitutiebedrijven |
Hoofdstuk 4 |
Winkeltijdenwet |
Hoofdstuk 5 |
Standplaatsen en collectes |
Hoofdstuk 6 |
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
Titel 1 Algemene Dienstverlening
Artikel |
Omschrijving |
Tarief |
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand |
||
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een locatie binnen de gemeente niet zijnde een bijzonder huis: |
|
1.1.1.1 |
-op maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur |
€ 390,00 |
1.1.1.2 |
-op maandag tot en met vrijdag van 17.00 tot 23.00 uur |
€ 652,00 |
1.1.1.3 |
-op zaterdagen van 9.00 tot 17.00 uur en door het College van burgemeester en wethouders te bepalen dagen, waarop het gemeentehuis voor publiek is gesloten |
€ 652,00 |
1.1.1.4 |
-op zaterdagen van 17.00 tot 23.00 uur en door het College van burgemeester en wethouders te bepalen dagen, waarop het gemeentehuis voor publiek is gesloten |
€ 1.303,00 |
1.1.1.5 |
-op zondagen en feestdagen (als genoemd Algemene termijnenwet) te stellen dagen van 12.00 uur tot 16.00 uur |
€ 1.303,00 |
1.1.1.9 |
-op zondagen en feestdagen (als genoemd Algemene termijnenwet) te stellen dagen van 16.00 uur tot 18.00 uur |
€ 1.417,00 |
1.1.1.10 |
in de burgerlijke standkamer van het gemeentehuis, Markt 145 te Uden zonder ceremonie onder leiding van een ambtenaar van de burgerlijke stand op maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur |
€ 190,65 |
1.1.1.11 |
in de publiekshal van het gemeentehuis, Markt 145 te Uden zonder ceremonie (met partners en 2 getuigen) onder leiding van een ambtenaar van de burgerlijke stand op maandag en dinsdag tussen 8.30 uur en 9.00 uur |
|
1.1.2 |
De tarieven genoemd in 1.1.1.1 t/m 1.1.1.11 zijn eveneens van toepassing voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk |
|
1.1.3 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64 Boek I van het Burgerlijk Wetboek |
€ 390,00 |
1.1.3.1 |
Dit tarief is eveneens van toepassing voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis ingevolge artikel 64 Boek I van het Burgerlijk Wetboek |
|
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege getuigen bij een huwelijk of bij een registratie van een partnerschap per getuige |
€ 26,85 |
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een (duplicaat)trouwboekje of een partnerschapboekje |
€ 31,20 |
1.1.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.1.6.1 |
voor aanwijzing van een locatie voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap |
€ 183,55 |
1.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het wijzigen van een reeds aangemaakt dossier voor een huwelijk of geregistreerd partnerschap |
€ 96,70 |
1.1.8 |
Het tarief bedraagt voor het één dag aanwijzen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden |
€ 171,80 |
1.1.9 |
Het is niet toegestaan te strooien binnen of buiten de gemeentelijke trouwlocaties met welke soort materialen dan ook voor, bij of na het huwelijk. Voor het opruimen en verwijderen van deze materialen wordt een tarief geheven van |
€ 53,70 |
1.1.10 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand |
Zie Legesbesluit akten Burgerlijke stand |
1.1.11 |
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteedt kwartier |
€ 19,30 |
1.1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.1.12.1 |
het ten behoeve van de belanghebbende aanvragen van inlichtingen uit de registers van de burgerlijke stand in een andere gemeente in Nederland, alsmede van afschriften of uittreksels uit de akten van de registers |
€ 38,70 |
1.1.12.2 |
het ten behoeve van de belanghebbende aanvragen van inlichtingen en bescheiden met betrekking tot de burgerlijke stand in gemeenten en plaatsen buiten Nederland |
€ 38,70 |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten |
||
1.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een nationaal paspoort: |
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
Maximaal door rijk vastgesteld tarief |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
Maximaal door rijk vastgesteld tarief |
1.2.2 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld onder 1.2.1 (zakenpaspoort): |
|
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
Maximaal door rijk vastgesteld tarief |
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
Maximaal door rijk vastgesteld tarief |
1.2.3 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) |
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
Maximaal door rijk vastgesteld tarief |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
Maximaal door rijk vastgesteld tarief |
1.2.4 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
Maximaal door rijk vastgesteld tarief |
1.2.5 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
Maximaal door rijk vastgesteld tarief |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
Maximaal door rijk vastgesteld tarief |
1.2.5.3 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
Maximaal door rijk vastgesteld tarief |
1.2.6 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
Maximaal door rijk vastgesteld tarief |
1.2.7 |
De in 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde leges worden naar beneden afgerond op een veelvoud van €0,05. |
|
1.2.8 |
Voor het bezorgen van een reisdocument als bedoeld in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 worden de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ 15,50 |
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen |
||
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van één rijbewijs |
Maximaal door rijk vastgesteld tarief |
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
Maximaal door rijk vastgesteld tarief |
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen |
