Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening reclamebelasting Ommen 2022

Geldend van 01-01-2022 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening reclamebelasting Ommen 2022

De raad van de gemeente Ommen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2021, zaaknummer 258110;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen van de volgende:

Verordening op de heffing en de invordering van een reclamebelasting Ommen 2022

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Openbare aankondiging: een openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar van de openbare weg.

  • 2.

    Onroerende zaak: de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

  • 3.

    Jaar: een kalenderjaar.

  • 4.

    GBLT: het openbaar lichaam GBLT.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam reclamebelasting wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende bijlage 1, een directe belasting geheven voor het hebben van een openbare aankondiging dat zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van de degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt en waarop en/of waarbij één of meer openbare aankondigingen worden aangetroffen.

  • 2.

    Indien een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, wordt degene die dat deel in gebruik heeft gegeven als gebruiker aangemerkt.

  • 3.

    Bij het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik, wordt degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld als gebruiker aangemerkt.

  • 4.

    Onder niet-woning wordt verstaan de onroerende zaak die niet volledig dienstbaar is aan woondoeleinden, conform artikel 220a, lid 2 van de Gemeentewet.

Artikel 4 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

  • a.

    Die korter dan 10 weken aanwezig zijn;

  • b.

    Die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt;

  • c.

    Die door de gemeente of in opdracht van de gemeente zijn geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

  • d.

    Die door (semi-)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die uitsluitend een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • e.

    Aangebracht door of namens winkeliersverenigingen waarbij de openbare aankondiging uitsluitend bestaat uit een vlag, banier of zuil met de naam van de winkeliersvereniging;

  • f.

    Aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • g.

    Die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;

  • h.

    Bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijk nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak;

  • i.

    Aangebracht op scholen, zorginstellingen en kerken en die betrekking hebben op de functie van het gebouw.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De reclamebelasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelasting gebruikersdeel zoals die voor het belastingobject voor het belastingjaar is vastgesteld.

Artikel 6 Belastingtarief

De belasting bedraagt 0,31% van de WOZ-waarde van de onroerende zaak waarop en/of waarbij één of meer openbare aankondigingen worden aangetroffen, met een minimumbedrag van € 300,00 en een maximumbedrag van € 800,00.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, lid 1, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen, dan wel op één aanslagbiljet verenigde aanslagen worden betaald in één termijn, die vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 van dit artikel worden belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, betaald in tien maandelijkse termijnen. Als de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen voor of op de 15de van een kalendermaand, vervalt de eerste incassotermijn nog in diezelfde kalendermaand. In alle andere gevallen vervalt de eerste incassotermijn aan het einde van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen.

  • 3.

    Indien het totaal te betalen bedrag zoals vermeld op het aanslagbiljet € 10,00 of minder bedraagt, wordt dit bedrag in afwijking van lid 2 van dit artikel in één termijn afgeschreven twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening Reclamebelasting 2021’ van 26 november 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 4.

    De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Reclamebelasting 2022’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ommen d.d. 25 november 2021.

De raad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

R. Tenkink, mr. drs. J.M. Vroomen

Bijlage 1 Kaart gebied reclamebelasting

Het blauw gearceerde deelgebied van Ommen betreft het centrumgebied als bedoeld in artikel 2 van de 'verordening reclamebelasting 2022'afbeelding binnen de regeling