||
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
1.4.2 |
het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 10,40 |
1.4.2.3 |
tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: |
|
1.4.2.3.1 |
voor 50 inlichtingen |
€ 455,30 |
1.4.2.3.2 |
voor 100 inlichtingen |
€ 819,30 |
1.4.2.3.3 |
voor 250 inlichtingen |
€ 1.921,55 |
1.4.2.3.4 |
voor 500 inlichtingen |
€ 3.413,10 |
1.4.2.3.5 |
voor 1.000 inlichtingen |
€ 6.141,80 |
1.4.2.3.6 |
voor 5.000 inlichtingen |
€ 27.312,10 |
1.4.3 |
Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van één of meer kaartverzamelingen of registers welke werden bijgehouden op grond van de Wet Bevolkings-en verblijfregisters, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan |
€ 19,30 |
1.4.4 |
voor het afsluiten van een abonnement met een geldigheidsduur van één jaar voor het verstrekken van nieuwe straatnamen |
€ 102,40 |
1.4.5 |
het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van de leeftijdsopbouw van de gemeente, per wijk en kerkdorp |
€ 8,95 |
1.4.6 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
€ 24,50 |
1.4.7 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
€ 2,45 |
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen op grond van de Algemene Verordening Gegevensverwerking of AVG |
||
1.5.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag overeenkomstig artikel 12, vijfde lid, van de AVG gericht op het verstrekken van de in de artikelen 13 en 14 bedoelde informatie, en het verstrekken van de communicatie en het treffen van maatregelen als bedoeld in de artikelen 15 tot en met 22 en artikel 34, in het geval het verzoek van betrokkene op een of meer van die gronden kennelijk ongegrond of buitensporig is, of in het geval het een verzoek betreft om bijkomende kopieën, per toepasselijke gegevensverwerking volgen het door de gemeente aangehouden en algemeen raadpleegbare Privacy (verwerkingen)Register: |
|
1.5.1.1 |
bij verstrekking op papier, per pagina |
€ 0,25 |
1.5.1.2 |
bij verstrekking anders dan op papier, op een USB-stick en persoonlijk af te halen om beveiligingsredenen, per set van twee elektronische pagina's |
€ 0,25 |
1.5.2 |
Voor de onderdelen 1.5.1.1 en 1.5.1.2 geldt een maximum per gegevensverwerking van |
€ 5,40 |
1.5.3 |
Voor het onderdeel 1.5.1.2 wordt het bovengenoemde tarief verhoogd voor de gegevensverstrekking op een USB-stick, per 16GB of lagere opslag, met |
€ 13,30 |
Hoofdstuk 6 Bestuursstukken |
||
1.6.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.6.1.1 |
een exemplaar van de bij een bestemmingsplan behorende voorschriften en toelichting, bedoeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening, per bladzijde of een gedeelte van een bladzijde |
€ 0,60 |
1.6.1.2 |
een exemplaar van het Rampenplan voor de gemeente exclusief het draaiboek |
€ 26,50 |
1.6.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.6.2.1 |
tot het verstrekken van een papieren afschrift van het gemeenteblad, per pagina gelijk aan: per fotokopie zoals is bepaald in artikel 1.8.2 |
|
1.6.3 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.6.3.1 |
afschriften, doorslagen, fotokopieën of fotoscans van stukken gevraagd in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur of de Bekendmakingswet voor zover deze niet expliciet in de tabel staan vermeld, per bladzijde: |
|
1.6.3.1.1 |
-op A4-formaat of kleiner (zwart-wit) |
€ 0,60 |
1.6.3.1.2 |
-op A3-formaat (zwart-wit) |
€ 1,20 |
1.6.3.1.3 |
-op A2-formaat (zwart-wit) |
€ 1,90 |
1.6.3.1.4 |
-op A1-formaat (zwart-wit) |
€ 2,45 |
1.6.3.1.5 |
-op A0-formaat (zwart-wit) |
€ 3,05 |
1.6.3.1.6 |
-op A4-formaat of kleiner (kleur) |
€ 1,95 |
1.6.3.1.7 |
-op A3-formaat (kleur) |
€ 3,20 |
1.6.3.1.8 |
-op A2-formaat (kleur) |
€ 4,40 |
1.6.3.1.9 |
-op A1-formaat (kleur) |
€ 5,75 |
1.6.3.1.10 |
-op A0-formaat (kleur) |
€ 7,00 |
1.6.3.2 |
en indien de gevraagde vorm van de verstrekking, de verstrekking van ander materiaal meebrengt, wordt hiervoor standaard de USB-stick gebruikt en wordt het tarief verhoogd met (per 16 GB of lagere opslag) |
€ 13,30 |
Hoofdstuk 7 Overige publiekszaken |
||
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
1.7.1.1 |
a. het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
€ 41,35 |
1.7.1.2 |
b. indien de aanvraag digitaal wordt ingediend bij en behandelt wordt door de rijksoverheid (Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag (COVOG) van Dienst Justis van het ministerie van Veiligheid en Justitie), rekent deze per verklaring |
€ 33,85 |
1.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
1.7.2.1 |
het verkrijgen van een verklaring omtrent bezit van het Nederlanderschap, een certificaat van oorsprong of een bewijs van in leven zijn, per verklaring, certificaat of bewijs |
€ 11,60 |
1.7.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ 11,60 |
1.7.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring, dat het portret op een stuk het portret is van degene, te wiens naam het stuk is gesteld of van degene, die in dat stuk wordt bedoeld |
€ 6,80 |
Hoofdstuk 8 Gemeentearchief |
||
1.8.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen ongeacht het resultaat, in de in het gemeentearchief berustende stukken voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan |
€ 19,30 |
1.8.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek om hergebruik in de zin van de Wet hergebruik van overheidsinformatie verzamelen en vermenigvuldigen van de in het gemeentearchief voor hergebruik beschikbare informatie, en het verstrekken hiervan per e-mail, ongeacht het resultaat, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan |
€ 19,30 |
1.8.1.3 |
Indien de verstrekking geschiedt op USB-stick, wordt het bovengenoemde tarief verhoogd met (per 16GB of lagere opslag) |
€ 13,30 |
1.8.1.3.1 |
en in het geval het aanwezige formaat en de metadata afwijken van het verzoek of de verzochte wijze van verspreiding afwijkt van die per e-mail of USB-stick, geldt als de dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde werkdag na de dag waarop ter kennis is gebracht of voldaan kan worden aan de afwijking van het formaat, de metadate of de wijze van verstrekking. Bij het in behandeling nemen van voormeld verzoek om hergebruik zijn de leges verschuldigd; bij een te verwachten legesbedrag boven de 50,00, wordt het geschatte bedrag bij voorlopige aanslag opgelegd en dient te zijn voldaan, hetgeen geldt als een plicht van de verzoeker of aanvrager in de zin van artikel 4:5, eerste lid, sub a van de Algemene wet bestuursrecht |
|
1.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een uit het gemeente-archief berustend stuk, per bladzijde of gedeelte daarvan middels een fotokopie: |
|
1.8.2.1 |
-op A4-formaat of kleiner (zwart-wit) |
€ 0,60 |
1.8.2.2 |
-op A3-formaat (zwart-wit) |
€ 1,20 |
1.8.2.3 |
-op A2-formaat (zwart-wit) |
€ 1,85 |
1.8.2.4 |
-op A1-formaat (zwart-wit) |
€ 2,40 |
1.8.2.5 |
-op A0-formaat (zwart-wit) |
€ 3,00 |
1.8.2.6 |
-op A4-formaat of kleiner (kleur) |
€ 1,90 |
1.8.2.7 |
-op A3-formaat (kleur) |
€ 3,15 |
1.8.2.8 |
-op A2-formaat (kleur) |
€ 4,35 |
1.8.2.9 |
-op A1-formaat (kleur) |
€ 5,65 |
1.8.2.10 |
-op A0-formaat (kleur) |
€ 6,90 |
Hoofdstuk 9 Leegstandswet |
||
1.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.9.1.1 |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 179,50 |
1.9.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.9.2.1 |
a.tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, zesde lid, van de Leegstandwet |
€ 103,45 |
1.9.3 |
Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.9.1 en 1.9.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde complex en/of gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges verhoogd met een bedrag per woning van |
€ 22,75 |
Hoofdstuk 10 Kansspelen |
||
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de Wet op de kansspelen: |
|
1.10.1.1 |
als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 4,40 |
1.10.1.2 |
voor het exploiteren van een speelautomatenhal |
€ 319,40 |
1.10.1.3 |
een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30B van de Wet op de Kansspelen voor een of meer kansspelautomaten per vergunning geldig voor één jaar: |
|
1.10.1.3.1 |
-indien de vergunning een kansspelautomaat betreft, ten hoogste |
€ 56,50 |
1.10.1.3.2 |
indien de vergunning voor twee of meer kansspelautomaten geldt, ten hoogste €22,50, vermeerderd met het product van het aantal speelautomaten, waarvoor de vergunning geldt, met een bedrag van |
€ 34,00 |
1.10.1.3.3 |
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar ontstaat, worden voor dat jaar de leges slechts over zoveel twaalfde gedeelten van een jaar berekend als er nog maanden overblijven, waarbij gedeelten van een maand voor een gehele maand worden gerekend; |
|
1.10.1.4 |
het onder 1.10.1.3 genoemde is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak langer dan één jaar doch ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de onder 1.10.1.3 bedoelde maximum-bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verhoogd worden; |
|
1.10.1.5 |
het onder 1.10.1.3 genoemde is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat voor de toepassing van onderdeel 1.10.1.3 in plaats van: |
|
1.10.1.5.1 |
- € 56,50 een bedrag van € 226,00 |
|
1.10.1.5.2 |
- € 22,50 een bedrag van € 90,00 |
|
1.10.1.5.3 |
- € 34,00 een bedrag van € 136,00 geldt. |
|
1.10.2 |
een wijziging in de op basis van de Wet op de kansspelen verleende vergunning vermelde beheerder, per wijziging |
€ 48,95 |
Hoofdstuk 11 Ondergrondse infrastructuren |
||
1.11.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding of aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming of vergunning omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, van de AVOI Uden |
€ 430,00 |
1.11.1.1 |
Het bedrag genoemd in 1.11.1 wordt voor het uitvoeren van coördinatie en toezicht wordt bij aangesloten graafwerkzaamheden van 25 tot 500 meter, met een toeslag over de totaal bemeten sleuflengte, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ 1,25 |
1.11.1.2 |
Het bedrag genoemd in 1.11.1 wordt voor het uitvoeren van coördinatie en toezicht wordt bij aangesloten graafwerkzaamheden van 500 tot 2.000 meter, met een toeslag over de totaal bemeten sleuflengte, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ 0,95 |
1.11.1.3 |
Het bedrag genoemd in 1.11.1 wordt voor het uitvoeren van coördinatie en toezicht wordt bij aangesloten graafwerkzaamheden van meer dan 2.000 meter, verhoogd met een vooraf opgestelde begroting voor de kosten voor de te voeren procedure. |
|
1.11.2.1 |
De begroting bedoeld in 1.11.1.3 wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding c.q. aanvraag, schríftelijk medegedeeld aan de aanvrager of melder. Indien een begroting als bedoeld in de vorige volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder c.q. aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de melding c.q. aanvraag voor deze vijfde werkdag schríftelijk is ingetrokken. |
|
Hoofdstuk 12 Verkeer en vervoer |
||
1.12.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart |
€ 130,80 |
1.12.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart indien de aanvraag digitaal wordt ingediend |
€ 117,60 |
1.12.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een privé gehandicaptenparkeerplaats |
€ 130,80 |
1.12.2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een privé gehandicaptenparkeerplaats indien de aanvraag digitaal wordt ingediend |
€ 117,60 |
1.12.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwijzing als bedoeld in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW, Stb. 1990, 460) |
€ 14,15 |
1.12.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten |
€ 39,20 |
1.12.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (Stb. 459) anders dan bedoeld in onderdeel 1.12.4 |
€ 4,50 |
1.12.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1. Voertuigenreglement (Stb. 1994, 450) |
€ 39,20 |
1.12.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5 van de Wet personenvervoer (Stb. 1987, 175) |
€ 4,50 |
Hoofdstuk 13 Diversen |
||
1.13.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.13.1.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken dan wel uittreksels van stukken, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 9,15 |
1.13.1.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 4,50 |
1.13.1.3 |
een beschikking op een aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 4,50 |
1.13.1.4 |
een waarmerking van een stuk, dat dit overeenstemt met het origineel, per waarmerking |
€ 3,90 |
1.13.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4.18, derde lid Algemene plaatselijke verordening (recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen) |
€ 40,55 |
1.13.3 |
Portikosten: Toezenden stukken: |
|
1.13.3.1 |
bij toezending van stukken worden alle leges vermeld in deze verordening vermeerderd met de portikosten overeenkomstig de officiële PostNL tarieven. |
|
1.13.4 |
a.Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het verbod vuur te stoken als bedoeld in artikel 5.34, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 22,40 |
1.13.4.1 |
b.indien de aanvraag digitaal wordt ingediend |
€ 17,95 |
1.13.5 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwijzing voor het inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Afvalstoffenverordening gemeente Uden |
€ 106,45 |
1.13.6 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
1.13.6.1 |
een ontheffing in de zin van artikel 87 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 van het bepaalde in artikel 5 van dat reglement om te mogen fietsen in de voetgangersgebieden, een aantal specifiek genoemde voetgangersgebieden of één bepaalde voetgangersgebied, per ontheffing: NIHIL |
|
1.13.6.2 |
een ontheffing in de zin van artikel 87 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 van het bepaalde in artikel 10, eerste lid en artikel 24 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (ontheffing bedrijfsvoertuigen) |
€ 148,05 |
1.13.6.3 |
een vergunning in de zin van artikel 2.10, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Uden (gebruik openbare plaats) |
€ 200,75 |
1.13.6.4 |
een wijziging van een verleende ontheffing in de zin van artikel 87 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 van het bepaalde in artikel 10, eerste lid en artikel 24 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 |
€ 117,60 |
1.13.7 |
Het tarief bedraagt voor het aanbrengen van een aansluiting op een voorziening voor de inzameling en transport van afvalwater als bedoeld in artikel 10.33, eerste en tweede lid, van de Wet milieubeheer, of op een aansluiting op een voorziening voor de inzameling en transport van afvloeiend hemelwater als bedoeld in artikel 3.5 van de Waterwet |
€ 478,60 |
1.13.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot nadeelcompensatie in de zin van artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht |
€ 500,00 |
1.13.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot opname in het Landelijk Register Kinderopvang, zoals bedoeld in artikel 1.45 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen: |
|
1.13.9.1 |
voor kinderopvang en buitenschoolse opvang |
€ 1.503,75 |
1.13.9.2 |
voor gastouderbureau |
€ 1.503,75 |
1.13.9.3 |
voor gastouder voorziening (via gastouderbureau) |
€ 501,25 |
1.13.9.4 |
voor een verhuizing van een locatie kinderopvang en buitenschoolse opvang |
€ 401,00 |
1.13.9.5 |
voor een verhuizing van een gastoudervoorziening (via gastouderbureau) of extra opvanglocatie van gastouder |
€ 401,00 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Artikel |
Omschrijving |
Vast tarief |
Variabel tarief |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen |
|||
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
|
2.1.1.1 |
Aanlegkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft. De berekening van de kosten zoals in dit artikel bedoeld, geschiedt inclusief BTW. |
|
|
2.1.1.2 |
Bouwkosten: a. de kosten die worden berekend aan de hand van de ‘ROEB-lijst’ zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze tarieventabel; b. uitsluitend voor zover het in de aanvraag begrepen type bouwwerk naar zijn aard redelijkerwijs niet kan worden geacht te zijn opgenomen in de ‘ROEB-lijst’, wordt onder bouwkosten mede het volgende verstaan. De aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt 2012, 1567), voor het uit te voeren werk. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. De berekening van de bouwkosten zoals bedoeld wordt onder sub a en b van dit artikel geschiedt inclusief BTW. |
|
|
2.1.1.3 |
Sloopkosten: de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012 Stcrt 2012,1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting is inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft. |
|
|
2.1.1.4 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
|
|
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
|
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
|
2.1.4 |
Vooroverleg: Dit vooroverleg is bedoeld voor concrete, inhoudelijke vragen over voorgenomen plannen met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is. Het verzoek om vooroverleg moet schriftelijk aangevraagd worden. Dit kan via een schriftelijk verzoek of via het formulier vooroverleg/principeverzoek. |
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/principeverzoek |
|||
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
2.2.1 |
In verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is |
€ 190,00 |
|
2.2.2 |
Indien na vooroverleg/principeverzoek geen formele aanvraag volgt, blijven de in rekening gebrachte kosten voor vooroverleg/principeverzoek verschuldigd. Dit geldt ook in het geval van een weigering. |
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning |
|||
2.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
2.3.1.1 |
Bouwactiviteiten: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
2.3.1.1.1 |
een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo; 2,0% van de bouwkosten met een minimum van € 190,00; |
|
2,00% |
2.3.1.1.2 |
een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit, als bedoeld onder 2.3.1.1.1 wordt verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag, aan de aanvrager medegedeelde kosten van externe advieskosten, blijkend uit een begroting die ter zake door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar is opgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht. Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. |
|
|
2.3.1.1.3 |
een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit en/of gebruiksactiviteit, welke na beoordeling vergunningsvrij blijkt te zijn, op grond van artikel 2.1 lid 3 en 2.2 lid 2 van de Wabo |
€ 190,00 |
|
2.3.1.2 |
Verplicht advies agrarische commissie: Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van aanvraag tot het verkrijgen van een advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen |
€ 950,00 |
|
2.3.1.3 |
Advies Brabant Zorgvuldigheidsscore (BZV): Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt, indien de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een extern advies is gevraagd voor de beoordeling van een geur- en fijnstofberekening, het verschuldigde bedrag verhoogd met de werkelijke kosten van het uitgebrachte advies |
|
|
2.3.1.4 |
Achteraf ingediende aanvraag: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit, indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de (bouw)activiteit, wordt het overeenkomstig 2.3.1.1.1 berekende bedrag verhoogd met 100% met een minimum van € 300,00 en een maximum van € 2.500,00. |
|
|
2.3.2 |
Aanlegactiviteiten |
|
|
2.3.2.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 390,00 |
|
2.3.2.2 |
Achteraf ingediende aanvraag: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een aanlegactiviteit, indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, wordt het overeenkomstig 2.3.2.1 berekende bedrag verhoogd met € 300,00. |
|
|
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, wordt het tarief genoemd in onderdeel 2.3.1 vermeerderd met; |
|
|
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ 300,00 |
|
2.3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) en: |
|
|
2.3.3.2.1 |
de bouwkosten < € 10.000 bedragen |
€ 300,00 |
|
2.3.3.2.2 |
de bouwkosten tussen € 10.000 en €50.000 bedragen |
€ 600,00 |
|
2.3.3.2.3 |
de bouwkosten tussen € 50.000 en €100.000 bedragen |
€ 1.200,00 |
|
2.3.3.2.4 |
de bouwkosten > € 100.000 bedragen |
€ 1.600,00 |
|
2.3.3.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
€ 9.100,00 |
|
2.3.3.4 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): |
€ 300,00 |
|
2.3.3.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 300,00 |
|
2.3.3.6 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 300,00 |
|
2.3.3.7 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 300,00 |
|
2.3.3.8 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) en: |
|
|
2.3.3.8.1 |
de bouwkosten < € 10.000 bedragen |
€ 300,00 |
|
2.3.3.8.2 |
de bouwkosten tussen € 10.000 en €50.000 bedragen |
€ 600,00 |
|
2.3.3.8.3 |
de bouwkosten tussen € 50.000 en €100.000 bedragen |
€ 1.200,00 |
|
2.3.3.8.4 |
de bouwkosten > € 100.000 bedragen |
€ 1.600,00 |
|
2.3.3.9 |
Achteraf ingediende aanvraag: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit zoals bedoeld onder 2.3.3, indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, wordt het overeenkomstig 2.3.3.1 tot en met 2.3.3.8 berekende bedrag verhoogd met 100% met een minimum van € 300,00 en een maximum van € 2.500,00. |
|
|
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, |
|
|
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking), bedraagt het tarief: |
€ 300,00 |
|
2.3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking), bedraagt het tarief: |
€ 300,00 |
|
2.3.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking), bedraagt het tarief: |
€ 9.100,00 |
|
2.3.4.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan), bedraagt het tarief: |
€ 300,00 |
|
2.3.4.5 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (in afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 300,00 |
|
2.3.4.6 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 300,00 |
|
2.3.4.7 |
Achteraf ingediende aanvraag: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit zoals bedoeld onder 2.3.4, indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, wordt het overeenkomstig 2.3.4.1 tot en met 2.3.4.6 berekende bedrag verhoogd met 100% met een minimum van € 300,00 en een maximum van € 2.500,00. |
|
|
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
|
2.3.5.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 252,50 |
|
2.3.5.1.1 |
- vermeerderd met een toeslag voor een inrichting met een oppervlakte tot en met 100 m² |
€ 178,45 |
|
2.3.5.1.2 |
- vermeerderd met een toeslag voor een inrichting met een oppervlakte meer dan 100 m² tot en met 500 m², per m² |
€ 1,85 |
|
2.3.5.1.3 |
-vermeerderd met een toeslag voor een inrichting met een oppervlakte meer dan 500 m² tot en met 2.000 m² |
€ 888,25 |
|
2.3.5.1.3.1 |
Artikel 2.3.5.1.3 wordt vermeerderd met een bedrag per m² |
€ 0,50 |
|
2.3.5.1.4 |
- vermeerderd met een toeslag voor een inrichting met een oppervlakte meer dan 2.000 m² tot en met 5.000 m² |
€ 1.694,40 |
|
2.3.5.1.4.1 |
Artikel 2.3.5.1.4 wordt vermeerderd met een bedrag per m² |
€ 0,15 |
|
2.3.5.1.5 |
-vermeerderd met een toeslag voor een inrichting met een oppervlakte meer dan 5.000 m² tot en met 50.000 m² |
€ 2.179,10 |
|
2.3.5.1.5.2 |
Artikel 2.3.5.1.5 wordt vermeerderd met een bedrag per m² |
€ 0,05 |
|
2.3.5.1.6 |
-vermeerderd met een toeslag voor een inrichting met een oppervlakte meer dan 50.000 m² |
€ 4.600,50 |
|
2.3.5.1.6.1 |
Artikel 2.3.5.1.6 wordt vermeerderd met een bedrag per m² |
€ 0,05 |
|
2.3.5.2 |
Indien de aanvraag betrekking heeft op een inrichting met een tijdelijk karakter, zoals een tent e.d. dan bedragen de leges 10% van het volgens dit onderdeel berekende bedrag. |
|
|
2.3.5.3 |
Indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 2.3.5.1 wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen, wordt op verzoek voor 50% van de geheven leges ontheffing verleend. |
|
|
2.3.5.4 |
Het tarief bedraagt, indien de aanvraag als bedoeld onder 2.3.5.1 betrekking heeft op: |
|
|
2.3.5.4.1 |
uitbreiding van de inrichting: het tarief vermeld onder 2.3.5.1 met dien verstande, dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding; |
|
|
2.3.5.4.2 |
gewijzigd gebruik van de gehele inrichting: 50% van de volgens onderdeel 2.3.5.1 berekende leges; |
|
|
2.3.5.4.3 |
gewijzigd gebruik van een gedeelte van de inrichting: 50% van de volgens onderdeel 2.3.5.1 berekende leges met dien verstande, dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzigde gedeelte. |
|
|
2.3.5.4.4 |
Achteraf ingediende aanvraag: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit brandveilig gebruik, indien de aanvraag wordt ingediend na het in gebruik nemen van het bouwwerk, wordt het overeenkomstig 2.3.5.1 t/m 2.3.5.4.3 berekende bedrag verhoogd met € 300,00. |
|
|
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|
|
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 14 van de gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 175,00 |
|
2.3.6.2 |
Voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument; |
€ 340,00 |
|
2.3.6.3 |
Achteraf ingediende aanvraag: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit zoals bedoeld onder 2.3.6, indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, wordt het overeenkomstig 2.3.6.1 tot en met 2.3.6.2 opgenomen bedrag verhoogd met 100%. |
|
|
2.3.7 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|
2.3.7.1 |
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief |
€ 300,00 |
|
2.3.7.2 |
In gevallen waarin dat een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid aanhef en onder a, van de Wabo: |
€ 300,00 |
|
2.3.8 |
Uitweg/inrit |
|
|
2.3.8.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met of artikel 2:12 eerste lid APV Uden, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten |
€ 215,00 |
|
2.3.8.2 |
Achteraf ingediende aanvraag: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit zoals bedoeld onder 2.3.8, indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, wordt het overeenkomstig 2.3.8.1 opgenomen bedrag verhoogd met 100% |
|
|
2.3.9 |
Projecten of handelingen in het kader van Natura2000-activiteiten |
|
|
2.3.9.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 390,00 |
|
2.3.10 |
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet |
|
|
2.3.10.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 220,00 |
|
2.3.11 |
Omgevingsvergunning in twee fasen: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.11.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|
|
2.3.11.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|
|
2.3.12 |
Beoordeling bodemrapport: Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
|
|
2.3.12.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
€ 175,00 |
|
2.3.12.2 |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport |
|
|
2.3.12.2.1 |
indien het betreft een bureaustudie |
€ 265,00 |
|
2.3.12.2.2 |
indien het betreft een inventariserend veldonderzoek (booronderzoek) B477 inclusief Plan van aanpak |
€ 400,00 |
|
2.3.12.2.3 |
indien het betreft een proefsleuvenonderzoek, inclusief voorafgaand Programma van eisen |
€ 535,00 |
|
2.3.12.2.4 |
indien het betreft een Programma van eisen voor opgraving en begeleiding |
€ 400,00 |
|
2.3.12.3 |
Indien blijkt dat na de eerste beoordeling van de in 2.3.12.2 genoemde onderzoeken vervolgonderzoek nodig is, wordt het tarief voor de beoordeling van de vervolgrapportage vermeerderd met 100% |
|
|
2.3.13 |
Advies |
|
|
2.3.13.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het College van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
2.3.13.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.13.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
2.3.13.3 |
Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. |
|
|
2.3.14 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|
|
2.3.14.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
|
2.3.14.2 |
Indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven |
€ 300,00 |
|
2.3.14.3 |
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: voor een aanvraag Gebiedsbescherming |
€ 4.869,00 |
|
2.3.14.4 |
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: voor een aanvraag wijzigingen Gebiedsbescherming |
€ 4.009,00 |
|
2.3.14.5 |
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: voor een intrekking aanvraag Gebiedsbescherming |
€ 2.663,00 |
|
2.3.14.6 |
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: voor een aanvraag Soortenbescherming door burgers |
€ 2.146,00 |
|
2.3.14.7 |
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: voor een aanvraag Soortenbescherming infrastructureel en gebiedsgericht |
€ 6.625,00 |
|
2.3.14.8 |
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: voor een aanvraag Soortenbescherming overige |
€ 4.847,00 |
|
2.3.14.9 |
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: voor een aanvraag overige |
€ 4.750,00 |
|
2.3.15 |
Kappen |
|
|
2.3.15.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van een houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of betreffend artikel van de Algemene plaatselijke verordening Uden een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2., eerste lid, aanhef en onder g. van de Wabo bedraagt het tarief |
€ 0,00 |
|
2.3.16 |
Milieu effectrapportage |
|
|
2.3.16.1 |
Indien het voor het vaststellen van een ruimtelijk besluit noodzakelijk is om een milieueffectrapportage procedure te doorlopen, wordt de som van het bedrag onder 2.3.3.3 en 2.6.1 vermeerderd met |
€ 5.000,00 |
|
2.3.17 |
Verzoek hogere waarden Wet Geluidshinder |
|
|
2.3.17.1 |
Indien het voor het vaststellen van een ruimtelijk besluit noodzakelijk is om een procedure tot vaststellen van hogere waarden Wet Geluidshinder te doorlopen, wordt hiervoor in rekening gebracht: |
€ 800,00 |
|
2.3.18 |
Externe kosten Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) |
|
|
2.3.18.1 |
Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt, indien de aanvraag een veehouderij betreft waarvoor een GGD-advies gevraagd is, het verschuldigde bedrag verhoogd met de werkelijke kosten van het uitgebrachte advies. |
|
|
2.3.19 |
Andere activiteiten: Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
|
|
2.3.19.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 100,00 |
|
2.3.19.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 175,00 |
|
2.3.19.3 |
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: |
€ 175,00 |
|
2.3.19.4 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering |
|||
2.4.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning binnen een termijn van 1 jaar is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg/principeverzoek als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk 3. |
|
|
2.4.2 |
Vermindering als gevolg van gecertificeerde bouw: |
|
|
2.4.2.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op gecertificeerde bouw dan wordt voor de op grond van artikel 2.3.1.1.1 geheven leges een vermindering van toegepast van 30% tot een maximum van € 25.000. |
|
|
2.4.2.2 |
Als ook het toezicht tijdens de bouw volledig gecertificeerd plaatsvindt, dan wordt op verzoek aanvullend een vermindering toegepast van 15% met een maximum van € 12.500. |
|
|
2.4.2.3 |
De vermindering voor gecertificeerde bouw wordt toegepast indien de aanvraag is voorzien van een volgens een toepasbare landelijke erkenningsregeling, gecertificeerde bouwbesluittoets dan wel wanneer de bouwbesluittoets door een tot het landelijk stelsel i.o. toegelaten marktpartij wordt uitgevoerd in plaats van de gemeente. Het toezicht tijdens de bouw dient te worden uitgevoerd door een daartoe bevoegde organisatie, blijkend uit een geldig certificaat dat is uitgegeven door een geaccrediteerde certificerende instelling dan wel door een tot het landelijke stelsel i.o. toegelaten marktpartij in plaats van de gemeente. Onder een tot het landelijk stelsel i.o. toegelaten marktpartijen wordt verstaan: een kwaliteitsborger, die gedurende de implementatieperiode van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) tot aan inwerkingtreding van die wet, gerechtigd is een voorlopig toegelaten kwaliteitsborgingsinstrument te gebruiken als bedoeld in de door de VNG gecoördineerde proefprojecten voor de Wkb en dat instrument ook daadwerkelijk gebruikt. |
|
|
2.4.2.4 |
Om voor vermindering genoemd onder 2.4.2.1 en 2.4.2.2 in aanmerking te komen moeten alle in te dienen stukken met betrekking tot het gehele bouwplan gecertificeerd zijn. Het toezicht dient vanaf het moment van de start van de bouw tot aan de gereedmelding gecertificeerd plaats te vinden. |
|
|
2.4.3 |
Vermindering als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, planologische, gebruiks-, sloop- of inritactiviteiten.: Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.5, 2.3.6, 2.3.7 en 2.3.8, intrekt terwijl deze al in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat, met in achtneming van 2.4.5, aanspraak op vermindering van een deel van de leges. De vermindering bedraagt: |
|
|
2.4.3.1 |
Indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
|
50,00% |
2.4.3.2 |
Indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
|
35,00% |
2.4.3.3 |
Indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
|
25,00% |
2.4.4 |
Vermindering als gevolg van het buiten behandeling laten van de aanvraag om een omgevingsvergunning |
|
|
2.4.4.1 |
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van titel 2 op grond van de artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling wordt gelaten, wordt het tarief ambtshalve verminderd met |
|
100,00% |
2.4.5 |
Minimumbedrag voor vermindering: Ongeacht het hiervoor in de hoofdstuk bepaalde gaat vermindering van de leges nooit zover dat niet tenminste verschuldigd blijft een bedrag van |
€ 190,00 |
|
2.4.6 |
Van de overige leges in titel 2 verschuldigde leges wordt geen teruggaaf verleend |
|
|
Hoofdstuk 5 Wijziging omgevingsvergunning |
|||
2.5.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 140,00 |
|
2.5.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de tenaamstelling van een omgevingsvergunning: |
€ 40,00 |
|
Hoofdstuk 6 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
|||
2.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen, wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in respectievelijk artikel 3.1, eerste lid, artikel 3.6, eerste lid, onder a, en artikel 3.6, eerste lid, onder b van de Wet Ruimtelijke Ordening |
€ 9.100,00 |
|
2.6.2 |
Als onder 2.6.1 bedoeld plan deel uitmaakt van een zogenaamd veegplan bedraagt het tarief |
€ 4.250,00 |
|
2.6.3 |
Als onder 2.6.1 bedoeld plan ziet op het verwijderen van de aanduiding 'iv' bedraagt het tarief |
€ 1.025,00 |
|
2.6.4 |
Als onder 2.6.1. bedoeld plan ziet op het verwijderen van de bouwmogelijkheden als bedoeld in de sloop-bonusregeling van de planregels van het buitengebied bedraagt het tarief |
€ 1.025,00 |
|
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde beschikking |
|||
2.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ 190,00 |
|
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Artikel |
Omschrijving |
Tarief |
Hoofdstuk 1 Horeca |
||
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
3.1.1.1 |
vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet |
€ 320,00 |
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
3.1.2.1 |
een wijziging van de in de vergunning omschreven inrichting als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet op verzoek van de vergunninghouder |
€ 53,75 |
3.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
3.1.3.1 |
Een aanvraag tot het aanmelden of afmelden van leidinggevenden als bedoeld in art. 30a 2e lid Alcoholwet |
€ 53,75 |
3.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
3.1.4.1 |
een ontheffing ingevolge artikel 35 van de Drank- en Horecawet |
€ 22,70 |
3.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
3.1.5.1 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 2.30b eerste en tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening (ontheffing sluitingsuur) voor het eerste uur of gedeelte daarvan |
€ 55,20 |
3.1.5.2 |
voor overige gevallen (na het eerste uur) |
€ 91,85 |
3.1.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing tot het doen maken van muziek of het in werking hebben van een geluidsapparaat als bedoeld in artikel 4.6.van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
3.1.6.1 |
indien het een incidentele aangelegenheid betreft, per dag |
€ 4,85 |
3.1.6.2 |
een vergunning op jaarbasis |
€ 231,20 |
3.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
3.1.7.1 |
Een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:30c van de Algemeen Plaatselijke Verordening |
€ 320,00 |
3.1.7.2 |
Een wijziging van de exploitatievergunning op grond van artikel 2:30c Algemeen Plaatselijke Verordening |
€ 65,00 |
3.1.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
3.1.8.1 |
Een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een bedrijf als bedoeld in artikel 2:80 van de Algemeen Plaatselijke Verordening |
€ 320,00 |
3.1.8.2 |
Een wijziging van de exploitatievergunning op grond van artikel 2:80 Algemeen Plaatselijke Verordening |
€ 65,00 |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten |
||
3.2.1 |
het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het houden van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Uden voor: |
|
3.2.1.1 |
herdenkingsplechtigheid, braderie, optocht op de weg, en een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg of klein evenement (voor zover geen melding). |
€ 13,10 |
3.2.1.2 |
indien de aanvraag digitaal wordt ingediend |
€ 10,45 |
3.2.2 |
belastende (conform het vigerende evenementenbeleid gemeente Uden) of overige evenementen |
€ 93,30 |
3.2.2.1 |
indien de aanvraag digitaal wordt ingediend |
€ 84,15 |
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven |
||
3.3.1 |
het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
3.3.1.1 |
een vergunning voor het exploiteren of wijzigen van een seksbedrijf als bedoeld in artikel 3.4., eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Uden |
€ 745,00 |
Hoofdstuk 4 Winkeltijdenwet |
||
3.4.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
3.4.1.1 |
a. voor een ontheffing in het kader van artikel 3 lid 2 van de Winkeltijdenwet |
€ 343,75 |
3.4.1.2 |
b. indien de aanvraag digitaal wordt ingediend |
€ 309,25 |
3.4.2 |
tot het verlenen van toestemming om een in 4.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander |
€ 343,75 |
3.4.3 |
tot het intrekken of wijzigen van een in 4.1 bedoelde ontheffing |
€ 343,75 |
Hoofdstuk 5 Standplaatsen en collectes |
||
3.5 |
Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het verlenen van een vergunning/ontheffing voor het collecteren of het mogen innemen van een standplaats buiten de wekelijkse markt |
|
3.5.1 |
Geldig voor een dag of een gedeelte daarvan |
€ 18,10 |
3.5.2 |
Geldig voor ten hoogste een kalendermaand of een gedeelte daarvan, dat langer duurt dan 6 dagen |
€ 36,15 |
3.5.3 |
Geldig voor een kalenderjaar of gedeelte daarvan, dat langer duurt dan 5 maanden |
€ 54,30 |
Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
||
3.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 42,60 |
Behorende bij raadsbesluit van 16 december 2021
De griffier van de gemeente Uden
drs. G.J. de Graaf
Bijlage 2: Overzicht bouwkosten (ROEB-lijst)
Behorende bij raadsbesluit van 16 december 2021
De griffier van de gemeente Uden
drs. G.J. de Graaf
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl